CRIMINEEL DINGBOEK: VOL droeg financieel bij aan de aanschaf van achttiende-eeuws Crimineel Dingboek
VOL droeg financieel bij aan de aanschaf van het achttiende eeuwse Crimineel dingboek. Enkele voorbeelden worden gegeven.
door Ria Grimbergen
Nieuwsblad Jaargang 18 nummer 4, december 2019
Jannetje Jans van der Wilde uit Lisse baarde op woensdag 17 maart 1723 een dochter. Het begin van een klein drama, want Jannetje was ongetrouwd. Als vader wees zij aan Adriaan Jacobs de Goede, eveneens uit Lisse, een getrouwd man. Jannetje bekende dat zij overspel had gepleegd en “vleeselijke conversatie“ met De Goede had gehad. Baljuw Gerard II Bicker van Swieten oordeelde dat volgens de landswetten en goddelijke wetten overspel ten hoogste strafbaar is en veroordeelde Jannetje tot 14 dagen gevangenis op water en brood en betaling van de proceskosten. Adriaan bleef ongestraft. Dit is een van de zaken uit het Crimineel Dingboek van de Hooge Vierschare van Noordwijkerhout, Hillegom, Lisse ende Voorhout over de jaren 1698-1726.
De historische verenigingen van Lisse, Noordwijkerhout, Voorhout en Leiden kochten onlangs
gezamenlijk van het Lissese antiquariaat Goltzius dit achttiend eeeuws manuscript. Donderdag 21 november vond de overdracht plaats aan Erfgoed Leiden en Omstreken. Helmi Beijsens en Henk Schaap vertegenwoordigden bij deze plechtigheid Oud Lisse. Als secretaris had Helmi de eer voor de vereniging de overdrachtsacte te tekenen. In het Nationaal Archief berustten voorheen de Criminele en Civiele Dingboeken van de Hooge Vierschaar van onze streek, maar deze zijn onlangs overgedragen aan Erfgoed Leiden. De verzameling vertoont leemtes, jaren waarin de baljuw zijn zaakjes niet netjes overdroeg. Een Dingboek bleef dan eeuwen familiebezit. De mensen van Erfgoed Leiden zijn enthousiast dat met dit manuscript nu een van die gaten is opgevuld en wij met hen, want het Dingboek bevat een schat aan verhalen.
Wat is zo’n crimineel dingboek nu precies?
Daarop gaf archivaris André van Noort van Erfgoed Leiden op deze 21ste november toelichting. Het baljuwschap werd gevormd door een baljuw en zijn schepenen, de welgeborenen, de mannen met aanzien. Zij spraken recht in civiele zaken, zoals onderlinge ruzies, die werden vastgelegd in de Civiele Dingboeken. Die werden vaak afgedaan met boetes. Misdaden en overtredingen van de wet berechtten zij in de criminele of hogere rechtspraak, die de bevoegdheid had lijfstraffen en zelfs de doodstraf op te leggen. Prostitutie, bedelarij, overspel, messentrekkerij, moord, dat waren de zaken waarover de criminele rechtspraak oordeelde. Jannetje hoorde haar vonnis aan van mr. Gerard II Bicker van Swieten. Bicker van Swieten was vanaf 1714 baljuw van Noordwijkerhout, Hillegom, Lisse en Voorhout en een lid van een van de zeer rijke families die de dienst uitmaakten in de Republiek. Voor hem was mr. Pieter Dierquens (tot 1713) baljuw van het rechtsgebied. In de achtentwintig jaren die het Dingboek beslaat worden rond de 75 personen door het baljuwschap berecht. Erfgoed Leiden heeft het manuscript gedigitaliseerd. Het toegangsnummer is 0755.