DAAR BIJ DIE MOLEN: stukje Lisse in Nieuw-Zeeland
Sientje en Cor Slobbe emigreerden begin vijtiger jaren naar Nieuw-Zeeland. Na zijn pensionering bouwde hij een molen, Die lijkt op de korenmolen van Lisse. Hij woonde oorspronkelijk op Vreeburg.
Deen Boogerd – Annette Heus
Nieuwsblad Jaargang 17 nummer 2 Lente 2018
In de jaren vijftig van de vorige eeuw verlieten veel mensen Nederland om elders hun geluk te beproeven. In de periode 1947-1963 bereikte het aantal overzeese emigranten een peil van 410.000. zo’n 3,5% van de Nederlandse bevolking. De meerderheid (147.000) ging naar Canada. Australië (119.000) en de Verenigde Staten (76.000) waren populair. Overige emigranten vestigden zich in Zuid-Afrika, Brazilië maar ook gingen er veel naar Nieuw-Zeeland. Zo ook onze buren van Vreewijk 35.
“Beste buurtjes we komen jullie vertellen dat we gaan emigreren naar Nieuw-Zeeland en komende maand is het al zover”. Zo ongeveer zullen Sientje en Cor Slobbe het in ons buurtje verteld hebben. Zij woonden toen ongeveer vijf jaar naast ons in Vreewijk. Ik (Deen) kan mij nog herinneren dat buurman Cor altijd bezig was in zijn schuurtje achter in de tuin. Hij was timmerman en bouwde daar o.a. een roeiboot. Toen de boot klaar was sjouwde een groepje buurtbewoners de boot via de Willemskade naar de Nieuwsloot voor een proefvaart. Wij mochten een stukje meevaren, er was geen lekje te bekennen, stukje vakwerk. Dat vakmanschap was welkom in Nieuw-Zeeland. Met een bal in de hand legden ze ons uit dat ze ongeveer aan de andere kant van die grote ronde aardbol gingen wonen. Best wel raar want daar aan de onderkant loop je wel op z’n kop, dat is toch stom! Een maand later vertrokken zij uit Rotterdam met nog heel veel meer Nederlanders die hun geluk ergens anders gingen zoeken. Cor had al zeebenen want in 1951 kwam hij terug van een 10 maanden durende missie langs de Koreaanse kust. Hij was toen uitgezonden op één van de schepen van de Nederlandse Marine die deelnamen aan de Koreaanse oorlog onder de vlag van de V.N. Net na zijn terugkomst trouwde hij met zijn Sientje (Stien) en ze gingen wonen in Vreewijk, daar werden hun eerste twee kinderen geboren, in Nieuw-Zeeland kregen ze nog twee kinderen. Hans kan ik me nog wel voor de geest halen, hij had een vergroeiing in zijn rug en moest iedere avond in een krom bedje vast gelegd worden om die vergroeiing te verhelpen. We hebben vernomen dat hij nu in Thailand woont, de rest van het gezin woont wel in Nieuw-Zeeland; ook onze oude buurvrouw Sientje zou nog in leven zijn. Buurman Cor is in 2007 gestorven op 78-jarige leeftijd. Cor Slobbe heeft daar wel iets heel moois mogen bouwen. Een prachtige stellingmolen die wel heel erg veel gelijkenis heeft met de graanmolen van Beelen “De Korenbloem”.
Waarom emigreren
Belangrijke motieven om te emigreren vormden het sombere economische toekomstperspectief, het huizentekort en de dreiging van een 3e wereldoorlog. Nieuw-Zeeland ontving de emigranten met open armen terwijl voor andere landen strengere regels waren. Gezinnen mochten alleen de oversteek naar Canada maken als ze gezond waren. Nederlanders leken veel op Engelsen en assimileerden snel. Eenmaal aangekomen in het land begon er een nieuw leven wat toch minder rooskleurig was dan voorgesteld. Veel emigranten kwamen in opvangkampen. De Nederlanders werkten hard om een nieuw bestaan op te bouwen. Heimwee was een serieus probleem, veel mensen kregen daar erg veel last van. Om die reden keerde uiteindelijk een vijfde deel van de emigranten terug naar Nederand. Velen bleven hun leven lang spijt houden van de beslissing om te emigreren. Het gezin van Cor Slobbe was een blijvertje en zij hebben daar een nieuw bestaan opgebouwd.
