ALS STENEN ZOUDEN SPREKEN Van Catharijnelaan tot Mallegat

Wegrestaurant De Engel in de tijddat de bomen nog in de veranda stonden

Op een gevelsteen in een muur bij de Engel staat 15 augustus 1906 en Anna van der Peet. Deze steen is teruggegeven aan de familie Lamboo bij de sloop van 10 huisjes aan de Heereweg, net voorbij de Catharijnelaan. Waar nu TOP- keukens staat.

door Liesbeth Brouwer

NIEUWSBLAD Jaargang 9 nummer 4, oktober 2010

Een steen gevonden

Ons bestuurslid Chris Balkenende kwam onlangs bij zijn straatgenoot Jan Lamboo in de tuin. Zijn aandacht werd onmiddellijk getrokken door een bijzondere steen die aan de tuinmuur hing. Het moest wel een soort gevelsteen zijn. Maar waarom hing het ding hier, waar kwam het oorspronkelijk vandaan? Wat was het verhaal erachter’?

De Engel

Het bleek een verhaal te zijn over een stukje van Lisse waarover nog niet veel bekend was bij Oud Lisse. Er werd besloten eens een praatje te gaan maken vlak bij de plaats waar deze steen oorspronkelijk vandaan komt. Dus togen Jan Lamboo, Chris Balkenende en uw scribent richting Sassenheim om bij restaurant De Engel Willem Kortekaas te ontmoeten. Of eigenlijk Fum zoals zijn bijnaam luidt. Waar dat Fum op slaat weet hij niet, maar voor mensen uit De Engel is het heel gewoon om een bijnaam te hebben. En zeg nou eerlijk, als je Kortekaas heet en in De Engel woont dan is het wel handig om je te onderscheiden. Overigens zult u nog wel meer bijnamen in dit verhaal tegenkomen want De Engel staat bol van de bijnamen. Vaak is niet eens meer te achterhalen waar zo’n naam vandaan komt. Het gebruik van bijnamen is tegenwoordig bijna verdwenen, maar was vroeger vrij algemeen. Bijnamen zijn ook geen scheldnamen. Het gebruik van bijnamen was in kleine gemeenschappen gewoon een grote noodzaak omdat er maar weinig verschil in familienamen was.

Bijnamen

Een bijnaam zegt bijna altijd wat over de persoon waar hij betrekking op heeft, bijvoorbeeld door het werk of beroep van de man of vrouw, uit het straatleven, door een kwaal, gebrek of afwijking, door uitspraken, door gedrag of kleding. Er kunnen legio achtergronden voor een bijnaam zijn en we beschouwen in dit stuk een bijnaam als een naam met een knipoog. Het is interessant om daar eens wat meer van vast te leggen, dus wanneer u het verhaal dat achter de bijnaam zit weet, dan houden we ons aanbevolen.

Anna van der Peet

Terug naar de gevelsteen. De steen is van wit marmer en meet ongeveer 15x18x3 cm. De datum, 15 augustus 1906, is op een mooie manier op de steen gezet. Op de steen staat ANNA v d PEET. Nu blijkt Anna de oma van Jan Lamboo te zijn. Haar meisjesnaam was Anna van der Peet en zij legde dus deze eerste steen. Toen de slopers aan het werk waren heeft de moeder van Jan Lamboo de mannen gevraagd of zij de eerste steen terug mocht hebben. En zo komt het dat deze gevelsteen nu midden in Lisse als decoratie aan de tuinmuur hangt.

Het blok

U vraagt zich nu af over welk huis we het hebben. We hebben het niet over één huis, maar we hebben het over een heel rijtje huizen. Een rijtje van 10 huizen maar liefst! Inmiddels afgebroken, maar ze stonden vanuit Lisse komend direct na de Catharijnelaan. In de jaren negentig werden de huizen platgegooid en werd daar dwars op de Heereweg een uitbreiding gerealiseerd voor het keukencentrum. Het gebied rond de Catharijnelaan is al heel oud. (zie achterin een kaart van ca. 1850). Oude kaarten laten de naam Trijnelaan al zien. In 1503 was de weg er al en werd gebruikt om bezittingen van de abdij van Rijnsburg, de belangrijkste vrouwenabdij van Holland, te bereiken. De bebouwing in het gebied bestond uit enkele verspreid staande boerderijen. De ontwikkeling tot lintbebouwing kwam pas veel later.

