Uitgegeven artikelen in pers etc.

De pastoors van de schuilkerk

Sporen van vroeger                                                            

26 april 2022

door Nico Groen

Na de hervorming in 1579 verenigden de katholieken in Warmond, Voorhout, Sassenheim en Lisse  zich in een statie. Een statie is de standplaats van een missionaris omdat Nederland als zendingsgebied werd beschouwd. De missionarissen woonden in Sassenheim en zullen mogelijk daar begraven zijn. Omstreeks 1630 werd oogluikend toegestaan dat ten westen van de Achterweg, net ten noorden van de zandsloot Mallegat, bij De Engel, een schuilkerk werd gebouwd.

Omdat in de loop van de tijd de scherpe kantjes er wat af gingen, kregen de katholieken in Lisse, Voorhout, Sassenheim en Warmond in 1631 weer een gezamenlijke pastoor, Johannes de Hoogh, die in 1635 aan de pest overleed. Na hem kwam pastoor Engelbertus Roxelius. Hij was pastoor van 1635 tot zijn overlijden in 1659. Pastoor Roxelius werd opgevolgd door Adriaan Houckgeest, die tot zijn overlijden in 1687 pastoor bleef in voornoemde dorpen. Deze pastoors staan niet op de vervallen grafzerk, die op het kerkhof van de Agathakerk ligt en waarover u eerder heeft kunnen lezen.

Pastoors op de grafzerk

In 1687 werd pastoor Johan van der Werve alleen voor Lisse benoemd. Hij overleed op 1 juli 1697 en werd opgevolgd door Lambert Schaap, die in 1708 stierf. Na hem is Arnoud de Leeuw gekomen. Hij herbouwde de kerk in 1710. Na De Leeuw werd Franciscus van den Heuvel pastoor en na diens overlijden Cornelius van der Valk of Valck. Deze 5 pastoors staan op de grafzerk. In 1828 werd bij de schuilkerk een kerkhof gerealiseerd. Omdat de 5 pastoors die op de oude grafzerk staan al vóór 1828 waren begraven, zullen deze in de Grote Kerk begraven zijn, waar de steen onder de vloer in 1938 tevoorschijn kwam. De latere pastoors van de schuilkerk stonden daar niet op.

Nog 4 pastoors

Daarna kwamen er in de schuilkerk nog 4 herders die dus niet op de grafzerk staan, zoals Petrus Snarenburg die overleden is op 1 januari 1805. Hij werd begraven in de Pieterskerk in Leiden. De volgende pastoors waren Joannes Christophorus Freede overleden op 14 juni 1816 en Petrus van Halen, overleden op 13 juni 1840, die op het kerkhof bij de schuilkerk werd begraven. Waar pastoor Freede zijn laatste rustplaats vond is niet duidelijk. In 1840 kwam pastoor van der Hoven, onder wiens leiding een nieuwe kerk (1842) en kerkhof (1843) verrees aan de Heereweg.

Restauratie van belang

De oude grafsteen op het kerkhof bij de Agathakerk vertelt de geschiedenis van de schuilkerk. Dit is uit cultuurhistorisch oogpunt van groot belang. Het is ook onderdeel van de geschiedenis en identiteit van de katholieke gemeenschap  in Lisse. Deze grafzerk moet daarom behouden blijven. Het opschrift is nauwelijks te lezen en de steen is gebroken. Voor toekomstige generaties is restauratie van groot belang.

 

Alle pastoors van de Agathakerk vanaf 1461 tot 1956 staan op deze foto. De hele lijst hangt naast de ingang naar de kerkzaal.
Foto: Nico Groen

Cultuur-Historische Vereniging “Oud Lisse”

 

De Schuilkerk aan de Achterweg

Sporen van vroeger  (LisserNieuws)                                                           

12 april 2022

door Nico Groen

Op 31 oktober 1517 spijkerde Maarten Luther zijn 95 stellingen op de deur van de slotkapel van Wittenberg in Duitsland. Dit is het symbolisch begin van de Reformatie. Er heerste grote armoede en er was veel onvrede binnen de R.K. Kerk. Het conflict tussen de R.K. kerk en de afgescheidenen ontaardde in 1566  in de Beeldenstorm.

De katholieken in Lisse kerkten in de Grote Kerk op ‘t Vierkant. Tijdens de Beeldenstorm werden de beelden van de heilige Agatha en van Maria vernield en verwijderd. De sieraden, zoals rozenkransen werden gestolen en later verkocht.

In 1579 werd bepaald, dat de Nederduitsche Gereformeerde Kerk in de Noordelijke Nederlanden voortaan de publieke kerk moest zijn. Er werd vastgelegd dat er persoonlijke vrijheid van godsdienst en godsdienstuitoefening zou zijn, maar de praktijk was anders. De protestanten namen de kerk in bezit, evenals de pastorie op ’t Vierkant.

