Acte van afzondering en stichting van Parochie van Lisse

Brief van Paus Pius II aan de inwoonders van Lys anno 1460 met de toestemming om een eigen parochie te stichten.

Arie de Koning

2013

Rond het jaar 1460 besluiten de Schout, inwoners en Ingezetenen van het plaatsje Lisse, een door een openbaar Notaris opgestelde brief te zenden naar het Vaticaan en daarin de Paus te verzoeken, toestemming te geven voor het stichten van een eigen Parochie in het schoutambt Lisse en daarvoor zich los te mogen maken van de Parochie van Sassenheim. De Paus stond daar niet onwillig tegenover en gaf zijn toestemming. Op 8 november 1460 verliet een brief met deze toestemming het Vaticaan en werd een aantal maanden later, op 9 april 1461, bezorgd bij het Aartsdiaconaat van de Sint Pieterskerk in Utrecht, De aartsdiaken leest de brief voor. Klik voor de transcriptie  op stichting van de Parochie van Lisse  In het boek 550 jaar Sint Agatha in Lisse (pag. 14) staat een beter leesbare vertaling.

De oprichting van de parochie ging niet zonder moeilijkheden. Lisse behoorde tot de parochie Sassenheim en die verzette zich uit vrees voor inkomstenderving. Uiteindelijk bepaalde paus Plus II, waar Lisse zich toen op beriep, dat Lisse jaarlijks “vyf oncen louter silver” aan Sassenheim zou betalen. Op 27 april 1461 wordt Lisse tot een zelfstandige kerk verheven. Uit deze tijd dateren vermoedelijk de eerste vormen van de huidige hervormde kerk. Na het bekend worden van het aartsdiaconale schrijven bouwde men een kerk aan het Vierkant, Daarachter heette het toen “het groene veld” of “de groene weyde van Lys”. Deze kerk, had een ribloos gewelf, rondbogige galmgaten en was gemaakt van baksteen. Dit wijst op bouw in de vijftiende eeuw, Maar de toren was bekleed met de veel zeldzamere tufsteen of duyfsteen, wat het vermoeden doet rijzen dat de kerk eerder is gebouwd dan wordt aangenomen. Toch houdt men het erop dat de kerk na 1461 is gebouwd, met de verklaring dat de tufsteen dan afkomstig is van de afbraak van de Koninklijke” kapel die opgericht is In een tijd (13e eeuw) waarin tufsteen vee! algemener was.

De parochiekerk werd van ouds af aan aan de Heijlige Sinte Aechten gewijd en zowel het pastoorschap en het kosters ambt werden door de graven gegeven. De geschiedenis van deze kerk begint in de dertiende eeuw. Omstreeks 1250 richtte graaf Willem II van Holland een “Koninklijke” kapel op, ergens in het gehuchtje “Lysse” waar de inwoners leefden van turfsteken op veenderijen die in de duinen lagen. Bijna twee eeuwen later (1420) wordt de naam genoemd van ene eerwaarde heer Petrus Mengelen, pastoor “ad capellam de Lis”. Dat blijft bij één naam, althans, ik heb er geen meer kunnen vinden.

Ook de naam van een pastoor van de nieuw gebouwde Aegtenkerk duikt maar twee maal op, De eerste is Mr. Ewout Floriszn welke in 1514 wordt vermeldt en een tweede, Dlederick van Oosterwijk, wordt wat later gevonden. Dan duurt het lang voor de verschillende Pastores regelmatig genoemd werden. De jaarlijkse opbrengst van de nieuwe Pastorij, berekende men op 40 Rijnse Guldens, Hieruit kan men dan weer afleiden dat de parochianen in het gehucht Lys, niet al te arm, maar bovenal vrijgevig waren.

Arie de Koning 2013

Een mooie tekening van de grote kerk