Beleidsplan van de VOL

De Cultuur-Historische Vereniging “Oud Lisse” is opgericht in 1991 uit verontwaardiging over de plotselinge sloop van een aantal oude, beeldbepalende villa’s in het noorden van het dorp.

De Vereniging streeft naar behoud van monumentale en beeldbepalende objecten. De Werkgroepen Bouwkunde en Ruimtelijke ordening onderhouden hiertoe contact met het gemeentebestuur. Tevens is een van de adviseurs van de Vereniging, mede namens de andere culturele organisaties lid van de gemeentelijke Monumentencommissie.

Op 29 maart 2016 werden, na 25 jaar, de statuten van de Cultuur-Historische Vereniging “Oud Lisse” aangepast. De statuten zijn openbaar en kunnen worden ingezien op de inloopochtenden of worden opgevraagd bij het secretariaat.

De Vereniging doet onderzoek naar de geschiedenis van Lisse en haar inwoners. Daartoe is de Werkgroep genealogie opgestart. Ieder kwartaal verschijnt in het Nieuwsblad een voorbeeld van een dergelijk onderzoek, een zogenaamd “Lisser kwartiertje”. Zo mogelijk aangevuld met leven beschrijving(en) van de personen die genoemd worden in het Lisser kwartiertje.

De Vereniging houdt iedere eerste dinsdag van de maand een open inloopochtend. Daarnaast worden er regelmatig op dinsdagavond lezingen gepland.

 

Terug

Cursus archiefviewer

Sinds kort heeft VOL de beschikking over de Archiefviewer van het Kadaster. Met de Kadaster archiefviewer kan online onderzoek gedaan worden in de openbare registers van het Kadaster. Leden van VOL gaan op cursus.

Bert Kölker overleden

Bert Kölker is overleden. Hij heeft veel voor de VOL gedaan. Hij schreef het boek over ‘Grenspalen in Lisse’ en  ‘Kroniek van de Lisser Timmerman en Molenmaker Cornelis van der Zaal’. Hij is 87 jaar geworden.

Nieuwsblad Jaargang 17 nummer 1 Winter 2018

Nieuwsflitsen

Op 11 februari ontvingen wij van de verantwoordelijk verpleegkundige Miranda Focke uit het verpleeghuis Van Wijckerslooth in Oegstgeest waar dr. A. J. Kölker (roepnaam Bert) verzorgd werd, het trieste bericht dat Bert daar op 20 januari 2018 was overleden. Bert was 87 jaar en is overleden op zijn kamer en gecremeerd zonder dat zijn nabestaanden of vrienden erbij mochten zijn. De familieleden die hij nog had zijn op leeftijd en zagen nl. af van de nalatenschap. Zijn vele boeken en prenten en andere dingen zijn door het verpleeghuis Van Wijckerslooth overgedragen aan VOL omdat men vond dat ze daar goed terecht komen. Bert is in 2015 vanuit Lisse (Jan Steenstraat 41) verhuisd naar het verpleeghuis Marienhaven te Warmond vanwege zijn Alzheimer ziekte en heeft onze Ver. Oud Lisse al voor en tijdens zijn verhuizing vele boeken uit zijn archief geschonken. Hij is begin 2017 door zijn ernstig wordende dementie, verhuisd naar een gesloten afdeling in het verpleeghuis Van Wijckerslooth in Oegstgeest. Bert heeft na zijn pensioen als provinciaal archivaris van de provincie Noord Holland veel onderzocht voor “Oud Lisse”. De resultaten hiervan zijn o.a.  in twee boeken uitgegeven: in 2010 verscheen het boekje “Grenspalen te Lisse” en daarop aansluitend in 2013 het boek “Kroniek van de Lisser Timmerman en Molenmaker Cornelis van der Zaal (1762-1839)”. Ook heeft Bert heel veel vrijwilligerswerk gedaan voor het Westfries Genootschap. Voor dit vele vrijwilligerswerk werd hij geridderd in de Orde van Oranje Nassau. De Ver. Oud Lisse heeft hem voor zijn vele vrijwilligerswerk Erelid van onze vereniging gemaakt op 10 februari 2016 in Mariënhaven te Warmond en hem toen een ereoorkonde en een erespeld van Vereniging Oud Lisse verstrekt. Wij zullen ons hem altijd blijven herinneren als een vriendelijke, beschaafde en bijzonder aardige man.

Zwarte Tulp Prijs voor Havendwarsstraat 4

De Zwarte Tulp Prijs was voor ons verenigingsgebouw De Vergulde Zwaan vanwege het onderhoud en herbestemming.

Nieuwsflitsen

Nieuwsblad Jaargang 17 nummer 1 Winter 2018

Onder grote belangstelling werd op vrijdag 8 december voor de vijftiende keer de Zwarte Tulp Prijs uitgereikt door het Cultuur Historisch Genootschap (CHG). Deze is bestemd voor instanties en particulieren die zich hebben ingezet voor het behoud van een historische bollenschuur. De prijs ging voor 2017 naar Lisse Centrum Beheer BV van Joop en Corrie Zwetsloot voor het behoud en herbestemming van de bollenschuur aan de 1e Havendwarsstraat 4, beter bekend als “De Vergulde Zwaan”. Dit is wel bijzonder want, het CultuurHistorisch Genootschap Duin- en Bollenstreek (CHG), organisator van de Zwarte Tulp Prijs, heeft namelijk zelf een eigen onderkomen in deze voormalige bollenschuur ”De Vergulde Zwaan”.

Adri de Roon overhandigt de Zwarte Tulp Prijs 2017 aan Corrie en Joop Zwetsloot voor het behoud van “De Vergulde Zwaan”

Deze bollenschuur uit 1923 heeft gediend voor verschillende bloembollenbedrijven en is daarna door Hobaho gebruikt voor haar drukkerij en kantoor. Sinds 2007 stellen de eigenaren van het gebouw, Joop en Harry Zwetsloot, na Harry’s overlijden vertegenwoordigd door zijn weduwe Corrie het pand beschikbaar aan verschillende lokale en regionale organisaties als Vereniging ‘Oud Lisse’, de Harddraverij vereniging, Vereniging EHBO Lisse, het CHG en nog wat activiteiten van andere belanghebbenden. “Het is daarmee met recht een multifunctioneel centrum geworden en heeft niet alleen een tweede, maar ook een derde leven gekregen”, aldus de voorzitter van het CHG Piet Goemans. Wethouder De Roon stipte nog even het bijzondere feit aan dat de prijsuitreiking van de regionale verkiezing voor de derde keer in Lisse plaatsvond. Tevens roemde hij de speciale herbestemming van het pand dat ooit ‘gewoon’ een bollenschuur was, maar nu beschikbaar is voor veel organisaties. “Hiervoor kan niet genoeg waardering worden uitgesproken”, aldus de wethouder.

Webmaster Nico Valstar. Een maatschappelijk bevlogen mens

Een memoriam over zijn leven wordt weergegeven.

