DE ENEVERENDE GESCHIEDENIS VAN CNB IN LISSE: VAN VEILEN TOT BEMIDDELEN
De hele geschiedenis vanaf 1918 van CNB, eerder HBG genaamd, wordt beschreven. Van Bovenkarspel via de Witte Zwaan in Lisse naar de gebouwen aan de Grachtweg.
door Arie in ’t Veld
Nieuwsblad Jaargang 5 nummer 2 april 2006
Dankzij de ‘loze beloftes’ der notarissen
De bloembollenveiling en bemiddelingsbureau CNB met vestigingen in Lisse en Bovenkarspel staat voor een nieuw hoofdstuk in zijn geschiedenis. De Coöperatieve Nederlandse Bloembollencentrale verlaat de Grachtweg en bouwt een nieuw pand aan de Heereweg. Op grond met een geschiedenis. Dat geldt in feite ook voor de grond die CNB aan de Grachtweg achterlaat.
Het begon allemaal op een koude februari-avond in 1918 toen secretaris Jan Buishand van de afdeling Andijk van de Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur een brief op de post deed waarin aan zusterafdeling Bovenkarspel het voorstel werd gedaan om ”gezaamelijk ene of meerdere veilingen te houden”. Indirecte aanleidingen vormden de ”loze beloften der notarissen”. Die werden zo genoemd nadat in 1914 duidelijk was geworden, dat een prompte betaling van de kooppenningen niet gegarandeerd kon worden. Bovendien werd men in die overtuiging gesterkt door de misstanden die toen heersten in de groentehandel. De brief van Jan Buishand resulteerde op 16 januar 1919 in de officiële oprichting van Bloembollenveilingsvereniging West-Friesland door de KAVB-afdelingen Andijk, Bovenkarspel en Enkhuizen. In de zomer van 1919 werd de daad bij het woord gevoegd en vonden de eerste veilingen plaats. Omdat West-Friesland nog geen eigen gebouw had, werden de veilingen gehouden op de kolfbanen (een soort kegelen) van de diverse café ’s in Bovenkarspel, waarbij een speciale plaats werd ingenomen door restaurant ”Het Roode Hert”.
Eigen stijl
Het stekje, dat op die koude februari-avond door Jan Buishand werd geplant, bleek aan te slaan en de Westfriezen hadden hun veiling veilig. Een veiling met een eigen stijl, hetgeen onder meer tot uiting kwam in het feit, dat de leden het bestuur kozen. Het bestuur koos vervolgens een voorzitter die met de dagelijkse leiding van de coöperatie belast werd en derhalve een directiefunctie bekleedde. De algemene vergadering had dus over veel zaken het laatste woord en hoewel dat niet altijd en onder alle omstandigheden een voordeel zou blijken te zijn, democratisch was het wel. In 1925 kreeg West-Friesland de beschikking over een eigen veilingzaal die direct gelegen was achter restaurant ”Het Roode Hert”, alsmede een eerste aanvoerhal. Na de bouw van een tweede hal volgde in 1951 de oplevering van een nieuw kantoor. In 1963 maakte de nog steeds groeiende veilingaanvoer de bouw van weer een nieuwe hal noodzakelijk. Achter het bestaande complex verrees een enorme hal van 4400 vierkante meter die tevens onderdak zou bieden aan de jaarlijks terugkerende Westfriese Flora. Die is na de affaire met de uitbraak van legionella inmiddels omgedoopt tot Holland Flowers Festival en vindt nu plaats in het complex van The Greenery in Zwaagdijk.
HBG
Voor het HBG (Hollands Bloembollen Genootschap) in Lisse werd op 13 juni 1906 de basis gelegd toen in de bestuursvergadering van de afdeling Lisse van het Hollandsch Bloembollenkweekers Genootschap (een organisatie die in 1895 werd opgericht om de rechten van kwekers te behartigen) besloten werd niet langer gebruik te maken van de diensten van ”veilingdirecteuren van groene veilingen”, maar als kwekersvereniging zelf…. ”eene gelegenheid te scheppen, waarin de voor verkoop in voorraad zijnde bloembollen van de kweekers kunnen worden aangevoerd en door deskundigen in publieke veiling te koop gepresenteerd kunnen worden, zodat de prijswaarde van dat ogenblik wordt verkregen. Ook mogen de risico’s voor de kweekers voor eventuele wanbetaling bij verkoop door hen uit de hand, niet uit het oog verloren worden”… Op 8 augustus van datzelfde jaar werd op het terrein van het etablissement ”De Witte Zwaan” aan het Vierkant in Lisse in de open lucht de eerste droge bloembollenveiling gehouden onder directie van de heren Rotbard en Reydon. Later in dat seizoen volgden nog drie veilingen en dat beviel de initiatiefnemers kennelijk zo goed, dat op 2 augustus 1907 door het afdelingsbestuur een reglement werd behandeld en goedgekeurd ”regelende de door of vanwege de afdeling Lisse van het HBG te houden droge bloembollenveilingen”. In de jaren nadat het HBG de eerste veilingen organiseerde, ontstonden ook in andere dorpen in de Bollenstreek veilingkringen, zoals in Roelofarendsveen, Beverwijk, Hillegom, Sassenheim, Warmonderhek, Piet Gijzenbrug (Noordwijkerhout) en Wassenaar-Voorschoten. Dat gebeurde ook daar naar aanleiding van de ”loze beloften der notarissen”.
