Nieuws van de Vereniging Oud Lisse en nieuws uit de omgeving die relevant is voor VOL

Boek over Monumentale bollenschuren

Vijftig eigenaren van waardevolle bollenschuren hebben van de projectgroep ‘Behoud en Herbestemming Bollenschuren’ een schildje ontvangen om op hun schuur te schroeven.

Nieuwsblad Jaargang 6 nummer 1, januari 2007

Nieuwsflitsen

Vijftig eigenaren van waardevolle bollenschuren hebben van de projectgroep ‘Behoud en Herbestemming Bollenschuren’ een schildje ontvangen om op hun schuur te schroeven. Met dat blauw-witte bordje waarop in grote letters de woorden ‘Monumentale Bollenschuur’ staan, hoopt men meer aandacht te krijgen voor het behoud van deze in het bollenlandschap beeldbepalende elementen. De vijftig maken deel uit van de Regionale Collectie Bollenschuren, in totaal honderd stuks die bouwkundig en cultuurhistorisch waardevol zijn.

Boek over oude bollenschuren

In november is het boek “Nieuw leven voor oude bollenschuren” verschenen. Daarin staan allerlei voorbeelden van geslaagde renovaties van bollenschuren. Ooit stonden er meer dan duizend bollenschuren in de Duin- en Bollenstreek. Nu zijn er nog maar zo’n 400 over, waarvan de meeste niet meer agrarisch in gebruik zijn. Gelukkig krijgen steeds meer oude schuren een nieuwe bestemming, waardoor ze een tweede of zelfs derde leven krijgen. Op die manier wordt cultuurhistorisch erfgoed van onze streek behouden. In het boek staan ruim 25 voorbeelden van bollenschuren die een nieuwe functie hebben gekregen als woning of bedrijfsruimte, geïllustreerd met veel foto’s.

Het boek is samengesteld door Jos Warmenhoven, Peter Nijhof en Marca

Bultink. De winkelprijs bedraagt € 17,50.

Archeologisch vondsten uit 13e eeuw bij Grachtweg 37

In 2005 is voor de nieuwbouw aan Grachtweg 37 archeologisch onderzoek uitgevoerd. Een sloot, waarschijnlijk uit de 13e eeuw is gevonden.

NIEUWSBLAD Jaargang 6 nummer 1, januari 2007

Nieuwsflitsen

Grachtweg 37 In oktober 2005 is nieuwbouw aan de Grachtweg 37, in de oude dorpskern van Lisse, archeologisch begeleid. Bij de bodemingrepen zouden archeologische resten uit de Nieuwe Tijd (of eerder) aan het licht kunnen komen. Tijdens de begeleiding is een ronde, uit rode baksteen opgetrokken en overkoepelde waterput aangetroffen, waarschijnlijk te dateren in de 18de eeuw. Aan de kant van de Grachtweg, binnen de rooilijn van de bestaande bebouwing, is een slootvulling gevonden. Op grond van het hierin aangetroffen vondstmateriaal, waaronder een aantal fragmenten Siegburg- en proto-steengoed, dateert deze sloot waarschijnlijk uit de 13de eeuw. De sloot staat op de historische kaart ‘Het dorp van Lis’ van J.P. Dou uit 1625 niet (meer) aangegeven, waaruit is op te maken dat deze mogelijk al in de 16de eeuw in onbruik is geraakt. Uit het vondstmateriaal kan worden opgemaakt dat aan dit water één of enkele woonplaatsen uit de Late Middeleeuwen lagen (1100-1400 na Chr.), waarvan de archeologische resten mogelijk bij bodemontsluitingen in de nabije toekomst aan het licht kunnen komen. RAAP Archeologisch Adviesbureau, P. Deunhouwer.

Winkel Juliana op Kanaalstraat 44 kan worden gesloopt

Op de zaterdag nadat het besluit  van de voorzieningrechter van kracht was geworden is om 7.00 uur het pand deels gesloopt. De VOL heeft het bezwaarschrift ingetrokken.

NIEUWSBLAD Jaargang 6 nummer 1, januari 2007

Nieuwsflitsen

Uw vereniging en de voorzieningenrechter

Onmiddellijk nadat het college van B & W besloten had om het pand aan de Kanaalstraat 44 niet terug te plaatsen op de gemeentelijke monumentenlijst, heeft uw Vereniging daartegen een bezwaarschrift ingediend en tevens aan de rechtbank in Den Haag (met vele redenen omkleed) verzocht een voorlopige voorziening te treffen, zodat de Vereniging een procedure kon starten terwijl het pand bescherming tegen sloop zou behouden.

