Nieuws van de Vereniging Oud Lisse en nieuws uit de omgeving die relevant is voor VOL

Schenking historisch olieverfschilderij van Lisse

Mevr. Bep de Vos-Elfering heeft een olieverfschilderij uit ongeveer 1910  geschonken. De Agathakerk met de oude toren staat er op afgebeeld.

Nieuwsflits

NIEUWSBLAD Jaargang 8 nummer 4, oktober 2009

De Vereniging Oud Lisse is bijzonder verguld door de schenking van een uniek schilderij van het dorp Lisse door Mevr.Bep de Vos-Elfering en haar man uit Schiedam. Op dit kleurrijke historische olieverfschilderij uit ca.1910 is de St.Agathakerk afgebeeld (gebouwd in 1903) met de oude ranke toren die in 1930 is vervangen, de Gracht met zijvertakking achter de Schoolstraat en de Kapelleweide op de voorgrond.

Het schilderij is geschilderd door Jan Bakker in opdracht van Arie Raaphorst aan de hand van oude ansichten. De
Lisser Arie Raaphorst (1880-1948), grootvader van Bep de Vos-Elfering, was een inspirerende journalist, die
een aantal interessante geschriften naliet waarin hij het reilen en zeilen van de Lissese samenleving weergaf. Een werkgroep van de Vereniging Oud Lisse is bezig om delen hieruit te vergaren en publiceert wetenswaardige delen hieruit in het Nieuwsblad van de Vereniging. Zie b.v. het artikel over Raaphorst in het Nieuwsblad van juli 2007 (jaargang 4 nummer 3). Het schilderij werd tijdens een feestelijke bijeenkomst op dinsdag 28 juli 2009 aan de Vereniging Oud Lisse aangeboden door mevr. Bep de Vos-Elfering en haar man.
Bep vertelde dat ze de website van de Vereniging Oud Lisse zat te bekijken, waarin over de bijzondere geschriften van Raaphorst wordt verhaald. Deze geschriften zijn nu in het bezit van de erfgenamen van haar overleden neef Aad Maarschalk in Lisse. Bep’s moeder was de dochter van Arie Raaphorst en zelf is ze dus zijn kleindochter. Vandaar dat
ze in het bezit kwam van dit bijzondere schilderij van de St. Agathakerk, dat haar grootvader destijds heeft laten schilderen. Het oude schilderij hing altijd in de kamer van Bep’s moeder. Na haar overlijden is het bij haar terecht gekomen. Het stond altijd maar in haar kast. Gezien de getoonde grote interesse voor Arie Raaphorst op de website
van de Vereniging Oud Lisse, heeft ze ons benaderd met de vraag of wij belangstelling voor het schilderij hadden en dat ze het ons wilde schenken, mits het een goede plaats kon krijgen in ons Cultuur Historisch Centrum.
Aan dit verzoek hebben wij volmondig voldaan en het een prominente plaats gegeven in de grote vergaderzaal in ons centrum, “De Vergulde Zwaan”, 1e Havendwarsstraat 4 in Lisse. Als dank heeft het bestuur Bep en haar man een bos bloemen aangeboden en een jaar gratis lidmaatschap van onze Vereniging Oud Lisse.

De heer en mevr. de Vos met het schilderij van de Agathakerk.
foto CP Balkenende

Presentatie Jaarboek III van Stichting Kasteel Keukenhof.

Het 3e jaarboek van Keukenhof is verschenen. Hierin wordt onder anderen de geschiedenis van de 96 Alpenschilderijen beschreven.