Schuilkerk bij de Engel
Na een aantal jaren stabiliseerde de verhouding tussen de twee geloofsgemeenschappen zich. Omstreeks 1630 werd oogluikend toegestaan dat ten westen van de Achterweg, net ten noorden van de zandsloot Mallegat, bij de Engel werd gekerkt. Dit tegen een jaarlijkse betaling van zogenaamde recognitiegelden voor een officiële vergunning.

Het bouwjaar van de kerkschuur is onzeker, maar in 1631 krijgt Lisse een vaste priester, pastoor Johannes de Hoogh. Het jaar 1672 wordt in het kerkarchief als stichtingsjaar van de schuilkerk genoemd. Van deze kerk is geen afbeelding bekend, maar in 1710 wordt op dezelfde plaats een nieuwe kerk met een fraaie pastorie gebouwd. De nieuwe kerk werd bijna 10 m. breed en 20 m. diep.

De kerk werd gebruikt tot 1843 en toen gesloopt. Op de tekening is rechts de kerk en links het pastoorshuis te zien, met linksvoor een bijkeuken of iets dergelijks. De pastorie met 2 wimpels ziet er veel aanzienlijker uit dan het kerkgebouw. De tekenaar stond ten westen van de kerk, omdat aan de kant van Achterweg niets te zien mocht zijn wegens mogelijke aanstoot. Daar waren bosschages, een boomgaard  en een schutting. Op het binnenplaatsje is een muur te zien met een soort tuinhuisje en daarnaast een poortje.

Begraven werd in en later bij de oude Grote Kerk op ’t Vierkant. In 1828 hebben de Lissese katholieken echter bij de schuilkerk een eigen begraafplaats gekregen.

Op het kerkhof van de Agathakerk ligt een heel oude grafzerk, zoals we in een vorige Sporen van Vroeger gezien hebben. Deze grafsteen ligt op de begraafplaats op het linker gedeelte helemaal vooraan tegen het Franciscushuis aan. De namen zijn nauwelijks te lezen en er zitten een paar grote scheuren in. De onderhoudsgroep van het kerkhof probeert de steen uit de 18e eeuw te laten restaureren. Omdat de 5 pastoors die op de oude grafzerk staan al vóór 1828 waren begraven, zullen deze in de Grote Kerk begraven zijn, waar de steen onder de vloer in 1938 tevoorschijn kwam. De latere pastoors van de schuilkerk stonden daar niet op.

 

Zie ook het boekje Agathakerk 1843-1943 van Jaap Raaphorst ter gelegenheid van het honderdjarig kerkgebouw.

Raaphorst boekje 1943

 

LisseTijdreis Schuilkerk in 1830

 

Foto:  De schuilkerk met rechts de eenvoudige kerk en links het deftige pastoorshuis. Foto: Oud Lisse

 

 

Een mysterieus grafzerk

Sporen van vroeger  (LisserNieuws)                                                           

29 maart 2022

door Nico Groen

Op het kerkhof van de Agathakerk ligt een heel oude grafzerk. Deze grafsteen ligt op de begraafplaats op het linker gedeelte helemaal vooraan tegen het Franciscushuis aan. De namen zijn nauwelijks te lezen en er zitten een paar grote scheuren in. De onderhoudsgroep van het kerkhof probeert de steen uit de 18e eeuw te laten restaureren.

De steen ligt hier al heel lang op dezelfde plaats. Destijds werden hier alle belangrijke grafstenen, zoals van overleden pastoors van de Agathakerk geplaatst. Later is dit ‘centrum’ verplaatst naar de huidige plek, waar diverse belangrijke zerken liggen, zoals de oorlogsgraven. De oude zerk werd echter niet verplaatst en raakte in de vergetelheid. Onderzoek van de Cultuur-Historische Vereniging “Oud Lisse” liet zien dat de personen, die er opstonden overleden waren tussen 1697 en 1798, dus in de 18e eeuw.

De zerk heeft het nauwelijks te lezen opschrift:

Grafstede van de volgende Heeren en Meesters.

Joannes van de Werve Obiit XIII July MDCXCVII (1697)

Lambertus Schaap Obiit X April MDCCVIII (1708)

Arnoldus de Leeuw Obiit 17 July MDCCXLVII (1747)

Franciscus van den Heuvel Obiit 23 Octobris MDCCLX (1760)

Cornelius van der Valk Obiit 1 Octobris MDCCXCVIII (1798).

 

Hoe kwam de grafzerk hier terecht?

Opheldering gaf een artikel in de krant De Maasbode van 8 december 1938.