Ter terechtzitting voerde secretaris Hans Smulders nog aan dat het besluit van het college gebaseerd was op de angst voor een grote schadeclaim van de zijde van eigenaar F.Meijer. Maar de vraag was of die vrees terecht was, want de heer Meijer kocht het pand begin januari 2006, een tijdstip waarop al meer dan twee weken in het dorp een hernieuwde discussie gaande was over de monumentwaardigheid van het pand. ‘Nam de heer Meijer toen niet bewust het risico dat het pand zou worden teruggeplaatst op de monumentenlijst?’ zo vroeg Smulders de voorzieningenrechter.

Voorzieningenrechter en Kanaalstraat 44

Het verzoek van uw Vereniging aan de voorzieningenrechter in Den Haag, mr. E.R.Eggeraat, is op 12 oktober 2006 afgewezen. De rechter baseerde zich in zijn overwegingen op het feit dat het college op 4 november 2003 besloten had het pand van de gemeentelijke monumentenlijst te schrappen en dat er vervolgens aan de eigenaar een sloopvergunning is verstrekt en in een later stadium een bouwvergunning.

Aangezien er hiertegen geen bezwaren waren ingediend, zijn volgens de voorzieningenrechter zowel de sloopvergunning als de bouwvergunning rechtens onaantastbaar geworden.

De heer F.Meijer, eigenaar van zowel Kanaalstraat 44 als 46, mocht erop vertrouwen dat het onderhavige pand niet te elfder ure een beschermd monument zou worden. Het college mocht dus volgens de rechter aan de belangen van de heer Meijer een doorslaggevend gewicht toekennen en kon dus in alle redelijkheid besluiten het pand niet aan te wijzen als monument.

Bezwaarschrift en Kanaalstraat 44

Op de zaterdag nadat het besluit van de voorzieningenrechter van kracht was geworden en de bescherming van het pand tegen sloop daarmee automatisch was opgeheven, is om zeven uur ’s morgens het pand deels gesloopt. De omwonenden waren daarvan niet tevoren in kennis gesteld. Uw Vereniging heeft enkele dagen later wel het ingediende bezwaarschrift tegen het collegebesluit ingetrokken, omdat het weinig zin heeft nog te strijden voor het plaatsen op de monumentenlijst van een pand dat er niet meer is.

Kanaalstraat 44 en de zomereik.

Uw Vereniging heeft bij het college van B & W ook aandacht gevraagd voor de zomereik in de achtertuin van Kanaalstraat 44 omdat die voorkomt op de lijst van Monumentale Bomen 2005 en als gevolg daarvan bescherming geniet. Onze vraag wa’s of het colege zich ervan verzekerd had dat de boom de bouwactiviteiten ongeschonden zou doorkomen. Het college antwoordde dat zowel in de sloopvergunning als de bouwvergunning hierover het één en ander is opgenomen. Kopieën van de sloop- en bouwvergunning waren bijgevoegd.

Archeologie in Lisse

Archeologie in Lisse 1

Kort nadat er een begin was gemaakte met de sloop van Kanaalstraat 44 heeft uw Vereniging een brief geschreven aan het college van B & W met de vraag of er ter plekke wel archeologisch onderzoek verplicht was gesteld, zoals op andere bouwlocaties in het oude centrum van ons dorp. Het college antwoordde: In het bestemmingsplan Centrum 1986 is geen verplichting opgenomen ten aanzien van het uitvoeren van archeologische onderzoeken. Ook de wetgeving verplicht ons (nog) niet om een dergelijk onderzoek te eisen. (…)  Wij kunnen slechts aan de heer Meijer vragen of hij bereid is een bureau in te schakelen voor een archeologische begeleiding. Die brief is inderdaad geschreven.

Archeologie in Lisse 2

Uw Vereniging heeft hierna het college opnieuw geschreven en er op gewezen dat volgens de Monumentenwet 1988 een eigenaar/ ontwikkelaar zodra hij bij grondwerkzaamheden sporen van archeologische vondsten tegenkomt, verplicht is hiervan melding te maken aan het college van B & W. Dat college dient dan de Rijksdienst voor de Monumentenzorg in te lichten alsmede de provinciaal archeoloog. Uw vereniging verzocht het college in deze handhavend, dus actief ‘op te treden.

Archeologie in Lisse 3

In dezelfde brief wees uw Vereniging het college erop dat in 2007 het Verdrag van Malta in werking zal treden dat handelt over de archeologische monumentenzorg in Europa. Uw Vereniging verzocht het college in dit verband haast te maken met het aanpassen van het twintig jaar oude Bestemmingsplan Centrum 1986, omdat in de nabije toekomst vele gebieden in het centrum van ons dorp ‘op de schop’ gaan.