Gewoonste Zaak
Het ontbreken van financiële middelen om loodsen en eigen fust aan te schaffen – de methode van afrekenen met de klanten stond niet toe, dat er winst gemaakt werd of reserves gebouwd werden – deed de een na de andere veilingkring de das om. ”Lisse” had die ruimte wel in de vorm van het gebouw van de R.K. Volksbond aan de Schoolstraat (later het Trefpunt en thans De Gewoonste Zaak) en later een tweetal vaste gebouwen op het aanpalende terrein van de Christelijke Schoolvereniging aan de Schoolstraat en nu ‘De Akker’ geheten. Dat stelde de veiling in staat met succes het hoofd te bieden aan het in 1921 opgerichte Hollands Bloembollenhuis (Hobaho). Een particulier initiatief van de heren Homan, Bader en Hogewoning met tot doel het houden van leverbare veilingen van bloembollen in ”De Witte Zwaan”.
Coöperatie
In 1924 hadden omzet en aanvoer bij HBG zo’n aanzienlijke omvang aangenomen, dat men deze helemaal niet meer vond passen in het kader van de kwekerskringen. Besloten werd toen de activiteiten onder te brengen in een aparte coöperatieve vereniging, waarvan de oprichtingsakte op 27 november 1924 voor notaris A. van Pelt te Lisse werd verleden.Het werd de Coöperatieve Veilingvereeniging voor Bloembollenkweekers van het “Hollands Bloembollenkweekersgenootschap”. Van de firma Gerrit van Parijs & Zn werd een terrein – de zogenaamde Kapellewei – in eigendom verkregen. Daar verrees in het jaar na de oprichting een veilingloods annex kantoorruimte met een frontbreedte van 60 meter. Dat de kwekers van toen -de eerste leden waren met name afkomstig van de Lisserdijk en de Rooversbroekpolder – het nog niet zo slecht gezien hadden, blijkt wel uit de omzetcijfers. Bedroeg de omzet bij de oprichting in 1924 het lieve sommetje van f. 625.000,-; in 1927 was de omzet reeds verdubbeld en werd besloten een tweede houten veilingloods te bouwen. Op 24 september 1929 werd zelfs de drie miljoen gulden gepasseerd. Reden genoeg om de vlag met dit magische getal erop geschreven in top te hijsen. Kort daarna stortte de wereldeconomie in en kwam een einde aan de stormachtige groei van de veiling. Niettemin slaagde HBG erin de recessie te overleven, want in 1937 werd op ingetogen wijze het 12,5 jarig bestaan gevierd. Die opleving bleek overigens van korte duur te zijn .In 1939 brak de Tweede Wereldoorlog uit en dat had onder meer tot gevolg, dat de veilinggebouwen gevorderd werden voor de inkwartiering van de paarden van het Nederlandse leger en later van de Duitse bezetter. In de daaropvolgende vijf jaar stond het veilen op een bijzonder laag pitje en beperkte het zich hoofdzakelijk groenten en allerlei andere artikelen De gezamenlijke omzet van de bij de Bond van Bloembollenveilingen aangesloten veilingen schommelde in die donkere jaren tussen de 1 en 3 miljoen gulden en ook in het eerste bevrijdingsjaar -1946- spreken de cijfers boekdelen: een gezamenlijke omzet van 4,8 miljoen gulden en er werd voor 24 miljoen gulden aan bloembollen doorgedraaid’!