Familie van der Peet

Familie van der Peet woonde direct naast de brug

Anna van der Peet werd geboren in een boerderij. Die boerderij stond aan de noordkant van de Engelenbrug. Op die plaats staat nu het appartementencomplex. In de tijd dat Anna geboren werd was de omschakeling van boerenbedrijf naar bollenteelt pas begonnen. Een ontwikkeling die door zou gaan tot in de jaren 60 van de vorige eeuw toen nog stukken bij het Reigersbos omgezet werden naar bollengrond. De bollenteelt was een arbeidsintensieve teelt. Dat bracht met zich mee dat er mensen van andere streken naar dit gebied trokken om hier werk te vinden en zij moesten natuurlijk ook wonen. De vader van Anna, Hein van der Peet, had een bollenbedrijf. Een groot deel van de grond tussen de Catharijnelaan en het Mallegat (Engelenbrug), grenzend aan de Heereweg, was van Van der Peet. Dat dochter Anna de eerste steen mocht leggen voor de 10 huizen die haar vader liet bouwen ligt voor de hand.

Familie Vink

Anna is wanneer zij de eerste steen legt 18 jaar. Of Anna toen al verkering had met Jan Vink weten we niet, maar toen ze met hem trouwde gingen ze dicht bij de ouderlijke woning van Anna wonen en naast de 10 woningen van de gevelsteen. Later is naast dit oude huis een nieuw huis gebouwd. Dit laatste huis is er eigenlijk nog, maar is totaal onherkenbaar omdat het ingesloten zit in de bebouwing van het keukencentrum. Jan Vink was een boerenzoon uit Halfweg. Maar hoe ging dat in die tijd, de oudste zoon bleef op de boerderij en eventuele andere zonen moesten hun heil ergens anders zoeken. Jan was niet de oudste. Gelukkig voor Jan Vink vond hij zijn liefde in de Bollenstreek waar het in die tijd juist booming business was met de bollen. Dus startte de boerenzoon Jan Vink een bollenbedrij f; J.P. Vink. In het gezin werden 2 kinderen geboren: Riek, de moeder van Jan Lamboo, en haar broer Simon. Riek Vink trouwde later met Jan Lamboo, een beginnend bollenkweker uit Lisse. Ondertussen was Jan Vink zich ook gaan toeleggen op de mechanisatie. Dat lag de boerenzoon blijkbaar beter dan de bollen. Zij voeren het merk Robur en verkochten kruiwagens, transportkarren, wielen, heftrucks enz. Ze verkochten aan bollenbedrijven, maar breidden hun afzetgebied steeds verder uit. Het bedrijf heette toen nog J.P. Vink. Na verloop van tijd kwam ook Simon Vink in de zaak. Jan Lamboo en Simon Vink startten samen een bollenbedrij f aan de Catharijnelaan onder de naam fa. Lamboo-Vink. Daar ging het echtpaar Lamboo-Vink wonen en aan de Catharijnelaan is Jan Lamboo jr. opgegroeid. Simon Vink trok zich later uit het bedrijf fa. Lamboo-Vink terug omdat hij zijn vader zou opvolgen in het mechanisatiebedrijf J.P. Vink. Het bollenbedrijf fa. Lamboo-Vink ( de naam bleef behouden) werd door Jan Lamboo alleen voortgezet. Het mechanisatiebedrijf J.P. Vink is overigens de oorsprong van de firma Vink in de Vennestraat. Vink en Zonen hadden sinds ’67 de alleenvertegenwoordiging van de firma KAISER+KRAFT Nederland doorgegaan met behoud van de naam Vink.

50-erjaren

Het wordt tijd om wat dieper op de huizen aan de Heereweg in te gaan. Willem Kortekaas en Jan Lamboo beschreven de situatie uit de jaren vijftig. Namen moet u dus in die tijd plaatsen. Uit andere periodes zullen andere namen naar boven komen. Hebt u informatie, schroom dan niet om die met ons te delen! Vanaf de Catharijnelaan had je eerst het blok van 10 woningen. Toen er behoefte was om het transformatorhuis te vergroten moest het eerste huis wijken. Het werd toen een blokje van negen. In de huizen woonden:

-Onderwater, met bijnaam De Kikker. Dit huis was het eerste dat afgebroken werd omdat er een transformatorhuis bij moest komen.