Hierin staat een uitgebreid artikel over de grote renovatie in 1938 van de binnenkant van de Grote Kerk op ‘t Vierkant. Toen werd onder de vloer een grote grafzerk gevonden.

De Maasbode:

“Naar het opschrift te oordeelen meende men te doen te hebben met een gezamenlijk graf van Lisser schoolmeesters. Groot was dan ook de verbazing van de omstanders, toen men bij het verzamelen van de overblijfselen van de kistenresten stukken gewaden aantrof welke kennelijk kerkelijke paramenten waren geweest. Een nader onderzoek maakte duidelijk, dat de namen op de zerk eens gedragen waren door de pastoors, welke vanaf 1687, toen de St. Agatha-parochie weer zelfstandig werd, de katholieken van Lisse als herder hebben geleid. Dat deze pastoors in een kerk der hervormden begraven werden, behoeft geen verwondering te wekken, daar er toentertijd geen ander kerkhof geweest zal zijn dan het eeuwenoude in en bij de kerk. Ook het sierlijke in grote krulletters gebeitelde opschrift, dat zoveel verwarring stichtte, is te verklaren; het is een vertaling van het oude Domini et Magistri, Heeren en Meesters. Heer was de middeleeuwsche titel voor elke geestelijke en Meester was gebruikelijk voor hen, die aan een universiteit een graad hadden behaald. Met Heeren en Meesters werd dan de geestelijkheid bedoeld. …… De zerk der eerste vijf Lisser pastoors na de hervorming is door de kerkvoogden aan den huidigen pastoor afgestaan. Een waardige plaats voor dit steenen document der kerkgeschiedenis van het dorp zal worden uitgekozen”.

Hieronder staat het hele verhaal uit de Maasbode.

Vondsten in de Ned Hervormde kerk te Lisse in de Maasbode 8 dec 1938

 

De rekening van Boot voor het verplaatsen van de grafzerk in 1939

De grafzerk van 1700 kg, 125 cm breed, 250 cm lang en 20 cm dik is nauwelijks te lezen.
Foto: Oud Lisse

 

 

Stamboomonderzoek bij de VOL

Sporen van vroeger  (LisserNieuws)                                                

15 maart 2022

door Nico Groen

Wat betekent genealogie? Het is (volgens Wikipedia) familiekunde. Een hulpwetenschap van de geschiedenis, die zich bezighoudt met het onderzoek naar afkomst en geschiedenis van families en geslachten. Dat kan leiden tot een stamboom van alle personen uit dezelfde familie, uitgaand van de oudst bekende voorvader in mannelijke lijn. De VOL is geïnteresseerd in Lissese families of in personen die een verbinding met of een betekenis voor Lisse hebben.

De vereniging heeft een werkgroep Genealogie, die een digitaal bestand heeft ontwikkeld met behulp van een  bepaald programma. Daarin staan personen uit Lisse met daar bij behorende familieverbanden. Beheerder is Louise Kerkvliet-van Kampen. Tot 1920 is het bestand behoorlijk volledig. Tegenwoordig zitten er in het bestand 60.000 personen met 18.500 families in Lisse. Dit bestand blijft groeien. Om data te vinden van personen na 1920 is een uitdaging vanwege de privacywetten.  In het kader van deze privacyregels zijn geboorteaktes pas na 100 jaar in te zien, huwelijksaktes na 75 jaar en overlijdensakte na 50 jaar. Dat betekent dat deze informatie op een andere manier gevonden moet worden.

Genealogische bronnen bij de VOL

Genealogische informatie was vroeger moeilijk te achterhalen. Men moest er voor naar gemeentelijke, nationale en kerkelijke archieven. Men moest er echt heen om in de verschillende archieven informatie te achterhalen. Daar werd veel tijd aan besteed. Met het digitale tijdperk is dat eenvoudiger geworden. We kunnen vanuit onze luie stoel informatie benaderen. De VOL heeft een eigen archief gevuld vanuit verschillende informatiebronnen. Denk hierbij aan archiefmateriaal van de gemeente, maar ook documenten van Erfgoed Leiden en Omstreken, waaronder de Bollenstreekgemeenten, gerechtsboeken etc. Het gaat om zowel publicaties als digitale bronnen.

Inloop op dinsdagmorgen

Regelmatig ontvangen wij giften waarin genealogische informatie beschreven is. Maar ook verzamelaars en particulieren bieden bidprentjes, rouwadvertenties en geboortekaartjes aan waaruit veel informatie te achterhalen is. Verder wordt er gebruik gemaakt van alle beschikbare digitale informatie die wereldwijd op het internet te vinden is.