Nieuwsbrief

Nieuwsblad Jaargang 16 nummer 4 Herfst 2017

Op 30 september overleed Nico Valstar. Hij verzorgde tot halverwege dit jaar onze website. Aan een half woord had hij genoeg om uitvoering te geven aan wensen en aanpassingen voor de site en kwam ook zelf met suggesties. Begin ’93 waren er wereldwijd pas 50 websites. Daarna ging het snel. We kunnen ons nu al niet meer voorstellen hoe het was om geen informatie via sites te kunnen bemachtigen. In oktober 2003 stond in ons Nieuwsblad een Nieuwsflits met als onderwerp “Wie maakt de website”. Die maker werd snel gevonden. Nico Valstar natuurlijk. Valstar had zich vanaf de begintijd al geworpen op de techniek van het maken van sites. Al die handige tools, content management systems, die er nu zijn om een site te maken moesten toen nog ontwikkeld worden. Het was werken bij de bron. Hij had inmiddels al de nodige ervaring met sites maken en bijhouden opgedaan, dus om met de suggesties van bestuurslid Hans Smulders een site te maken was een leuke uitdaging. Meerdere maatschappelijke en culturele organisaties hadden hem al weten te vinden voor zo’n klus. Voor Museum de Zwarte Tulp zette hij bijvoorbeeld in 2001 een site op, voor het Gehandicaptenplatform was dat al in 2000. Dan waren er ook al snel de sites voor de bollenschuren en Stichting Welzijn Ouderen Lisse en er zal nog wel meer geweest zijn. Nico Valstar was sinds de oprichting in 1992 secretaris van wat officieel heet Platform Gehandicapten Beleid Lisse. In de negentiger jaren werden in diverse gemeentes vrijwilligersorganisaties opgericht die zich bezighielden met gelijke kansen voor gehandicapten. Dit hield verband met de resolutie van de Verenigde Naties “STANDAARDREGELS BETREFFENDE HET BIEDEN VAN GELIJKE KANSEN VOOR GEHANDICAPTEN” die in maart 1994 werd ingediend. Mensen met een beperking komen veel obstakels tegen in hun dagelijks leven om volwaardig als ieder mens mee te kunnen doen in de samenleving. Zo zijn openbare gebouwen, winkels en restaurants niet altijd even goed bereikbaar en toegankelijk. Reizen per openbaar vervoer, onderwijs volgen, sporten en zelfstandig wonen is niet altijd voor iedereen met een beperking even makkelijk en soms zelfs onmogelijk. Nico Valstar werd via het platform een waar pleitbezorger in Lisse voor deze zaak. Hij kwam ook in het bestuur van de Stichting Welzijn Ouderen Lisse (SWOL, nu Welzijnskompas Hillegom-Lisse) en de Seniorenraad. Deze organisaties konden de knelpunten, waar mensen met een beperking tegenaan lopen, bespreken in hun regelmatig overleg met de gemeente Lisse. Ook van de mogelijkheden om ongevraagd advies te geven werd ruim gebruik gemaakt. Begin 2007 werd de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) van kracht. Burgers moeten mee kunnen doen en wanneer dat niet op eigen kracht lukt moet er ondersteuning geboden worden via de gemeente. Zaken waar Nico Valstar zich al tijden mee bezig hield, dus was het logisch dat hij zitting nam in de Wmo-adviesraad en wel als secretaris. Deze Wmo-wet had voor gemeentes nogal wat consequenties en zorgde ook voor de nodige beroering voor mensen die met de gevolgen van deze wet te maken hadden. Door zijn jarenlange ervaring had Valstar heel veel kennis opgebouwd. Wanneer er een probleem was en iets moest voorgelegd worden bij de rechtbank dan ging hij vaak mee. Zijn kennis van jurisprudentie op dit gebied was enorm en bleek vaak van groot nut te zijn. Lisse doet het niet slecht op het gebied van de Wmo-uitvoering. En dat is zeker ook toe te schrijven aan maatschappelijk bevlogen mensen als Nico Valstar. Vereniging Oud Lisse is Valstar dankbaar voor de hulp aan onze website, maar het belang van zijn vrijwillige en onvermoeibare inzet voor mensen die het wat minder gaat is van een heel andere orde en daar mag heel Lisse hem dankbaar voor zijn. ■

Groei naar VOLwaardige Historische Vereniging

Wim Bosch is vanaf het begin tot 1999 bestuurslid. Van 2004 tot 2014 was Wim voorzitter. Hij blikt terug over deze periodes.

Wim Bosch

Nieuwsblad Jaargang 16 nummer 1 winter 2017

Vanaf de oprichting van de Vereniging Oud Lisse in 1991 ben ik lid van het bestuur geweest tot 1999. In die beginperiode waren we vooral met bedreigde panden bezig. Aan het einde van mijn 2e bestuursperiode nam ik als voorzitter afscheid van een complete historische vereniging

In 999 moest ik vanwege een drukke periode bij Shell en een lichte hartaanval mijn bestuurslidmaatschap opgeven. De eerste jaren hadden we het zeer druk met het behoud van het station en met protesten tegen de sloop van andere panden. In 2004, toen Ton Rouwhorst als voorzitter aftrad en ik bij Shell officieel met pensioen ging werd ik door hem gepolst of ik hem wilde opvolgen. Omdat de drukte van mijn baan achter de rug was heb ik hiermee volmondig ingestemd. Dat wil niet zeggen dat ik het minder druk kreeg. Ik kreeg met heel veel juridische procedures te doen om de sloop van monumentwaardige panden te voorkomen en werd naast voorzitter van de Vereniging ook lid van de Monumentencommissie. Na afloop van mijn 2 bestuurstermijnen van 2x 5 jaar hadden we in 2014 moeite met het vinden van nieuwe bestuursleden, maar gelukkig kon in 2015 weer een nieuw bestuur aantreden en trad Eric Prince aan als mijn opvolger. Enkele highlights uit mijn actieve bestuursperiode zal ik hieronder aangeven.

Aanwijzing van Monumenten

De Vereniging is vanaf 2003 via de Monumentencommissie, waarvan ik lid was, zeer actief betrokken geweest bij de registratie en selectie van Monumenten door Dorp, Stad en Land (DSL). De aanwijzingsprocedure van Gemeentelijke monumenten is in 2007 gestart. De registratie en selectie van Monumenten door DSL resulteerde in 2010 in de aanwijzing door de Gemeente Lisse van 93 gemeentelijke monumenten en 35 rijksmonumenten. Helaas werd om politieke redenen aan sommige monumentwaardige panden niet de monumentstatus toegekend (o.a. Villa Wildlust, Heereweg 191 en de Oude Openbare Lagere
School). De beschrijving van de monumenten en foto’s zijn te zien op de website van Vereniging “Oud Lisse”.

De Vergulde Zwaan geopend

Op 10 maart 2007 werd in de 1e Havendwarsstraat nr. 4 in Lisse het ‘Centrum voor Cultuurhistorie Duin- en Bollenstreek’ officieel in gebruik gesteld voor het Cultuur Historisch Genootschap Bollenstreek (CHG) en de Vereniging Oud Lisse. Jos Wienen, burgemeester

Vlak na de onthulling van de Vergulde Zwaan aan de gevel, van links naar rechts Joop Zwetsloot van LCB en de HollandRijnland bestuursleden, Jos Wienen, Burgemeester van Katwijk en Adri de Roon, Wethouder van de Gemeente Lisse.

van Katwijk en Adri de Roon wethouder voor o.a. Cultuur in Lisse, die in het dagelijks bestuur van de Regio Holland Rijnland de portefeuilles van respectievelijk Ruimte en Cultuur beheerden openden het centrum. Zij onthulden buiten aan de gevel een beeld van een goudkleurige zwaan van de Lissese beeldhouwer Frans van der Veld.

