Uitgegeven artikelen in pers etc.

NIEUW VOL BLAD EN NOGMAALS BLEEKVELD

Het Nieuwsblad is van A5 naar A4 formaat gegaan in full colour.

Volgens diverse reacties kan op ’t Vierkant zelf geen bleekveld zijn geweest. Deze lagen rondom ’t Vierkant.

Sporen van vroeger (Lisser Nieuws)

21 maart 2017

door Nico Groen 

Het Nieuwsblad van de Cultuur-Historische Vereniging “Oud Lisse” is veranderd. Het was een voornamelijk zwart-wit A5-formaat en is nu is een full colour uitgave op A4-formaat geworden. Dat betekent dat meer en grotere foto’s in kleur weer te geven zijn in het kwartaalblad. Wat oud en vertrouwd blijft zijn een aantal min of meer vaste rubrieken. Deze eerste vernieuwde winter editie is bijzonder. We vierden vorig jaar het 25-jarig jubileum van onze vereniging.

Jubileumnummer
Dit eerste extra dikke nummer is ook een jubileumnummer geworden. Een nummer, gelardeerd met terugblikken van huidige en vroegere bestuursleden, waarin zij belangrijke onderwerpen uit hun bestuursperiode met ons delen. In 25 jaar is er heel wat veranderd bij “Oud Lisse”. We werden van protestgroep een volwaardige cultuurhistorische vereniging. Met een grote groep actieve vrijwilligers. Toen stond de automatisering in de kinderschoenen en was een handgeschreven brief nog gewoon. Nu wordt bij “Oud Lisse” gesproken over digitale archivering. Door de vele giften is het archief van de vereniging enorm uitgebreid en is digitaal opzoeken van gegevens, boeken en foto’s belangrijk. Er zijn veel meer mogelijkheden gekomen om onderzoek naar het verleden te doen en die kennis te delen. Dat is het leuke van deze tijd. Informatie uitwisselen kan heel veel opleveren. Deel vooral uw verhalen en uw ideeën met ons. Daar doen we allemaal ons voordeel mee. Als u nu lid wordt van de VOL krijgt u dit 48 pagina’s dikke jubileumnummer cadeau, zolang de voorraad strekt (Info@oudlisse.nl of dinsdagmorgen, Havendwarssraat 4) .

Het recht van bleek
De stukjes over ’t Vierkant maken vele tongen los. Het leeft dus blijkbaar bij veel Lissers.
In een vorige column werd de mogelijkheid beschreven dat ’t Vierkant oorspronkelijk ‘Het Groene velt van het Dorp’ heette. Daarbij werd geopperd dat er op dit Groenevelt mogelijk een vierkant bleekveld gesitueerd was. Hierop reageerde oud-makelaar Bas Romeyn met de mededeling, dat hij in 1970 het pand met tuin van  Heereweg 201 verkocht had met de  bijzondere bepaling in de erfdienstbaarheden dat de buren ‘recht van bleek’ hadden in de tuin van Heereweg 201. Dit pand is toen afgebroken. In een nieuw winkelpand werd van Verf- en Penselenpaleis van der Aart gevestigd. Nu is het een IJssalon. Deze tuin lag ten noordoosten van ’t Vierkant. Zo’n bepaling kan al heel oud zijn, want bij verkoop werd dit steeds weer doorgegeven.

Dit bleekveld in de achtertuin lag veel lager dan ’t Vierkant zelf. Diverse mensen gaven aan, dat de bleekvelden eerder in de lagere gebieden rondom ’t Vierkant lagen, dan op ’t hoge Vierkant zelf. Te meer daar er op ’t Vierkant in de 16e eeuw al oude bomen stonden. In 1642 werd namelijk al een hoge eik ‘In ’t Viercant’ gekapt, wat schout en schepenen niet goed vonden. Ook is er een tekening uit 1728 van J. Nutges met veel oude bomen. Met bleken heb je echt zon nodig en geen schaduw en afvallende bladeren en takken. Stuifzand van de Heereweg is natuurlijk ook uit den boze.
De professionele bleekvelden lagen over het algemeen langs heldere beken, zoals de Beeck, nu de Kerksloot genoemd, die vanaf het Berkhouterduin  het heldere duinwater afvoerde. Men vindt het dus niet erg logisch dat er op ’t Vierkant zelf een bleekveld zou zijn geweest.

De voorkant van het vernieuwde kwartaalblad van de VOL Foto: Oud Lisse

Komt Lisse van Lux en/of Liusna ?

Komt Lisse van Lux en/of Liusna ?

Wat is de herkomst van de namen Lisse, ’t Vierkant en de Vuursteeglaan? Deze vragen houden de gemoederen in Lisse al tientallen jaren bezig, zo niet langer

Sporen van vroeger ( Lisser Nieuws)

4 juni 2017

door Nico Groen

Er zijn volgens de deskundigen meerdere betekenissen mogelijk voor deze namen. Dit met soms felle discussies tussen voor- en tegenstanders van een bepaalde gedachtegang. We kijken nu naar de mogelijke betekenis van Lux en Liusna.