Archeologie en snoepgoed

De archeologische kroniek is een handig overzicht van archeologische onderzoeken en vondsten die worden gedaan door professionele en vrijwillige archeologen; ook deze aflevering staat weer vol snoepgoed. Voor insiders een onmisbaar document. Maar om de vele, vele miljoenen te verantwoorden die ‘de archeologie’ de B V-Nederland kost is meer nodig. Meer tentoonstellingen, artist’s impressions, films, theaterstukken, boeken, websites, romans, documentaires! Het is aan archeologisch Nederland om hun toko de komende jaren te verkopen aan het grote publiek. Te laten zien dat we in Nederland trots mogen zijn op onze oude cultuurhistorie.’

(Holland, Historisch Tijdschrift van de Historische Vereniging Holland, 38e Jaargang 2006 Special: Archeologische Kroniek)

Kanaalstraat 44 (links) naast Kanaalstraat 34 (rechts) met daartussenin de poort naar het Hofje van Six (Foto: HS)

Zilveren inktstel van de Arnoud

Het museum de Zwarte Tulp heeft een zilveren inktstel gekregen van Geert van Hardenbroek, een nazaat van de eigenaar van zandsteenfabriek Arnoud.

Nieuwsflitsen

NIEUWSBLAD Jaargang 5 nummer 4, oktober 2006

Op vrijdagmiddag 28 juli kwam Geert van Hardenbroek (baron Van Hardenbroek van Ammerstol), een kleinzoon van de stichter van de Kunstzandsteenfabriek Arnoud, thans Silka, naar het museum de Zwarte Tulp om een in 2004 gedane belofte in te lossen. Hij kwam een zilveren inktstel van zijn opa ten geschenke geven om het uit te stallen op het oude bureau in de directiekamers van de Arnoud in het museum. Evenals het portret dat al in de directiekamers hangt, kreeg opa dit inktstel cadeau bij het 25-jarig bestaan van de fabriek in 1929. Op het stel staat de inscriptie:

Kunstzandsteenfabriek Arnoud

1904 – 4 augustus 1929
De leden van de Raad van Beheer

Aan het gedelegeerd lid

Het onderstel is geheel van zilver, de twee inktpotten van kristal (‘Een voor de blauwe inkt en een voor de rode,’ zei Geert van Hardenbroek lachend) en voorts is er ook nog een inktvloeier bij.

Geert van Hardenbroek had dit stel aan het museum beloofd toen hij in oktober 2004 de directiekamer van zijn opa bezocht. Nu hij zich gereedmaakt om zich definitief in Frankrijk te vestigen, kwam het kleinood bij het opruimen van zijn inboedel weer tevoorschijn. ‘Het hoort hier in het museum,’ zo verklaarde hij eenvoudig. Geert van Hardenbroek raakte bij dit bezoek wel even geëmotioneerd toen een andere bezoeker tegen hem zei: ‘Oh, bent u ook zo geïnteresseerd in de directiekamer van Van Herwaarden?’

‘De directiekamer van de Arnoud zult u bedoelen!’ beet hij de bezoeker toe. Vervolgens maakte hij het personeel van het Museum duidelijk dat zijn opa de fabriek had gesticht en het kantoor liet voorzien van deze fraaie directiekamers, maar dat Van Herwaarden de fabriek enkele jaren na de oorlog in bezit kreeg.

Geert van Hardenbroek en het zilveren inkstel van zijn opa op diens bureau. Foto HS

Kanaalstraat 44 en de raad

De gemeenteraad besliste dat het pand van Kanaalstraat niet weer een gemeentelijk monument wordt.

nieuwsflitsen

NIEUWSBLAD Jaargang 5 nummer 4, oktober 2006

In de raadsvergadering van woensdag 20 september heeft het college van B & W aan de raad gevraagd wat men dacht van het collegevoorstel om het pand aan de Kanaalstraat 44 niet aan te wijzen als gemeentelijk monument. De fracties hadden dit heikele onderwerp goed voorbereid. En zo bleek dat de PvdA, het CDA en de VVD (samen 11 zetels), hoe spijtig ze het ook vonden, het collegevoorstel zouden steunen. Hun belangrijkste argument was dat een overheid betrouwbaar diende te zijn en zij vonden dat de Lissese onbetrouwbaar zou wezen als ze het pand weer als monument aanwees, waar dezelfde overheid (in een andere samenstelling) het pand in 2003 van de monumentenlijst had geschrapt. Nieuw Lisse en de SGP/Christen Unie (samen 5 zetels) wilden het pand op de monumentenlijst plaatsen en vervolgens de rechter laten beslissen over de juistheid daarvan en een eventuele schadeclaim van de eigenaar. D’66 (3 zetels) wilde het pand zonder voorwaarden op de monumentenlijst.