Servicepunt

In dit voormalige HOBAHO kantoorgebouw (drukkerij) is sinds 2007 ons servicepunt de Vergulde Zwaan gevestigd. Zwanen sierden eerder de gevel van de Hobaho veilinghal. Joop Zwetsloot van Lisse Centrum Beheer heeft het pand ter beschikking gesteld als vergader-,
werk- en documentatie ruimte aan Lissese erfgoedorganisaties, waaronder Vereniging Oud Lisse. Samen met het CHG mochten we van onze mecenas Joop Zwetsloot het pand zonder huurkosten gebruiken (alleen energie kosten ).


Opening Servicepunt
Voorheen bollenschuur, later drukkerij van de HOBAHO en nu Centrum voor Cultuurhistorie Duin- en Bollenstreek.

Voor Vereniging Oud Lisse mocht ik op 19-062007 het Servicepunt van onze vereniging openen tijdens onze eerste inloopavond in het gebouw “ De Vergulde Zwaan”. Dit gebeurde in aanwezigheid van een groot aantal geïnteresseerde leden en andere belangstellenden. Onze vereniging had heel lang uitgezien naar een vast honk en was uitermate gelukkig met deze locatie. Wij gingen hier dankbaar gebruik van maken door het Servicepunt tijdens onze inloopavonden en -ochtenden open te stellen voor al onze leden en belangstellenden. Ook als archiefruimte en vergaderlocatie voor onze werkgroepen en het bestuur was het een uitkomst.

Inloop

Chris Balkenende ging de inloopavonden en -ochtenden coördineren. We kunnen zeggen dat dit al vanaf de start zeer succesvol verliep. Ook bood hij de vereniging mede namens oud aannemer Carl Daudey, een authentieke trapleuning aan van het voormalige gemeentehuis van Lisse die Carl, na de sloop in 1981, nog had weten te bewaren. Deze leuning werd in het Servicepunt vast opgesteld, omgeven door oude foto’s van het voormalige gemeentehuis. Er werden tijdens de eerste inloopavond veel boeken en prenten door leden meegenomen en ter inzage gelegd. Via de beamer werd een groot aantal unieke oude kaarten en ansichtkaarten van de Vereniging Oud Lisse getoond. Ook de tweede inloopochtend op 3 juli verliep zeer goed met 20 aanwezigen. Een traditie was geboren.

Subsidie

Subsidieaanvraag afgewezen, maar alsnog door de Raad toegekend! Onze Vereniging had t.b.v. de inrichting van ons Servicepunt €9000 subsidie aangevraagd voor o.a. aanschaf van wissellijsten voor exposities, een scanner t.b.v. digitalisering gemeentearchief, een laptop PC en archiefkasten. Helaas was het college van oordeel dat onze subsidieaanvraag afgewezen moest worden omdat het niet zou passen in het cultuurbeleid. Na intensief lobbyen heeft de toenmalige raad in haar vergadering een motie aangenomen om de Vereniging toch van de gevraagde subsidie te voorzien!

Werkgroepen

Doordat we de beschikking kregen over het servicepunt ontstond de mogelijkheid om de vereniging om te vormen tot een historische vereniging met een bredere opzet. Dit proces werd, met vallen en opstaan, ingezet. Diverse werkgroepen ontstonden en ontplooiden hun eigen activiteiten. De werkgroep genealogie is een zeer actieve groep en onderzoekt de historie van Lissers. Heel regelmatig worden resultaten van dit onderzoek gepubliceerd in ons Nieuwsblad. Het Lisser Kwartiertje, veelal met een bijbehorend verhaal, is daar een voorbeeld van.

Lezingen

Sinds de opening van de inloop worden in de inloop regelmatig, ca. 4-6 keer per jaar, cultuurhistorische lezingen georganiseerd die veelal goed bezocht worden. Ook verzorgen de leden van “Oud Lisse” zelf lezingen. Zoals Bert Kölker in 2012 een lezing hield over zijn “Kroniek van de Lisser Timmerman en Molenmaker, Cornelis van der Zaal 1762-1839” en Frits Treffers in 2013 een verhaal hield over zijn villa “Somalo” tijdens de tentoonstelling “Een rijk verleden” over de bollenvilla’s in de streek.

Fotomateriaal

Vanaf de opening van het servicecentrum werd er fotomateriaal en ander historische documentatie aan de vereniging geschonken. Theo van der Meij en Maarten Rueb begonnen met het vastleggen en beschrijven van het fotomateriaal. Later kwam de vraag van de gemeente om mee te werken met de ontsluiting van het gemeentelijk fotoarchief. Het ontsluiten en beschrijven van dit materaal is een blijvende uitdaging voor de leden. Deen Boogerd en Ted Freriks houden daarom goed contact met de mensen van het gemeente archief, waarmee nauw wordt samengewerkt.

Uitdragen van kennis

Het Nieuwsblad is sinds 2002 het middel om bekendheid te geven aan zaken waar Oud Lisse zich mee bezig houdt. Daarnaast zijn er ook de specifieke projecten die leiden tot het uitgeven van boeken. Dat deed “Oud Lisse” al met het uitgeven van de boeken “Registratie van Waardevolle Panden in Lisse “uit 1995 en “Bomen van Lisse” in 2000. In mijn 2e bestuursperiode volgden de hierna beschreven boeken.

Grenspalen te Lisse, uit 2010

Omdat veel historische grenspalen in Lisse zijn verdwenen kwam de Vereniging Oud Lisse in 2006 tot de conclusie dat een beschrijving en mogelijke bescherming van de overgebleven grenspalen in Lisse hoog nodig was. De Vereniging was bijzonder verheugd dat dr. Bert Kölker, voormalig provinciaal archiefinspecteur van Noord Holland, deze taak op zich wilde nemen. Ik mocht hand-en spandiensten verrichten als het maken van foto’s van de grenspalen. In 2007 werd besloten om de palen aan te wijzen als gemeentelijk monument. Het geeft veel voldoening wanneer er naar aanleiding van het VOL-onderzoek weer een verloren gewaande grenspaal opduikt die, na een opknapbeurt, weer herplaatst kan worden. In 2010 werd het door de Vereniging uitgegeven grenspalenboek voltooid.

Kroniek van de Lisser Timmerman en Molenmaker

Cornelis van der Zaal (17621839), was lid van een zeer bekende molenmakers familie die aan het Vierkant woonde. Op de locatie van zijn voormalige werkplaats is nu Museum de Zwarte Tulp gevestigd. Hij maakte aan het einde van zijn leven een compleet overzicht (kroniek) voor zijn zoon van de door hem verrichte werkzaamheden aan alle (ca 22!) door hem gebouwde en/of onderhouden molens in Lisse, Hillegom, Sassenheim, Noordwijkerhout en Voorhout. Om de uitgave op te pakken heeft Vereniging Oud Lisse in januari 2007 het zeer actieve lid Dr. Bert Kölker benaderd. In september 2007 startte de heer Kölker dit project, waarbij hij assistentie kreeg van een aantal andere vrijwilligers. Na een deskundige transcriptie en aanvullend archiefonderzoek is het uit te geven boek in november 2011 voltooid.