Lux en Liusna

Naar de betekenis van en de overeenkomst tussen de Lisse, Lux en Liusna is niet veel wetenschappelijk onderzoek geweest. De meeste onderzoekers hebben moeite met de verbastering van Lux of Liusna naar Lisse. Om diverse redenen menen sommige onderzoekers, dat het woord liusna al heel oud is en mogelijk van Keltische afkomst.
Uit het literatuuronderzoek naar Lux en Liusna komt het volgende naar voren. In de goederenlijst uit de 9e en 10e eeuw van de Sint Maartenskerk in Utrecht worden Lux en Liusna genoemd. Diverse onderzoekers menen, dat Lux en Liusna als Lisse of in de buurt van Lisse gezien kunnen worden. Dit naar aanleiding van de volgorde waarop de lijst is samengesteld. Het is echter geen bewezen feit. Wat wel duidelijk is, is dat Lux en Liusna in de huidige Bollenstreek gelegen moeten hebben.
Het Iers-Keltische lius van liusna uit de 7e eeuw werd toentertijd volgens Ellis uitgesproken als het hedendaagse lus, dus met een korte u. De i was een toonloze toevoeging. Peter Berreford Ellis is bekend om zijn wetenschappelijk boeken over de Keltische geschiedenis. Dat leverde hem een groot aantal bekroningen op, inclusief een eredoctoraat aan de Universiteit van Londen.
Het Latijnse lux uit de 10e eeuw werd ook uitgesproken als lus.
De goederenlijst is opgeschreven door diverse monniken. Zij schreven op wat ze hoorden. Zij waren waarschijnlijk niet bekend met de plaatselijke omstandigheden. Zo is het mogelijk dat men liusna zei en dat de monnik het Latijnse lux opschreef, omdat de uitspraak hetzelfde was.

Helder

Aad van der Geest probeerde in een artikel in het Deverbulletin uit 1991 verklaringen voor Lux en Liusna te vinden. De woorden licht en helder komen veelvuldig voor in het artikel.
Hij schreef dat lux uit het Latijn vertaald het licht betekent. Over liusna vermeldde Van der Geest het volgende: “Letterlijk vertaald moet ‘liusna’ iets betekend hebben als ‘in de buurt van (na=nabij)’ of gelokaliseerd bij iets dat met licht te maken heeft (een waterloop of een kale duintop oftewel een blinkerd”). Verder vermeldde Van der Geest ook nog, dat “de plaats Ljusne in Zuid-Zweden, gelegen is aan de rivier de Lusn, wat ‘licht’, ‘helder’ en ‘glans’ betekent. Ljusne betekent dan ‘bij het heldere water’. Opmerkelijk is dat in de 16e eeuw de Zweedse plaats Ljusne geschreven wordt als Luxne”.
Betekent lux en liusna vuur respectievelijk nabij het vuur?
Naast de betekenis voor lux en liusna van licht, helder, blinkert en blank kunnen deze woorden ook gelezen worden als vuur, brand en vlammen. Dus hetzelfde als in vorige columns beschreven is over de mogelijke betekenis van ’t Vierkant: ’t Vuurkant en ook Vuursteeglaan.
Een volgende keer gaan we in op mogelijke betekenissen van Lisse.

Een blinkerd is glimmende duintop

Waar de blanke top der duinen, schittert in de zonnegloed. Zo kan Liusna er hebben uitgezien
Foto: Nico Groen

EREPENNING VOL 2017 VOOR ‘BOERDERIJ ZWANENDRIFT’

De eigenaar van ‘Boerderij Zwanendrift’ kreeg de erepenning 2017 voor zorgvuldige renovatie. De geschiedenis vanaf de 15e eeuw wordt beschreven.

Sporen van vroeger (Lisser Nieuws)

7 maart 2017

door Nico Groen
           
De Cultuur-Historische Vereniging “Oud Lisse” is vanaf de oprichting in 1991 altijd zeer betrokken geweest bij het behoud en het verfraaien van markante panden. Daarom is al vrij snel de jaarlijkse erepenning van de Vereniging Oud Lisse ingesteld. Dit als blijk van waardering voor bewoners die zich op een bijzondere manier hebben ingespannen om hun pand op een goede en verantwoorde manier te behouden.
Op de jaarvergadering van de VOL op 21 februari maakten Chris Balkenende en Hans Verschoor bekend, dat deze erepenning in 2017 naar de bewoners van boerderij Zwanendrift, Laan van Rijckevorsel 16, gaat. De op een groot scherm afgebeelde foto’s van de boerderij plus aangebouwde woning van vroeger en nu vielen bij de bijna 70 belangstellenden zeer goed in de smaak.
 
Boerderij Zwanendrift heeft een lange geschiedenis.
Carla Kieft-Schrama reikte namens de Vereniging Oud Lisse de erepenning uit aan Dick en Monica Zeldenthuis. Carla is een dochter van de vroegere eigenaar van Zwanendrift. Zij beschreef de geschiedenis van de bewoners en de boerderij.
De veeboerderij met het zomerhuis heeft al een zeer oude historie. Het met Oegstgeester pannen gedekte voorhuis dateert van 1862. Er is ook een oude kaaskelder uit die tijd onder het voorhuis.
De voorzitter van het Huis Dever in Lisse, Ignus Maes heeft een historisch onderzoek gedaan  naar deze vanouds adellijke boerderij en daar een heel boekje over geschreven.
Volgens het onderzoek van Ignus Maes zijn delen van de stal al van omstreeks 1550. Op oude kaarten van rond 1600 staat op deze plaats al een groot huis/boerderij.
Ook bleek uit kadaster gegevens van 1812, dat de eigenaar van het oude middeleeuwse Huis Dever in Lisse, Baron Heereman van Zuydtwijck, ook eigenaar was van deze boerderij. Het recht op zwanendrift (op het vangen van zwanen) was oorspronkelijk een adellijk recht, dat door de graaf meestal in leen werd gegeven aan een ambachtsheer of stad. Dit verklaart waarom deze boerderij het recht op zwanendrift had en waarom deze boerderij zo heette.