Nieuwsflits

NIEUWSBLAD Jaargang 8 nummer 3, juli 2009

Dinsdagavond 9 juni werd door de Stichting Kasteel Keukenhof het derde jaarboek gepresenteerd voor een groot aantal genodigden waaronder de Vereniging Oud Lisse. Het eerste jaarboek verscheen in 2007  en de voorzitter de heer Hollander memoreerde in zijn toespraak dat men er aan twijfelde of er wel voldoende artikelen en onderwerpen aanwezig waren, maar dat die zorg volkomen weggenomen is mede door de vele onderwerpen die boven water kwamen door o.a. het archiefonderzoek van Dr.Gerard Jaspers die verantwoordelijk is voor het oude archief en de
bibliotheek van Keukenhof.
Met een zeer geanimeerde PowerPoint presentatie onthulde Gerard Jsaspers de geheimen van de 96 Alpenschilderijen die in 1914 in de Blauwe Salon hingen, wat voor schilderijen dat waren, wie de kunstenaar was, hoe ze op Keukenhof kwamen, wanneer, hoe en waarom verdwenen zijn. Door een gelukkig toeval en intensief archief onderzoek van bronnen zoals het standaard werk van de Zwitserse kunsthistoricus Dr.W.Raeber, Caspar  Wolf 1753-1783, Sein Leben und sein Werk, bleek dat deze schilderijen door deze Zwitser Caspar Wolf waren geschilderd en dat ze na de dood van hem en zijn uitgever Abraham Wagner in het bezit van de commandant van de Zwitserse garde in Holland en uiteindelijk rond 1850 door Johan Steengracht in Keukenhof terecht zijn gekomen. Uit archief informatie van Evert Douwes, directeur van deze Amsterdamse kunsthandel bleek dat zijn vader op 25 oktober 1943 (i.v.m. de geplande inkwartiering door Duitse offi cieren op Keukenhof), de 96 Zwitserse berggezichten voor 31000 gulden van graaf Carel van Lynden had gekocht.

U kunt deze geschiedenis en andere interessante verhalen op uw gemak nalezen in dit interessante derde jaarboek dat aan Herman Bill uit Aerdenhout werd aangeboden, vanwege zijn onbezoldigde activiteiten bij de restauratie van gobelin behangsels en het herstel van oude gordijnen in kasteel Keukenhof.

Het jaarboek is bij de uitgeverij Verloren in Hilversum voor €19,00 te koop onder ISBN 978-90-8704-125-0. Een recensie van het jaarboek zal in oktober in ons nieuwsblad verschijnen.

Deze foto uit 1914 in Buiten toont een gedeelte van de Blauwe Salon met enkele van de meer dan 90 Alpenaanzichten, die daar tot 1943 hingen.
Lisse, Keukenhofbibliotheek

Leidsevaart: Grenspaal is gemeentelijk monument geworden

Het kan verkeren! De gemeente Noordwijkerhout heeft de grenspaal bij de Leidse trekvaart aangemerkt als gemeentelijk monument.  De VOL is blij met de aanwijzing als gemeentelijk monument. De geschiedenis van de paal bij Halfweg wordt beschreven.

Nieuwsflitsen

NIEUWSBLAD Jaargang 8 nummer 3, juli 2009

Het kan verkeren!” Door verplaatsing van de bekende grenspaal te Halfweg wordt deze paal nu door de Gemeente Noordwijkerhout als Gemeentelijk Monument aangewezen! Vanwege de veiligheid is de paal een metertje naar het westen geplaatst en staat daardoor in Noordwijkerhout.

(Halfscheidspaal gemaakt in 1820. Monumentnummer o575/5, bij Leidsevaart 29, opmerking Webmaster)