Serie Wandel- en Fietsroutes
  1. In 2010 is de Vereniging Oud Lisse begonnen met de uitgave van de serie en wel met de uitgave van het boek Wandel- en Fietsroutes langs Monumenten in Lisse n.a.v. de aanwijzing door de Gemeente Lisse van 93 Gemeentelijke en 35 Rijksmonumenten.
  2. Het volgende project, in 2014, was de uitgave van het boek Wandel- en Fietsroutes langs monumentale en bijzondere bomen in Lisse. Hiermee wordt terecht de aandacht gevestigd op de vele prachtige bomen die Lisse nog heeft, juist toen de Gemeente Lisse zich wilde inzetten om een bomenbeleidsplan en groenbeheersplan te ontwikkelen.
  3. Tenslotte in 2016, en daar was ik als redactielid opnieuw nauw bij betrokken, heeft de Vereniging het boek Wandel- en Fietsroutes langs Bruggen in Lisse doen uitkomen. In al deze boeken speelt de plaatselijke geschiedenis een hoofdrol. Zo kan Oud Lisse haar kennis uitdragen en de lezers mee laten genieten van de plaatselijke historie.
Door de VOL uitgebrachte boeken

Exposities

Om anderen kennis te laten maken met onze voorgeschiedenis is het organiseren van exposities of het meehelpen aan exposities van
andere organisaties heel geschikt. Ik noem het meedoen aan Open Monumentendagen en aan exposities van Museum de Zwarte Tulp. Het hebben van een eigen locatie maakte eigen exposities mogelijk. Wat mij betreft springt er één expositie uit.

Herdenking 350 jaar

Trekvaart Mei 2007 werd in Museum de Zwarte Tulp onder grote belangstelling de expositie ‘Blauwe ader van de Bollenstreek, 350 jaar Haarlemmer Trekvaart’ geopend door de Commissaris van de Koningin in Zuid Holland, Dhr. Jan Franssen. Het herdenkingscomité, met vertegenwoordigers van Provincie en Erfgoedhuis ZH, het CHG, Vereniging Oud Lisse en Museum de Zwarte Tulp, had een schitterende tentoonstelling ingericht. In 1657 werd de Trekvaart Haarlem-Leiden in het tijdsbestek van ruim een half jaar gegraven. De vaart werd onmiddellijk een uiterst belangrijke ader in het trekvaartennetwerk, dat rond die tijd in Holland ontstond. Voordat de trein zijn intrede deed, was de trekschuit het massavervoermiddel bij uitstek. Gedurende de twee eeuwen die volgden, vertrokken vanuit Haarlem en Leiden negen trekschuiten per dag. In het topjaar 1677 werden in totaal 148.000 passagiers tussen beide steden vervoerd. Ook werd een prachtig gelijknamig jubileumboek uitgegeven. Vanuit Oud Lisse was ik medeverantwoordelijk voor de beeldredactie van het boek. In het jubileumboek belichten zeven auteurs diverse aspecten van de Trekvaart. Naast de vaart als onderdeel van het trekvaartennetwerk dat vanaf de zeventiende eeuw als een eerste openbaarvervoersysteem in Nederland tot stand kwam komen ook de aanleg, het gebruik en het beheer ter sprake. Daarnaast wordt ingegaan op ‘wonen en werken langs de trekvaart’, het Leidse Tolhuis te Oegstgeest en ‘natuur, milieu en ecologie’ aspecten nu. Voor het Nieuwsblad schreef drs. Brigitte Rink een drietal artikelen getiteld “Herdenking 350 jaar Trekvaart met huize Halfweg”.

Plaatsing en onthulling van borden bij buurtschap Halfweg

De Vereniging Oud Lisse had het verzoek op de VOL jaarvergadering van 2007 om plaatsing van plaatsnaamborden bij Halfweg doorgegeven aan het College van B&W. Ook waren er eerder verzoeken daartoe gericht aan het college door Aad van Kampen, amateur historicus en oud bewoner van Halfweg, en door het Cultuur Historisch Genootschap. Het college ging hiermee akkoord zodat op 29 september 2007 de borden met aanduiding ‘Halfweg’ feestelijk werden onthuld door burgemeester Corrie Langelaar. Op 29 en 30 september voer, ter afsluiting van de herdenking 350 jaar Haarlemmer Trekvaart, een vlootschouw met westlanders, hagenaars, sloepen, schuiten en andere lage schepen, voorbij Halfweg op weg van Haarlem naar Leiden.

Ten slotte

Zoals gezegd: wat highlights. Er had nog een hele reeks namen van actieve vrijwilligers genoemd kunnen worden. Want zij zorgden er voor dat de vereniging zich ontwikkelde tot een volwaardige historische vereniging, een vereniging waar ik als vrijwilliger nog steeds actief in mag zijn. ■

De oprichting van Vereniging Oud Lisse en activiteiten in de eerste jaren

De high liths van de afgelopen 25 jaar worden weergegeven.

door Frits Treffers en Wim Bosch

Dit artikel staat gedeeltelijk op de Nieuwsbrief Jaargang 16 nummer 1 winter 2017

1. Inleiding

Hieronder schrijven we een aantal punten neer die wij nooit vergeten zullen uit de eerste jaren van onze Ver. Oud Lisse. De indeling is als volgt:

  1. Het ontstaan van de Vereniging Oud Lisse
  2. Projecten
    1. Oude bollenvilla’s trachten te beschermen tegen sloop.
    2. Voorgenomen sloop van het monumentale NS station voorkomen.
    3. Behoud van het Driehuizen bollenschuurcomplex door herbestemming
    4. Strijd om behoud van het oudste pand van Lisse, Heereweg 191
    5. De sloop van villa Rozenheim
    6. Sloop villa “Wildlust” Heereweg 14 bij hotel- restaurant “De Nachtegaal”.
    7. Herbouw afgebrande Zemelpoldermolen.
    8. De ondergang van het Bollenlaboratorium in 2004
    9. Hofje van Six blijft bestaan.

a. Het ontstaan van de Vereniging Oud Lisse

Het is alweer meer dan 25 jaar geleden dat de vereniging eigenlijk door toeval is opgericht. Het gebeurde dat de overbuurman van Frits Treffers , Matthieu den Boer op een avond een praatje met hem begon en zijn zorg uitsprak over de geruchten die de ronde deden over de sloop van de mooie villa’s tegenover het huis “Somalo” van Frits Treffers Heereweg 28 (Heereweg Noord) .
Hij stelde toen voor om samen met Frits een vereniging op te zetten om waardevolle panden tegen sloop te beschermen.
Onze gedachte was om nieuwbouw op het achterliggende gebied van de villa’s toe te staan met behoud van de villa’s en oude bomen.

De vereniging werd opgericht en bestond uit 6 bestuursleden:
1. Matthieu den Boer (voorzitter)
2. Els Weening (secretaris)
3. Chris Paardekooper (penningmeester)
4. Ir. Frits Treffers (bouwzaken)
5. Loe Buijze (publiciteit)
6. Ir.Wim Bosch (ruimtelijke ordening)
De openingsvergadering werd op 15 december 1990 gehouden in de Gewoonste Zaak.

b. Projecten1. Oude bollenvilla’s trachten te beschermen tegen sloop.