Wat doet de VOL met de verzamelde informatie? Ons bestand is in wezen een lijst met namen waarin begin- en einddata verwerkt zijn en waarin familieverbanden vermeld zijn. De informatie is onlangs gebruikt voor de website LisseTijdReis, waarbij historische informatie over personen en zaken uit Lisse aan elkaar gekoppeld werd. Daarmee is informatie gebruikt van 1830. Je kunt o.a. nagaan waar je voorouders gewoond hebben en welke beroep ze uitoefenden. Er wordt nu druk gewerkt aan het Lisse van 1880. LisseTijdReis is door iedereen te raadplegen, maar de genealogische informatie is alleen voor leden van de VOL toegankelijk. In het verleden zijn er veel kwartierstaten met ouders, grootouders en bed-overgrootouders gemaakt van bekende Lissers. Deze zijn op de website terug te vinden. Ook kunnen particulieren informatie achterhalen bij de inloop op dinsdagochtend. Aanvullende informatie van personen en gezinnen uit Lisse is altijd welkom. Kom gerust ook eens langs op de inloopochtend op dinsdag voor het nagaan van je eigen familiegeschiedenis.

Bosje bij boerderij Langeveld moet blijven 

Sporen van vroeger (LisserNieuws)                                           

1 maart 2022

door Nico Groen

Het tegenwoordige geriefbosje, vroeer een groter pestbosje.

De plannen voor bebouwing van de wijk Geestwater lijken nu toch vastere vormen aan te nemen. In een Sporen van Vroeger van 15 februari werd aandacht gevraagd voor het slotenpatroon. In dat gebied ligt ook het bosje bij boerderij Langeveld. Dit bosje is van cultuurhistorisch belang

Het bosje licht precies in het verlengde van de Staalsloot, die aan de westkant van de Heereweg richting boerderij Wassergeest loopt. Omdat er rondom het bosje bij boerderij Langeveld geen slootjes zijn en omdat er alleen maar essen staan, werd jarenlang gedacht dat het bosje bij Langeveld  een geriefhoutbosje was dat  ook wel hakhoutbosje werd genoemd. Van zo’n bosje werd om de 8 jaar een gedeelte gekapt. Maar dat is al jarenlang niet meer gebeurd. Daarom zijn de uitlopers nu erg groot geworden. Het zijn hele bomen geworden.

Toch een pestbosje

Het bosje is nu vierkant van vorm. Op luchtfoto’s uit 1925 en 1945 is duidelijk te zien dat het bosje er toen heel anders uitzag dan tegenwoordig Het was veel groter en min of meer driehoekig van vorm. Ook is te zien, dat er slootjes omheen liggen. Op de kaart van LisseTijdReis uit 1830 is het slotenpatoon om het bosje ook goed te zien. Het heeft op die kaart dezelfde vorm als de luchtfoto’s. In 1830 bestond het bosje dus blijkbaar al. Op dit moment is op actuele hoogtekaarten nog de vorm van deze slootjes te zien door de diepere ligging dan de omgeving. Deze slootjes zijn dus droog gevallen of niet helemaal volgestort.

Uit de luchtfoto uit 1945 is op te maken dat bijna het hele bosje is gekapt. Er was in de hongerwinter veel behoefte aan brandhout. Mogelijk is daarom het bosje toen gekapt. Rechts onderin zijn jonge pas geplante bomen te zien. Dat zullen de essen zijn, die er nu nog staan.

Omdat er slootjes om het bosje te zien zijn kan worden geconcludeerd, dat op moment van het maken van de luchtfoto’s het bosje een pestbosje was. Dat was er in 1830 al. Later, na de oorlog is dit veranderd in een veel kleiner geriefhoutbosje, dat er nu verwaarloosd bijstaat. Het overig deel is weiland geworden en de slootjes zijn gedempt of drooggevallen.

 Pestbosje moet behouden blijven

Volgens de beschrijving van de plannen voor de wijk Geestwater is het de bedoeling dat er ook ‘wilde natuur’ komt. Wat is er meer ‘wilde natuur‘ dan een pestbosje? Doordat er vroeger geen koeien konden komen en het gras niet werd gemaaid, kwamen daar op de duur wilde planten, struiken en bomen op. De VOL pleit er voor dat de oorspronkelijk sloten rondom het bosje weer worden hersteld en dat er naast de bestaande essen, bomen en struiken worden geplant, zoals die van nature in lage, natte kleigrond voorkomen, zoals elzen, berken, populieren en wilgen.

Het pestbosje moet daarom volgens de Cultuur-Historische Vereniging “Oud Lisse”  bij de nieuwbouw in de wijk Geestwater behouden blijven en hersteld in de oorspronkelijk grootte met  de bijbehorende slootjes. Het is van groot cultuurhistorisch belang. Dit wordt ook zo verwoord in de Cultuurhistorische Waardenkaart van de gemeente Lisse.

