Oud Nieuws: VERDWENEN BEGRAAFPLAATSEN

De geschiedenis van de begraafplaatsen bij de Dorpskerk, de Schuilkerk bij het Mallegat en de eerste begraafplaats bij de Agathakerk worden besproken.

Nieuwsblad jaargang 19 nummer 1 2020

door Dik Floorijp

De huidige begraafplaatsen in ons dorp, met uitzondering van die bij de Hervormde kerk, waar niet meer wordt begraven, stammen uit de 20e eeuw. In de loop der eeuwen zijn er tienduizenden mensen begraven bij de dorpskerk. We kunnen ons er nauwelijks een voorstelling van maken

Voor de Reformatie rooms-katholiek en daarna protestant, al werden de pastoors die tot de notabelen behoorden, nog in de kerk begraven. Van de meesten is geen spoor meer te ontdekken, alleen van degenen die een grafschrift achter lieten, maar veel grafschriften zijn verloren gegaan. Alleen in de archieven komen we hun namen nog tegen, zij waren deelgenoot van de samenleving in ons dorp. Soms zijn er verhalen van bewaard en komen ze weer terug in ons geheugen. Bij het Mallegat aan de Achterweg heeft al in 1682 een schuilkerk gestaan met een kerkhof. Het gedeelte vanaf de Catharijnelaan en Tweede Poellaan, die vroeger in het verlengde van elkaar lagen, behoorde kerkelijk onder Sassenheim. De kerkelijke grenzen liepen anders dan de gemeentelijke grenzen. De pastoor woonde in Sassenheim en bediende ook Warmond, Voorhout en Lisse. Pastoor Adriaan Hoekgeest, ook wel Houckgeest, had het er druk mee. Hij was in dat jaar 1682 door het zgn. kapittel van Haarlem aangesteld. In de archieven komen we hem tegen als weldoener, hij kocht uit eigen middelen een staand orgel voor de kerk. Hij was één van de eersten die op het kerkhof werd begraven op 23 januari 1687. Van de begraafplaats aan de Achterweg resten ons alleen uit de archieven een kleine tweehonderd namen van personen die er werden begraven. Een enkeling is daarvan te traceren maar allen hebben alleen een patroniem, zoals Claes Jansz. of Trijntje Pietersdr. Achternamen waren nog niet zo gebruikelijk in die tijd. Als ze dan niet als echtpaar staan vermeld is het heel moeilijk zoeken en moet je dezelfde overlijdensdatum al tegen komen om een verband te leggen. Tot in de 20e eeuw kwamen er bij het ploegen nog beenderen naar boven. De plaats waar de kerk, pastorie en begraafplaats gestaan hebben is nu vol gebouwd. Te bedenken dat tot 1843 toe, generaties over een zandweg door weer en wind zondags ter kerke gingen. Wat zal het een grote opluchting geweest zijn voor de dorpsbewoners nu eindelijk de kerk in het dorp stond. Dit in tegenstelling tot de kerkgangers uit De Engel, zij mochten nu een stevige wandeling over de nog zanderige Heereweg maken. De eerste St.Agatha kerk was gebouwd op grond van buitenplaats de Mossenhof, de plek waar vroeger de schout woonde. De bouw begon in 1842 en op 19 juni 1843 werd de kerk geconsacreerd. Van die kerk en haar kerkhof is niets overgebleven, op die plek is het Pius gesticht gebouwd, ongeveer daar waar nu het Paus Franciscushuis staat. Alleen rooms-katholieke mensen die tussen 1843 en 1901 zijn overleden, zijn op het oude St.Agatha-kerkhof begraven.

Drie eerdere Agatha kerken op een rijtje, voor de Reformatie was de dorpskerk de eerste Agathakerk.