Bewoning
In 1853 wordt boerderij Zwanendrift gekocht door Petrus Verdegaal, die in 1809 geboren was. Hij was boer op boerderij Poeleway, net binnen de Lisser Poelpolder, waar nu ongeveer de Pauluskerk staat. Zijn zoon Willem werd boer op Zwanendrift. Hij is er lang blijven boeren. Na zijn dood in 1901 zetten zijn kinderen het bedrijf voort. In 1937 gaat de boerderij over naar neef Wilhelmus Johannes Schrama, die hoofdzakelijk werd opgevoed bij de familie Verdegaal.
 
De restauratie is geslaagd
Ook nadat Zwanendrift, na de bebouwing van de Poelpolder vanaf de jaren zestig, langzamerhand de functie van boerderij verloor, bleef mevrouw Schrama op de boerderij wonen. Na haar overlijden in 2011 werd de boerderij verkocht. De nieuwe eigenaren begonnen een uitgebreide renovatie, waarbij de buitenkant van het aangebouwde woonhuis in de oorspronkelijke staat bleef. Architect D. van Egmond is er goed in geslaagd veel historische elementen te bewaren. De achterliggende boerderij  was zo slecht dat deze gedeeltelijk moest worden afgebroken, maar is op de oorspronkelijke plaats in dezelfde vorm herbouwd. Het geheel, inclusief zomerhuis en aangepaste hooiberg, ziet er nu zo goed uit, dat het mogelijk wel een rijksmonument zou kunnen worden. Dick Zeldenthuis gaat met behulp van de Vereniging Oud Lisse zich hiervoor in ieder geval inzetten. Boerderij Zwanendrift is nu een gemeentelijk monument.

De gerestaureerde voorgevel van het voorhuis Foto: Nico Groen

VAN DE GROENE WEYDE IN DE 13E EEUW NAAR GROENEVELT IN DE 16E EEUW

Vóór 1256 is in Lisse door graaf Willem II een kapel gebouwd “aan de groene weyde van Lis”. In 1582 is sprake van “het Groene Velt van het Dorp”. Mogelijk was dit beide het tegenwoordige Vierkant.

Sporen van vroeger (Lisser Nieuws)

21 februari 2017

door Nico Groen 

Wat is de herkomst van de namen Lisse, ’t Vierkant en de Vuursteeglaan? Vorige keren zijn de mogelijke relaties van gewoon plein of square en de vierschaar met ’t Vierkant uitgelegd. Nu gaan we het over de Groene Weyde en het Groenevelt hebben.
 
Van de Groene Weyde in de 13e eeuw naar Groenevelt in de 16e eeuw
Vóór 1256 is in Lisse door graaf Willem II een kapel gebouwd “aan de groene weyde van Lis”. Mogelijk was dit het tegenwoordige Vierkant. De kapel zou dan op de plaats van de huidige oude kerk bij het Vierkant  hebben gestaan. Lisse kan in verband worden gebracht met een toernooi tijdens een bruiloft in 1182. Was de Groene Weyde de plek waar dit toernooi werd gehouden?

In 1582 is sprake van “het Groene Velt van het Dorp”. Dat Groene Velt lag ten zuidoosten van het erf van de linnenwever. Dat erf was gelegen  aan de Heereweg. Dit Groene Velt zou ook het latere Vierkant  geweest kunnen zijn.  Dan is de naam in de loop van de tijd veranderd van Groene Weyde in Groene Velt. Tot 1588 komt de term geregeld voor in de rechterlijke archieven. Volgens de notariële registers heeft het tot 1659  “ons Groenevelt van het Dorp” geheten.

Was er sprake van een echte rechthoek?
In de 17e eeuw is sprake van “In t ’Vierkant”. Dit suggereert een plek van een fysieke afgeschermde rechthoek. Rondom deze rechthoek kan ter afscheiding of ter bescherming  een hek van palen of een palissade hebben gestaan. Ook een haag van ondoordringbare struiken is een mogelijkheid. Nog niet zo lang geleden werden weilanden afgeschermd met dichte, stekelige, gevlochten hagen om het vee binnen en de konijnen buiten de afrastering te houden. Nog een mogelijkheid is een vierkante, hoge aarden wal ter verdediging binnen de rechthoek.