 

Poelpolder luchtfoto 1925 detail

 

Een detail van een luchtopname van de RAF in 1945. Rechtsonder het huidige bosje. De rest is gekapt.

 

 

 

 

Slotenpatroon in Geestwater moet blijven

Sporen van vroeger                                                   

15 februari 2022

 door Nico Groen

De plannen voor bebouwing van de wijk Geestwater lijken nu toch vastere vormen aan te nemen. Bij de bedijking van de Poelpolder in 1624 is een patroon van verkavelingsloten gemaakt, dat buiten de inmiddels gerealiseerde woonwijken nog grotendeels intact is. Deze sloten  moet volgens de VOL bij de nieuwbouw in de wijk Geestwater worden behouden en eventueel hersteld.

Geestwater of Geest Water is al een oude naam, die vóór de inpoldering  van de Lisserpoel in 1624 al lang bestond als onderdeel van de al of niet met elkaar verbonden meren: De Noordpoel, De Zuidpoel, het Geestwater  en dD Cleypoel. Het Geestwater liep vóór de bedijking ongeveer vanaf Boerderij Langeveld tot nabij de HH Engelbewaarderskerk. Dus tot ver voorbij de 2e Poellaan. De Zuidpoel bevond zich ongeveer waar nu de wijk Vrouwenpolder is. De Noordpoel lag ten noorden hiervan en De Cleypoel bij de 3e Poellaan.

De Cultuur-Historische Vereniging “Oud Lisse” is een onderzoek gestart naar de geschiedenis van de Poelpolder. Dit jaar is het 400 jaar geleden dat het besluit werd genomen om dit gebied droog te maken. In 1624 was de Poel droog. De Lisserpoelpolder is een van de oudste droogmakerijen van Zuid Holland. Er zijn nog tal van sporen in het landschap van de Poelpolder die stammen uit de tijd van de drooglegging en al 400 jaar oud zijn. Denk aan het open weidelandschap en de ligging van dijken en sloten. Het is belangrijk die sporen onder de aandacht te brengen bij bewoners en bestuurders, opdat deze sporen behouden zullen blijven. Een goed voorbeeld is het sloten- en verkavelingspatroon bij de nieuwe wijk Geestwater.

Verkavelingspatroon

Bij de drooglegging in 1624 is een strak slotenpatroon gerealiseerd. Van noord naar zuid maakte men een tochtsloot, Molentocht of Wetering genaamd, om het water naar de molens gemakkelijk af te voeren. Dwars daarop legde men sloten aan, die het water naar de Molentocht voerde. De Molentochtsloot begint nu net aan de zuidkant van ‘t Lange Rack en loopt helemaal door tot ver voorbij de 3e Poellaan. Ter hoogte van de Grote Lisserpoelmolen is een aftakking naar de molen.

Halverwege de 60er jaren van de vorige eeuw is men in het noordelijke deel van de Poelpolder begonnen met een grootschalig nieuwbouwproject. In dit gedeelte is de oorspronkelijke verkaveling geheel verloren gegaan, maar zijn in het open gebied  grotendeels behouden.

Waar de wijk Geestwater moet komen zijn de dwarssloten ook nog grotendeels intact. In de plannen staat dat het lekker wild mag zijn. “Want dat is goed voor de biodiversiteit en trekt dieren en planten aan waar we misschien nooit op hadden durven hopen’. Hopelijk gaat dit zodanig gerealiseerd worden dat de Molentocht en de dwarssloten in de wijk behouden en eventueel hersteld worden. Het is van groot cultuurhistorisch belang. Dit wordt ook zo verwoord in de Cultuurhistorische Waardenkaart van de gemeente Lisse. Dat geldt ook voor het bosje bij Boerderij Langeveld.

Het Slotenpatroon in 1830 in zwart en helderblauw, geprojecteerd op een actuele kaart
Kaart: LisseTijdReis van de VOL

 

20220215 Geestwater 1611

 

Kaart van de bedijkte Poelpolder
Poelpolder door J. Dou in 1624

H

Frits Treffers Penning voor Heereweg 357

Sporen van vroeger                                               

Erepenning

1 februari 2022

door Nico Groen

 

Het Nieuwsblad van de Cultuur-Historische Vereniging “Oud Lisse” is, met 32 pagina’s in fullcolour op A4 formaat, de moeite waard. Voor leden is dit blad gratis. Het kwartaalblad staat iedere keer vol interessante informatie en mooie foto’s. Zo stond er een artikel met mooie foto’s in het laatste nummer van 2021 over de uitreiking van de Frits Treffers Penning 2021.