Kanaalstraat 44 en de claim

Het college van B & W had zich laten adviseren door het Haagse advocatenkantoor Houthoff Buruma. Dat wees er op dat de huidige eigenaren, zodra het pand wordt aangewezen als monument, met succes een schadeclaim zullen kunnen indienen. Men baseert dit oordeel op het feit dat

B & W in 2003 het pand van de monumentenlijst hebben gehaald en dat het nu opnieuw op die lijst plaatsen ‘in strijd is met het vertrouwensbeginsel terwijl de rechtmatigheid van een beleidswijziging dat beginsel in de weg kan staan.’ In andere woorden: de gemeente heeft na aanwijzing van het pand tot monument, geen poot om op te staan zodra de eigenaren een schadeclaim gaan indienen.

Kanaalstraat 44 en de VOL

U

w Vereniging Oud Lisse heeft bij verschillende gelegenheden gebruik gemaakt van het inpreekrecht en wel bij monde van voorzitter Wim Bosch. Die betoogde dat het hier niet alleen gaat om het pand Kanaalstraat 44, maar ook om het eeuwenoude Hofje van Six waarvan Kanaalstraat 44 altijd deel heeft uitgemaakt. ‘Als nieuwbouw op deze plek wordt toegestaan,’ zo zei hij, ‘wordt het historische centrum van ons dorp onherstelbaar verwoest.’ Blijkens een handtekeningenactie, zo voegde hij er aan toe, is een groot deel van de Lissenaren tegen afbraak en nieuwbouw. Voorts stipuleerde de voorzitter dat er nogal wat aan te merken valt op het juridische advies van het Haagse advocatenkantoor. Hij vroeg zich daarom af of de rechter een eventuele schadeclaim wel zal toekennen, wat kennelijk door het college van B & W wordt gevreesd. Hij noemde het halen van bakzeil vóórdat de rechter een uitspraak heeft gedaan, bijzonder slap. Hij raadde aan – gelet op het feit dat de Stichting Dorp, Stad en Land het pand Kanaalstraat 44 als zeer monumentwaardig heeft beoordeeld – het pand aan te wijzen als monument en dan de rechter maar zijn licht laten schijnen over de juistheid ervan én over een eventuele schadeclaim. ‘Als u verliest, kan altijd nog de handdoek in de ring gegooid worden,’ zo zei hij.

Kanaalstraat 44 en de bewoners

Bewoners van het Hofje van Six hebben zich gewend tot de Raad van State en de Commissaris van de Koningin in Zuid-Holland in een laatste poging de sloop van het pandje aan de Kanaalstraat 44 te voorkomen. ‘Door de sloop zou het karakter en de samenhang van het pand en het hofje dat er achter ligt, volledig verloren gaan en moeten we tevens vrezen voor de monumentwaardigheid van het Hofje,’ aldus de brief. Een van de bewoonsters, mevrouw Mien Dol, maakte in de raadszaal ook gebruik van het spreekrecht. Zij was kort en krachtig en bad: ‘Heer, wilt U

in ons midden zijn, ons een open hart geven en een helder verstand, zodat er wijze beslissingen genomen kunnen worden. Amen!

Kanaalstraat 44 en acties

Vereniging Oud Lisse is van plan om, als het college de meerderheid van de raad volgt en Kanaalstraat 44 niet verheft tot monument, 1.) daartegen een bezwaarschrift in te dienen en 2.) de voorzieningenrechter in Den Haag te verzoeken het besluit van het college nietig te verklaren.

Kanaalstraat 44 (links) naast Kanaalstraat 34 (rechts) met daartussenin de poort naar het Hofje van Six (Foto: HS)

Kanaalstraat 44 Juliana

Voor Kanaalstraat 44, sigarenwinkel Juliana, is een redengevende omschrijving gemaakt om de winkel op de gemeentelijke monumentenlijst te krijgen. De conclusie van deze omschrijving wordt gegeven.

NIEUWSBLAD Jaargang 5 nummer 3, juli 2006

Nieuwsflitsen

Nadat het college van B&W in januari 2006 had bekendgemaakt het voornemen te hebben het pand Kanaalstraat 44 wederom op de gemeentelijke monumentenlijst te plaatsen, gaf de gemeente de Stichting Dorp, Stad & Land opdracht een redengevende omschrijving te maken. Die verscheen in april. Uit de Samenvatting en Aanbeveling: ‘Uit historisch onderzoek blijkt dat het pand tot 1926 deel uitmaakte van het naastgelegen hofje van de diaconie van de Nederlands Hervormde Kerk, in de volksmond bekend als ‘het hofje van Six’. De dwarse huizen aan de straatzijde van zowel de Kanaalstraat 44 als van het naastgelegen hofje zijn tegelijkertijd gebouwd en vertonen veel overeenkomsten in architectuur.