24-02-1991 Bewuste vernieling om toewijzing als monument en eventuele bezetting van het pand te voorkomen. Zo stond Merenburgh er nog een paar maanden bij.

Het eerste project was het redden tegen sloop van de villa’s: Merenburgh (nr 25), Magnolia (nr 27) , en Buitendorp (29) gelegen aan de Heereweg Noord. Na diverse pogingen via juridische procedures en ondanks de grote aandacht in de pers, is het uiteindelijk helaas toch niet gelukt en is de villa Merenburgh in 1991 toch onverwacht gesloopt en is er na de sloop van ook de andere villa’s uiteindelijk nieuwbouw neergezet. De beeldbepalende bomen werden wel gespaard.

Merenburgh met protestborden tegen het beleid van Harry Smith, alias “Harry de Sloper” toen Weth. ruimtelijke-ordening. Mede door deze sloop is VOL juist in de steigers gezet.

2. Voorgenomen sloop van het monumentale NS station voorkomen.

Het tweede project was het oude NS station te beschermen tegen de voorgenomen sloop van NS. Ook daarvoor werden diverse gesprekken gevoerd, in dit geval met de Nederlandse Spoorwegen.

Uiteindelijk is daar  overeenstemming bereikt. Maar dat vroeg wel om zeer creatieve oplossingen. Door de Vereniging Oud Lisse werd speciaal voor dit doel in 1994 een beheersstichting opgericht, de Stichting Oud Lisse, die zorg kon dragen voor de restauratie en het onderhoud van het station. Stichting Oud Lisse kwam met de NS overeen om het stationscomplex voor een gering bedrag van NS te huren, met de verplichting het pand op eigen kosten te renoveren en te onderhouden.

Station Lisse monument

Als resultaat van het grote renovatie project van het station, waar in het bijzonder Frits Treffers heel veel aan bijgedragen heeft, werd met medewerking van de Gemeente Lisse het pand aangewezen tot Rijksmonument.

Het restauratieproces

Door Stichting Oud Lisse werd een totale renovatie van het oude NS station toegepast, hoofdzakelijk op de begane grond. De bovenbouw werd bij de restauratie voorzien van nieuwe verwarming, maar werd verder zo gelaten. De firma Necon, het oude bureau van Frits Treffers, heeft de noodzakelijke reparatie adviezen gegeven.

Station in ±1905. Detail ingekleurde ansicht . Dit monument is door de inzet van de oprichters van VOL behouden gebleven.

Om inkomsten te verwerven voor de renovatie en onderhoud van het station werd met de gemeente Lisse in 1995 overeenstemming bereikt om het geheel een horecabestemming te geven. De beneden verdieping van het station werd verhuurd aan het restaurant De Verloren Koffer. met behoud van de karakteristieke elementen aan het exterieur en in het interieur. John Nederstigt, de eigenaar van de Verloren Koffer, werd de eerste restauranthouder. De firma Necon, het oude bureau van Frits Treffers, heeft de noodzakelijke reparatie adviezen gegeven

Er was een probleem om een gastoevoer aan te leggen voor het restaurant. Die zou volgens de leverancier onder het spoor moeten worden aangelegd, hetgeen extra kosten met zich mee zou brengen. Via het plaatsen van een gastank naast het parkeerterrein werd dit opgelost.

Geschiedenis station

Het oude stations complex was in opdracht van de toenmalige Hollandsche IJzeren Spoorwegmaatschappij gebouwd aan het traject Leiden-Haarlem. Het bij de spoorwegovergang staande stationsgebouw is gebouwd naar een ontwerp van de architect D.A.N. Margadant, die elders in het land vergelijkbare stationsgebouwen in een aan de Art Nouveau verwante stijl heeft gebouwd en van ca.1870 tot 1909 bij de H.IJ.S.M. als architect en opzichter werkzaam was. Kenmerkend voor het station in Lisse is de ver doorgevoerde asymmetrie en het afwisselende materiaalgebruik (baksteen, natuursteen en houtwerk).

De lijn Haarlem-Leiden werd in 1842 aangelegd. Landgoedeigenaren kregen het voor elkaar om de lijn op een (voor hun) zo gunstig mogelijke plek aan te leggen. De toenmalige eigenaar van het landgoed Venenburg, ten noorden van Lisse, had bij de HIJSM zelfs een eigen stopplaats bedongen. Het zou vervolgens nog tot 1896 duren voordat de HIJSM eindelijk van deze stopplaats verlost was. Er was dus geen halteplaats vlak bij het dorp. Maar in 1891 werd een halte Delfweg aangelegd bij het Halfweg. De naam werd in 1896 gewijzigd in Lisse (code LIS). Pas in 1904-1905 verrees het stationsgebouw iets ten zuiden van de halte Delfweg.

In het jaar 1904 vindt een rigoureuze aanpassing van de situatie op dit gedeelte van het terrein rond de spoorbaan plaats. Van douarière Van Pallandt-Steengracht van Oostcapelle worden door de Spoorwegen gronden verkregen voor de bouw van een station. Er volgt een omlegging van wegen en sloten. Dit verklaart ook het wat merkwaardige traject van de Stationsweg met de bochten vlak voor de spoorwegovergang.

Het gebouw is voorzien van wachtruimtes der eerste, tweede en derde klasse, een plaatskaartenkantoor met loketten en een bovenwoning voor de stationschef. Het aardige is dat er ook nog heel specifieke details te zien zijn die verwijzen naar de bloembollencultuur. Op de bogen in de hal zijn afbeeldingen te zien van narcissen en tulpen. In een bijgebouwtje was vroeger het toilet. In 1905 werd het station in gebruik genomen. Het oude station Delfweg kreeg weer haar oorspronkelijke bestemming van baanwachterswoning.

Einde spoorwegfunctie

In september 1944 ( de grote spoorwegstaking in de 2e wereldoorlog) werd de halteplaats gesloten. De wachtkamer 3e klasse deed in die tijd nog dienst als noodwoning. Na de oorlog werd de halteplaats uit de dienstregeling geschrapt. Door de grote afstand tussen Lisse en het station werd er te weinig gebruik van gemaakt door reizigers. In 1970 was het ook gedaan met de stopplaats voor het goederenvervoer. Vanaf de jaren 50 van de vorige eeuw stopten er in het voorjaar nog treinen voor bezoekers van de Keukenhof. De stopplaats ‘Lisse-Keukenhof’ was gedurende het bollenseizoen druk bezocht. Het noodperron van station Lisse is voor het laatst (90-er jaren) gebruikt door Lovers Rail om reizigers voor de Keukenhof af te zetten.

Einde bemoeienis met station

Omdat de NS het stationsgebouw wilde verkopen en John Nederstigt en de Stichting Oud Lisse niet ingingen op de aangeboden verkoopprijs van €400.000, heeft op 23 mei 2008 de Stichting Kasteel Keukenhof het station Lisse voor €350.000 gekocht van NS.
Na deze aankoop van het station van NS bleek dat de Stichting Kasteel Keukenhof eigen plannen had met het station. Mede gezien ook het feit dat de Stichting Oud Lisse haar doelstelling (renovatie en onderhoud van het station) had bereikt, heeft de Stichting Oud Lisse besloten de onderhuur aan het restaurant en haar verplichting tot onderhoud van het pand per 1 januari 2011 over te dragen aan de nieuwe eigenaar Stichting Kasteel Keukenhof. In het pand is nu restaurant “het Tussenstation” gevestigd. Gelukkig zijn in het interieur de specifieke details, zoals de tulpen en narcissen in de stenen bogen, nog steeds te bewonderen.

