COSIMO TE LISSE
Sake Holl doet verslag van een reis die Cosimo de 3e ondernam om alles over het welvarende Holland te weten te komen. Dan kun je natuurlijk niet voorbij gaan aan het rustige Lisse.
Holl, S.
Nieuwsblad 22 nummer 2 2023
In de winter van 1667/1668 maakt de 25-jarige Toscaanse prins Cosimo de’ Medici een rondreis door Nederland en overnacht daarbij met zijn grote gevolg in het dorpje Lisse.
De machtige familie De’ Medici
In 1546 wordt Cosimo I de’ Medici, hertog van Florence, in de Dom van Utrecht door keizer Karel de vijfde tot Ridder in de orde van het Gulden Vlies geslagen. In 1569 wordt hij groothertog van Toscane. De familie De’ Medici is succesvol. Het zijn bankiers en bestuurders; ze leveren de prinsen der kerk, de kardinalen, en drie pausen (Leo X, Leo XI en Clemens de VII). En er is ook nog een zwart schaap, Catharina. Zij organiseert in 1572 de Bloedbruiloft of Bartholomeusnacht, het startschot voor de moordpartijen op de protestantse Hugenoten.
Een godvruchtige prins
Juni 1661 treedt Marguerite-Louise d’Orleans, een nichtje van de Zonnekoning, tegen haar wil in het huwelijk met prins Cosimo de’ Medici (1642-1723). Het huwelijk wordt geconsumeerd en er worden drie kinderen geboren, maar de stemming binnen het huwelijk is er niet beter op geworden. Van zijn vader, groothertog Ferdinand II, mag Cosimo wel een poosje uit de wind gaan zitten. Hij besluit incognito een grand tour naar Holland te maken. Eerbewijzen die zijn vader toekomen, zal hij uit de weg gaan. Op 22 oktober 1667 vertrekt hij uit Florence en trekt over de Alpen naar Innsbruck. In het zuiden van Duitsland legt hij enkele bezoeken af. Te Mainz stapt hij op zijn zeiljacht, met nog enkele volgboten. Ook zijn eigen koets gaat mee. Het is een groot reisgezelschap met onder anderen vijf edellieden, vijf koks, een arts en een kapelaan/biechtvader. Zijne Hoogheid is een godvruchtig man en hij pleegt iedere dag met het bijwonen van een mis te beginnen.
IJspret in Amsterdam
Op 19 december arriveert Cosimo in Amsterdam en verblijft er bij een Toscaanse koopman aan de Heeregracht. De kaartenmaker Pieter Blaeu (1637-1706) is zijn gids en toeverlaat. De bedoeling van zijn bezoek is te ontdekken, wat de motor van de grote economische groei is van Holland en hoe de gereformeerde overheid stad en land bestuurt en andersgelovigen gedoogt. Veel kerken en schuilkerken worden door hem bezocht en ook de synagoge. Met de Nederlandse bestuurders speekt hij Frans. De rafelrand van de maatschappij heeft ook zijn belangstelling en hij bezoekt de dol-, rasp- en spinhuizen. Verder gaat Cosimo naar de opslagplaatsen van de VOC en naar de Admiraliteit van Amsterdam. Hij prijst de eenvoud van admiraal De Ruyter. De winter valt in, eerst met sneeuw en veel kou, daarna vriest het dat het kraakt, tot min 12,5 graad Celsius. Het ijs is zo dik, dat men op woensdag 28 december op de Amstel en de grachten kan schaatsen en er volkspret op het ijs is, ook tot genoegen van deze gasten in Amsterdam.
Naar Leiden
Begin januari 1668 gaat het weer dooien en Cosimo vertrekt per koets naar Haarlem voor een dag.