Uit betrouwbare bron (lid van de Monumentencommissie van Noordwijkerhout), heeft de Vereniging Oud Lisse onlangs (mei 2009) vernomen, dat de bekende grenspaal te Halfweg op de grens van Noordwijkerhout en Lisse door de Gemeente Noordwijkerhout voorgedragen wordt als gemeentelijke monument, hoewel de Gemeente Lisse deze paal in 2007 (waarvan men toen aannam dat deze op het grondgebied van Lisse stond), niet wilde waarderen als gemeentelijk monument! Deze grenspaal is een fraai versierde steen aan de Leidsevaart, welke in 2007 in verband met de 350 jarige herdenking al meer in het nieuws is gekomen.
Deze grenspaal of beter “Halfscheydtpaal” staat aan de Leidse Trekvaart bij Halfweg en dateert van 1820 toen bleek dat de eertijds speciaal daarvoor in 1656 geslagen elzenhoutenpaal was verrot. De paal is versierd met de wapens van de steden Haarlem en Leiden en de naam Halfweg. Het stuk vaart vandaar naar Leiden was eigendom van Leiden en moest door die stad onderhouden worden. Haarlem was eigenaar van de vaart naar het noorden. Vandaar de prachtige wapens op de paal. In het nabij gelegen huize Halfweg kwamen de commissarissen der steden bijeen en werden o.a. de trekpaarden gewisseld.
De heer Lieverse, voorheen belast met de archiefzorg bij de gemeente Lisse, vertelde dat de paal in de jaren tachtig van de vorige eeuw bij wegwerkzaamheden gebroken in de berm terecht was gekomen. Na een telefoontje van Fons Hulkenberg heeft hij toen actie ondernomen en werden de stukken door Gemeentewerken Lisse afgevoerd en door de Fa.Boot weer gerestaureerd. Om verdere ongelukken te voorkomen met passerende auto’s werd de steen, mede op advies van Hulkenberg iets verder van zijn oorspronkelijke plaats naar achteren gezet. Dhr. Lieverse heeft hierover een rapportje geschreven, dat natuurlijk nog wel in het gemeentearchief terug te vinden is. Iedereen, de gemeente Lisse en ook Fons Hulkenberg gingen er van uit dat de paal op het grondgebied van de Gemeente Lisse stond zoals op diverse oude kaarten ook aangegeven is. Bv. de oude kaart van de aanleg van de Trekvaart uit 1656 geeft duidelijk aan dat de paal oorspronkelijk in het grondgebied van Lisse geslagen werd. Ook een gemeenten kaart van 1850 geeft dit nog duidelijk weer.
Het blijkt dus dat de paal waarschijnlijk op de verkeerde plek is teruggezet, net op het grondgebied van Noordwijkerhout, die deze fraaie paal nu terecht als een gemeentelijk monument wil aanwijzen.
Dr. A.J.Kölker van de Vereniging Oud Lisse heeft in 2007 een inventaris van alle grenspalen in de gemeente Lisse gemaakt, inclusief deze paal en de Monumentencommissie toen voorgedragen deze als gemeentelijk monument aan te wijzen! De Gemeente Lisse had geen interesse daarin en heeft hier helaas van afgezien.
De Vereniging Oud Lisse is daarom verheugd dat de stille verhuizing van deze paal naar het grondgebied van de Gemeente Noordwijkerhout toch als positief resultaat heeft opgeleverd, dat de grenspaal nu als gemeentelijk monument wordt aangewezen en daardoor beschermd wordt voor ons nageslacht!! Waarvan acte!

 

Huidige plaats van de grenspaal bij Halfweg.

Het wapen van de sleutels van de gemeente Leiden staat op de ene kant. die van Haarlem op de andere kant.

Anno 2019 is de info is niet meer te lezen.

Historische Villa Wildlust gesloopt!

Maart 2009 is Wildlust gesloopt, ondanks dat het gebouw monumentwaardig was. De alternatieven voor de rotonde, aangedragen door de VOL, werden helaas niet overwogen. 

Nieuwsflits

NIEUWSBLAD Jaargang 8 nummer 2, april 2009

Omdat de provincie vanwege verkeersperikelen een rotonde wil aanleggen op de kruising Meer en Duin, Zwartelaan en Heereweg werd na een lange procedure die al in 2007 was gestart, de historische villa Wildlust , Heereweg 14, eind maart 2009 helaas gesloopt. De door VOL bij het College aangedragen alternatieven voor de aanleg van de rotonde werden helaas niet serieus overwogen. Hoewel dit pand, zowel door de Monumentencommissie en ook door de VOL bouwkundige werkgroep als Gemeentelijk monument werd gewaardeerd, wilde het College zich om politieke redenen helaas bij de provincie niet inzetten voor het behoud van deze historische villa en werd de villa in 2008 niet in de lijst Gemeentelijke monumenten opgenomen.

