125-jarige Lissesche IJsclub werkt in stilte
De Lissesche IJsclub heeft in Lisse diverse ijsbanen gehad, nadat in het begin op diverse sloten baantjes waren gemaakt. De geschiedenis wordt beschreven. De financiële situatie is steeds goed geweest, vooral door de vele werkzaamheden door de vrijwilligers.
door Arie in ‘t Veld
Nieuwsblad Jaargang 15 nummer 2, april 2016
De Lissesche IJsclub bestaat 125 jaar. Een memorabel jubileum, maar het bestuur van de vereniging heeft geen feest op de rol staan. Want het zal niet meer zo hard gaan vriezen dat de baan voor de schaatsliefhebbers kan worden opengesteld. Dat openstellen van de baan is op zichzelf trouwens al een feest. De vereniging kwam onlangs in de publiciteit dankzij het feit dat deze werd gehuldigd als groep vrijwilligers van het jaar, doch daarna is het weer redelijk stil geworden. Het was wachten op de langverwachte vorst en bijbehorende ijspret. Volgend seizoen misschien? Met voorzitter Eric Wagner kijken we terug op de geschiedenis van vereniging die nu zo’n 2200 leden omvat.
Op 13 januari 1891 kwamen 22 inwoners van Lisse in De Witte Zwaan bijeen om met elkaar te spreken over de wenselijkheid van het oprichten van een ijsclub. Het initiatief hiertoe werd genomen door dokter A.C. van Ewijk die ook de eerste voorzitter werd. Door het comité van oprichting van een ijsclub werd als doel gesteld het maken van en onderhouden van geschikte banen op het ijs en daarvoor het benodigde werkvolk nemen. In het bijzonder Lissese daggelders die in de winter zonder werk zouden zitten. Er was in het eerste jaar al gelijk veel werk te doen, want het vroor dat het kraakte. Door de tien daggelders die waren aangesteld werden banen aangelegd op de Gracht, de Ringvaart, Ringsloot en het Mallegat bij De Engel. In dat eerste jaar had men ook veel last van sneeuwstormen, hetgeen veel extra werk betekende. Bezems, een ijsbijl (voor het hakken van bijten) en borden met de tekst “Gevaarlijk ijs” werden ingezet. In 1895 werd voorzitter Ewijk opgevolgd door G. Blokhuis en na hem volgde in 1903 de heer J.W. Lefeber hem op. In 1921 nodigde het bestuur alle Lissers uit om lid te worden. Ook was er de mededeling dat Graaf J.E.C. van Lynden de vijver van Zandvliet (Keukenhof) wilde afstaan voor het schaatsen, maar uitsluitend aan de leden en introducees. Dat viel niet overal in goede aarde, hetgeen het bestuur ertoe noodzaakte om rond de vijver te posten om vernieling van het bos tegen te gaan en te voorkomen dat onverlaten zand op de vijver zouden gooien.
In 1922 werd op die vijver een hardrijderij voor behoeftige ingezetenen gehouden. Maar liefst 84 liefhebbers lieten zich inschrijven voor een wedstrijd “om spek en bonen” en vele andere prijzen. Bij de eerste ritten vielen 42 deelnemers af die ieder twee pond spek, een tarwebrood en een pond reuzel mee naar huis kregen. De eerste prijs was voor A.H. Schrama die voor zichzelf fl. 7,50 verdiende en voor de weduwe Rothweiler een paar schoenen, een ontbijtkoek, twee moltondekens, vijf pond erwten, twee pond spek en 15 pond tarwe. Na de wedstrijden kregen alle deelnemers bovendien nog een paar sigaren mee.