3. Behoud van het Driehuizen bollenschuurcomplex door herbestemming

Het bollenbedrijf was nog volop in bedrijf

Het bollenschuur complex van Driehuizen dat aan de Heereweg Noord staat tussen de villa’s Rutsbo en Somalo is door toedoen van de Ver. Oud Lisse een Rijksmonument geworden. Oorspronkelijk was het de bollenkwekerij het ‘Hollandse Bloembollen Huis’, bestaande uit een BOLLENSCHUUR met aangebouwd KANTOOR. Het ensemble is gebouwd in 1922, in opdracht van de firma Gebr. Driehuizen, naar een ontwerp van de in de bollenstreek bekende architect Leen Tol uit Lisse. Het complex is gebouwd in een stijl die verwant is aan de architectuur van de Nieuwe Haagse School, een strakke variant van de Amsterdamse School. De grote schuur is van het type bollenschuur met vide. Van dit type komen nog enkele in de Bollenstreek voor, maar deze hebben niet meer hun oorspronkelijke functie. Dit kwekerijcomplex is sinds 1981 niet meer als zodanig in gebruik.

Het heeft sindsdien gefungeerd als onderkomen voor antiekhandel van Damme. Projectontwikkelaar Hillgate Properties en Bouwbedrijf Huib Bakker maakten in 2008/2009 in de schuur 27 twee-, drie- en vierkamerwoningen, waarbij de karakteristieke kenmerken van het gebouw behouden bleven. De gigantische bollenschuur is een Rijksmonument. Het was dus van belang dat de oorspronkelijke uitstraling zoveel mogelijk intact zou blijven, terwijl de bollenschuur toch moest worden aangepast aan de moderne wooneisen. Daarom vond nauw overleg plaats met de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM). Het schitterend atrium, waar de woningen omheen liggen, is natuurlijk bewaard gebleven. De appartementen konden via een starters subsidie worden gekocht. Het voorste gedeelte van het complex is het voormalige kantoorgedeelte. Ook dit werd omgevormd tot woning. Hier is nog  een glas-in-lood ingevulde lichtkoepel, een vloer met decoratieve betegeling en er zijn nog deels met originele tegels beklede wanden. In april 2013 kreeg het kantoorgedeelte van het complex de erepenning van Vereniging Oud Lisse toegekend. Rondom het complex is nieuwbouw gerealiseerd.

(hierbij illustratie glas-in-lood, tegel, oude ontwerptekening van tol)

4. Strijd om behoud van het oudste pand van Lisse, Heereweg 191

Archeologisch onderzoek 2014. Bij het archeologisch onderzoek na de sloop vond men sporen van prehistorische akkers op dit perceel.

Een andere zaak was het z.g. witte pand op de Heereweg. Onze vereniging heeft in 1999 het vorige college van B&W (in casu wethouder F.W.H.P. Prins destijds verantwoordelijk voor het Monumentenbeleid) er van overtuigd het pand toen beschermwaardigheid te bieden door het op de gemeentelijke monumentenlijst te plaatsen. Het college heeft de beschermwaardigheid van het pand echter weer opgeheven t.b.v. nieuwbouw, door het pand in december 2003 weer van de gemeentelijke monumentenlijst af te voeren, gebruik makend van een zeer summier uitgevoerde verkenning door een ingehuurde bouwhistoricus. Een aanbod voor een gratis en grondig bouwhistorisch onderzoek door onze vereniging werd botweg geweigerd. Dit pand, de oudste woning van Lisse uit de 17e eeuw, is indertijd opgenomen in het Monumenten Inventarisatie Project (MiP). Het was geen Rijksmonument, maar het was wel een zeer bijzonder pand met oude tongewelven uit de 17e eeuw en inwendig voorzien van diverse oude 18e -eeuwse tegels . Zie schilderij van Carl Daudeij hieronder. De Vereniging Oud Lisse en de Bond Heemschut hebben helaas zonder resultaat diverse juridische procedures ondernomen om te trachten dit object te beschermen tegen een geplande sloop. Nu staan daar nieuwe gebouwen gebouwd in een enigszins “oude klassieke stijl”.

5. De sloop van villa Rozenheim

Rond 1995 stonden er twintig panden in Lisse op de nominatie voor de selectie voor aanwijzing als jong rijksmonument. Door de gemeente werden zij geplaatst op de “concept-Indicatieve Lijst”. Deze lijst was de neerslag van een eerste (landelijke) inventarisatie van panden uit de periode 1850 – 1940 die mogelijk in aanmerking zouden komen voor bescherming als jong monument. Van dit initiatief is niet veel terecht gekomen. De definitieve selectie bleef uit en wie de (mogelijke) monumentenstatus hinderlijk vond voor zijn bezit, had zo alle kans om tot sloop over te gaan. Ook villa Rozenheim stond op de lijst en trof dit lot. Het pand werd na enkele jaren leegstand en verloedering plotseling en onverwacht rond de jaarwisseling van 1996/1997gesloopt.
Villa Rozenheim (Heereweg 276) werd in 1881 gebouwd. In 1887 wordt een nieuwe bollenschuur van 3 verdiepingen gebouwd. In 1906 wordt het geheel gekocht door Frederik Franciscus Bernardus de Meulder van het sinds 1898 bestaande bollenexportbedrijf Fred. De Meulder. Oude catalogi van de firma vermelden als adressering Fred. de Meulder Rozenheim nurseries Lisse. Na zijn overlijden blijft het pand tot 1976 in eigendom van zijn weduwe A.W.A. de Meulder-Takkenberg. Na de sloop van de villa verrees op deze plek het ”glazen huis” van architect Wiel Arets.

6. Sloop villa “Wildlust” Heereweg 14 bij hotel- restaurant “De Nachtegaal”

 

T.b.v. de aanleg van een rotonde op de hoek Zwarte Laan/Heereweg/Meer en Duin, wilde de provincie ZH de villa “Wildlust” slopen. Het was een karakteristiek pand en de plek had een heel oude historie (zie hieronder). Hoewel dit pand, zowel door de Monumentencommissie en ook door de VOL bouwkundige werkgroep als Gemeentelijk monument werd gewaardeerd, wilde het College zich om politieke redenen helaas bij de provincie niet inzetten voor het behoud van deze historische villa en werd de villa in 2008 niet in de lijst Gemeentelijke monumenten opgenomen.
De eigenares mevr. De Regt (toen 86 jaar) wilde in 2007 niet weg en daarom is de provincie een onteigeningsprocedure gestart. In eerste instantie werd geprobeerd dit pand op de lijst van beschermde gemeentelijke monumenten te zetten, maar Provincie en ook Gemeente Lisse wilden niet meewerken en ook is uiteindelijk de eigenares met de aanwijzingsprocedure tot Gemeentelijk monument gestopt.

