Enorme belangstelling voor lezing over burgemeester in oorlogstijd
Ed Olivier gaf een lezing over burgemeester Mr. F.J.C.M. van Rijckevorsel. Hij handelde als een echte burgemeester in oorlogstijd. Hij werkte een beetje mee en een beetje tegen.
door Ed Olivier
NIEUWSBLAD Jaargang 10 nummer 3, juli 2011
De Vereniging Oud Lisse (VOL) mag dit jaar niet klagen over de belangstelling voor de lezingen die regelmatig in “De Vergulde Zwaan” worden gehouden. Zoals onlangs toen Ed Olivier een boeiend verhaal hield over de lotgevallen van de Lissese burgemeester jhr. Mr. F.J. C. M. van Rijckevorsel in oorlogstijd. Een burgemeester die volgens Olivier ook echt als een burgemeester in oorlogstijd handelde. “Hij werkte een beetje mee en een beetje tegen.”
Het echte verzetswerk in Lisse werd echter gedaan door gemeentesecretaris Jan de Haan, ambtenaar Willem Döll en de wachtmeester van de plaatselijke rijkspolitie Bastiaan Romeyn. (de vader van…) ” Eerder al heeft Olivier gepleit voor het benoemen van twee straten naar de oorlogshelden van Lisse die tot op heden wat dat betreft buiten beeld zijn gebleven. Met name als de nieuwe woonwijk Geestwater wordt gerealiseerd zou er plek moeten zijn voor straten als de Bas Romeynstraat en de Willem Döllstraat. Want die eer hebben ze beslist verdiend. Met hun daden die hen het leven hebben gekost. Op boeiende wijze vertelde Olivier over de handel en wandel van de Lissese burgemeester in oorlogstijd. Onder andere zijn verzet om ambtenaren af te staan die in Duitsland te werk gesteld zouden worden. Op de vraag van de procureur naar het adres van de Lissese oranjevereniging antwoordde de burgemeester dat die hier niet bestond. Die was dus in recordtijd opgeheven. Moeizamer ging het om de bezetter ervan te overtuigen dat er in Lisse geen Joden woonden. Aanvankelijk antwoordde de burgemeester daarop dat er in Lisse geen Joden waren ingeschreven, maar de bezetter nam daar geen genoegen mee. Olivier is achter de naam van een inwoner gekomen die half Jood was en heeft de geschiedenis van diens leven verder uitgediept. Hij acht het overigens denkbaar dat Van Rijckevorsel de Joodse inwoner heeft laten onderduiken, voordat hij diens naam en adres doorspeelde aan de bezetter. Zoals dat ook in Hillegom gebeurde. En voor de zoveelste keer zette de burgemeester zijn hakken in het zand na een aanvraag om de namen van gemeentepersoneel op te geven voor de tewerkstelling. Men bleef er op hameren, maar mede dankzij enkele bedrijven konden de betrokkenen onderduiken. De burgemeester zelf was intussen ook het leven niet meer zeker. Eerder al had hij zijn ontslag ingediend omdat hij, zo schreef hij de bezetter, met de dood door de kogel was bedreigd. Dat ontslag kwam er niet, maar Van Rijckevorsel kreeg een seintje dat men toch achter hem aan zat en dook onder bij de broeders in het klooster in De Engel met in zijn bagage ook de bevolkingsadministratie van Lisse. De bezetter zette een nieuwe burgemeester op zijn plek, maar de chaos was groot en die nieuwe burgemeester durfde nauwelijks het gemeentehuis uit omdat hij voor zijn leven vreesde. De oorlog raakte ten einde. Er werden de nodige vlekken verwerkt en weggewerkt. Ook voor Rijckevorsel gold dat trouwens die door een ontrouwe ambtenaar van allerlei landsonvriendelijke zaken werd beticht maar waarvan bleek dat dit geenszins de waarheid was. Hij werd volledig van alle beschuldigingen gevrijwaard en op 29 maart 1946 werd hij burgemeester te Vught. Van Rijckevorsel overleed op 10 oktober 1959 op 51 jarige leeftijd.
Na het verhaal van Olivier weten degenen die dit verhaal hebben gevolgd dat in Lisse terecht een straat naar deze burgemeester is vernoemd. En wel de Laan van Rijckevorsel. Er waren op deze VOL bijeenkomst nog meer uitingen over de oorlogsjaren in Lisse, zoals het feit dat infanteristen en artilleristen waren ondergebracht in de Nederlands Hervormde school aan de Lisbloemstraat en een prachtige film over de bevrijding en de bevrijdingsfeesten in Lisse, met allerlei optochten en als een van de hoogtepunten dat de naam “Montbreatiastraat” werd verruild voor de naam “Julianastraat”. De oorspronkelijke naam, maar in de oorlogsjaren door de bezetter niet toegestaan.