-Kleijhorst (de Kleibeer)

-Grimbergen (opa van Fum)

-Van Duin

-Vrouw Tolido

-Klaas van Wieringen

-Cor Koomen (Schele Cor). Hij was ploeger en kon ondanks zijn handicap, kaarsrechte voren maken. Maar soms ging het bij de sloot met de handploeg wel eens mis. Moesten de jongens een handje helpen.

-Cor van de Poll

-Trompert

-Van Gerven

Na dit blokje kwam het huis van J.P. Vink met daarnaast de bollenschuur van Vink.

Woningbouw

In de tijd dat dit woningblok gebouwd werd (1906) grensden de achtertuinen direct aan de bollenvelden. In 1937 kwam hierin verandering omdat door woningbouwvereniging Gezinsbelang huizen gebouwd werden en het Engelplein en de Nicolaas Damesstraat ontstonden. Na de oorlog kwamen daar de Romijnstraat, de Engelkade en de J.C. de Haanstraat bij. De jeugd speelde altijd op straat. Op en rond het Engelplein verzon de jeugd activiteiten en van daar uit ging je ook een Akkervoordje of een Puntenburgje lopen.

Winkels

Met het aantal bewoners steeg ook de behoefte aan winkels. We vervolgen onze weg langs de Heereweg. Er volgt een blok van 2 woningen.

-Bertus Rijgersberg met moe Pruik

-Jan Rutgrink

Vervolgens is er een rij van 4 woningen/winkels. De mensen woonden meestal boven, soms achter de zaak. Dan was er een schuifdeur tussen de winkel en het woonhuis. Er woonden:

– Kees Hoogervorst. Het huis van Kees Hoogervorst was een café. Er stonden vlak bij elkaar 2 café’s in De Engel, met ieder hun eigen publiek. Vanuit het café startte Kees Hoogervorst met de verkoop van patat. Een ontwikkeling naar cafetaria was daarmee ingezet. Het bedrijf heette Morgenzon. Kees Hoogervorst werd wel dikke Kees of De Ijsbeer genoemd. Waar die bijnamen vandaan kwamen laat zich raden. Zoon Jan heeft de zaak voortgezet, maar met een rijdende wagen en is o.a. te vinden bij het viaduct bij De Zilk.

-Cor Mens was transportondernemer, zijn bijnaam Cor Peuk . Waarschijnlijk was hij een goede klant van de buurman, want dat was:

-Van Dijk met de sigarenwinkel

-Van Zeist, de schoenenwinkel die later vertrok naar de Kanaalstraat. Achter de schoenwinkel was de schoenmakerij. Werd je door je moeder naartoe gestuurd om je schoenen te laten maken. Je kwam dan achterom binnen. Er zaten daar een paar schoenlappers, dus soms kon je wachten tot het klaar was. Boven de winkel woonde Gerrit Grimbergen.

Wegrestaurant De Engel in de tijd
dat de bomen nog in de veranda
stonden

Hierna volgt restaurant De Engel, door de heren steevast Juffermans of Juf genoemd. Logisch, want dit bedrijfis al generaties in de familie Juffermans, namelijk sinds 1897, en is een centraal begrip in de gemeenschap van De Engel. Na Juffermans volgt de schuur of loods van Molkenboer. Bert (Bert Hoed) en Piet hadden samen een transportbedrijf.

Een blokje van 5

Dan volgt een rijtje van 5 huizen, ouder nog dan het blokje van 10 uit 1906. De huizen stonden direct aan de weg. Waar nu de bushalte is bij restaurant De Engel was de huiskamer van de familie Kortekaas. Er was geen voordeur, alleen een achterom. Op de zolder keek je via het gepotdekselde schaaldelen zo tegen de pannen aan. De huizen hadden heel lange achtertuinen waar wel groente gekweekt werd, maar die ook vol stonden met allerlei bouwsels. Een kippenhok, een varkenskot,een konijnenhok, een schuurtje voor de brommer en ga zo maar door. In deze huizen woonden:

-Ome Henk van Dijk, later Piet Meeuwissen

-Ome Gerrit Grimbergen. Hij was schuurbaas. Hij hield varkens die dan in het schuurtje geslacht werden.

-In het middelste huis woonden tante Rens en Ome Klaas Grimbergen. Zij woonden in bij Ome Cor en tante Ko Snaar. Zij hadden ook een zorgtaak want tante Ko kon na een ernstig brandongeluk de huishouding niet meer goed doen. Tegenwoordig zouden we jaloers zijn op zo’n opvang.