Intrede der In-en verkoopbureaus
Met het herrijzen uit de puinhopen van de Tweede Wereldoorlog kroop ook het bedrijfsleven uit het diepe dal omhoog. Zo ook de HBG. En een nieuw fenomeen kreeg de kans zich te ontwikkelen. De in- en verkoop van bloembollen via bemiddelaars werd namelijk geïntroduceerd. Deze verkoopmethode houdt in, dat de bollen niet voor de veilingklok verschenen, maar los van het oogsttijdstip via tussenkomst van de veiling(vertegenwoordigers) rechtstreeks van de kweker aan de handelaar/exporteur werden verkocht. Daarmee werd ingespeeld op de wensen van kwekerij en handel die hun risico’s wensten te spreiden en niet langer afhankelijk wilden zijn van het veilingseizoen met al z’n prijsschommelingen. De overeenkomst werd in het vervolg vastgelegd op een koopbriefje en voor de verdere (financiële) afwikkeling werd zorggedragen door de veiling. Wat HBG betreft kwam het systeem in 1936 als een eenmanszaakje van de grond. In het Kerstnummer van het door HBG uitgegeven Kweekersblad van 22 december 1938 is een officiële aankondiging te vinden van de oprichting van een ”In- en Verkoopbureau voor de betere soorten”. Dat ging kennelijk niet helemaal van harte want het bestuur liet weten daarmee …”noodgedwongen gevolg te geven aan de aandrang van enigen aanvoerders die meenen dat den handel in nieuwigheden daarmee beter gediend zou zijn dan via den vrijen handel”. …
Het enthousiasme droop er dus niet bepaald vanaf, maar het bureau voorzag kennelijk toch in een behoefte want tien jaar later – in het seizoen 1948/49 -volgde er een grote reorganisatie en werd de basis gelegd voor de In- en Verkoopbureaus zoals die vandaag de dag functioneren. Wat het HBG (nu dus CNB) betreft kan worden gesteld dat op dit moment een aanzienlijk deel van de omzet door dit bureau wordt gegenereerd. En het is vooral aan dit verkoopkanaal te danken geweest, dat de veilingen zo’n belangrijke positie zijn gaan innemen als schakel tussen kwekerij en handel. De Lissese coöperatieve veiling HBG mocht zich althans in een constante groei verheugen, om in het jaar van de fusie een voorlopig hoogtepunt te behalen met een omzet van 140 miljoen gulden.
Een laatste bouwactiviteit die onder HBG-vlag werd uitgevoerd voordat de veiling in 1976 door de fusie met West-Friesland opging in de Coöperatieve Nederlandse Bloembollencentrale (CNB), was de realisatie in dat jaar van een modern Handelscentrum aan de Grachtweg in Lisse.
Heden
De start van de Coöperatieve Nederlandse Bloembollencentrale werd gevormd door een periode die duidelijk maakte, dat het coöperatieve karakter van beide fusiepartners wezenlijk verschilde. West-Friesland was een echte kwekersveiling met een sterke ledenbinding, HBG een veiling die meer het bemiddelend optreden tussen koper en verkoper voor ogen stond. Er waren talloze besprekingen nodig om op dezelfde lijn te komen, maar de doelstellingen die de fusiepartners voor ogen hadden, werden gehaald. In de jaren die volgden bereikte de omzet regelmatig nieuwe recordhoogten. Vandaag de dag zijn de cijfers minder rooskleurig, hetgeen mede is toe te schrijven aan de economische ontwikkelingen en het feit dat er op dit moment wereldwijd kennelijk minder aandacht is voor bloembollen en er ook minder voor wordt betaald. Desalniettemin is het omzetcijfer toch nog respectabel en heeft men er alle hoop op dat de markt weer zal aantrekken en de situatie verbetert. Om zelf het nodige aan die situatie te verbeteren hebben de bemiddelaars reorganisaties en kostenbesparingen ingang gezet. Een van de gevolgen daarvan is dat de veiling, de basisactiviteit waarmee het indertijd allemaal is begonnen, inmiddels is afgestoten. Er zullen geen bloembollen meer via de veilingklok worden geveild en daarmee is een uniek fenomeen (op de hele wereld waren er maar twee bloembollenveilingen) naar de geschiedenisboeken verwezen. Daarmee is echter nog geen einde gekomen aan de veranderingen. Nadat vorig jaar Hobaho het domein aan de Haven heeft verlaten en zich aan de overkant daarvan vestigde heeft ook CNB sinds kort voor het laatst bloembollen geveild en maakt zich op om te verkassen. Inmiddels is gestart me de nieuwbouw op het voormalige laboratoriumterrein. Na de ingebruikname daarvan breekt de tijd aan voor geheel nieuwe ontwikkelingen in het centrum van Lisse. De tijd zal leren in hoeverre men in staat is en de wil heeft om voor het nageslacht iets van de geschiedenis te bewaren.