Deze jaarlijkse toe te kennen penning is voor een gebouw, dat goed en grondig gerestaureerd is. In 2020 is deze voor de eerste keer uitgereikt. Daarvoor heette deze prijs De Erepenning. In 2021 is de Frits Trefferscommissie van de VOL uitgekomen op de woning Heereweg 357, net ten zuiden van de Staalsloot. De bewoners, Ard Otte en Dagna Hoogkamer, waren, bij de uitreiking in november, verguld met de penning en de bijbehorende oorkonde. De penning is gemaakt door Frans en Truus van der Veld.  Ard: “Wij wonen hier vanaf 2010 en hebben het huis alleen maar in deze staat gelaten. De eer komt toe aan de vorige bewoners, Marco en Ilona Gort, die de woning in 1999 kochten en grondig gerestaureerd hebben”. Dat waardeerde de VOL in 2002 ook al.

Woning met een inpandige stellingschuur

De oorspronkelijke woning met inpandige stellingschuur om bloembollen te drogen werd gebouwd in 1881 voor Henk van Ruiten. Hij was bollenkweker en veehouder. In 1922 werd hij opgevolgd door zijn zoon Matheus. Deze werd in 1957 weer opgevolgd door zijn zoon Arie, die geen kinderen had. Daarna kochten Marco en Ilona het huis om het te restaureren.

 Restauratie in 1999

Bij de restauratie is de bollenschuur bij de woning getrokken. Het pand is vakkundig opgeknapt met de nodige aandacht voor de historische elementen, zoals de opkamer met een bedstee en de kelder met de oude vloertegels. Ook in oude stijl gebleven zijn de trap met een bovenluik en deuren met houten krukken. De balken van de verdiepingsvloer zijn in het zicht gelaten.

De buitenkant werd ook met historisch besef opgeknapt. Het woonhuis met een brede voorgevel bestaat uit één woonlaag met daarboven een zolderverdieping. Aan de linker voorkant zijn 4 ramen met ieder een houten 4-ruits schuifvenster met een bovenlicht. Aan de rechterkant is een 6-ruits raam tot de grond gemaakt in dezelfde stijl. Hier was  vroeger de bollenschuur. Waar nu het raam is, zat vroeger een ventilatiedeur om de bollen te drogen. Dat is ook aan de achterkant het geval. In de rechter gevel waren ook 2 van zulke ventilatiedeuren. Een daarvan is nu nog de deur en de andere is nu een 6-ruits raam tot op de grond.

Het huis heeft een zogenaamd zadeldak met de nok evenwijdig aan de straat en met 2 dakkapellen aan de voorkant en 4 aan de achterkant. Deze dakkapellen hebben een 6-ruits venster in dezelfde stijl als de benedenramen. Wat verder opvalt zijn de vensters in de beide zijgevels van de zolderverdieping. Deze zijn vanaf de verdiepingsvloer opgetrokken. Hier waren vroeger de houten deuren om bollen of hooi naar de zolder te brengen.

 

Foto: De linker kant van het pand op Heereweg 357.
Foto: Nico Groen

foto uit het Nieuwsblad

Achterkant
Foto uit het Nieuwsblad

Het bollengebied moet open blijven

Sporen van vroeger (LisserNieuws)                                                            

20 december 2022

door Nico Groen 

De Cultuur-Historische Vereniging “Oud Lisse” en de Stichting Vrienden van Oud Hillegom maken zich zorgen over de ideeën die leven over het bollengebied ten noorden van de Keukenhof. Dit belangrijke cultuurhistorisch bollengebied wordt bedreigd door plannen om de N207 door te trekken naar de N206 met een aftakking over het spoor naar de Beeklaan in Hillegom. Ook zijn er plannen voor een parallelweg langs de Carolus Clusiuslaan vanaf de 2e Poellaan.

Een van de redenen voor aanleg van deze wegen is de drukte bij de Steenfabriek en op de Van Pallandtlaan en de Carolus Clusiuslaan. VOL denkt dat door de aanleg van de Rijnlandroute van Leiden naar Katwijk de verkeersdrukte op de oost-west verbinding voor de Bollenstreek voor het grootste deel is opgelost. Veel verkeer uit Voorhout, Noordwijk en Noordwijkerhout zal van deze verbinding gebruik gaan maken. Het fileleed in Lisse en Hillegom kan door een veel hogere vierbaans brug over de Ringvaart bij de Steenfabriek voor een deel voorkomen worden.

Pact van Teylingen geldt nog steeds

De verlenging van de N207 gaat in tegen de principes van het Pact van Teylingen door de enorme aantasting van het gave bollengebied ten noorden van de Keukenhof en de dreiging van grootschalige verstedelijking rondom het open gebied bij het station Hillegom. In het Pact van Teylingen zijn in het verleden afspraken gemaakt tussen vele organisaties, gemeentes en provincie hoe de Bollenstreek er uit gaat zien. Dit geldt nog steeds.