Een Bleekvel?
Naar aanleiding van de vorige columns over ‘t Vierkant kwam Brigitte Rink uit Sassenheim, actief lid van de Vereniging Oud Lisse met de suggestie, dat het Groene Velt mogelijk een bleekveld kan geweest waar gewassen linnen werd gebleekt.  Dit zou ’t Vierkant geweest kunnen zijn omdat de dorpsput er pal naast lag. Er was voor het bleken namelijk veel water nodig. Toen was het nog een bornput of een putwip. Dat wil zeggen dat er een grote hefboom naast stond om de emmers met water omhoog te halen. Een bleekveld was altijd afgepaald met een hek om te voorkomen dat loslopende dieren over het pas gewassen linnengoed konden lopen.
Zou de vorm van het bleekveld niet min of meer vierkant kunnen zijn geweest?
Dan past het wel goed, om dat op een gegeven moment “in ’t Viercant” te gaan noemen, zonder dat het officieel zo heet. Dan was ’t Viercant een onderdeel van het Groenevelt. Dit verklaart dat tot 1659 van Groenevelt sprake is, maar al vanaf 1642 van “in ’t Viercant”.

Het is niet helemaal duidelijk of met ’t Groenevelt het huidige Vierkant wordt bedoeld of juist de lager gelegen gebieden rondom ’t Vierkant. Dit vergt nog veel onderzoek naar de bewoninggeschiedenis in de 15e en 16e eeuw.

De voorloper van de pomp op ’t Vierkant was een bornput. Foto: BeeldbankLisse.nl

IS ’t VIERKANT AFKOMSTIG VAN VIERSCHAAR?

Op ‘t Vierkant werd van oudsher rechtgesproken door de Vierschaar, voor het eerst in 1642. Aannemelijk wordt gemaakt dat het woord vierkant afkomstig kan zijn van vierschaar.

Sporen van vroeger (Lisser Nieuws)

7 februari 2017

door Nico Groen 

Wat is de herkomst van de namen Lisse, ’t Vierkant en de Vuursteeglaan? Deze vragen houden de gemoederen in Lisse al tientallen jaren bezig, zo niet langer. Er zijn volgens de deskundigen meerder betekenissen mogelijk voor deze namen. Dit met soms felle discussies tussen voor- en tegenstanders van een bepaalde gedachtegang. In een vorige column is de betekenis als gewoon plein of square uitgelegd. Nu is de vierschaar aan de beurt.
 
In 1642 voor het eerst vermeld
Op ‘t Vierkant zijn sporen van bewoning gevonden uit de periode 1175-1225. ‘t Vierkant bestaat als bewoningsplaats dus al heel lang. ’t Vierkant wordt voor het eerst genoemd in 1642. Er wordt door Jan Dircks op 29 december 1642 een eikenboom “in ’t Viercant” omgehakt en weggevoerd. Hij krijgt daarmee moeilijkheden met Scout en Schepenen. Ook wordt ’t Vierkant genoemd in 1666 en 1703. Steeds met de term “in ’t Viercant”. Tegenwoordig spreken we meer over “op ’t Vierkant”.
 
Vierschaar
Op ‘t Vierkant werd van oudsher rechtgesproken, volgens oude tradities het liefst buiten onder een lindeboom. Op het Vierkant was eerst de lagere rechtspraak. Rond 1750 verhuisde de hogere rechtspraak van Noordwijkerhout naar ’t Vierkant in Lisse.
De rechtbank heette toen de vierschaar, waarbij er aan 4 kanten banken in een vierkant of carré waren opgesteld. Op die banken zaten de gezworenen bij een rechtsgeding. De baljuw (de officiële vertegenwoordiger van de  landsheer) uit Noordwijkerhout riep de gezworenen bijeen om recht te spreken. Dus tot 1750 in Noordwijkerhout en daarna in Lisse. Bij slecht weer werd in Lisse recht gesproken in het Regthuis en later in herberg de Witte Zwaan, beide aan het Vierkant. Maar bij goed weer dus buiten op het plein. Vierschaar werd ook wel vierschare, vierscarne, vierschair of vierbank genoemd.

Van vierschaar naar ’t Vierkant?
Een betekenis van het Vierkant wordt aan deze rechtspraak ontleend. De bevolking zou in de loop der tijd het woord vierschaar verbasterd  hebben naar vierkant.
Taalkundig is deze verbastering echter niet te verklaren en bijna onmogelijk. Dit zou bovendien dan al ruim vóór 1642 gebeurd moeten zijn toen er voor het eerst over “in ’t Viercant” werd geschreven, dus ruim 100 jaar voordat de hogere rechtspraak naar Lisse ging. De overeenkomst kan echter ook verwijzen naar de vierkante opstelling van de 4 banken van de vierschaar. Deze verklaring is plausibel, maar moet dan ook al vóór 1642 gerealiseerd zijn. Het woord kant van vierkant kan taalkundig verband houden met bank van vierbank. Het kan beide als ’verhoogde rand’ worden uitgelegd.
De conclusie dat ’t Vierkant afkomstig is van de Vierschaar (de rechtbank) is dus een goede mogelijkheid.
Er is echter, voor zover bekend, nergens anders in Nederland of Vlaanderen een straat of plein met de naam Vierkant gevonden welke vernoemd is naar een vierschaar, terwijl er honderden vierscharen in Nederland waren. Dat is vreemd en wetenschappelijk onlogisch.

Er zijn echter nog andere mogelijkheden voor de herkomst van ’t Vierkant , die een volgende keer aan de beurt komen.

