De boeiende geschiedenis van Nicolaas Dames deel 3

De periode van 1890 tot 1900 wordt besproken. De tijd waarin van der Horst en Dames verhuisden van Heemstede naar Lisse en de beëindiging van de samenwerking

door Arie in’t Veld

Nieuwsblad Jaargang 4 nummer 2, april 2005

VAN DER HORST EN DAMES ZOEKEN SAMEN FORTUIN
De vorige keer vertelden we dat kweker Gerrit van der Horst in de voorste gelederen was te vinden als het ging om het vervroegd in bloei trekken van hyacinten. Met in zijn onmiddellijke nabijheid Nicolaas Dames, wiens vakmanschap en inzicht alom werden gewaardeerd. We spreken dan over de periode van af pakweg 1890 tot kort na 1900.

Gerrit van der Horst verplaatste zijn bedrijf naar Heemstede en maakte daar kennis met Nicolaas Dames. Deze was daar geboren, de zoon van een bloembollenkweker, uit een geslacht dat vele vakgenoten leverde. Hij was ouderloos en naast het bezit van een kleine bloembollenkraam en niet geheel van kapitaal ontbloot, ofschoon dit niet zo bijzonder van betekenis was. Nu meenden beiden dat samenwerking tot verbetering van hun positie kon leiden. Daarbij kwam nog dat Dames een tuin in huur had, die groot genoeg was om voor beider kraam te kunnen kweken.

Het eerlijke woord
De vennootschap werd aangegaan, geen N.V., dat was toen nog geen gebruik. Nog veel minder werd een notarieel contract opgemaakt. Alles ging op het eerlijke woord en alles ging voornamelijk op raad en advies van de in het vorige artikel al genoemde heer Melman. Deze laatste was tevens de bankier van de nieuwe firma “Van der Horst en Dames”. De bedoeling was dat elk der firmanten op zijn beurt naar Amerika zou gaan om bloembollen te verkopen. De kennis der taal was voor hen geen bezwaar, want beiden hadden in hun jeugd engels geleerd. Dat was in die jaren een vrij algemeen gebruik. De jongelieden die in het vak kwamen, leerden allen zonder uitzondering de taal, om later in het land der dollars hun fortuin te zoeken. Voor de bijverdiensten hield Van der Horst zijn betrekking bij de firma J.W. Paardekoper & Co. als reiziger op Duitsland aan. De eerste reis maakte Van der Horst met goed succes. De firma kreeg terstond een goede naam, maar dan ook uitsluitend bij de vakgenoten; zij kochten en was het nodig dan betaalden zij, tegen een billijke korting, zelfs contant. Hun bankier, die over geld kon beschikken, had kapitaal. Het spreekt bijna vanzelf dat ook hun kraam onder deze omstandigheden aanzienlijk werd uitgebreid. Het tweede jaar ging Dames naar Amerika en breidde daar de zaken nog wat meer uit.

Andere gewassen

Dit was een van de redenen waarom de firma ook begon met de teelt van tulpen en andere gewassen. Het volgende jaar, in de herfst van 1892, trok Van der Horst weer naar Amerika en aanvankelijk verkocht hij daar veel meer dan de beide voorgaande jaren. Al zijn brieven waren opgewekt en vol goede moed voor de toekomst. Toen kwam er echter een kink in de kabel. Zijn echtgenote, die een zeer zwakke gezondheid had, was van Heemstede tijdelijk naar Beverwijk verhuisd om bij haar ouders te gaan vertoeven, zolang haar echtgenoot op reis was. Dit werd voor haar gezondheid gedaan, maar ook omdat dit voordeliger was. Aan onnodig geld uitgeven had Van der Horst een bijzondere afkeer. Hij was op de terugreis naar het vaderland, toen zijn echtgenote ernstig ziek werd. Op voorzichtige wijze werd hij daarvan in kennis gesteld. Maar deze voorzichtige wijze baatte niets. Hij ontving die tijding in New-York, verkocht daar zijn plaatsbewijs op een der Nederlandse schepen, om met een snelvarende boot via Plymouth naar Nederland terug te keren. Telegrafisch gaf hij daarvan kennis aan zijn vennoot.

Onrust
Op 19 maart 1893 overleed zijn echtgenote en ofschoon de kans zeer klein was dat hij nog tijdig genoeg zou aankomen, werd het stoffelijk overschot tot 24 maart boven aarde gehouden. Zeer verstandig had de heer Dames, die alle zorgen op zich genomen had en dit op zijn eigen kalme, goed overlegde wijze regelde, van het overlijden geen bericht gezonden. Men kan zich wel enigszins de gemoedstoestand van de echtgenoot voorstellen. In het bezit van de zo zeer gewenste bestellingen, vol verwachtingen aanvaardde hij de thuisreis. De avond voor de begrafenis kwam er een telegram bij Dames aan waarin stond dat Van der Horst de volgende morgen in Haarlem zou aankomen. Door onrust gedreven nam Van der Horst evenwel in Rotterdam de trein. Die stopte echter niet in Haarlem, zodat hij er pas in Amsterdam uit kon. Hier ontmoette hij zijn zwager die niet wist of zijn vrouw overleden was of nie! De hoop herleefde. Hij had zich de hele reis voorgesteld dat zijn vrouw gestorven zou zijn en hij begon nu te hopen haar nog in leven te zullen vinden. In Haarlem aangekomen kwam zijn compagnon met enige vrienden hem per rijtuig afhalen om hem naar Beverwijk te brengen. Het bericht van het overlijden schokte hem zeer en men bracht hem rechtstreeks naar de door hem zo zeer beminde echtgenote. Hij die reeds de eerste stap gezet had op de ladder der maatschappelijke vooruitgang en zich verheugde zijn vrouw deelgenoot te kunnen maken van hun beider geluk, zag op dat ogenblik al zijn verwachtingen de bodem ingeslagen.