Cultuurhistorische waarde van het bollengebied

Vanwege de cultuurhistorische waarde van het bollengebied ten noorden van de Keukenhof heeft de stichting VvOH een brief gestuurd naar de leden van het College van Gedeputeerde Staten en de leden van Provinciale Staten van Zuid-Holland. Dit met de nadruk, naast andere argumenten, op het open houden van het bollengebied vanuit historisch oogpunt gezien.

De VvOH constateren in de brief dat het rapport zwaar leunt op het element economie, terwijl natuur, milieu, landschap en cultuurhistorie als sluitpost worden gezien en onvoldoende in de afwegingen zijn meegenomen.

Als het aan de mobiliteitswethouders van de gemeenten Hillegom, Lisse, Teylingen en Noordwijk ligt, komt er tussen 8 tot 15 jaar in de Duin- en Bollenstreek veel asfalt bij met grote gevolgen voor het open gebied, de flora en fauna en het Natura 2000 duingebied.

Los van de dure infrastructurele kunstwerken, zoals een spoorwegonderdoorgang en enkele viaducten gaat dit ook ten koste van veel eerste klas bloembollengrond. De Intergemeentelijke Structuurvisie Greenport is daarin als kader leidend. Niet gemeld wordt waar de vele hectaren kostende doortrekking naar de N206 en naar de Beeklaan gecompenseerd worden.

Een ringweg ten westen van Hillegom tast het bollengebied ernstig aan en kan nog meer verkeer aantrekken door nieuwbouw rondom het station. Dan zou het bij de steenfabriek nog veel drukker worden.

Foto: Een veel hogere vierbaansbrug over de Ringvaart bij de Steenfabriek zal veel fileleed in Lisse en Hillegom voorkomen. De brug hoeft dan maar af en toe open.
Foto: Nico Groen

 

Gemeentelijk monument: Villa BAKA op Heereweg 33

Sporen van vroeger (LisserNieuws)                                                   

18 januari 2022

 door Nico Groen

Er zijn plannen om op het terrein op de hoek van de Oranjelaan en de Heereweg  nieuwe woningen te bouwen. Het terrein en de gebouwen zijn in bezit van LinkerLisse Beheer BV.

Een van de gebouwen betreft Heereweg 33, bollenvilla BAKA. Dit is een gemeentelijk monument. Vóór het gemeentelijk monument staan twee waardevolle bomen, voorheen monumentale bomen genoemd.  Het betreft een rode beuk en een watercipres.

 

Een van de VOL-doelstellingen, naast alle andere activiteiten, is om het behoud van dit soort gebouwen en bomen te bevorderen. De Cultuur-Historische ‘Vereniging Oud Lisse” gaat er dan ook vanuit dat dit gemeentelijk monument en de bomen behouden zullen blijven.

 

Gebouwd in 1904 voor Dirk Nieuwenhuis

De villa heeft aan de zijkanten één bouwlaag onder een mansardedak. Bij een mansardedak is het onderste gedeelte van het schuine dak steiler dan het bovenste gedeelte. De voorgevel heeft 2 bouwlagen. Deze is symmetrisch van vorm met beneden de entree-portiek in het midden en aan beide kanten 2 ramen. Boven de entree is een samengesteld raam te zien met aan beide kanten nog een raam. Alle schuifvensters zijn van boven licht gebogen en met glas-in-lood  in de bovenlichten. Het middengedeelte is wit gepleisterd, evenals beide pilasters aan de buitenkanten van de voorgevel. Aan de onderkant van het pand zit een gepleisterde plint om optrekkend vocht te voorkomen. De erfafscheiding met de openbare weg bestaat uit een oud, gemetseld, stenen muurtje, afgedekt met een zogenaamde ezelsrug. De oude rode beuk is helemaal met dit muurtje vergroeid.

 

Het noordelijke deel van de bollenschuur Welbedrogen is in 1905 eigendom van ‘NV Bloembollenkwekerij en Handel Gebroeders Nieuwenhuis’: Jan en Dirk junior. Het zuidelijke deel met villa BAKA is eigendom van “oude” Dirk Nieuwenhuis. Maar die heeft niet in de villa gewoond, omdat die sinds 1901 woonde op de villa BUITENLUST. Deze villa in het noorden van Lisse op Heereweg 7 was toen voor hem gebouwd. Zijn zoon Dirk woonde op BAKA. BUITENLUST en BAKA  zijn vrijwel identiek. BUITENLUST schijnt 60 cm smaller te zijn en is ook een gemeentelijk monument.