Een van de weinig overgebleven vierscharen staat in Moregem in België. Foto: Nico Groen

BETEKENT ’t VIERKANT GEWOON PLEIN?

Wat is de herkomst van de namen Lisse, ’t Vierkant en de Vuursteeglaan?

Aannemelijk wordt gemaakt dat vierkant plein betekent, zoals square.

Sporen van vroeger (Lisser Nieuws)

24 januari 2017

door Nico Groen 

Wat is de herkomst van de namen Lisse, ’t Vierkant en de Vuursteeglaan? Deze vragen houden gemoederen in Lisse al tientallen jaren bezig, zo niet langer. Er zijn volgens de deskundigen meerder betekenissen mogelijk voor deze namen. Dit met soms felle discussies tussen voor- en tegenstanders van een bepaalde gedachtegang. We gaan hier de komende tijd op in.

Het Vierkant was een hoge duintop.
‘t Vierkant is het onofficiële oude centrum van Lisse. ’t Vierkant ligt op een duintop van de meest oostelijke strandwal, die van Velsen tot Oegstgeest loopt. De oude duinen werden vanaf 7000 jaar geleden gevormd. Door een kustgericht zandtransport werden zandbanken afgezet, evenwijdig aan de kust. Door aanvoer van zand via de lucht werden in die tijd de strandwallen steeds hoger. De aangroei en vorming van deze zandbanken ging door tot de Romeinse tijd. De meest oostelijke strandwal lag gemiddeld zo’n 10 meter boven NAP met natuurlijke uitschieters naar boven tot 40 meter. Vanaf de Romeinse tijd werden de oude duintoppen niet hoger, integendeel; door erosie, verstuiving en afgravingen werden ze juist steeds lager. ’t Vierkant ligt nu op ongeveer 3 meter boven NAP, ongeveer 2,50 meter boven het omringende landschap.
 
In 1642 voor het eerst vermeld
Op ‘t Vierkant zijn sporen van bewoning gevonden uit de periode 1175-1225. ‘t Vierkant bestaat als bewoningsplaats dus al heel lang. ’t Vierkant wordt voor het eerst genoemd in 1642. Er wordt door Jan Dircks op 29 december 1642 een eikenboom “in ’t Viercant” omgehakt en weggevoerd. Hij krijgt daarmee moeilijkheden met Scout en Schepenen. Ook wordt ’t Vierkant genoemd in 1666 en 1703. Steeds met de term “in ’t Viercant”. Tegenwoordig spreken we meer over “op ’t Vierkant”.
 
Uniek in Nederland
‘t Vierkant kan niet zomaar een vierkant woongebied zijn. Op de oudste kaarten heeft het al de huidige, min of meer driehoekige vorm. Voor zover bekend, is er in Nederland geen centrum of plein, die van oudsher het Vierkant heette.
 
Square of gewoon plein?
Naast diverse andere mogelijke betekenissen is de letterlijke betekenis als plein een goede mogelijkheid.
In de landen om ons heen heeft vierkant vaak 2 betekenissen, n.l. een vierkant en een plein.
In Engeland noemt men bijna elk plein een square, denk maar aan Trafalgar-square en Leicestersquare. Heel vaak zijn die squares helemaal nooit echt vierkant geweest. Square betekent ook vierkant. Ook het Duitse karree en het Franse carré hebben beide de betekenis van plein en vierkant. Dat geldt ook voor het Zweedse fyrkant en het Deense firkant.

Ons vierkant kan dus simpelweg dorpsplein  betekenen.
Vierkant, square, karree, carré, fyrkant en firkant in de betekenis van plein, moeten dan waarschijnlijk oorspronkelijk wel iets te maken hebben gehad met iets, dat vierkant was. De woorden moeten dan ook al heel oud zijn, omdat ze nu in diverse talen dezelfde 2 betekenissen hebben: plein en vierkant. Waarom er dan, voor zover bekend, geen meerdere dorpen en steden in Nederland een plein hebben, dat het Vierkant heette, is vreemd en wetenschappelijk onlogisch.

Er zijn echter andere mogelijke betekenissen van ’t Vierkant, die een volgende keer aan de beurt komen.

Het niet vierkante Vierkant in de eerste helft van de 20ste eeuw. Foto: www.beeldbanklisse.nl

 

TENTOONSTELLING ‘BOLLENSCHUREN, ICONEN VAN DE BOLLENSSTREEK’

De ontwikkelingen in techniek en logistiek in het bollenvak zijn bepalend geweest voor de architectuur van bollenschuren. Het boek “De Bollenstreek, Landschap & Erfgoed van de Bloembollencultuur” is uitgebracht. 

Sporen van vroeger (Lisser Nieuws)

27 december 2016

door Nico Groen 

In museum De Zwarte Tulp in Lisse is de tentoonstelling: ‘Bollenschuren, Iconen van de Bollenstreek’ te te zien. Daarin staan de architectuur, de betekenis voor het landschap en het hergebruik van bollenschuren centraal.
Bollenschuren zijn sinds het eind van de 19de  eeuw gebouwd voor de opslag en verwerking van bloembollen. De ontwikkelingen in techniek en logistiek in het bollenvak zijn bepalend geweest voor de architectuur van bollenschuren.
Dit erfgoed vertelt het verhaal van de bloembollencultuur. Daarom heeft museum De Zwarte Tulp, dat zelf ook gevestigd is in een voormalige bollenschuur, besloten hieraan een wisseltentoonstelling te wijden.
 