Wildlust omstreeks 1900

De hoog bejaarde eigenares verzette zich in eerste instantie hevig tegen de sloop en wilde absoluut niet vertrekken uit haar pand. Om haar monumentale pand te beschermen tegen sloop startte ze een aanwijzingsprocedure tot gemeentelijk. monument. Ook het Cuypers genootschap van architecten had een verzoek tot aanwijzing tot gemeentelijk monument ingediend. Het college wilde om bovengenoemde politieke redenen deze verzoeken om aanwijzing tot gemeentelijk monument niet honoreren en startte een onteigeningsprocedure. Het verzoek van het Cuyperscollege werd door het College niet ontvankelijk verklaard omdat men het Cuypers genootschap niet als belanghebbende beschouwt. Hiertegen is het Cuypers Genootschap in beroep gegaan. Deze procedure loopt nog. Echter bleek na een lange onteigeningsprocedure dat de eigenares uiteindelijk toch heeft ingestemd met de verkoopvoorwaarden zodat het pand nu zo snel mogelijk en definitief werd gesloopt (onomkeerbaar en onherstelbaar), ook al wordt de rotonde voorlopig nog niet direct aangelegd!
Alles overziende betreurt de VOL de sloop van deze villa in hoge mate. Bijzonder jammer vinden wij dat het College zo weinig belangstelling heeft gehad om dit, voor de geschiedenis van Lisse, zo belangrijke historische monumentale pand te behouden en niet serieus de door VOL aangedragen alternatieven heeft overwogen.

De afbraak van Wildlust in 2009

Wildlust was een bekende buitenplaats gelegen aan de rand van de wildernisse (het duingebied tussen Hillegom en Lisse). De buitenplaats Wildlust heeft een voor Lisse belangrijke historie en is op veel 19e eeuwse kaarten aangegeven. De bekende Lissese chirurgijn, Casparus Henricus Wolff, was hiervan eigenaar van 1814 tot 1819. Daarna woonde hier van 1819 tot zijn dood in 1859 de bekende hoogleraar en directeur van het Leidse museum van Natuurlijke Historie, Dr. Coenraad Jacob Temminck. Temminck maakte er een schitterende buitenplaats van door de aanleg van prachtige tuinen. Fons Hulkenberg beschreef de geschiedenis van Wildlust in detail in zijn boek ’t Roemwaard Lisse, Ook de bekende Lissese dichter Jan de Graaff memoreerde Wildlust al in zijn dichtbundel “Arkadia”, verschenen omstreeks 1770.  Het einde van Wildlust is nu helaas ingeluid: “Sic Transit Gloria Mundi”!

Voordracht door Chris Wolff

In een voordracht sprak Chris Wolff over zijn voorvader Casparus Henricus Wolff. Hij was van 1797 tot 1825 chirurgijn in Lisse. Hij bezat nogal wat onroerend goed in Lisse, oa boerderij de Wolff.

Nieuwsflits

NIEUWSBLAD Jaargang 8 nummer 2, april 2009
Chris Wolff ( van Theo van Chris van Huub van Chris van Caspar) sprak na het algemene gedeelte op de algemene jaarvergadering van 7 april 2009  over zijn voorvader Casparus Henricus Wolff. Deze was in Lisse chirurgijn van 1797 tot 1828. Hij was getrouwd met Huberta Verdegaal en woonde op de Heereweg. Waarschijnlijk ongeveer waar bakker Freriks later zat. Via kaartmateriaal en archiefstukken werd een beeld geschetst van de familie. Casparus Wolff leerde het vak in Amsterdam. Het echtpaar Wolff bezat nogal wat onroerend goed in Lisse, o.a. boerderij “de Wolff”. Zoon Jan heeft op deze boerderij gewoond. Deze zelfde Jan en ook kleinzoon Caspar Hendrik Wolff (de kaashandelaar) hebben ook op het Vierkant gewoond. Voorvader Casparus trok in 1828 naar Oegstgeest. Dat speurwerk in archieven een interessante familiegeschiedenis kan laten herleven maakte deze presentatie duidelijk.

 

 

Schilderijen van Caspar Heinrich Wolff en
zijn vrouw Huberta Verdegaal, in het bezit van Chris Wolff.
Opmerkelijk is dat er bij verre verwanten soortgelijke schilderijen zijn van
dezelfde voorouders, maar dat de gelijkenis bepaald niet treffend is.

En er zal nog wel enig aanvullend speurwerk verricht worden want bepaalde stukken die genoemd zijn door Fons Hulkenberg zijn nog niet terug gevonden. Vermeldenswaardig is nog dat het deze zelfde Chris Wolff was die aan Joseph Lefeber, waarover we berichtten in het januarinummer, het perceel voor diens bakkerij verkoopt.

