D.W. LEFEBER EEN LEGENDE IN HET BLOEMBOLLENVAK (2)
De introductie van de tulpen Madame Lefeber en Apeldoorn worden beschreven.
Door Arie in ’t Veld
Nieuwsblad Jaargang 7 nummer 3, april 2008
Lefeber had belangrijke inbreng in bloembollencultuur
Rode tulpen nog altijd uitermate belangrijk
Dat Dirk W. Lefeber onschatbare diensten aan het bloembollenvak heeft bewezen is de lezer een vorig keer al duidelijk geworden. Hij was niet alleen een doorzetter als het er om ging om nieuwe markten te verkennen (zijn reizen naar Rusland zijn legendarisch), maar eveneens niet van zijn stuk te brengen als het ging om het zoeken naar nieuwe variëteiten bloembollen. En dan vooral tulpen. In de loop der jaren zijn door Lefeber talloze van die nieuwe variëteiten ontwikkeld, waaronder de rode Apeldoorn die heel lange tijd de meest geteelde tulpensoort was en in vele honderdduizenden huiskamers in de gehele wereld wel eens te gast is geweest.
Lefeber heeft ooit aan het papier toevertrouwd op welke wijze hij steeds te werk ging en welke resultaten werden bereikt.
Daarbij stelde hij echter op de voorgrond dat vele andere hybridiseurs eveneens met groot succes aan de gang waren en waardevolle resultaten bereikten. “Vooral de eerste 25 jaar na de tweede wereldoorlog zijn veel belangrijke soorten geïntroduceerd die elk hun bijdrage hebben geleverd aan prachtige bloeiende tuinen en parken en veel aanbod in de bloemen-winkels.”
Lefeber stelt dat bij dat alles de rode tulp veruit favoriet was en is.
“Ongeveer 70% van alle geëxporteerde tulpen is rood. Door veel kruisingen van de oude, in Holland gegroeide Darwin tulpen met de originele in het wild voorkomende Fosteriana en Greigii tulpen heb ik prachtige nieuwe soorten gewonnen. Het belangrijkste resultaat van mijn werk is de hybridisering van de oude Darwin tulpen geweest, gekruist met de originele wilde Fosteriana en die onder de naam ‘Madame Lefeber’ werd geregistreerd. Buiten deze kruisingen werd de Darwin Hybride tulp officieel als nieuw ras geregistreerd. Een ras met een werkelijk sprankelende rode kleur. Roder dan alle andere Darwin tulpen. Ook zijn de bloemen veel groter en is de groei sterker dan van de andere tulpen”.
De grote Darwin hybride nam later een vooraanstaande plaats in het totale pakket voorjaarsbloeiende bloembollen in. Op een gegeven moment bestond zelfs eenderde van het totale areaal uit deze tulpensoort en werden er elk jaar miljoenen bollen van geproduceerd. Voor Lefeber stond het dan ook vast dat het verkrijgen van betere handelsvariëteiten niet alleen van belang was en is voor de hybridiseur, maar nog van veel groter belang voor de totale bloembollenbranche. “Ik durf te stellen dat zonder genoemde Darwin hybride tulpen het voor de bollen- en bloemenhandel in het algemeen moeilijk geweest zou zijn om haar positie te handhaven. Bovendien zijn veel van de oude Darwin tulpen gedegenereerd (in kwaliteit teruggelopen-red.) zodat de Darwin hybride tulpen net op tijd kwamen. Maar als ik het niet gedaan zou hebben, zou er ongetwijfeld een andere kweker zijn opgestaan en misschien had die het nog beter gedaan ook. Ik had gewoon geluk dat niemand anders het deed. En natuurlijk kunnen de Darwin hybride tulpen verbeterd worden. Bijvoorbeeld met een sterkere bloem die langer bloeit. Maar de heldere kleur, de bloemvorm, de bladeren en het grote groeivermogen zullen moeilijk verbeterd kunnen worden”.
Over het aantal Darwin hybride tulpen dat door Lefeber werd geïntroduceerd zegt hij in zijn verslag het volgende: “Uit één kruising kwamen 364 buitengewone zaailingen. Maar na vele jaren van testen, eerst in de kas en later buiten, zijn daarvan slechts tien cultivars geïntroduceerd. Het is werkelijk heel moeilijk geweest om uit zoveel prachtige tulpen te selecteren. Ik moest de overige primeurs vernietigen om te voorkomen dat de variëteiten met elkaar zouden concurreren. Een kleine collectie heeft immers een grotere marktwaarde voor zowel de kwekers als voor de handel in z’n totaliteit. Zelfs de beste vier cultivars zouden voldoende zijn geweest. Dat zijn de Darwin hybride ‘Parade’, ‘Oxford’, ‘Apeldoorn’ en ‘Gudoshnik’. Volgens mij komt het in de bloembollenwereld zelden voor, dat als gevolg van hybridisering van verschillende soorten en variëteiten één variëteit tevoorschijn komt waarvan elke zaailing uitstekend blijkt te zijn,” aldus Lefeber die verder in zijn verslag vertelt zich vooral toegelegd te hebben op het verkrijgen van nieuwe tuintulpen voor de broei (die de bloemen uit de bol ,trekt’-red.), maar dat het ook aantrekkelijk is nieuwe cultivars te kweken die aantrekkelijk zijn voor zowel de broeierij als de tuin. Zoals indertijd vooral de vuurrode tulp ‘Apeldoorn’. Door een speciale temperatuurbehandeling (de zogenoemde vijf graden behandeling -red.) kon deze tulp met veel succes in de periode rond de jaarwisseling in bloei worden getrokken en was het jarenlang op dat vroege tijdstip één van de voornaamste tulpen in de markt.