Overgehaald
Helena, de zus van Cor, was al in 1951 samen met haar man Jan Turk uit Sassenheim vertrokken naar Nieuw-Zeeland. Jan Turk werkte zich in Nieuw-Zeeland op van melkboer tot eigenaar van één van de grootste kippenbedrijven van dat land. Zij haalde Cor over om ook te komen en ze vertelde dat het er economisch gezien een stuk beter was. De impressie van Vreewijk op de vorige pagina laat wel een beetje zien dat het niet de meest florissante straat van Lisse was. Er was wel saamhorigheid, men zat immers allemaal in hetzelfde schuitje. Niemand had een cent te makken, als vrijdags het loonzakje van pa binnen kwam moest er eerst afgerekend worden bij de buurtsuper van Knook. Zomeravonden speelden zich buiten af op de “werft”. Je kon er vanuit je bed tot laat in de avond sterke verhalen meeluisteren en ook soms serieuze praatjes horen van de buurtjes onder elkaar. Cor en Sientje woonde met hun 2 kinderen naast ons op Vreewijk 35. In 1957 is het gezin ook geëmigreerd naar Nieuw-Zeeland. De zussen van Cor, Ria en Greet, kunnen zich niet zoveel herinneren, ze waren te jong om het goed te begrijpen. Ze wisten nog wel dat er een grote touringcar in De Engel stond met heel veel mensen erin. Daar werden ze uitgezwaaid door de familie, ruim een maand later kwamen ze aan in Wellington waar ze verwelkomd werden door zus Helena met haar man. In Wellington werden nog twee kinderen geboren en later vestigde het gezin zich in Foxton, gelegen aan de grote verkeersweg van Auckland naar Wellington op het Noorder Eiland. Cor was een timmerman en een harde werker, door zijn vakmanschap en studie is hij opgeklommen tot adjunct-directeur van de Gemeentewerken aldaar.
Dirk van Til en Jan Langen
Dirk en Jan waren ook geëmigreerde bollenstrekers. Dirk kocht een stuk grond bij Foxton om samen met Jan Langen een bloembollenkwekerij te beginnen. De streek deed ze sterk aan Holland denken, zo kwamen zij op het idee om daar een echte Hollandse molen te bouwen. Het bollenavontuur kwam niet van de grond een virus in de bollen was niet klein te krijgen en het klimaat werkte ook niet mee. Dirk van Til gooide het bijltje er bij neer en vertrok naar Australië. Jan Langen bleef achter met nog steeds die belofte een molen te gaan bouwen. Eigenlijk had hij er niet zo veel zin meer in. Maar Corrie, de vrouw van Jan, zei tegen hem dat hij toch niet iedereen zo kon laten vallen. Er waren mensen die er al veel energie in hadden ingestoken. Ook was al heel wat geld binnen gekomen om dit project te steunen. Zo motiveerde zij haar man om er toch weer mee aan de slag te gaan. Hij zocht hulp bij familie, vrienden en kennissen in Nederland. Via hen kwam hij in contact met molenrietdekker Kleinjan uit Den Ham. Zo kreeg Jan zijn bouwtekeningen.