Koppensnellen bij “de Wolf”. In de lente was het minder slecht voor de bloemisten knecht.
Foto:  A. in ’t Veld

De voorgevel van de woning met 2 deuren.
Foto: Nico Groen

Erepenning 2009 voor Achterweg-Zuid 51

De erepenning 2009 is uitgereikt aan de heer Romijn van Achterweg Zuid. Het gebouw uit 1909 is zeer goed onderhouden.

Nieuwsblad Jaargang 8 nummer 2, april 2009

Nieuwsflitsen

Na het algemene gedeelte van de jaarvergadering maakt Frits Treffers bekend wie op een buitengewone manier een pand hebben opgeknapt en daardoor een bijdrage leveren aan het behoud van historisch waardevolle panden in Lisse. Op zijn welbekende enthousiaste manier vertelde Frits Treffers hoe dit keer gekozen is voor een pand in het buitengebied. De spanning werd opgevoerd doordat eerst de top van het pand werd getoond.

Te zien was fraai metselwerk en een raam met aan weerszijden het bouwjaar: 1909. Een pand van precies een eeuw oud. Het is een complex van woonhuis met bollenschuur. In de loop der tijd zijn er aanpassingen geweest, maar de beelden tonen hoe zorgvuldig dat gedaan is. Bij een dia van de dakgoot op klossen verzucht Frits Treffers dat zo’n staaltje van vakmanschap in de huidige tijd veel te duur zou worden. Dan wordt het tijd om namen te noemen. De heer Romijn wordt naar voren geroepen om voor zijn pand, Achterweg Zuid 51, de erepenning 2009 in ontvangst te nemen. Het pand is al lang in de familie en puntgaaf onderhouden, wat een oude foto nog eens duidelijk maakt. De oude foto laat echter ook een oud detail zien wat de tand des tijds niet overleefd heeft, nl. het houten ornament in de top. Al met al een terechte toekenning van de penning aan een fraai voorbeeld van bloembollenerfgoed in Lisse.

 

Woning met aangebouwde bollenschuur

Deze woning is uit 1909

Status aanwijzing gemeentelijke monumenten

Eind 2008 waren er 74 panden definitief aangewezen als gemeentelijk monument. Omdat er al 17 waren, komt het totaal op 91. Villa Wildlust en de Openbare Lagere School zijn niet aangewezen. Het landelijk Cuypersgenootschap is een beroepsprocedure gestart.

Nieuwsflits

NIEUWSBLAD Jaargang 8 nummer 1, januari 2009

De aanwijzingsprocedure van gemeentelijke monumenten, die begin 2008 gestart is met de door Dorp, Stad en Land (DSL) en de Monumentencommissie geadviseerde en de door VOL voorgedragen lijst van te herwaarderen gemeentelijke monumenten nadert nu de eindfase.
Eind 2008 waren er 74 panden definitief tot monument aangewezen. Wanneer daar de al 17 bestaande gemeentelijke monumenten bij opgeteld worden, geeft dit een totaal van 91 definitief aangewezen gemeente en rijksmonumenten (incl. 35 Rijksmonumenten). M.b.t. 8 panden loopt nog een beroepsprocedure, omdat de eigenaren tegen de definitieve aanwijzing tot gemeentelijk monument in beroep zijn gegaan. In de procedure is het merendeel van de door DSL en de Monumentencommissie en ook door VOL geadviseerde monumenten (waarderingscore>14) voorgedragen tot monument, behalve enige panden die om politieke redenen door het College niet zijn aangewezen (o.a. Villa Wildlust , Heereweg 191 en de oude Openbare School). Tevens is DSL nog bezig met nader onderzoek van enkele door de VOL ter herwaardering aangevoerde panden.
Het landelijk Cuypers genootschap van architecten is een beroepsprocedure aangegaan tegen het door het College niet ontvankelijk verklaren van hun bezwaar tegen het niet aanwijzen van de villa Wildlust en de oude Openbare School tot gemeentelijk monument. De door het College aangevoerde reden was dat het landelijk Cuypers genootschap geen belanghebbende mbt de sloop van deze lokale panden is. Het Cuypers genootschap heeft echter al meerdere malen in verschillende gemeenten met positief gevolg bezwaren ingediend tegen de voorgenomen sloop van panden en is daarom tegen deze niet ontvankelijk verklaring in beroep gegaan. Wordt dus vervolgd!