Iconen van de Bollenstreek
Bollenschuren zijn zo karakteristiek voor de Bollenstreek dat ze als iconen van het landschap worden beschouwd. Daarom staan steeds meer bollenschuren op de monumentenlijst en krijgen ze ook steeds vaker een nieuwe functie. De tentoonstelling laat ook zien hoe bijzonder het is om in een bollenschuur te wonen en te werken. De  samenwerking tussen het museum en de werkgroep Bollenerfgoed van het CultuurHistorisch Genootschap Duin- en Bollenstreek (CHG) heeft een verrassende tentoonstelling opgeleverd. Er zijn niet alleen foto’s van bollenschuren gebruikt, maar er zijn zelfs twee types bollenschuren in het museum nagebouwd. Daardoor kun je de bollenschuur niet alleen zien, maar ook voelen, horen en zelfs ruiken!

Interieur van bollenschuren
Bollenschuren zijn gebouwd als opslag- en werkruimte voor de bollenkwekers. In de schuur werden de bloembollen gedroogd op houten stellingen. Het grootste deel van de schuur werd daardoor in beslag genomen. Daarnaast was er een werkruimte om de bollen te pellen, te sorteren en te verpakken en tevens een kantoor voor de directie en administratie.
De houten stellingen in de schuren vormen tevens de dragende constructie van de bollenschuur. Soms zijn deze stellingen nog intact, vaak zijn ze al vervangen door een staalconstructie, vooral als de bollenschuur een niet-agrarische bestemming heeft gehad.

Bescherming en herbestemming
De Werkgroep heeft veel onderzoek gedaan naar bollenschuren en geeft advies aan eigenaren en overheden. Door middel van boeken, fietsroutes, lezingen en de jaarlijkse Zwarte Tulp prijs wordt het karakteristieke bollenerfgoed onder de aandacht gebracht.
Zo is onlangs een prachtig lijvig boek “De Bollenstreek, Landschap & Erfgoed van de Bloembollencultuur” uitgebracht door de werkgroep. Het boek laat een samenhang zien tussen de sociale, geografische en economische aspecten van de bloembollencultuur met een belangrijk hoofdstuk over het bollenerfgoed. De focus ligt op herbestemming van bollenschuren, woonhuizen en villa’s. Inmiddels zijn 94 bollenschuren een monument geworden.
 
Te zien tot 19 februari 2017
De tentoonstelling ‘Bollenschuren, Iconen van de Bollenstreek’ is nog te zien tot en met 19 februari 2017. Museum De Zwarte Tulp is gelegen aan ‘t Vierkant, Heereweg 219, 2161 BG in Lisse.
Veel van wat hierboven beschreven staat is ontleend aan de website www:bollenschuren.nl, waar nog veel meer info over bollenschuren is te vinden. Dit is een website van de werkgroep Bollenerfgoed van het CHG Duin- en Bollenstreek. Dit is de overkoepelende organisatie van alle historische verenigingen in de Duin- en Bollenstreek, waaronder de Cultuur-Historische Vereniging “Oud Lisse”.

Huis annex bollenschuur Heereweg 289/Zwanendreef 2A is een rijksmonument. Foto van de homepage van website www:bollenschuren.nl

HIGHLIGHTS VAN DE VERENIGING OUD LISSE GEDURENDE 25 JAAR

De Vereniging bestaat in 2016 25 jaar. De monumenten zijn in die jaren sterk uitgebreid. Het station en gebroeders Driehuizen en genealogie worden beschreven.

Sporen van vroeger (Lisser Nieuws)

13 december 2016

door Nico Groen 

De Cultuur-Historische Vereniging “Oud Lisse”, die in 2016 haar vijfentwintigjarig jubileum viert, is niet meer weg te denken uit Lisse. Zodra  een fraai, monumentaal of beeldbepalend pand bedreigd wordt, is Oud Lisse er bij om dit te voorkomen. Als er natuurschoon met cultuurhistorische waarde in gevaar komt, doet de Vereniging eveneens haar uiterste best.

Veel monumenten in Lisse
Een van de belangrijkste projecten in die 25 jaar was het uitbreiden van het aantal gemeentelijke en rijksmonumenten. Lisse telt nu maar liefst 34 rijksmonumenten en 92 gemeentelijke monumenten. Deze aantallen zijn er sinds 2008. De beschrijving van de monumenten en een foto hiervan zijn in te zien op deze website. Daarnaast is er in 2010 een wandel- en fietsrouteboek langs monumentale panden door de VOL uitgegeven, waarvan nog exemplaren beschikbaar zijn.

Station Lisse/bollenschuur Driehuizen
Een ander hoogtepunt is ongetwijfeld het behoud van het station Lisse. Het station is ontworpen door architect D.A.N. Margadant. Het station werd in 1905 in gebruik genomen en is nu een rijksmonument. Ook het behoud van het kantoor plus bollenschuur van Gebroeders Driehuizen moet niet worden vergeten. Dit is nu ook een rijksmonument.

