De steenfabriek vóór en in de oorlog
In het artikel in het vorige Nieuwsblad over foto’s van bakker Out uit Hillegom wordt niet gesproken over de steenfabriek omdat Out geen foto’s heeft gemaakt.
Bultink, M.
Jaargang 4 nummer 1, januari 2005

Kunstschilder H. Lugt vervaarigde in augustus 1929 dit portret van de directeur van de steen-fabriek in Hillegom, baron Arnoud van Hardenbroek van Ammerstol.
Zeer recent stuitte ik op wat notities die ik maakte toen ik mocht rondneuzen in het in verval geraakte archief van de steenfabriek. In zijn algemeenheid gold destijds dat Van Hardenbroek (de baron), mede vanwege de verdere technische ontwikkeling van het kalkzandsteencomplex, al ver vóór de oorlog nauwe banden onderhield met zijn collega’s in Duitsland. Hij was daar ook meerdere keren op bezoek en er waren in Hillegom ook tegenbezoeken van Duitse kalkzandsteenspecialisten, met wie vooral veel werd gediscussieerd over de verbetering van bet productieproces. Van Hardenbroek was duidelijk onder de indruk van de Duitse ‘Gründlichkeit’ en slagvaardigheid en toen Nederland in de jaren dertig in de crisis werd ondergedompeld, ontstond bij de baron meer en meer een afkeer tegen het economische beleid in ons land en hij stak dat niet onder stoelen of banken.
Zo correspondeerde hij uitgebreid met zijn in Zeist wonende neef, jonkheer mr. Huydecoper, die zich ook graag afzette tegen ‘de ellendige staatsbemoeiing in het industriële bedrijf’. Zij schreven uitgebreid met elkaar over dit onderwerp. Een paar passages.
Rood-roomsch regime
“De tijden zijn anders geworden ofwel veel slechter dan destijds mocht worden verwacht. Het was beginjaren twintig ondenkbaar dat het rood-roomsche regime, dat ons nationaal vermogen door verpolitiekheid opsoupeerde, zoo lang zoude aanhouden en zelfs thans nog niet van de baan is. (…)Ik zie in Den Haag veel achter de schermen en ik ben wel gedwongen van alle wetten kennis te nemen en veelal er tegen op te trekken. Mijn conclusie is dat Colijn wel goed wil, maar tegen de rest niet op kan. In een andere brief- gedateerd 3 april 1939- schreef hij: De rede van Romme heb ik ook aangehoord en mij geërgerd aan toon en stem en het zoo duidelijke gebazel voor de balie. Natuurlijk ben ik al lang bezig bij den Premier over mijn geval, doch de premier kan zeer weinig doen om zich niet zelf politiek heelemaal onmogelijk te maken. Hij zit geheel onder (deplak van) zijn roomsche ministers. En wat deze willen?
Onder de claque van de Socialisten den volke duidelijk maken, dat men bij hen kan krijgen wat men bij de nazi’s krijgt. Inmiddels doen zij met het afvlakken naar het mindere alles beroerder dan de nazi ‘s, die – met al hun fouten – toch in elk geval het beste laten werken en de efficiency hoog houden” .
Land verhuurd
En dan nog dit. Van Hardenbroek was weliswaar pro-Duits, maar toch ook wel zo zakelijk dat hij in de tijd van de mobilisatie in de omgeving van Noordwijkerhout land verhuurde waarop Nederlandse troepen hun oefeningen konden houden.
De steenfabriek in de oorlog
In het artikel ‘De steenfabriek De Amoud in de oorlog’ dat in de vorige aflevering van dit blad stond, vroeg auteur Hans Smulders zich af waarom er in het boek Hillegom ’40-45′ van Frans Out niets vermeld is over het oorlogsverleden van de Kalkzandsteenfabriek. De belangrijkste reden is heel simpel: het boek is gebaseerd op het fotomateriaal van bakker Frans Out, dat in 1984 en 1985 op twee exposities te zien was. Frans Out woonde en werkte tijdens de oorlog in de Hillegomse Hoofdstraat. Daar was de bakkerij en daar bezorgde hij brood aan huis. Frans Out kwam met zijn camera niet in de buurt van de Kalkzandsteenfabriek en heeft daar dus ook geen foto’s van gemaakt. Uiteraard is er voor het boek de nodige research gedaan in het Gemeentearchief Hillegom en bij het RIOD. Doel daarbij was om de foto’s met informatie aan te vullen, bijvoorbeeld over oorlogsschade aan panden, beschietingen en bombardementen, de jodenvervolging e.d. Het verleden van de steenfabriek is destijds eenvoudig geen onderwerp van onderzoek geweest, maar ook en passant zijn wij niet op interessante feiten gestuit, anders hadden wij die zeker in het boek vermeld.