Na de mis van zondag 8 januari vertrekken kwartiermakers en bagagekarren naar Leiden. Cosimo vertrekt later met zijn koets, getrokken door zes paarden, over een vlakke zandweg door een landschap zonder kanalen, wel sloten langs de weg en heel veel weiland. In de buurt van de duinen, waar zich veel konijnen ophouden, wordt het land totaal onvruchtbaar. Drie mijlen gaat dit zo door en dan wordt het weer iets vruchtbaarder. Aan beide zijden van de weg ziet men nette dorpen liggen, ook veel buitenhuizen met fraaie opritten omzoomd door bomenrijen. Heel Leiden is uitgelopen als Z.H. arriveert om zijn intrek te nemen in het logement ‘De Gouden Lelies’ tegenover het stadhuis. De reis wordt vervolgd op 10 januari. Tijdens zijn verblijf in Den Haag ontmoet Cosimo iedereen die er toe doet: de raadspensionaris Johan de Witt, afgezanten van diverse landen én de jonge prins Willem van Oranje, de latere koning-stadhouder Willem III, maar dan nog Kind van Staat. Willem zou in 1688 door een invasie op de zuidkust van Engeland een einde maken aan het schrikbewind van zijn schoonvader, de strengkatholieke Jacobus II. In 1689 werden hij en zijn vrouw Mary Stuart gekroond tot regerend koning en koningin van Engeland, Schotland en Ierland.
De hele reis staat stijf van beleefd- en hoffelijkheden. Voor zijn bezoek aan Zeeland en Antwerpen biedt de Admiraliteit op de Maze Cosimo in Rotterdam een groot comfortabel zeiljacht aan, waar hij dankbaar gebruik van maakt. Wanneer ze op vrijdag 3 februari weer terug zijn in Rotterdam, ontvangen alle bemanningsleden royale fooien van Z.H. De prins van Oranje nodigt Cosimo uit voor een grote balletuitvoering in de pikeurschuur aan de buitenzijde van het Binnenhof te Den Haag. De prins zal hierin zelf meedansen. Op 7 februari 1668 ziet Cosimo Willem III optreden in een hofballet, het Ballet de la Paix.
Overnachting in Lisse
Woensdag 8 februari stapt Z.H. om elf uur in zijn koets en hij rijdt over prachtige lanen met rijen bomen, passeert het dorp Wassenaar en in de verte ziet men Leiden, dat men rechts laat liggen. Even genieten van een verfrissing en dan verder langs de dorpen Oegstgeest en Sassenheim. Na een reis van vijf uren komt het gezelschap om vier uur in Lisse aan. De groep overnacht op comfortabele wijze in drie herbergen1. De volgende dag, nadat Z.H. zich gekleed heeft, woont hij om zes uur in gezelschap van enkele katholieke vrouwen van het dorp op zijn kamer de mis bij. De celebrant zal de meegereisde kapelaan Signor Felice Monsacchi S.A. zijn geweest. De rituelen zullen zoals overal in de kerk in het Latijn zijn uitgevoerd en de Lissers bekend zijn voorgekomen. Het is de enige keer dat mensen van ‘buiten’ tot het vieren van de mis zijn uitgenodigd op deze reis. Eigenlijk had Cosimo helemaal niet in Lisse willen verblijven. De ballet- en dansvoorstelling in de tot feesttent omgebouwde manege van de prins van Oranje, met kroonluchters, waarin wassen fakkels waren gestoken, was wat uitgelopen. Cosimo had tussen enkele dames gezeten, nog wat gezellige gesprekken gehad en toen werd het laat. De volgende dag – alles is al wat later –
komt de heer van Amerongen (wiens kasteel bij de inval van de Fransen in 1672 in brand wordt gestoken) namensde provincie Utrecht excuses aanbieden voor het feit, dat de provincie geen enkel eerbetoon gedaan heeft bij zijn doorreis. Er is een koerier naar Amsterdam gestuurd met het bericht, dat men die avond niet zal arriveren, maar pas de volgende dag er bij het middagmaal zal zijn. Na de mis, het zal inmiddels buiten wat lichter zijn geworden, vertrekken de koets en gevolg langs mooie landhuizen, omzoomd door goed aangelegde bomenrijen, door Hillegom, langs de Wilgenberg [mogelijk De Weeligenberg], Bennebroek, en de uitspanning ‘De Dorstigen Keel’ [vermoedelijk ‘De dorstige Kuyl’ in Heemstede]. Dan door Heemstede en via de Houtpoort door Haarlem, langs de ‘lagunes’ van het Haarlemmermeer. Na een voorspoedige reis van vijf uren kwam men om een uur in Amsterdam aan, om meteen het middagmaal
te gaan gebruiken.