Waardevolle bomen
Een belangrijk resultaat is ook de realisatie van de gemeentelijke monumentale bomenlijst in 1995. De VOL heeft in 1992 en 1993 alle belangrijke bomen geïnventariseerd. Dit resulteerde in 1993 in een boek van Udo Hassefras met de titel ‘Bomen van Lisse’, uitgegeven door de Vereniging Oud Lisse. Door inspanningen van de toenmalige werkgroep Cultuurhistorie heeft dit geleid tot de bovengenoemde monumentale bomenlijst, die in 2016 vervangen is door een waardevolle bomenlijst In 2014 is een boek in full colour van 128 pagina’s uitgegeven door de Vereniging met de titel ‘Wandel- en fietsroutes langs monumentale bomen in Lisse’. Ook dit boek is bij de VOL nog steeds verkrijgbaar.

Meer highlights
Verder kunnen als highlights van de afgelopen 25 jaar Beeldbank Lisse, de uitgebreide websites oudlisse en oudefilmslisse en het kwartaalblad genoemd worden. Ook het digitale archief is van groot belang, evenals het fysieke archief, geschonken door vele Lissers of oud-Lissers, die de Vereniging een warm hart toedragen. Er zijn in de loop van 25 jaar diverse werkgroepen met enthousiaste vrijwilligers actief wat onder andere resulteerde in een aantal boeken.  Progen is een genealogieprogramma van de werkgroep Genealogie waar duizenden Lissers vermeld staan. Ook het belang van de inloop op dinsdagmorgen in de Vergulde Zwaan aan de 1e Havendwarsstraat 4 moet niet worden vergeten.

Invloed door leden
Om als vereniging veel invloed te kunnen hebben is het van groot belang, dat er veel mensen lid zijn van de Vereniging. We hebben duidelijk behoefte aan steun. U kunt zich via het mailadres hieronder aanmelden als lid. De kosten zijn maar € 17,50 per jaar. Hiervoor krijgt u bovendien ieder kwartaal een Nieuwsblad met veel informatie  over geschiedenis, historische gebouwen/landschappen en personen, die vroeger in Lisse woonden en werkten.  Ook kunt u gratis naar de maandelijkse, interessante lezingen.

Het laatste kwartaalblad in A5 formaat. Voortaan verschijnt het Nieuwsblad in full colour in A4 formaat.

DEVER BELICHT

Ommetje van de Poelpolder: De geschiedenis van van donjon Dever wordt beschreven.

Sporen van vroeger (Lisser Nieuws)

29 november 2016

door Nico Groen 

We vervolgen de cultuurhistorie langs het Ommetje van de Poelpolder, dat bij de Zemelmolen begon. In vorige columns hebben we aandacht besteed aan het geriefbosje van boerderij Langeveld en aan de Staalsloot hier tegenover. Kijken we op de dijk richting Lisse dan zien we de dominerende donjon Dever liggen aan de andere kant van het water.

De woontoren
Dever is een woontoren, gebouwd omstreeks 1370 als een versterkt woonhuis, waar de bewoner, ridder Reinier d’Ever veilig kon wonen. Reinier is niet de eerste d’Ever in Lisse, zijn vader en grootvader woonden er waarschijnlijk al. Dat Reinier er in 1370 woonde is zeker, want dit staat in een oorkonde uit die tijd.
De achterzijde van de toren is vlak: die was gericht naar het moeras van de Lisser Poel en hoefde niet zo sterk te zijn, omdat van die zijde geen gevaar dreigde.
De andere muren zijn hoefijzervormig gebogen, bijna 2 meter dik en massief gemetseld

Het voorhuis
Op een van de oudste afbeeldingen van Dever uit 1580 is te zien dat de woontoren en het voorterrein van het huis omringd zijn door water en dat een brug toegang verleent tot het voorterrein. Tegen de woontoren is een klein huis gebouwd en op het voorterrein staan stallen en dienstgebouwen.
Johan van Schagen bouwde tussen 1631 en 1634 een royaal voorhuis voor de woontoren. In diezelfde periode werd de gracht vergroot en de poortwachterswoning gebouwd.

Een ruïne
Na 1699 hebben er geen Heren van Lisse en Dever meer gewoond.
Nu de eigenaren geen direct belang meer hadden bij de staat van onderhoud van ’t Huys Dever, trad het verval in. In 1848 stortte een deel van de noordgevel van het voorhuis in. Daarna ging het snel: in 1862 stortten het dak en de gewelven van het middeleeuwse Dever in.
Na Reinier d’Ever bleef de Ridderhofstede tot 1949 via vererving in de familie.
Dat de gemeente Lisse in 1949 eigenaar werd van de ruïne is het gevolg van de eerdere emigratie van de familie naar Duitsland. Na de Tweede Wereldoorlog werd Dever als vijandelijk Duits bezit geconfisqueerd. Het Beheersinstituut verkocht de landerijen aan de pachters en droeg de ruïne voor één gulden over aan de gemeente Lisse. De ‘ontvijandingsprocedure’ die de laatste particuliere eigenaar Max Freiherr Heereman van Zuydtwijck aanspande, vond geen gehoor bij de Raad voor het Rechtsherstel in Den Haag.