-Daarnaast woonde de familie van Willem Kortekaas. Zijn vader Piet werd lange Piet genoemd.

-In het laatste huis van dit blok woonde Gerard Snaar (‘o wat doen ze me zeer’ genaamd ). Daarvoor had Leo van der Meer er gewoond.

Mens

Na het blokje van 5 volgt de kruidenier. Aad Mens, familie van Harry Mens, is de eigenaar van deze winkel. Aad Mens kreeg de bijnaam Aad Mek toebedeeld. Het pand is niet groot, maar op een bepaald moment werd het zelfs nog een zelfbedieningswinkel.  Achter de winkel was nog een huis. Daar woonde Manus Mens, bijgenaamd Manus Mop. Hij deed zijn naam echt eer aan. Verzon geweldige verhalen met zichzelf in de hoofdrol. Willem Kortekaas kan nog steeds een hele reeks van die verzinsels navertellen. Verhalen vertellen is een stukje folklore en het is eigenlijk jammer dat dit soort verhalen verdwijnen. Daarom één voorbeeld van een “waar gebeurd” verhaal van Manus Mop.

” Ben ik laatst aan het jagen, zie ik een haas, wil ik aanleggen en heb ik geen munitie meer. Ik moet natuurlijk snel iets verzinnen en gelukkig heb ik een oude spijker in de zak. Ik doe die in de loop, leg aan en jawel hoor, ik raak de haas nog. Maar het beest vliegt over de sloot. Ik door de sloot en je gelooft het niet, maar m’n laarzen zitten vol paling toen ik er uit kwam. Wil ik de laarzen uit doen, zoek een steuntje, grijp ik met m’n hand zo in een nest met eendeneieren……….” Dit kon zo een sterk verhaal van de baron von Münchhausen wezen. Genoeg over sterke verhalen. Terug naar de huizenrij aan de Heereweg rond jaren ’50.

Verenigingsleven

Naast de kruidenierszaak woonde Jan Bakker in een vrijstaand huis. Jan Bakker had ook een bijnaam; Banzanio. Die naam had hij overgehouden aan de keer dat hij in een operette meespeelde. Er was in De Engel een actief verenigingsleven opgezet. Nadat de H.H. Engelbewaarderskerk was gesticht kwamen er meerdere andere R. K. instellingen in deze buurtschap. De broeders verzorgden het onderwijs aan de jongensschool. De jeugd van De Engel ging in de tijd van ons verhaal op school bij de Broeders of bij de Zusters. De generatie daarvoor ging in Lisse-Dorp naar de Josephschool of de meisjesschool. De Engel was een hechte katholieke gemeenschap. Vaak waren het grote gezinnen. 10-15 kinderen was bepaald geen uitzondering. In de 50-er jaren kwam er wel wat import van buiten. Indische Nederlanders moesten gehuisvest worden.

Enkele van die gezinnen kwamen in De Engel terecht. Dat viel nog niet mee, want de nieuwkomers waren niet katholiek en zij stonden dus buiten de gemeenschap. Wat de Broeders betreft, die waren zeer actief met het opzetten van allerlei R.K.. clubs, bijvoorbeeld voor toneel, zang en sport. En zo kwam het dat Jan Bakker de figuur Banzanio te spelen kreeg. Broeder Claudius (ofwel, met zijn bijnaam, broeder Okkie) speelde in dezelfde operette de figuur Antonio. Welke operette het was is niet meer bekend.

Het huis volgend op dat van Bakker was van Molkenboer. De Klos genaamd. Hij had een houten been dus waar die naam vandaan komt behoeft geen uitleg.

Bijna bij de Engelenbrug

Hierna volgde weer een blokje woningen. Daarin woonden:

-Gerrit Mens (schele Gerrit of vette lap)

-Van Diemen

-Schrama, dat waren 3 familieleden, Tinus, Griet en Heintje, die gezamenlijk de bijnaam “de drie musketiers” hadden gekregen.

-Van Zijden, dat was een bakkerij. Ook hier een bijnaam; de Klut Toen deze huizen de status onbewoonbaar verklaarde woning kregen kwamen er bedrijven in want dat was wel toegestaan. Zo kwam er een fietsenmaker, Cock Schenk, en een schilder, Bemelman.

Voor de Engelenbrug stond het huis van Willem van der Peet waar dus in 1906 Hein van der Peet woonde, de man die de 10 woningen bij de Catharijnelaan liet bouwen.

Anna van der Peet. Foto Chris Balkenende