Terug naar Florence
Hamburg is zijn volgende bestemming, maar een reis over Friesland wordt hem wegens overstromingen ontraden. De postweg over land wordt nu gekozen, via Amersfoort naar Deventer, dat een smerige, doodarme stad is. Het weer zit tegen en de wegen zijn slecht. Water en modder zit tot op de buiken van de paarden. Wat ook allemaal niet helpt, is dat Bernard van Galen uit Münster, Bommen Berend, in september 1665 Overijssel is binnengevallen met de nodige vernielingen. Deze eerste Münsterse oorlog eindigt met het sluiten van de Vrede van Kleef in april 1666. Na zijn vele omzwervingen door Europa keert Cosimo op 12 mei terug in Florence. Omdat de situatie thuis niet is verbeterd, vertrekt hij op 18 september voor een tweede rondtoer. Wanneer hij daarvan is thuisgekomen, overlijdt zijn vader in 1670 en neemt hij het bestuur, als groothertog Cosimo III van Toscane, over.
Cosimo en zijn vrouw scheiden van tafel en bed. Marguerite-Louise d’Orleans wordt in 1675 naar het benedictijnerklooster Saint-Pierre de Montmartre bij Parijs gestuurd. Zijn in Nederland opgedane kennis van bedijkingen voert Cosimo uit in Toscane. Cosimo had van jongs af aan een brede belangstelling voor wetenschap en later ook voor kunst. Op zijn reis door de Nederlanden bezocht hij schildersateliers, waaronder dat van Rembrandt, en kocht werk van de kunstenaars, dat hij naar Florence opstuurde. Hij vereerde belangrijke wetenschappers als de uitvinder van het slingeruurwerk Constantijn Huygens jr. met een bezoek. De natuuronderzoeker Jan Swammerdam wilde hij zelfs overhalen naar de Toscaanse hoofdstad te komen. Hij overlijdt in 1723 en ligt begraven in een kapel van de Sint-Laurensbasiliek in Florence. ■
Voetnoot
1De herbergen die hiervoor in aanmerking komen, zullen niet ver uit elkaar gelegen hebben. Dick Floorijp vermoedt dat het gezelschap de nacht doorbracht in de dorpskern. Waarschijnlijk zijn het de herberg aan het kerkhof, die later de naam ‘Het wapen van Lisse’ kreeg en die in de periode de belangrijkste was, de Witte Zwaan en het Roode Hart, beide gelegen aan het Vierkant. Mogelijk is ook ‘In den Coning van Bohemen’, gelegen aan de Heereweg en niet zo ver van het Vierkant vandaan. ‘De Drie Roskammen’ bij de Lisserbrug was een uitspanning waar paarden werden gewisseld en het zou kunnen dat daar paarden en koetsiers werden ondergebracht.
Bron
Een Toscaanse prins bezoekt Nederland, De twee reizen van Cosimo de’ Medici 1667-1669. Amsterdam, 2014. De eerste reis door Nederland van Cosimo in de winter van 1667/1668, werd vastgelegd doorkamerheer Filippo Corsini en secretaris Apollonio Bassetti. De tweede reis door Nederland in de zomer van 1669 werd vastgelegd door kamerheer Filippo Corsini en lijfarts Apollonio Basetti.