DE OPHAALBRUG VAN ‘T HUYS DEVER: De allereerste moest boeven buiten houden
Bij ’t huis Dever is een nieuwe ophaalbrug gebouwd op de plaats waar vroeger een oude waarschijnlijk ook een ophaalbrug lag. Dit moet vroeger ook een ophaalbrug zijn geweest rond 1500-1600. In 1757 is de brug vervangen door een stenen brug.
door Ine Elzinga Fotografie Hans Smulders
NIEUWSBLAD Jaargang 3 nummer 1, januari 2004
‘t Huys Dever oogt steeds meer naar de oude prenten die van het huis zijn teruggevonden. Vanaf september 2003 staat een verantwoorde eigentijdse ophaalbrug te stralen op de plek waar hij in vroeger tijdengeacht werd lieden met kwalijke bedoelingen tegen te houden. Ignus Maes (bestuurslid Stichting Vrienden van Dever) vertelt over de nieuwe oude ophaalbrug.
In de zoektocht naar de wereld vroeger rond ’t Huys Dever stuit De Stichting Vrienden van Dever op een caertgen (oude prent), een ingekleurde pentekening, in het Algemeen Rijksarchief in Den Haag. Hierop is duidelijk te zien dat de donjon (versterkt woonhuis) vanaf het Deverlaantje via een houten brug over een gracht te bereiken is geweest. Over de voorhof, met het koetshuis en een boerderij met stallen, kon men via een tweede brug naar de donjon. Ignus Maes laat het bewuste caertgen zien. Er is een foto van gemaakt, die nu één der wanden van ’t Huys siert: ‘Je kunt duidelijk zien dat het een houten brug was.’ Of het inderdaad een ophaalbrug was, maakt deze prent niet duidelijk. ‘Misschien een interpretatie van de kunstenaar,’ meent Maes. ‘De prent is uit 1550-1575. Op een tekening van Roeland Roghman (rond 1645-1650) zie je weer een houten brug, waarbij een deel van de leuning ontbreekt. Er zijn ook tekeningen gevonden waarop je kunt zien dat er een poort aan de kant van de voorhof moet zijn geweest. Het moet dus wel een ophaalbrug geweest zijn, om boeven tegen te kunnen houden. Er lag ook niet voor niets water rondom de donjon. Op een penseeltekening vanA.de Haen junior (1725) loopt de leuning van de rug weer door, misschien was het in die tijd niet meer nodig de brug op te halen.’
Pek en teer
In 1767 komt er een nieuwe schout, Willem Jacobus Sennepart, in Lisse. Op dat moment staat ’t Huys Dever leeg, de eigenaar, de familie Heereman van Zuijdtwijck, woont elders en de schout krijgt toestemming op de donjon te wonen en er kantoor te houden. De houten brug is er slecht aan toe. Hij is al vaak met pek en teer behandeld en daarna met schelpen bestrooid, maar ook zo’n behandeling kun je niet eeuwig blijven herhalen. Heereman van Zuijdtwijck zorgt voor een nieuwe, stevige stenen brug, gemetseld op twee bogen en degelijk gefundeerd. Het pronkstuk wordt in 1848 vereeuwigd op een schilderij door G.Leembruggen. Deze brug is een kort leven beschoren. De precieze datum is niet bekend, maar aan het einde van de negentiende eeuw wordt de gracht gedempt en zowel voorhof als brug tot onder het maaiveld weggebroken, ten behoeve van de bollenteelt.
Fundamenten
De grondleggers van de Stichting Vrienden van Dever nemen veertig jaar geleden het besluit de op dat moment zwaar vervallen donjon te behouden. Najaren hard werken kan het gerestaureerde Huys Dever in 1978 worden opengesteld voor het publiek. Maar de Stichting Vrienden van Dever wil ook de omgeving van de donjon voor zover mogelijk in ere herstellen. Archeologisch onderzoek maakt in 1980 duidelijk dat de fundamenten van de bouwwerken op de voorhof en de stenen brug nog aanwezig moeten zijn en de schep wordt ter hand genomen om de grond af te steken op zoek naar die restanten. Deze fundering wordt inderdaad grotendeels blootgelegd. Er is wel een probleempje. In ongeveer 1915 is er een woning even ten zuidwesten van de donjon gebouwd en tot op de dag van vandaag bewoond. Een aanpassing van de omgeving van een in 2003 niet te bewonen donjon mag niet ten koste gaan van woonruimte. Met als consequentie dat de gracht niet geheel kan worden teruggebracht. Bovendien blijkt dat het tweede gedeelte van de fundering van wat ooit een stenen brug met twee gemetselde bogen was, op het terrein van de woning ligt.