Geestkracht
Zij die meenden dat de geestkracht van Van der Horst voor lange tijd geschokt zou zijn, hadden zich deerlijk vergist. Met gelatenheid legde hij zich neer bij de wil van Hem, die Heer is van leven en dood en na enige weken bleek Van der Horst dezelfde geestkrachtige man te zijn, waarvan hij altijd blijk had gegeven. Het jaar waarin het treurige feit voor Van der Horst plaatsvond, was het laatste waarin hij voor de firma J.W. Paardekoper & Co. op reis naar Duitsland ging. Met de geestkracht hem eigen, legde hij zich toe op de uitbreiding van de handel en kwekerij van de firma van der Horst & Dames. Vooral de kwekerij eiste beider toewijding en men besloot dus deze te verplaatsen naar Lisse. Deze verplaatsing ging met nog al wat moeilijkheden gepaard. De eigenaar van de tuin wilde van een verbouwing van de boerderij niets weten. Zij mochten er aan veranderen wat zij wilden, maar voor eigen rekening. Daarbij kwam nog dat elke verandering een verbetering moest zijn en deze bleef na het beëindigen van de huurtijd het eigendom van de verhuurder. Ook moesten zij elk huurjaar voor de aanvang daarvan de jaarlijkse pacht betalen. Of zij hier te doen hadden met plaatselijke naijver, dan wel met een zeker soort wantrouwen, is niet bekend. De bezwaren werden echter wel gemakkelijk overwonnen, want hun bankier, de heer Melman, opende zijn kas en daaruit kon de firma vrijelijk putten. De ondernemers begonnen met in het dak van de boerderij dakvensters aan te brengen, ramen werden er in gebouwd en ook schoorstenen. Er werd een gebouwtje neergezet dat dienst deed als kantoor en bergplaats van geholde en gesneden bollen. Ook kleine partijtjes van fijne tulpen vonden daar hun bergplaats. En toen begon de nieuwe cultuur van hyacinten.

Holkamer
Het was een vreemde aanblik. In de zomermaanden werd met geopende ramen de schuur verwarmd. En in de zogenoemde holkamer heerste een bijna tropische warmte. Aan belangstelling geen gebrek natuurlijk. Met de hem eigen openhartigheid vertelde Dames, die meer in hoofdzaak de leider van de kwekerij was, aan elk die het weten wilde, het hoe en waarom zij de bollen zo behandelden. Laat in het najaar zag men daar dan de geholde bollen waarvan de zich daarin bevindende jonge bolletjes groter waren dan bolletjes die na een jaar groeien in de bol zouden ontstaan. Het ei van Columbus was, wat de hyacinten betrof, door hen gevonden. Ook hadden zij met Kerstmis door Van der Horst vervroegde hyacinten in volle bloei. Navolgers waren er vrij spoedig in verschillende plaatsen van de bloembollenstreek. Maar er waren ook meerderen, en vooral onder de exporteurs, die al die nieuwigheden met een schouderophalen beoordeelden en veroordeelden. En er waren er zelfs enkelen die, bij de aankoop van hyacinten, de bepaling maakten dat zij niet gestookt mochten zijn en dit zelfs op hun koopbriefjes noteerden… Tot op zekere hoogte was het prepareren dus uitgevonden en daarmee is men in het bollenvak vandaag de dagzover dat het gebruik van geprepareerde hyacinten vrij algemeen is.

Eigen weg

De tijd was echter aangebroken dat Dames en Van der Horst elk hun eigen weg zouden gaan. Zonder een kwaad woord overigens, want zij zijn altijd vrienden en zeer goede collega’s gebleven. De verdeling van de kraam ging op zeer eenvoudige wijze. Elke partij werd door een draad in tweeën verdeeld en door het opgooien van een gulden werd uitgemaakt, wie de rechter of de linkerpartij zou hebben. Op dezelfde wijze werd de tuin verdeeld, ook de schuur. Maar elk der firmanten kocht er een tuin bij en konden zo hun kwekerij uitbreiden, elk naar zijn keuze. Nu ontplooiden bij beiden hun aangeboren eigenschappen. Dames werd de kweker bij uitnemendheid en heeft het daarin bijzonder ver gebracht. Van der Horst bleef kweker van hoofdzakelijk nieuwigheden. Beiden hebben aan de vervroeging van hyacinten en tulpen het hunne bijgedragen om de kennis van het vak te vergroten.

Aan het begin van de vorige eeuw was het in de winter in bloei hebben van hyacinten iets uitzonderlijks. Vandaag de dag lijkt het allemaal zo gewoon, maar niet vergeten moet worden dat het van de kwekers veel vakmanschap vergt om de producten op het gewenste tijdstip in bloei te krijgen. Zoals voor deze vak expositie van 16 februari jongstleden!

Klik hier voor deel 4

Copyright © 2005 Vereniging Oud Lisse