Brood in 1830 van Bakker Rotteveel
Beschreven wordt hoe er in de 19e eeuw brood werd gebakken van het maken van meel tot het eindproduct in de winkel. Johannes Rotteveel had een winkel aan de Heereweg. Bij zijn overleden in 1880 werd de winkel verkocht aan Freriks.
door Dirk Floorijp
NIEUWSBLAD Jaargang 11 nummer 3, juli 2012
Dee bovenstaande familiegeschiedenis van Van der Tang (10) eindigt met het aanhalen van het journaal van broodbakker Johannes Rotteveel. Dirk Floorijp schreef een verhaal, wat hierna te lezen is, over brood in 1830 van, jawel, bakker Rotteveel. Vanzelfsprekend liet bakker Rotteveel zijn meel malen in de korenmolen van Lisse. Over deze en veel andere molens uit de streek kunnen we lezen in de kroniek van Cornelis van der Zaal, (1762-1839). De uitgave van deze kroniek is naar verwachting in september gereed. Van der Zaal, meester timmerman en molenmaker, woonde aan het Vierkant. Ook Van der Zaal schrijft over barre winters. Hieronder vast een voorproefje uit de kroniek uit januari 1823.
En toen woensdag den 22 en 23 en 24 en 25 en 26 zoveel kou en met zware vorst vergezeld, zoals wij nog nooit hebben beleefd. Volgens de waarnemer was het donderdag den 23ste twee graden kouder geweest als in het jaar 40 en den 26ste zondag moest mijn dochter in ondertrouw toen het heel de voormiddag zwaar sneeuwde, ja zo, dat wij een pad moesten laten maken van mijn huis naar het rechthuis en naar de kerk, zodat zij voor alleen uitgaan bevrijd bleven.
Het rechthuis werd hiervoor in dit nieuwsblad ook al genoemd in de nieuwsflits over het verdwijnen van het bankgebouw aan het Vierkant.
Redactie
Hieronder volgt het verhaal van Dirk
Wat kwam er allemaal voor kijken om in de 19e eeuw een brood te bakken, en wat waren de kosten die hier aan verbonden waren. We gaan er achteloos aan voorbij als we even bij de bakker of de supermarkt een brood kopen. De volgen eens een opsomming van het hele proces van een mud tarwe vanaf het aanbieden bij de korenmolen aan de gracht tot het eindproduct: een brood in de bakkerij van Johannes Rotteveel aan de Heereweg.
Proces-verbaal.
Heden den negen en twintigste mei achttien honderd dertig, des morgens ten zeven ure, hebben wij Mr. D.C. Gevers van Endegeest, lid van het college van Heeren Gedeputeerde Staten van Zuidholland, te dezen door Hun Edele Groot Achtbare specialijk gecommitteerd, en L. van Arxhoek, eerste assessor, waarnemende de functien van Burgemeester der gemeente van Lisse, ons bevonden in voornoemde gemeente, in de broodbakkerij van Johannes Rotteveel, ten einde te constateren hoeveel brooden en ponden brooden er uit een Nederlandsche Mudde tarwe, en een Nederlandsche Mudde rogge kunnen gebakken worden.
- Een Mudde tarwe, geteeld in dit kanton, zijnde van het gewas van den jare achttien honderd negen en twintig, hetwelk, toen het ter molen gebracht werd, zonder zak, woog drie en zeventig ponden en gekocht was voor elf guldens.
- Een Mudde rogge van het gewas van den jare achttien honderd negen en twintig, geteeld in dit kanton, hetwelk toen het ter molen gebracht was, woog, zonder zak, acht en zestig ponden en gekocht was voor zes guldens. Bedragende het maalloon van een Mudde tarwe, zestig centen. Idem het maalloon van een Mudde rogge, vijftig centen.
Na de bemaling hebben wij bij de weging bevonden, dat het Mudde tarwe,sub no. l zonder zak een gewigt had van twee en zeventig ponden, gedestineerd om te worden gebuild.