In maart 2009 werd de villa met instemming van de Gemeente Lisse door de Provincie ZH gesloopt i.v.m. de aanleg van de rotonde, ondanks de herhaalde inzet van de Ver. Oud Lisse voor het behoud van dit monumentale pand. Ook het Cuypers genootschap werd door de Gemeente niet ontvankelijk verklaard in haar bezwaar (geen belanghebbende).Deze riet­gedekte Bollenvilla “Wildlust”, gebouwd omstreeks 1923, was gaaf en representatief voor de regio­nale geschiedenis van de bloembollenteelt en karakteristiek vanwege de situ­ering (gelegen aan doorgangsweg en omgeven door tuin met bomen en achter­land).

De provincie had in het kader van het Monumenten Selectie Project ten behoeve van aanwijzing als rijksmonu­ment, de villa bij gebrek aan voldoende waarden niet geselecteerd.
De Provinciale Adviescommissie Monumenten had eerder in 2004 in het kader van de aanleg van de onderhavige rotonde, het cultuurhistorisch belang van de villa met tuin getoetst aan de hand van de toetsings- en selectiecriteria voor aanwijzing als provinciaal monument. Geconcludeerd werd dat het niet aan deze criteria voldeed.

Oorspronkelijk waren er achtereenvolgend 3 verschillende huizen die de naam Wildlust droegen. De gesloopte villa was het derde huis met die naam.

In de 18e eeuw bestond Wildlust nog niet. Toen stond daar een boerderijachtig pand

De buitenplaats “Wildlust” was rond 1800 gebouwd en is op 2 augustus 1814 gekocht door “de Heer Casparus Henricus Wolff , chirurgijn en apothecar” te Lisse. (zie ‘t Roemwaard Lisse door A.M. Hulkenberg , blz. 61). Op 30 jan. 1819 koopt de heer Jacob Coenraad Temminck, een verdienstelijk dierkundige en later directeur van het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie te Leiden, van de eigenaar Casparus Henricus Wolff, de buitenplaats Wildlust voor 1000 Gulden.

De heer Temminck trouwt met de dochter van Marinus Smissaert, die in die tijd eigenaar was van Veenenburg. De heer Temminck overlijdt op 30 januari 1859 op 79 jarige leeftijd, en zijn weduwe blijft op Wildlust wonen tot haar dood in 1865. Haar tweede zoon Marinus Temminck, naar wie de boerderij Oud-Zandvliet later “Marinus” werd genoemd, verhuurt Wildlust aan Baron Snouckaert van Schauburg.

Marinus Temminck heeft het oude Wildlust gesloopt en vervangen door het landhuis Wildlust. Omstreeks 1890 verkoopt Marinus Temminck, het landhuis Wildlust aan de Graaf van Lynden (Meneer Jan), gehuwd met Gravin van Palland die later Keukenhof erft . Zij wonen er tot 1923, dan gaan ze naar Keukenhof. Cornelis Marinus Grullemans woont sinds 1900 tegenover Wildlust op de Heereweg 19, met bollenland erachter. In 1905 huurt Grullemans grote stukken land van de Graaf en in 1923 koopt de heer Grullemans het landhuis Wildlust en breekt het verwaarloosde huis tot de grond toe af. Hij maakt bollenland van het vroegere landgoed Wildlust.

Zijn zoon Karel (Cees) trouwde met Annie Speelman op 12 Mei 1925. Vader Grul laat op de hoek van het land van Grullemans een huis bouwen voor het stel: “Villa Wildlust”.

7. Herbouw afgebrande Zemelpoldermolen

1ste Poellaan 65 - Poldermolen van de Zemelpolder

De zemelpoldermolen na de herbouw

Op 4 november 1999 werd door jongeren de Zemelpoldermolen in brand gestoken. Zie foto’s hieronder.

Met de melding van de vermoedelijke namen van deze vandalen heeft de Gemeente Lisse helaas niets gedaan.
Deze molen was oorspronkelijk een Rijksmonument. Een werkgroep o.l.v. buurtbewoner Hans Kok en Piet Balkenende heeft er samen met de Ver.Oud Lisse voor gezorgd dat de molen weer helemaal werd hersteld. De gemeente Lisse heeft een groot deel van deze kosten op zich genomen. Via allerlei inzamelacties heeft de werkgroep een substantieel deel aan de kosten kunnen bijdragen. Toch kreeg de molen door de vele vernieuwingen die in de molen zijn uitgevoerd niet meer de Rijksmonumenten status. De molen is wel een gemeentelijk monument.

8 Uitreiking van de penning

Naast het pogen om waardevolle panden van de sloop te redden werd ook ingezet op het waarderen
van initiatieven om waardevolle panden te behouden en verantwoord de restaureren. Het is een goed gebruik jaarlijks een pand te waarderen met een penning. Eerst hadden we penningen van de vereniging Hendrick de Keyser, de bekende Amsterdamse stadsarchitect , o.a. van de Westerkerk. Sinds 1992 reikt “Oud Lisse” penningen uit en zijn diverse panden door de vereniging geëerd.

De VOL erepenningen worden inmiddels al jaren gemaakt door Frans en Truus van der Veld.

Hoe kwam nu zo’n uitreiking tot stand. In de krant van april 1994 staat een artikel met in de kop Kanaalstraat 117, een sieraad in Lisse. De vereniging heeft dan net afspraken gemaakt voor de restauratie van het station. Dat is niet het enige aandachtspunt. Om de krant de citeren: “Uiteraard kijken de leden regelmatig rond in het dorp. Hun aandacht werd getroffen door een fraai gerestaureerd pand aan de Kanaalstraat 117”. Dat het pand opviel was niet verwonderlijk. Renate de Zwart, haar toenmalige partner en familie hebben maar liefst anderhalf jaar geklust. Een initiatief om met de penning van de vereniging te waarderen. Het pand dateert uit 1902. Bij de verkoop werd gesteld “verkeert nog in de oorspronkelijke staat”. Of dat als aanbeveling bedoeld was blijft de vraag, maar de kopers zagen een uitdagende klus voor zich. Helemaal oorspronkelijk was het huis ook niet, het oorspronkelijke aanzicht was niet helemaal terug te halen. De voorgevel bleef de oude indeling behouden.

Renate de Zwart, hoeveel stenen nog te gaan?

Wanneer je nu naar de woning kijkt heb je geen idee wat een gigantisch project het indertijd was om die voorgevel dat oorspronkelijke uiterlijk te laten behouden. De hele gevel werd eerst afgebroken. De oorspronkelijke stenen werden afgebikt waarna de voorgevel weer opgemetseld kon worden. In de afbraakperiode werd een briefje bezorgd met de vraag: “In de gevel van dit huis is een tegel geplaatst met de tekst ‘de eerste steen is gelegd door Marijtje van Houten….als u geen prijs stelt op de steen zou ik hem graag hebben omdat Marijtje van Houten mijn moeder was ”.

Renate de Zwart op de steiger tegen Kanaalstraat 117

Spijtig voor de dochter, maar de steen zit nog in de gevel. De dochter van Marijtje heeft een briefje gehad dat de steen netjes opgeknapt zou worden. In de hoop dat ze er nog vaak langs zou lopen en de steen dan zou kunnen zien. Dat kunnen we nu nog steeds. De steen zit naast de voordeur. Die gevel was maar een deel van de enorme restauratieklus die heel veel vrije uren en vakantiedagen heeft gekost. Het huis ziet ver perfect uit en is een voorbeeld van een pand dat gelukkig door enthousiaste mensen behouden is gebleven en op die manier onze plaatselijke geschiedenis levend houdt. En heerlijk wonen midden in het dorp. Op onze jaarvergadering zal opnieuw een initiatief voor een stijlvolle restauratie beloond worden met een penning!

