De ´verplaatsing´ van het gemeentehuis, 1848 (2)

In 1848 vergadert de gemeenteraad niet meer in de Witte Zwaan, maar in het Oude Raadhuis, waar voorheen de Baljuw vergaderde en waar een gevangenis was. Het Oude Raadhuis werd in 1921 gesloopt. Hier kwam toen de ABN in de noordoosthoek van het Vierkant.

Door Rob Pex

NIEUWSBLAD Jaargang 12 nummer 2, april 2013

Inleiding

In een vorige aflevering vernamen we dat de verhouding tussen de logementhouder van de Witte Zwaan en het gemeentebestuur te wensen over liet. In 1848 bereikte dat zijn hoogtepunt. Reden genoeg voor de burgemeester om aan de gemeenteraad voor te stellen de vergaderingen voortaan niet meer in De Witte Zwaan te houden, maar elders. Een belangrijke traditie dreigde te worden verbroken: De Zwaan als rechthuis van Lisse. Hier eindigde de vorige aflevering. In dit tweede deel pakken we de draad weer op en verneemt de inmiddels nieuwsgierig geraakte lezer wat er op die bewuste vergadering van 26 september 1848 werd besloten.

Het Oude Raadhuis komt in beeld

Het voorstel van burgemeester J.C. van Rosse aan de gemeenteraad luidde om “bijprovisie”, dus voorlopig, het zogenaamde Oude Raadhuis te gebruiken als gemeentehuis. Het Oude Raadhuis bevond zich aan het Vierkant ter plaatse van de latere Algemene Bank Nederland, dus waar nu Oud Raadwijk in aanbouw is. Het was sedert 1765 van het Baljuwschap van Noordwijkerhout, Voorhout, Hillegom en Lisse. Baljuw en welgeboren mannen vergaderden hier en er was ook een gevangenis. Mogelijk was het vanwege de vergaderingen van genoemde raad van de baljuw en welgeboren mannen dat men het gebouw later Het Oude Raadhuis is gaan noemen. In ieder geval fungeerde het vóór 1848 zeker niet als gemeentehuis, wat de naam wél doet vermoeden. In 1848 was er echter allang geen baljuw meen We lezen dan ook dat “reeds sedert bijna eene halve eeuw ” de gemeente belast was met het onderhoud van het bewuste gebouw aan het Vierkant. Ook wist men niet beter of de gemeente Lisse trad als eigenaar op. Toch besloot men in de gemeenteraadsvergadering van 27 oktober 1848 om “af te wachten wat door gemelde ambachten of gemeenten’ wegens mede eigendom mogt gepretendeerd worden “, maar er kwamen geen reacties binnen.

Hoe zal de logementhouder reageren…?

Inmiddels had men het “afkondigingskastje ” waaraan huwelijks afkondigingen e.d. op aangeplakt werden, overgebracht van De Witte Zwaan naar Het Oude Raadhuis. Ook was men overgegaan tot aankoop van meubilair “en het verder laten repareren en in orde brengen ” van het gebouw. Verder ging men niet.. .Men was namelijk benieuwd hoe de logementhouder, J.P. Rotteveel, zou reageren! Een beetje kat en muis spel spelen dus. Aangezien het logement De Witte Zwaan altijd al als raadhuis had gefungeerd, verwachtte men dat de logementhouder een genoegdoening zou eisen voor de inkomsten die hij nu mis zou gaan lopen. Maar het bleef akelig stil aan deze zijde van het Vierkant. Rotteveel gaf geen kik! Hij vond het kennelijk best dat de gemeenteraad, waarmee hij immers slecht door één deur kon, nu elders vergaderde. Reden temeer dus om verder te gaan op de ingeslagen weg. Er moest nog veel gebeuren aan het nieuwe Oude Raadhuis voordat het in gebruik kon worden genomen, waaronder “het aanbrengen van licht in de benedenvertrekken “, de reeds aanwezige tafel “appropriëren ” (verbeteren/herstellen) – want in deze zorgelijke tijd was men zéér zuinig! (Zie ook het kader) – en het aanbrengen van “eene balie”.

Conclusie

Zo was er dus in 1848 een einde gemaakt aan een lange traditie, waarbij De Witte Zwaan fungeerde als rechthuis. En dat alleen, omdat logementhouder en gemeentebestuur niet met elkaar konden samenwerken… Het gebouw met de opvallend voorspellende naam Het Oude Raadhuis ging nu fungeren als gemeentehuis. Dat is zo gebleven tot in het jaar 1905, toen er een nieuw raadhuis in gebruik werd genomen.