Ruilen met de buren
Maes: ‘Wij wilden dolgraag uit historisch oogpunt de brug terug. De stenen brug konden we niet realiseren, omdat deze dan nogal ongemakkelijk op buurmans terrein kwam te liggen. Van de houten brug hadden we in feite te weinig gegevens. We hebben toen besloten om te kiezen voor een eigentijdse houten ophaalbrug op de bestaande fundering. Daarmee konden we de brug op de goede plek plaatsen én een beeld geven van de oorspronkelijke toegang naar ’t Huys Dever. Gelukkig konden we grond ruilen met de buren en waren er heel wat sponsoren bereid financieel mee te werken. We hebben contact gezocht met Haasnoot Bruggenbouw, die dichtbij is gelegen en een goede kwaliteit levert.’
Vanuit zijn Katwijkse kantoor met goed uitzicht op de werkplaats, vertelt A.Haasnoot: ‘In 1962 begon mijn vader met het bouwen van bruggen. Ik raakte al op jonge leeftijd geïnteresseerd. Het is gewoon erg leuk werk.’ Haasnoot richt de blik op twee werknemers die stalen platen leggen over een licht gebogen frame. De bruggenbouwer vertelt dat de voorbereidingen de meeste tijd vergen: ‘De idee-ontwikkeling, het maken van de tekeningen, de berekeningen, de inspraakprocedures, de aanvraag van de bouwvergunning. Met elkaar kost dat proces al gauw eenjaar. De brug zelf is in twee weken klaar. Een week voorbereidende werkzaamheden in de werkplaats, vervolgens met vracht- en kraanwagen naar de plek van bestemming en dan een week om de brug solide te plaatsen en af te werken.’
Cateringbusje
Zo ingewikkeld en eenvoudig verloopt ook het proces voor het maken en plaatsen van de ophaalbrug bij ’t Huys Dever: ‘Daarbij gold een voorwaarde voor de maatvoering. In verband met de catering wilde men graag dat er een busje achteruit over de brug kon rijden. In feite is het idee ophaalbrug in de loop der tijden niets veranderd. Zo’n brug moest omhoog kunnen om de vijand op afstand te houden. Een brug met een draaipunt en scharnieren, heel simpel. De constructie en de vormgeving zijn door de eeuwen hetzelfde gebleven, alleen de materialen zijn veranderd. Vroeger werd er Hollands eikenhout gebruikt. Dat materiaal ging niet zo erg lang mee, maar het was ruimschoots voorhanden. Men maakte wel weer een nieuwe. Tegenwoordig gebruiken we tropisch hardhout. Voor het ophaal-mechanisme is roestvrij staal gebruikt. Een brug zoals nu bij Dever staat, kan zeker 50-60 jaar mee. Waarschijnlijk langer, want ik verwacht dat de gemotiveerde mensen van de Stichting Vrienden van Dever de brug goed zullen onderhouden. Dat zie je wel eens anders.’
Nooit weg geweest
Haasnoot zegt met een lichte vertedering in zijn stem: ‘Deze ophaalbrug staat er alsof hij nooit is weggeweest.’ Direct daarna is hij de kritische deskundige: ‘Hij staat op een betonnen plaat, jammer, maar dat kon niet anders. De oude funderingen moesten bewaard blijven. Ik hoop dat ze de waterstand wat kunnen verhogen, zodat de constructie onder water komt te staan, want dat vind ik echt lelijk.’
Ignus Maes: ‘We hebben nu een eenarmige ophaalbrug met een contragewicht. Wij hadden ook niet bedacht dat de fundering zichtbaar zou zijn. Maar als de wegwerkzaamheden hier in de buurt zijn afgerond, zal men het waterpeil wel weer verhogen.’ Met de realisatie van deze brug zijn nog niet alle wensen van de Stichting Dever vervuld: ‘We hopen dat we de brug tussen de voorhof en de donjon ook ooit kunnen realiseren. De huidige toegangstrap is een noodtrap. En straks er bomen om het bedrijventerrein aan het oog te onttrekken. Daarover zijn degelijke afspraken gemaakt, voortkomend uit ons masterplan.’