Wagner noemt enkele hoogtepunten uit het 125-jarige bestaan. “In december 1926 werd de officiële naam Lissesche IJsclub. Na vele jaren op de slootjes gerommeld te hebben kreeg de vereniging in 1929 een landijsbaan aan de Grachtweg. Pas drie jaar later was er ijs om daar op te schaatsen. In 1948 verhuisde de club naar de Oranjelaan waar men een grote baan in een driehoek kreeg. Een van de leden was wijlen Egbert van ’t Oever die in Zwolle Kampioen van Nederland werd en daarna nog vele malen van zich deed spreken. Evenals de Lissese bloembollenreiziger wijlen Dick de Vroomen die al jaren lang de Nederlandse schaatsploeg begeleidde bij internationale wedstrijden alsook Van ’t Oever die in latere jaren optrad als coach en trainer van Jong Oranje en later van de kernploeg. Intussen stormde het nieuwe Fioretti College op en moest in 1970 de baan worden prijsgegeven. De vereniging was daarmee de landijsbaan kwijt en na vele pogingen kwam de nieuwe baan op het land van Jan Langeveld aan de Rooversbroekdijk. Jaren moest men wachten op ijs, maar er was genoeg te doen, want in april 1973 werd het clubhuis door een storm verwoest. Op 31 januari 1976 was de opening van de baan in de Poelpolder een feit, maar de woningbouw daar rukte op. In 1978 ontving de gemeente Lisse de Zilveren Schaats van de KNSB Zuid Holland dankzij de prestaties van de leden van de vereniging. Op 2 januari 1987 ging ook de baan de Poelpolder vanwege de woningbouw voorgoed dicht. Op weg dus naar een nieuwe fase. In 1987 werd een nieuwe baan aan de Randmeerstraat in gebruik genomen, inclusief een clubgebouw dat in eigen beheer werd gebouwd en recent nog is uitgebreid met een tweede materiaal-opslag.
En nu verhuizen we niet meer,” aldus de voorzitter die tevens memoreert dat bij het 100-jarige bestaan in 1991 de Koninklijke Erepenning werd toegekend. Daarna brak (buiten de ijswinters) een ogenschijnlijk rustige tijd aan maar bij de uitreiking van de vrijwilligersprijs werd bekend dat de vereniging geenszins stil zit.
Onder invloed van het Nederlandse klimaat (nooit zeker of er tijdens de winter wel geschaatst kan worden) heeft de vereniging zich in de afgelopen jaren hoe langer hoe meer ontwikkeld tot een multifunctionele, facilitaire organisatie die zijn accommodatie openstelt voor andere verenigingen en organisaties. Met name het huidige bestuur heeft in deze ontwikkeling een groot aandeel gehad. Verenigingen, die bij de Lissesche IJsclub gastvrij onderdak vinden zijn o.a.: Motor Club Lisse, “The Ordinary Company” Voetbal Lisse, een grote jeugd-trainingsgroep vanuit de Salemkerk, Pluimen Kleinvee Vereniging P.K.V. Lisse e.o., Handboog-schietvereniging ”Attilla”, Muziekvereniging “Da Capo” Lisse (buiten training voor het Wereld Muziekfestival Kerkrade). Recentelijk was de grote muzikale buurtbarbecue t.g.v. “50-jaar-Poelpolder” een denderend feest op het ijsclubterrein, waarbij het bestuur tot diep in de nacht ondersteuning aan de organisatie verleende. De vereniging kent een gezonde financiële situatie die is gebaseerd op de hoge mate van zelfwerkzaamheid van het bestuur. Afgelopen zomer werd de gehele licht-installatie vernieuwd. Er werden 10 nieuwe lichtmasten geplaatst en alle grondkabels werden vervangen. Door slim inkopen en door alles zelf te plaatsen en aan te sluiten bleef dit project betaalbaar. Verdere bronnen van inkomsten zijn o.a. het jaarlijks steken van een corsowagen (inmiddels diverse prijzen gewonnen) en het organiseren van een spelavond (pistoolschieten) tijdens de feestweek van de Harddraverijvereniging. Het bestuur van de ijsclub bestaat uit 13 personen omdat men veel handen nodig heeft als er ijs mocht komen. En daar wachten we nu dus op”, aldus Wagner.