Het pand Kanaalstraat 44 is een kenmerkend voorbeeld van een kleinschalig woon-winkelpand van rond de vorige eeuwwisseling, met een vroeg 20ste eeuwse aanpassing. Als winkelpand vervulde het een rol in de sociale

en economische geschiedenis van Lisse. In het interieur zijn in diverse ruimten karakteristieke interieurelementen aanwezig. Door de ligging in

de as van de Van der Veldstraat is het beeldbepalend karakter groter dan voor de Kanaalstraat alleen. Het beeldbepalend karakter van dergelijke historische gevels is ook het uitgangspunt in de gemeentelijke beleidsnota ‘Beeldkwaliteitplan ’t Vierkant en omgeving’. Door de overeenkomst in hoofdvorm is er sprake van een ensemble-werking met het naastgelegen hofje. Er zijn geen vergelijkbare panden in Lisse aanwezig. Daarom er er sprake van zeldzaamheidswaarde.

Geconcludeerd wordt dat Kanaalstraat 44 cultuurhistorische, monumentale en beeldbepalende waarde heeft en op grond van die waarde in aanmerking komt om aangewezen te worden als beschermd gemeentelijk monument. Deze waarde wordt versterkt door het naastgelegen hofje. Echter, ook zonder de aanwezigheid van het hofje heeft Kanaalstraat 44 voldoende kwaliteit om een plaats op de monumentenlijst te krijgen.’

Monumentencommissie (1)

In de vergadering van de Lissese Monumentencommissie van 2 mei 2006 werd het rapport over het pand Kanaalstraat 44 van de Stichting Dorp, Stad en Land, Bouwhistorische Verkenning Kanaalstraat 44,besproken. Dat heeft ertoe geleid dat de gemeenteraad is geadviseerd het pand wederom op de gemeentelijke monumentenlijst te zetten. Op aandringen van commissielid Hildebrand de Boer werd al tijdens de vergadering aan het college van B & W het advies meegegeven. Hij onderbouwde dit met de conclusies van het rapport. Aangezien de heer F. Meijer uit Lisse Kanaalstraat 44 in eigendom kreeg toen de juridische procedure (van het college van B & W om het pand wederom op de monumentenlijst te plaatsen) achter de rug was en bekend gemaakt, acht de commissie Meijers kansen op een eventuele (forse) schadevergoeding minimaal. (Het Witte Weekblad)

Kanaalstraat 44, ernaast het Hofje van Six.

Een bevallige en welvarende plaats

Het Lisse in 1811 tot 1870 wordt beschreven. De bevolking liep op van 1116 inwoners in 1811 tot 2099 in 1874.

Uit: Witkamp Aardrijkskundig Woordenboek'(18 maart 1877)

Jaargang 5 nummer 1, januari 2006

Nieuwsflitsen

Lisse, gem. in Z.-Holl., tusschen Hillegom, Noordwijkerhout, Voorhout en Sassenheim in Z.-Holl. en Haarlemmermeer in N.-Holl. Het grootste deel der gem. — die in het geheel 1591 bund. beslaat, — bestaat uit allu-visch zand (duingronden). Er zijn echter ook klei-gronden en laag veen. In 1811 had deze gem. 1116, in 1822 1187, in 1840 1544, in 1874 2099 inw. Bij de volkstelling voor 1870 was deze bevolking onderscheiden in 1309 R.-Kath., 498 N.-Herv., l W.-Herv., 115 Chr.-.Geref., 8 Ev.-Luth, 4 Doopsgez., l Rem., l N.-Isr. en l ongen. De voornaamste middelen van bestaan zijn landbouw, bloemkweekerij en warmoezerij (groentenkweke-rij), veeteelt en zuivelbereiding. De gem. bevat het d. Lisse, het geh. Veenenburg, verscheidene buitenverblijven, zooals: Keukenhof, Wassergeest, Wildlust, enz.

Het d. Lisse, aan den straatweg van Haarlem naar Leiden en ‘s-Gravenhage, bevatte in 1870 1262 inw. binnen de kom. Het is eene bevallige, welvarende plaats, met 2 kerken, een voor de R.-Kath. en een voor de Hev. Voor 1460 had Lisse slechts een kapel, doch bij een bul van den 8 Nov. van het genoemde jaar werd deze kapel tot eene parochiekerk verhe­ven. De oudst-bewaarde oorkonde, waarin men den naam Lisse vindt, is van 22 Februari 1259.

Erepenning 2005 voor Heereweg 172

Nieuwsflitsen

NIEUWSBLAD Jaargang 4 nummer 3, juli 2005

Kees Griekspoor en Erik Braspenning voor hun woning, Heereweg 172.