Verders hebben wij het voornoemde Mudde tarwe zoo als hier gebruikt wordt, in een buil doen storten, welke bewerking heeft opgeleverd. Bloem van eerste kwaliteit vier en dertig ponden. Bloem van tweede kwaliteit veertien ponden. Kort en zemelen vier en twintig ponden.
De voormelde bloem van de eerste kwaliteit tot vier en dertig pondenbeslagen zijnde, en daartoe gebruikt. Twee en twintig ponden zes oncen melk, kostende zeventig centen. Twee ponden gist, kostende eene gulden twintig centen. Tien oncen zout kostende zestien centen. Vijf oncen reuzel kostende vijf en dertig centen.V an hetzelfde beslag zijn voorts opgemaakt honderd en twee brooden, iedervan vijf oncen en zes looden daar en boven voor het inbakken. Deze brooden daarna in den oven gedaan en een u r gebakken zijnde, hebben opgeleverd een gewigt van twee en vijftig ponden. Tot dit baksel zijn gebruikt zes takkebossen, kostende acht en veertig centen.
Vervolgens is men overgegaan tot de bewerking van het Mudde tarwe, zoals het van den molen gekomen was, krop uit de zak, hetgeen door den bovengemelden Rotteveel is beslagen geworden, waartoe door denzelven gebruikt zijn vier en veertig ponden warm water; een pond gist kost zestig centen en 5 oncen zout kosten acht centen. Van hetzelve beslag zijn opgemaakt, een honderd en zes brooden, ieder van tien oncen, en twaalf looden daarenboven voor het inbakken, en deze brooden daarna in den oven gedaan , en een uur gebakken zijnde, hebben te zamen opgeleverd een gewigt van een honderd ponden. Zijnde tot dit baksel gebruikt zes takkebossen, kostende acht en veertig centen.
Laatstelijk is voormelde J. Rotteveel in onze tegenwoordigheid overgegaan tot de bereiding van het Mudde rogge hiervoren gemeld, wegende acht en zestig ponden. Hiertoe is gebezigd: een pond zout kostende zestien centen; Zes en dertig ponden twee oncen warm water; gist en smeersel is hier nie t toe gebruikt.Na eene behoorlijke bewerking zijn van hetzelfve beslag opgemaakt een en dertig brooden van een half, en zestien brooden van drie ponden, en twee oncen daarboven voor het inba kken. Deze brooden in den oven gezet en vijf uren gebakken zijnde, hebben tezamen een gewigt opgeleverd van negentig ponden vijf oncen. Zijnde tot dit baksel mede gebruikt zes takkebossen, kostende acht en veertig centen. En het kort en zemelen begroot op vijf en negentig centen. Van al hetwelk het tegenwoordig proces-verbaal is opgemaakt en getekend te Lisse, ten dage, maand en jare 1830.
De kosten voor het mud tarwe bedroegen 14 gulden 49 cent. Het arbeidsloon van de bakker en bedrijfskosten zullen wel doorberekend zijn in de verkoop van het brood.
Johannes Rotteveel werd geboren in Sassenheim 2 januari 1804, is overleden 24 december 1880 in Lisse. Hij bezat een broodbakkerij aan de Heereweg, nu het pand nr.204 van T.Freriks. Na het overlijden van Johannes verkocht zijn zoon Adrianus (Arie) Rotteveel geboren, 3 december 1839 Lisse en overleden 26 november 1927, de broodbakkerij aan Cornelis Johannes Freriks broodbakker aan de brouwersgracht in Amsterdam. Geboren Amsterdam 6 januari 1864 en overleden Lisse 23 juli 1921.
Bij de hoofdelijke omslag van 1880 staan er drie broodbakkers vermeldt in Lisse op een bevolking van 2149 zielen. Als grootste bakker werd Johannes Rotteveel aangeslagen voor 8 gulden. De zaken gingen toch wel voorspoedig. In 1869 werd hij nog aangeslagen voor 3.75 gulden, toen op een bevolking van 1942 zielen.
Bron;
G.A.Lisse inv.nr. 1125