 

De naam BAKA is een raadsel

Jarenlang werd door de familie aangenomen dat deze naamgeving een herinnering was aan het overlijden van de 17 jarige dochter Rika in 1918.  Men dacht dat BAKA afkomstig was van het Bijbelse BACHA, wat tranendal betekent. Het verband tussen de naam BAKA en dit overlijden bleek echter onjuist, want er dook een kaart op die in 1914 was verstuurd. Het adres luidde ‘Lisse, Baka’ zonder verdere aanduiding. ‘Lisse, Baka’ was blijkbaar algemeen bekend om de kaart correct te bezorgen. De kaart werd door Rika aan haar broer verstuurd. De naam BAKA was dus in 1914 al lang ingeburgerd. Waarschijnlijk stond de naam bij de bouw in 1904 al op de villa. De vraag waarom de naam BAKA is gekozen, is nog steeds in raadselen gehuld. Mogelijk toch tranendal of een samentrekking van de eerste twee letter van 2 namen?

Foto: Het gemeentelijk monument BAKA moet blijven staan.
Foto: Oud Lisse

Welbedrogen wordt gesloopt

Sporen van vroeger (LisserNieuws)                                                              

28 december 2021

Nico Groen

Er zijn plannen om op het terrein op de hoek van de Oranjelaan en de Heereweg  nieuwe woningen te bouwen. Het terrein en de gebouwen zijn in bezit van LinkerLisse Beheer BV, die tot voor kort zijn opslagruimte had in de oude bollenschuur. De bollenschuur, ‘Welbedrogen’ genaamd, is helaas geen gemeentelijk monument. Daarom mag de bollenschuur dus worden schuur gesloopt.

Gemeentelijk monument BAKA

De bollenvilla ‘BAKA’ op Heereweg 33, die voor de bollenschuur staat, is wel een gemeentelijk monument. Een van de VOL-doelstellingen, naast alle andere activiteiten, is om het behoud van dit soort gebouwen te bevorderen. De Cultuur-Historische ‘Vereniging Oud Lisse” gaat er dan ook vanuit dat dit gemeentelijk monument behouden zal blijven. Het is in 1904  gebouwd voor Dirk Nieuwenhuis.

Ook staan er 2 waardevolle bomen. Het betreft een oude bruine beuk en een watercipres. Nu mogen waardevolle bomen, voorheen monumentale bomen genoemd,  niet zonder reden worden gekapt. Dat kan feitelijk alleen als zij ziek zijn en daar is in dit geval geen sprake van.

De bollenvilla op nummer 31 is in 1906 gebouwd in opdracht van zoon Jan Nieuwenhuis. Dit is geen gemeentelijk monument hoewel de villa er goed uitziet.

Welbedrogen gebouwd in 1896

Menige bollenschuur in Lisse en omgeving draagt een naam. Bijvoorbeeld de naam van de eigenaar van het bedrijf. Maar niet zelden wordt ook in prachtige letters een naam aangebracht met een bepaalde achtergrond. De nieuwsgierigheid wordt natuurlijk wel enorm geprikkeld als op zo’n schuur plots in levensgrote letters de naam Welbedrogen verschijnt!
En dat was aan het begin van de eeuw het geval bij de bloembollenschuur op de hoek Heereweg/Oranjelaan.

De schuur is gebouwd in 1896 in opdracht van Izaac Veldhuijzen van Zanten. Schuur, huis en gronden werden begin 1900 voor ruim 54.000 gulden gekocht door de familie Nieuwenhuis.

Het nieuw verworven bezit kon echter niet in gebruik worden genomen, omdat Rutger van Zanten het pand had betrokken. Hij wilde niet vertrekken en de zaak kwam voor de rechter. Van Zanten bleek een pachtcontract te hebben dat al in 1898 van kracht was. Voor de rechter werd aangetoond dat de registratie had plaatsgevonden vóór de verkoop aan eiser Nieuwenhuis. De eis van Nieuwenhuis werd daarom ongegrond verklaard. De pacht werd afgekocht met geld van vader Dirk, die de naam  bedacht. Als gevolg daarvan prijkte tientallen jaren de naam Welbedrogen op dit pand, ten teken dat men wellicht niet het gelijk aan zijn zijde had, maar ondanks dat wel bedrogen was!

Het noordelijke deel van de schuur is in 1905 eigendom van ‘NV Bloembollenkwekerij en Handel Gebroeders Nieuwenhuis’, Jan en Dirk junior. Het zuidelijke deel met villa BAKA is eigendom van vader Dirk Nieuwenhuis.

In 1988 is de voormalige bollenschuur gedeeltelijk gesloopt om plaats te maken voor het distributiecentrum met kantoren en showroom van LinkerLisse Beheer B.V.

De bovenstaande gegevens zijn voor een groot deel ontleend aan een artikel van Arie in ’t Veld in het VOL-Nieuwsblad van januari 2004.

Foto:

Bollenschuur welbedrogen in volle glorie Foto: Oud Lisse

 

Cultuur-Historische Vereniging “Oud Lisse”