Voorbeeld van een Gemeentelijk monument Von Bönninghausenlaan 1 Villa “In de bocht” Architect: L. Tol sr. Foto: Carla Bijnsdorp, 14-10-1977

Toekenning erepenning 2008 voor kaaspakhuisje Grachtweg 1A

De erepenning 2008 werd toegekend aan Erik Plantenberg voor de restauratie van het kaaspakhuis op de Grachtweg.In aansluiting op de algemene ledenvergadering van 18 maart reikte de heer Frits Treffers de erepenning van de Vereniging Oud Lisse uit aan de heer Erik Plantenberg.

Nieuwsflits

NIEUWSBLAD Jaargang 7 nummer 2, april 2008

Het Kaaspakhuisje aan de Grachtweg zoals het er nu, na de grondige restauratie, uitziet. Een oud doch fraai pareltje in Lisse.

Deze penning wordt jaarlijks toegekend aan personen die hun historische pand op een buitengewone manier hebben opgeknapt en daardoor een bij­drage leveren aan het behoud van historisch waardevolle panden in Lisse. De heer Treffers maakte met een boeiende speech de toekenning bekend. De familie Plantenberg is al jaren bezig het voormalige kaaspakhuis op te knappen en zo in het historische centrum van Lisse een interessant woon­huis te creëren. Ook voor het interieur, waar natuurlijk veel aan toegevoegd moest worden want een pakhuis is tenslotte geen woonhuis, is door de familie Plantenberg gekozen voor boeiende historische mate­rialen. Zo verklapte Frits Treffers dat er een mooie historische trap en een zeer fraai Delfts blauw toilet was aangebracht. En wie zou daar met zijn of haar derrière al niet op gezeten hebben? Die vraag leidde tot een ontboezeming over toiletgang en sloeg een brug­getje naar de beerput die bij het kaaspakhuis werd gevonden en door de heer Plantenberg uitge­graven. Heel aardige vondsten had dat opgeleverd waarvan er enkele, zoals een zeer fraai bord met tulp, waren tentoongesteld.

Duidelijk werd dat indertijd met het kopen van het voormalige kaaspakhuis wel een daad was gesteld om een fraai historisch pandje in Lisse te behou­den. Maar dat de weg om daarvan een woonhuis te maken, met sfeer en gevoel voor historie, heel wat inspanningen heeft gekost. De toekenning van de penning kon dan ook rekenen op een warm applaus van de toehoorders.

De heer Plantenberg memoreerde in zijn dankwoord nog het geduld wat de familie, door de keuze voor een historisch pand, moet opbrengen. Je blijft eeuwig bezig. Naar aanleiding van de retorische vraag van Frits Treffers over het toilet ging Plantenberg nog in op de vraag wie er dan wel over zijn trap gelopen kon hebben. Deze trap blijkt namelijk van de Leidse univer­siteit afkomstig te zijn en hij veronderstelde dat de koningin vast wel eens van zijn trap gebruik gemaakt heeft.

Eerdere opmerkingen over de wagenmakerij in de Kanaalstraat ontlokten Plantenberg de mededeling er zeker van te zijn dat er liefhebbers waren die het pand, dat nu verloren is gegaan, hadden willen en kunnen behouden. Een duidelijke oproep om niet te snel te zwichten voor druk om panden af te breken.

Wilt u nog eens iets nalezen over de vondsten die gedaan zijn op Gracht-weg la. In het Nieuwsblad, jaargang 4 nr. 4 staat een heel artikel.

Kaaspakhuisje Grachtweg 1A voor de renovatie

Grenspalen worden gemeentelijk monument

Het onderzoek naar grenspalen in Lisse door Bert Kölker is afgerond. Het college van B&W heeft besloten de grenspalen aan te wijzen als gemeentelijk monument.