Lezing voor VOL
Bovenstaande en nog vele andere leuke, historische anekdotes over Dever vertelde Ignus Maes op 22 november op zijn eigen onnavolgbare, enthousiaste wijze. Dit, tijdens een lezing voor de Vereniging Oud Lisse aan de 1e Havendwarsstraat 4. Maes is voorzitter van de Vrienden van Dever. Voor een volle zaal met zo’n 70 belangstellenden liet hij ook nog foto’s zien van de renovatie in de zeventiger jaren van de vorige eeuw. Ook de  opgraving van de fundering van het kleine huis tegen de toren en het voorhuis kwam aan bod. Hij roemde Fons Hulkenberg, zonder wiens inzet de renovatie niet zou zijn gelukt.
Op de website van Dever staat nog veel meer over de historie van Dever en zijn bewoners.

De ophaalbrug van Dever staat op de plek van eerdere bruggen. Foto: Uit het nieuwe boek ‘Fietsroutes langs bruggen in Lisse’ uitgegeven door VOL

‘WANDEL-EN FIETSROUTEBOEK LANGS BRUGGEN IN LISSE’

In dit boek wordt van alle bruggen met een officiële naam en andere bruggen, de cultuurhistorie beschreven, evenals van het water waar de brug overheen gaat en van de weg waar de brug in ligt.

Sporen van vroeger (Lisser Nieuws)

15 november 2016

door Nico Groen 

 
Op 14 november werd  het boek ‘Wandel- en fietsroutes langs bruggen in Lisse’ gepresenteerd. Het boek is gerealiseerd door een werkgroep van de Cultuur-Historische Vereniging “Oud Lisse”. Het eerste exemplaar werd die dag overhandigd aan wethouder Evert Jan Nieuwenhuis.
 
In dit bruggenboek wordt van alle bruggen in Lisse met een officiële naam, de cultuurhistorie beschreven, evenals van het water waar de brug overheen gaat en van de weg waar de brug in ligt.
Er zijn 2 routes, een zuidelijke en een noordelijke, die beide op het Vierkant beginnen. Ook alle overige bruggen, zowel particuliere als gemeentelijke, die op deze routes liggen worden beschreven.
Van alle bruggen zijn historische en moderne foto’s te zien. Ook zijn vele kaarten uit de 17e tot en met de 20e  eeuw opgenomen ter verduidelijking van vroegere situaties.
Het boekwerk van 128 pagina’s in full couleur is vanaf 15 november bij de plaatselijke boekhandel, de VVV van Lisse en bij de Vereniging “Oud Lisse”, die ook de uitgever is, te koop voor 12,50 euro. Voor leden van de vereniging is het boek te koop bij de VOL voor 9,50 euro.

Ommetje van de Poelpolder
In het boek staan onder andere de Staalbrug en de vaart, die er onderdoor gaat, beschreven. Dit is de brug in de Heereweg nabij boerderij Wassergeest. Deze brug gaat over de Staalsloot, die eindigt bij de Rijn- of Ringsloot tegenover het geriefbosje van Boerderij Langeveld in de Poelpolder, dat we in een vorige column hebben beschreven. Dit einde van deze Staalsloot is dus goed te zien tijdens een wandeling langs het Ommetje van de Poelpolder. Er staat hier een informatiepaneel op de dijk.

Staalbrug
In 1594 had Dignum Jansz. de Roo, pachter en later eigenaar van een boerenbedrijf ten zuiden van de landerijen van Dever, deze vaart laten graven voor de afzanding van een duingebied tussen de Heereweg en de Achterweg. De vaart kruiste de Heereweg en er zal dus een houten brug geweest zijn. De brug heette in de 17e eeuw Wassergeesterbrug en was toen eigendom van Van der Laen, eigenaar van Landgoed Wassergeest. Hij liet de houten brug vervangen
door een gemetselde. Begin 19de eeuw was D.P.J. van der Staal van Piershil eigenaar van Wassergeest en dus van de brug. De naam veranderde in Staalbrug naar bovengenoemde eigenaar van de brug. In 1842  klaagt diligenceonderneming Van Gend en Loos over de vervallen staat van de Wassergeesterbrug, die was gebleken ‘door uitzetting zich in eenen gebrekkigen staat te bevinden’. Voor deze brug gold: ‘de gebreken ten spoedigsten naar behoeven te herstellen’ of anders ‘zich bereid te verklaren of hij (de eigenaar) genegen mogt zijn die brugge op billijke voorwaarden aan het Rijk af te staan’. Uiteindelijk koos Van der Staal voor de gemakkelijkste weg: hij stond de brug af en was daarmee verlost van het vervelende onderhoud. Hoewel officieel Staalbrug, wordt in de volksmond ook wel gesproken over Stalenbrug. Langzamerhand werd het vervoer via het water overgenomen
door vrachtwagens. De Provincie verlaagde aan het einde van de vorige eeuw alle bruggen in de Heereweg, omdat zij een gevaar voor het wegverkeer opleverden. Zo ook de Staalbrug. Deze werd in 1993 verlaagd.
Bovenstaande gegevens over de Staalbrug en nog veel meer info over deze brug staan in het nieuw uitgebrachte boek.

De Staalbrug bij boerderij Wassergeest. Foto uit het nieuwe boek ‘Wandel- en fietsroutes langs bruggen in Lisse’, uitgegeven door VOL.