8. De ondergang van het Bollenlaboratorium in 2004

Zie artikel van Guus Maas Geesteranus in die periode secretaris van de Vereniging Oud Lisse.

9. Hofje van Six blijft bestaan

Het hofje in oude tijden

Er is vanaf 2001 al heel wat te doen geweest over het Hofje van Six, genoemd naar de in 1741 door Jonkheer Pieter Six aan de diaconie geschonken fundatie voor de armen.

De panden van het “Hofje van Six”, inclusief het oorspronkelijk bij het hofje behorende sigarenmagazijn “Juliaantje” (Kanaalstraat 44), waren in 2001 aangewezen als gemeentelijk monument. Tegen dit besluit heeft de diaconie zich toen niet verweerd en ook geen beroep ingediend.
Wel heeft de eigenaar van Kanaalstraat 44 zich toen verweerd waarop de rechtbank in 2003 uitsprak dat de monumenten aanwijzingsprocedure door de gemeente niet correct was uitgevoerd , waardoor het pand op verzoek van de projectontwikkelaar in 2006 gesloopt werd en door een hoog pand (winkel met een appartement erboven) werd vervangen. De sloop van de resterende woningen van het hofje om de nieuwbouwplannen van de diaconie te realiseren dreigde toen ook.

 

De Vereniging Oud Lisse protesteerde en Mien Dol, die nog de enige bewoonster is van een van de 5 resterende hofjeswoningen van het Hofje van Six, (Kanaalstraat 34), verzamelde 500 protest handtekeningen! Maar de rechter bepaalde in 2010 dat het hofje door de bouw van het hoge pand er naast, niet meer monumentwaardig was en gesloopt mocht worden. De gemeente Lisse moest toen alsnog een sloopvergunning voor de hofjeswoningen afgeven aan de diaconie. De onderhandelingen van de diaconie met de gegadigden voor het hofje met de sloopvergunning verliepen echter moeizaam doordat door de economische crisis de een na de andere projectontwikkelaar afhaakte. Omdat de biedingen steeds lager werden hakte de diaconie de knoop in 2016 door om de bestaande hofjes woningen met het verkoopbedrag van Mien Dols pand grondig op te knappen omdat er genoeg belangstelling is voor de 4 hofjeswoningen. Mien Dol kon haar geluk niet op: “Ik ben de gelukkigste vrouw van Lisse” . Ook al zou ze na haar aanhoudende strijd tegen de sloop van het hofje niet meer in haar pand mogen wonen, dan nog is ze voor Lisse heel blij dat het karakteristieke Hofje van Six nu blijft behouden. Daar heeft Mien samen met de Ver. Oud Lisse jaren voor geknokt!

Terug naar info Over de VOL

Erepenning voor Wim Bosch

Nieuwsflits

NIEUWSBLAD Jaargang 13 nummer 2, april 2014

Penning voor Wim Bosch voorkant

Penning voor Wim Bosch achterkant

Op de jaarvergadering, dit jaar gehouden op 18 februari, wordt traditiegetrouw de erepenning van de vereniging uitgereikt als waardering voor het behoud van waardevolle panden. Dit jaar was er echter een andere penning. Frans en Truus van der Veld ontwierpen voor de scheidende voorzitter een herinneringspenning. Frans van der Veld overhandigde de penning aan Wim Bosch.

Bosch mocht de penning voorzichtig even vasthouden, want de penning was op dat moment nog in was. De echte penning moest nog in brons gegoten worden, wat inmiddels gebeurd is.

Wim Bosch en Frans van der Veld

De Vergulde Zwaan

De Vergulde Zwaan geopend

INHOUD Jaargang 6 nummer 3, april 2007

Nieuwsflitsen

Op zaterdag 10 maart is in de 1e Havendwarsstraat nr 4 in Lisse het ‘Centrum voor cultuurhistorie Duin- en Bollenstreek’ officieel in gebruik gesteld. De heren J.Wienen en A. de Roon, die in het dagelijks bestuur van de Regio Holland Rijnland de portefeuilles van respectievelijk Ruimte en Cultuur beheren (Adri de Roon is ook nog wethouder in Lisse voor o.m. Cultuur), onthulden een aan de gevel bevestigde goudkleurige zwaan. Want het gebouw waarin het centrum is gevestigd, heet De Vergulde Zwaan. Eigenaar Lisse Centrum Beheer (van de gebroeders Zwetsloot) heeft het pand ter beschikking gesteld aan Lissese erfgoedorganisaties, waaronder uw Vereniging Oud Lisse, als vergader-, werk- en documentatieruimte.
Uw Vereniging Oud Lisse is druk doende om in dit pand een Servicepunt in te richten. Daar kan men een aantal malen per maand, zowel overdag als in de avond, terecht voor het stellen van vragen, voor hulp bij onderzoek, voor het inzien van naslagwerken en verzamelingen en dergelijke.

Voorwoord van de voorzitter: Behoud van het dorpse karakter

De  voorzitter schrijft in het voorwoord dat de VOL na de verkiezingen de constante factor in het uitvoerend gemeentelijk beleid is. We zijn onder andere betrokken bij de gemeentelijke monumentenlijst en de Centrumvisie.

NIEUWSBLAD Jaargang 1 nummer 2, april 2002

Ton Rouwhorst

De verkiezingen zijn gelukkig weer achter de rug en we kijken er vol verwachting naar uit om met de nieuwe gemeenteraad en het col­lege van Burgemeester en Wethouders te gaan samenwerken.

Je ziet in deze tijd maar weer eens wat het belang is van onze Verening. De samenstelling van de raad of het college kan zo maar veranderen en de Vereniging Oud Lisse blijkt dan toch de constante factor te zijn in het uitvoerend gemeentelijk beleid. Het bijsturen van het monumentenbeleid en het behoud van het dorpse karakter blijven voor ons de komende raadsperiode weer de speerpunten.

De afgelopen jaren zijn we als Vereniging nauw betrokken geweest bij de bescherming van de nodige panden en deze panden op de gemeentelijke monumentenlijst te krijgen. Tevens zijn we in een vroeg stadium betrokken geweest bij het ontwikkelen van een Centrumvisie en ook daarbij is onze inbreng voor ingewijden duide­lijk herkenbaar. Betreffende de uitvoering van deze Centrum- plan­nen zullen we zeker onze rol blijven opeisen.

Ik denk dat ‘herkenbaar voor ingewijden’ een beetje in kaart brengt wat ons de komende jaren als Vereniging Oud Lisse te doen staat. De resultaten van onze inbreng in het gemeentelijk beleid zijn goed te noemen, maar meestal slechts bekend bij een kleine groep.

We zullen ons dan ook de komende periode duidelijker moeten profileren en ook zal het ledental van onze vereniging drastisch moe­ten toenemen. Een andere mogelijkheid is om de samenwerking met het Museum de Zwarte Tulp en de Stichting Dever te verwezenlijken om daardoor onze positie te verstevigen.

Deze en andere onderwerpen komen aan de orde op onze komende jaarvergadering. Ik hoop veel leden op onze jaarvergadering te mogen begroeten om gezamenlijk over deze onderwerpen te kunnen discussiëren.