Kees Griekspoor en zijn partner Erik Braspenning (eigenaren en uitbaters van het Italiaanse restaurant La Fontana aan de Kanaalstraat) hebben van uw Vereniging Oud Lisse de erepenning 2005 gekregen voor de prachtige renovatie van hun pand aan de Heereweg 172. Weliswaar kon de heer Frits Treffers, bestuurslid bouwzaken van uw vereniging, de penning nog niet overhandigen, omdat de kunstenaars Frans en Truus van der Veld nog met het ontwerp bezig zijn, hij kon de heer Griekspoor en zijn partner wel in woorden eren: “Het van oorsprong uit de 18e eeuw daterende pand kreeg zijn huidige vorm rond 1850. Ondanks enkele aanpassingen achten wij dit complex van groot belang voor het oude straatbeeld en dient het als gemeentelijk monument gewaarmerkt te worden. Bij de restauratie heeft Griekspoor de historie van het pand zoveel mogelijk gerespecteerd en geschikt gemaakt voor bewoning. Veel details zijn intact gebleven. Zo is er nog altijd de bedstee. Het pand is vele generaties lang in het bezit geweest van bakker Vaneveld: aan de straatzijde de winkel en achter het huis in de schuur de bakkerij.” Een kleinzoon van de laatste bakker Vaneveld ontdekte op een rommelmarkt een schilderij waarop het pand was afgebeeld. Het was geschilderd door de heer Hordijk, amateurschilder en grootvader van moeders zijde.

Het pandje van bakker Vaneveld (links) op een op een rommel¬markt gevonden schilderij van grootvader Hordijk.

Tentoonstelling over de Bevrijding van Lisse

De fototentoonstelling ‘De bevrijding van Lisse’ die de Vereniging in de bibliotheek organiseerde, is een groot succes. Er was muziek uit de jaren veertig. Er waren 2 oorlogsvoertuigen naar Lisse gekomen. In de expositie werd het feit herdacht, dat zestig jaar geleden de bevrijding was. Ook werd een bevrijdingsfilm van Willem Tissing getoond.

NIEUWSBLAD Jaargang 4 nummer 3, juli 2005

Nieuwsflitsen

De fototentoonstelling ‘De Bevrijding van Lisse’, die uw Vereniging Oud Lisse begin mei organiseerde in de Openbare Bibliotheek, is een groot succes geworden. Vele tientallen mensen keken elke dag hun ogen uit en gingen in gedachten nostalgisch terug in de tijd. Het begin was al specta­culair. De bekende band ‘The Band of Liberation’ uit Leiden gaf een spet­terende muziekshow van bekende stukken uit de jaren veertig, na twee toegiften eindigend met de Vera Lynn-hit We meet again. Van de organisa­tie Keep Them Rolling, die WOII-oorlogsvoertuigen rijdend houdt, was Johan van Rijn uit Noordwijk met twee wagens naar Lisse gekomen voor een kleine parade. In de bibliotheek opende hierna de bekende CDA-poli­tica Riet van Graven-Schrama, die in Lisse geboren en getogen is, de expositie, waarmee herdacht werd dat we zestig jaar geleden werden bevrijd van de Duitse bezetting.

Spanning en angst

Riet van Graven

Riet van Graven-Schrama, die in het begin van de oorlog werd geboren, zei in haar toespraak dat ze het had aangedurfd de officiële opening van de expositie te verrichten, omdat haar man, Herman van Graven, haar en later hun kinderen altijd heel indringend over de oorlog heeft weten te vertellen. ‘Herman beleefde de oorlogsjaren tussen zijn tiende en vijftiende jaar en op de boerderij aan de Loosterweg, waar hij opgroeide, heeft hij heel bewust de spanningen en angst die de tweede Wereldoorlog met zich meebracht, gevoeld. Net als bij ons thuis is er, levend op een boerderij, geen honger geleden. Wel was er de niet ophoudende stroom van mensen die wel gebrek aan voedsel hadden. Er was gebrek aan de meest eenvoudige zaken die bepalend zijn voor de kwaliteit van leven. Er waren onderduikers, de school was gevorderd door de Duitsers. Dichtbij, in het Keukenhofbos, stond de V l-installatie, een doelwit voor bommenwerpers net als de spoorbaan achter de boerderij. Alles werd voorgeschreven en gecontro­leerd. Alles moest gebeuren volgens de voorschriften door de bezetter opgesteld. Kortom je was niet vrij.’

Feest van herkenning

Dat het thema bevrijding door de Vereniging Oud Lisse 60 jaar na dato duidelijk in beeld gebracht wordt, is voor menige Lisser een feest van herkenning. Nog belangrijker is het de jonge men­sen van nu op deze manier wéér duide­lijk te maken: die vijf oorlogsjaren waren zo gruwelijk, laat zoiets verschrikkelijks nooit weer gebeuren! Kijkend naar de foto’s zal hopelijk het besef doordringen wat de betekenis is van “vrij zijn'”.

