Een bouwvraag is ingediend voor het plan Mallegatsloot aan de westkant van de Engel. Een straatnaam is al bekend: W.L. Döllstraat. Hij was voor de oorlog tewerkgesteld bij de gemeente Lisse. Hij maakte in de oorlog oa valse persoonsbewijzen. Hij overleed in een concentratiekamp Rathenow.
door Arie in’t Veld
NIEUWSBLAD Jaargang 10 nummer 3, juli 2011
Eet bouwplan in De Engel staat al langere tijd op de rol, maar er is nog niets opgestart. Het plan in de Engel en de bouw op het terrein Mallegatsloot zijn aan elkaar gelieerd en gestart wordt in waarschijnlijk 2013, nadat het bedrijf van Lamboo vanaf de Catharijnenlaan is verhuisd naar de nieuwbouw op het bedrijventerrein. Tegen de tijd dat Lamboo verhuist kan er al wat grondsaneringwerk op een andere plek in het woongebied Engel West gedaan zijn. Dan kan het bouwrijp maken plaats vinden en is de planning dat medio 2013 met de woningbouwontwikkeling kan worden gestart. Ook het nieuwe speeltuinonderkomen voor Kindervreugd maakt deel uit van het bestemmingsplan Engelhof. Naar verwachting zal dat bestemmingsplan eind augustus 2011 in werking kunnen zijn getreden. De bouwaanvraag is ingediend. De feitelijke start zal globaal ergens 4e kwartaal van dit jaar plaats vinden. Ook de verhuizing van Kindervreugd moet namelijk rond zijn in verband met het gegeven dat zij nu gevestigd is op een plaats waar ook woningbouw zal verrijzen. Er wordt dus nog niet gebouwd en er zijn geen straten te bekennen, maar een straatnaam is er wel. En het college van B en W komt hiermee tegemoet aan een eerder geuite wens door Ed Olivier die bij de introductie van zijn boek “Wat toch een tijd” pleitte voor straatnaamgeving aan Lissers die in de tweede wereldoorlog om het leven kwamen wegens onder andere hun verzetswerk.
Die straat wordt de W. L. Döllstraat. Wilhelm Ludovicus (Willem) Döll werd in Leiden geboren op 9 maart 1910 en overleed op 35-jarige leeftijd in het concentratiekamp Rathenow (bij Sachsenhausen). Hij stierf op 31 maart 1945 door honger en uitputting. Döll werkte onder andere bij de Twentse Bank en bracht het tot bankbediende. In de crisisjaren (’39) kwam hij als tewerkgestelde terecht bij de gemeente Lisse, afdeling bevolking. In augustus 1941 kreeg hij daar een vaste aanstelling als hoofdklerk en nam op verzoek van burgemeester Van Rijckevorsel en gemeentesecretaris De Haan enthousiast de uitgifte van valse persoonsbewijzen en distributiebescheiden voor Joodse vluchtelingen en onderduikers ter hand.
Tijdens de overval op het Lissese gemeentehuis op 15 februari 1944 door de verzetsgroep van Johannes Post was Willem Döll in het gemeentehuis aanwezig in de overwerkploeg. De groep drong direct achter de secretarieambtenaar het raadhuis binnen en overmeesterde daar de politieman Bastiaan Romeyn. Beiden werden daarom – evenals gemeentesecretaris Jan de Haan – door de Sicherheitsdienst verdacht van betrokkenheid bij de overval, die tot doel had de bevolkingsadministratie te vernietigen en levensmiddelenkaarten voor onderduikers achterover te drukken. Kort na de overval werden eerst De Haan (19 februari) en Döll (21 februari) gearresteerd en later ook Romeyn. De SD kon de betrokkenheid van de twee bij de overval echter niet direct aantonen. In plaats daarvan werden ze beschuldigd van het vervalsen van een persoonsbewijs voor een Joodse vluchteling. Beide ambtenaren bekenden zich hieraan schuldig te hebben gemaakt. De Haan werd overgebracht naar het kamp Vught. Willem Döll belandde via het Oranjehotel in Scheveningen in Vught en tenslotte in het concentratiekamp Rathenow. Jan de Haan overleefde zijn internering in het kamp Vught ternauwernood; hij kwam ziek en uitgeput terug in Lisse, waar hij op 9 oktober 1946 op 58-jarige leeftijd alsnog overleed. Hij is begraven in het oorlogsgraf bij de Agathakerk.

Bastiaan Romeyn, de politieman die
lijn leven liet. in Nettengamme.
Het zou passend zijn wanneer ook
naar hem een straat vernoemd zou
worden.
Bastiaan Romeyn stierf op 20 november 1944 op 31-jarige leeftijd in een buitenkamp van het concentratiekamp Neuengamme. De nieuwe straat grenst aan de J.C. de Haanstraat in De Engel. Jan de Haan en Willem Döll zijn de enige twee Lissese gemeenteambtenaren onder de gesneuvelde verzetsmensen en dienstplichtige soldaten en ze trokken samen op, o.a. bij het vervalsen van persoonsbewijzen.
De Romijnstraat in De Engel is overigens niet vernoemd naar de derde betrokkene, politieman Bastiaan Romeyn, zoals weieens wordt aangenomen, maar naar een Lissese wethouder. Na de oorlog stelde burgemeester Van Rijckevorsel in een bijzondere raadsvergadering vast hoe bitter het was dat juist Willem Döll, die zoveel mensen aan levensmiddelenbonnen had geholpen, de hongerdood moest sterven. ,. Willem Döll liet een weduwe (Dirkje Buis) achter en twee jonge kinderen. Het complete verhaal is gepubliceerd in het boek ‘Wat toch een tijd’.