Nieuwsflitsen

NIEUWSBLAD Jaargang 6 nummer 4, oktober 2007

Bert Kölker heeft zijn onderzoek naar in de gemeente Lisse nog aanwezige grenspalen afgesloten en gepresenteerd voor de Lissese monumenten commissie. Hij concludeerde dat er in Lisse nog ca. 10 palen over zijn waarvan 2 op de begraafplaats Duinhof. Eén van de grenspalen in Lisse bevindt zich op het adres Zwartelaan 4a. Deze zogenoemde stoeppaal kwam tevoorschijn onder de vloer van een oude schuur aan de Zwartelaan toen die werd gesloopt. Een andere grenspaal staat op de grens van Hillegom en Lisse aan de Loosterweg waar deze overgaat in de Veenenburgerlaan. Deze paal ligt in de berm en is nu vrijwel niet meer zichtbaar na de wegverbreding. Hij “hangt” er daar zo’n beetje bij. Particuliere palen staan nog op de begraafplaats Duinhof en aan de Essenlaan.

En er staat sinds 1820 een grenspaal bij Halfweg, op de scheiding van Lisse en Noordwijkerhout, exact op de plek waar in 1656 de eerste elzenhouten paal in 1656 werd geslagen, die precies de helft van de trekvaart Leijden en Haarlem markeert, als voorbereiding voor het graven van de toen nog te graven trekvaart 350 jaar geleden. Wie hiervan de eigenaar is, de Gemeente Lisse of de Gemeente Noordwijkerhout, moet nog worden nog uitgezocht.

Na. de presentatie van Bert Kölker werd hem in augustus nog een grenspaal van het vroegere landgoed Veenenburg gemeld door Dhr. van Haaster. Deze nieuw ontdekte grenspaal bevindt zich op zijn bollenland vlak naast de Loosterweg Noord.

In overeenstemming met het advies van de monumentencommissie heeft het College van B&W besloten de grenspalen aan te wijzen als gemeentelijk monument nadat de hiervoor benodigde procedure is doorlopen.

Halfweg nieuwe buurtschap in Lisse

Buurtschap Halfweg staat nu op de kaart met de 5 geplaatste plaatsnaamborden. De onthulling door de burgemeester vond plaats na een lezing van Brigitte Brink over de historie van Halfweg.

Nieuwsflitsen

Nieuwsblad Jaargang 6 nummer 4, oktober 2007

Een deel van Lisse, bij de Leidsevaart, heet binnenkort buurtschap Halfweg. Om dit te onderstrepen worden er op vijf plaatsen borden met deze benaming geplaatst. De feestelijke onthulling hiervan door enkele bewoners van Halfweg is op zaterdag 29 september 2007.

Het college ontving begin dit jaar verzoeken om een deel van de Leidsevaart de naam Halfweg te geven. Die waren afkomstig van de Vereniging Oud Lisse, de Stichting Cultuur Historisch Genootschap Duin- en Bollenstreek en van de heer Aad van Kampen, oud-bewoner van Halfweg. Dit in het kader van het 350-jarig bestaan van de Trekvaart. Het college besloot deze verzoeken te honoreren.

Halfweg
Het gebied bestrijkt in noordwestelijke richting het allerlaatste stukje Stationsweg tot de Delfweg ter hoogte van het Houtvesterslaantje. Op de Leidsevaart begint Halfweg bij de gemeentegrens met Noordwijkerhout en loopt het tot de gemeente- grens met Hillegom. Het fietspad richting Noordwijkerhout hoort bij Halfweg tot het Houtvesterslaantje.

Geschiedenis
Dit jaar is het 350 jaar geleden dat de Trekvaart tussen Haarlem en Leiden werd gegraven. Op 25 april 1656 hebben de heren Andries van der Walle en Joris Gerstecoren, landmeters van de steden Leiden en Haarlem, “op de hoeck van de cromme Vaert, bewesten Lisse, een hondt ende vijftigh roeden besuijden de Delft als halfscheid een elsenpael in de gront gestooken, dienende als baecken ende hoe dat in de jaere 1658 het gemeene landthuijs is gestelt halffwegen de beijde steden aen de Delftwegh”. Dat was het prille begin van de Trekvaart en van de buurtschap Halfweg. Op 1 november 1657 kwam hier de eerste trekschuit langs.

 

 

De onthulling van het naambord HALFWEG

Voor meer foto’s zie: picasaweb.google.nl/lecbru

Copyright © 2007 Vereniging Oud Lisse