Hierna opende mevrouw Van Graven- Schrama de expositie door een cd te starten waarop een unieke film stond van de bevrijdingsfeesten in Lisse in mei 1945. Een document dat na afloop hartelijk applaus kreeg!

Unieke film

De bevrijdingsfilm is indertijd gemaakt door Willem Tissing, die een meubelzaak had in Lisse. Hij woonde in de Veldhorststraat. In de loop der tijd is de film op video gezet. Ben Ragas uit Lisse stelde zijn videoband ter beschikking en dankzij Johan van Stijn van het B&O Audiocenter in de Kanaalstraat werd de film van fraaie achtergrondmuziek voorzien, gedigitaliseerd en op cd gezet. Johan van Stijn stelde een groot breedbeeld televisie­apparaat ter beschikking met een dvd-speler, zodat de film naar wens kon worden afgespeeld.

Verzetsheld

De tentoonstelling bestond uit drie delen. Het foto-album van Cor van Woerden dat in zijn geheel digitaal was opgenomen en op A3-formaat was afgedrukt door Multicopy in Sassenheim. Cor van Woerden maakte in de oorlogsjaren deel uit van de KnokPloeg van Lisse onder leiding van veerarts Jan Kraak en kreeg daarvoor het Verzetsherdenkingskruis. Het tweede deel bestond uit foto’s die Lissenaren ter beschikking hadden gesteld uit hun eigen album of uit dat van hun ouders en/of grootouders. Die kiekjes waren gescand en vervolgens op A4-formaat afge­drukt. Het derde deel van de expositie bestond uit modellen van geallieerde vliegtuigen die de bevrijding mogelijk maakten, te leen gegeven door de Stichting Crash, vliegtuig- en oorlogsmu­seum in Lisserbroek.

Reacties op expositie

Bezoekers van de expositie konden in een dik schrift hun op- en aanmer­kingen opschrijven. Een selectie:

* Heel interessant. Te kort tijd om alles te zien. Veel herinneringen. Mevr. v. d. Veek

* Vonden het geweldig interessant. Fam. B.C.v.d. Wetering

* Heel herkenbaar nog voor ons, we hebben met veel belangstelling geke­ken. A. en L van Leeuwen.

* Genoten van de tentoonstelling. Kees van Rooden, Hillegom

* Ik vind het geweldig interessant. Mevr. De Groot

* Een mooie fotoreportage. Een opmerking heb ik wel. Waarom moet nou die ene mevrouw zo goed in beeld (betreft moffenmeiden), terwijl er toch heel wat waren! Naam onleesbaar.

* Komt allemaal weer wat naar boven, vooral vandaag 4 mei 2005. T. Beelen

* Het blijft altijd weer spannend en emotioneel de foto’s over de oorlogs­tijd te zien. Hartelijk dank voor al de moeite. Ria Beelen

* Geweldig dat zoveel mooi materiaal bewaard gebleven is en met liefde is tentoongesteld. Ik ben zeer onder de indruk van alle foto’s en verhalen, besefte meer hoe mensen gevochten hebben voor onze vrijheid. Toontje van ’t Pad Bosch-de Bekker

* Wat een mooie weergave van de bevrijding van Lisse. Vooral de foto’s uit de diverse fotoalbums zijn een leuke aanvulling. Mijn complimenten. Bart Smulders, De Zilk

* Een mooie weergave van oorlog en bevrijding. Om nooit te vergeten. A. den Hoed, Stichting Oud Hillegom

* Interessant, zelfs voor een geboren en getogen Haarlemmer! J.Dijkkamp, Crash

* Interessante expositie. Geweldig dat er nog zoveel materiaal is. Leren niet te vergeten en niet vergeten te leren! Lydia Lücke, Crash

* De bevrijding zeer goed in beeld gebracht. H.Rebel, Crash Luchtoorlog-en Verzetsmuseum, Lisserbroek

Situatie op de hoek van de Broekweg en de Kanaalstraat na het bombardement

 

Laboratorium voor Bloembollenonderzoek geen provinciaal monument

Gedeputeerde staten van ZH hebben het verzoek van VOL om het Laboratorium voor Bloembollenonderzoek aan te wijzen als Provinciaal monument, afgewezen. Het bezwaarschrift van de VOL tegen de sloop is ook afgewezen. Ook Het bezwaar van het Cuypersgenootschap is afgewezen.