Timmerman en molenmaker Cor Slobbe
Het vakmanschap van Cor Slobbe was daar ook niet ongezien gebleven en als adjunct directeur wist hij hoe je mensen moest aansturen en organiseren. Daarom peilde Corrie Langen Sientje, de vrouw van Cor Slobbe, want ze wist dat Cor met pensioen zou gaan. Dus Cor werd aan het denken gezet en vroeg aan Jan de tekeningen en het bestek van de molen. Na een grondige studie zei hij “ik maak deze molen”. Zo zijn de raderen weer gaan draaien. Er werden vrijwilligers enthousiast gemaakt om de klus te klaren. Terwijl Cor begon met een molen op schaal te bouwen ging Jan Langen aangespoord door zijn vrouw op subsidiejacht en klopte hij bij allerlei instanties en bedrijven aan. Cor ging niet over één nacht ijs maar bouwde eerst een schaalmodel 1:5. Helaas bleek het schaalmodel te groot en moest de vloer worden uitgediept om het model naar buiten te krijgen. Niet veel later begon hij aan de bouw van de echte molen. Door het grote vakmanschap van Cor kon de molen wel tegen een stootje en is een lust voor het oog. Het is een toeristentrekker geworden. Tegenwoordig is er een winkeltje in gevestigd. Daar worden Hollandse produkten verkocht, zoals hagelslag dropjes, delftsblauw en natuurlijk klompen. Sinds kort is er ook een Hollands restaurant “The Dutch Oven”, waar worstenbroodjes en allerlei stamppotjes op de menukaart staan. Cor is inmiddels overleden, zijn vrouw Sientje leeft nog. Sientje is daar bekend als Cecillia Slobbe en woont in East Foxton Beach. De molen zal nog lang aan Cor Slobbe doen denken. ■
Nostalgie op Queen’s Day in Wellington
Klein stukje uit een interview door Hans van Kregten
Dit portret van Cor hangt in de entree van “De Molen”. Een trotse man die bezoekers welkom heet in een stukje Holland aan de andere kant van onze aarde. Een Lisser!
,,Ja, dat doet je toch wat”, zegt John Turk na het zingen van het Wilhelmus. ,,We voelen ons Kiwi, maar op zo’n moment ben je toch weer Nederlander”, zegt de eigenaar van een pluimveebedrijf in Foxton, 100 kilometer van Wellington. Turk zegt een speciale band met koningin Beatrix te hebben. ,,Ik heb haar als prinses samen met prins Claus in Nieuw-Zeeland ontmoet. Daar heb ik nog een foto van. Daar kun je in Nederland deuren mee openen.”
Zijn plaatsgenoot Cor Slobbe, net als Turk een halve eeuw in Nieuw-Zeeland, glimlacht. In zijn pensioenjaren leidde Slobbe de bouw van een heuse Nederlandse molen in zijn dorp. ,,Molens zijn toch typisch iets van Nederland en we hadden hier een symbool van onze immigratie nodig. ‘ NRC 30-april-2004.
Klein stukje familiegeschiedenis
Cornelis Petrus Nicolaas Slobbe geboren te Lisse op 06-12-1929. Als kind van Johannes Hubertus Slobbe geboren te Lisse op 16-04-1901, overleden te Lisse op 10-12-1968, en van Johanna de Vries, geboren te Haarlemmermeer 02-10-1904 overleden op 23-05-1985 te Lisse. Cor kwam uit een gezin met 13 kinderen. 1. Petrus Jacobus geboren 1927 2. Johanna Maria geboren 1928 3. Cornelis Petrus Nicolaas geboren 1929 4. Helena Johanna geboren 1931, overleden 1932. 5. Helena Johanna geboren 1932 getrouwd 1953 met Johannes Turk geboren 1930 6. Jacobus Petrus Joannes geboren 1934 7. Thomas Joannes geboren 1935 8. Johannes Franciscus geboren 1939, overleden 1947 9. Bernardus Jacobus geboren 1938 10. Hendrikus Johannes geboren 1939 11. Fransiscus Johannes geboren 1942 12. Maria Johanna Apolonia geboren 1945 13. Margaretha Maria geboren 1946. Van dit gezin zijn 4 kinderen geëmigreerd.