NIEUWSFLITSEN

NIEUWSBLAD Jaargang 4 nummer 1, januari 2005

Bollenlab geen provinciaal monument

Per brief van 23 september 2004 heeft Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland via secretaris G. Maas Geesteranus aan de Vereniging Oud Lisselaten weten, dat het verzoek om het gebouw van het voormaligeLab oratorium voor Bloembollenonderzoek aan de Vennestraat in Lisse aan te wijzen als provinciaal monument is afgewezen.
GS schrijven dat ze het verzoek hebben voorgelegd aan de Provinciale Monumenten Commissie en die adviseerde negatief.Tevens hebben ze de zienswijzen opgevraagd van de eigenaar van hetp and, Wageningen UR, en  van de gemeente Lisse. Wageningen UR rea­geerde niet. De gemeente Lisse liet weten het pand wel van lokaal, maar niet van regionaal belang te achten en pleitte voor sloop ‘omdat de ; bedrijfs- en streekbelangen zo zwaarwegend in het geding zijn.’
GS voegen hieraan toe dat haar beschermingsbeleid beperkt is tot deinstandhouding van de huidige provinciale monumenten en dat het beleid gericht is op monumenten van provinciaal belang. Men acht het pand  niet van belang als onderdeel van een historisch-ruimtelijk waardevol samen­ hangend stedebouwkundig en/of landschappelijk gebied. Het architectuur­ historische belang voor de regio is sterk verminderd door niet-oorspronkelijke aanbouw. Wel achten GS het pand van cultuurhistorische waardevoor de regio als herinnering aan het wetenschappelijk bloembollenonderzoek.

De slotconclusie:

Het pand kan bij gebrek aan voldoende waarden niet beschouwd worden als van regionaal/provinciaal belang.

Gemeente wijst bezwaarschrift af

De Gemeente Lisse heeft uw Vereniging Oud Lisse schriftelijk (brief van 14 oktober 2004) laten weten dat het Bezwaarschift dat de VOL had inge­diend tegen het verlenen van een vergunning tot sloop van het Laboratorium voor Bloembollenonderzoek is afgewezen. De VOL had onder meer aangevoerd dat naar het oordeel van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg bescherming van het pand op gemeentelijk niveau gerechtvaardigd was en dat de gemeente Lisse haar verantwoordelijkheid diende te nemen door het pand te behouden en weer op de gemeentelijke monumentenlijst te plaatsen. De gemeente stelt in de brief onder meer dat de Rijksdienst voor de Monumentenzorg geen aanleiding zag het gebouw de status te geven van rijksmonument en dat de provincie geen reden zag het gebouw de status te geven van provinciaal monument. Bescherming op rijks- noch op provinciaal niveau is gerechtvaardigd gebleken en slechts in dat kader is de aan de orde zijnde monumentensloopvergunning beno­digd. (…) De discussie op gemeentelijk niveau is gevoerd en ten einde. De VOL heeft nog wel bezwaar gemaakt tegen het besluit om het laborato­rium van de gemeentelijke monumentenlijst af te voeren, maar dat bezwaar is ongegrond verklaard. De gemeente wijst er tenslotte op dat ze haar belofte om waardevolle onderdelen ter beschikking te stellen aan de Universiteit van Wageningen, gestand zal doen.

Cuypersgenootschap wil lab behouden

Het Cuypersgenootschap, een vereniging tot behoud van negentiende en twintigste-eeuws cultuurgoed in Nederland en gevestigd in Boskoop, heeft bezwaar aangetekend tegen het besluit van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg om het Laboratorium voor Bloembollenonderzoek niet de status te geven van rijksmonument.

Het bestuur van het Cuypersgenootschap is van mening dat onzorgvuldig tot een afwijzend besluit is gekomen. Met name is niet ingegaan op het positieve advies van de Raad voor Cultuur en is niet aangegeven waarom is afgeweken van het positieve advies van de Raad. Verder is niet ingegaan op de cultuurhistorische en typologische waarde van het pand op nationaal niveau waarbij is gebouwd als “onderdeel op afstand” van de Landbouw Hogeschool te Wageningen ten behoeve van onderzoek naar plantenvirussen voor het herstel van de bloembollenhandel met de Verenigde Staten. De bloembollenhandel van Nederland was destijds georiënteerd in de Bollenstreek. De oude bollenschuren en het bollenlaboratorium vormen een onderdeel van de oude bloembollencultuur welke niveau zich verder uitstrekt van lokaal naar nationaal niveau. Het Cuypersgenootschap is van mening dat het complex bescherming op rijksniveau verdient en verzoekt het besluit   inzake de afwijzing van de aanvraag tot aanwijzing van beschermd monument te herzien.

Het oude pand van het Bloembollenlaboratorium werd in 1922-1928 gebouwd door Rijksbouwmeester J.C.Blauw in de bouwstijl van de Amsterdamse School.