DE WINKEL VAN TISSING EN ZIJN VOORGANGERS Deel II: De komst van Tissing, 1905-1938

Tissing begon zijn zaak in een woning aan de Van der Veldstraat, al gauw kon hij een ruimer pand betrekken op de hoek Kanaalstraat/Van der Veldstraat. En daarmee legde hij de basis voor een winkelketen van redelijke omvang die uiteindelijk vijf winkels telde in West-Nederland.

NIEUWSBLAD Jaargang 13 nummer 3, juli 2014
Door R.J. Pex

Inleiding

In het vorige deel zijn we geëindigd bij de familie Hassing die geruime tijd heeft gewoond in een arbeiderswoning die gelegen was op de plek waar later de winkel van Tissing zou komen. Cornelis Hassing heeft er niet alleen gewoond, maar heeft ook het eigendom verworven van deze woning in 1867. Dat bleef zo tot in het jaar 1905, toen zijn erfgenamen het verkochten aan Mattheüs van der Veld.

Afb. 1. De Van der Veldstraat in beeld, ca. 1911-1920. A.M. Hulkenberg, Lisse in oude ansichten (Lisse, derde druk 1987), p. 39

Sloop, 1911

Erg lang is deze Mattheüs van der Veld niet in het bezit gebleven van de negentiende-eeuwse voorganger van de winkel van Tissing; in 1910 verkoopt hij het weer door aan de Gebr. Albertus en Abraham Moolenaar. De gebroeders Moolenaar hadden een aannemersbedrijf aan de Kanaalstraat ter hoogte van de huidige Molenstraat. Het was een goed lopend bedrijf dat dan ook haar sporen nagelaten heeft in het Lisse van rond 1900. Zo hebben de gebroeders omstreeks 1898 een rijtje huizen gebouwd aan de Kanaalstraat, ongeveer tegenover het vroegere aannemersbedrijf (deze hebben later plaats moeten maken voor modernere bebouwing en een weg). Maar waar gebouwd werd, moest ook weleens wat gesloopt worden! Inderdaad is de oude arbeiderswoning uit 1860 na de aankoop door Moolenaar in 1910 geen lang leven meer beschoren geweest: er werd een nieuw pand gebouwd, waarin een zekere Egbert Tissing een winkel in manufacturen begon. Ze opende haar deuren reeds in 1911. Maar wie is nu die Egbert Tissing die hier zomaar opeens lijkt op te duiken?

Egbert Tissing (1875-1947)

Deze volbloed ondernemer was in 1875 geboren in het plaatsje Zijdewind. Later staat hij genoteerd als magazijnbediende en reiziger. In die hoedanigheid heeft hij waarschijnlijk ‘de liefde’ van zijn leven ontmoet: Alijda Carolina Augustina de Liefde, die ook handelreizigster was en bovendien bij hetzelfde bedrijf werkzaam was als Egbert. In 1900 traden ze in het huwelijk. Egbert was toen 25 jaar en zijn kersverse echtgenote zeven jaar ouder. Alijda wilde een eigen onderneming starten. Nu was haar broer, Lodewijk, geen onbekende in Lisse. Hij was namelijk werkzaam als stationschef bij het toen nog nieuwe Lissese station aan het einde van de Stationsweg. Hij wist dat er een dorpsuitbreiding op het punt stond om te worden gerealiseerd aan de Kanaalstraat. Inderdaad werd hier in 1905 de Van der Veldstraat aangelegd. Het echtpaar Tissing-De Liefde, dat inmiddels naar Amsterdam was verhuisd, toog nu naar de Van der Veldstraat in Lisse, waar ze een zaak in manufacturen begonnen. Op 8 maart 1907 werd deze geopend. De winkel liep goed en al na een paar jaar werden er plannen gemaakt om een groter winkelpand te betrekken op de hoek Van der Veldstraat/ Kanaalstraat. En zo kwam hier dus in 1911 Tissing in zicht!

Magazijn ‘De Zon’, 1911-1929

Op talloze ansichten is dit gebouw te zien of op zijn minst het bekende ‘torentje van Tissing’. Het werd, zoals eerder opgemerkt, gebouwd ter plaatse van de arbeiderswoning die timmerman Karel Lindaard hier in 1860 had gebouwd voor, waarschijnlijk, zijn personeel. Daarnaast bevond zich een gelijksoortig gebouw dat in 1911 gevrijwaard bleef van sloop. Voorlopig, want toen Tissing opnieuw wilde gaan uitbreiden in 1938, is deze woning toch onder de slopershamer gekomen. Tissing noemde zijn nieuwe winkel ‘Magazijn De Zon’. Was hij daarin uniek? Niet bepaald, want er verrezen in de periode 1900-1910 nog veel meer manufacturenwinkels in den lande met precies dezelfde naam! De warenhuisketen Vroom&Dreesmann is hiervoor de opdrachtgever geweest. Al deze winkels werden gebouwd in de destijds populaire bouwstijl die Art Nouveau werd genoemd, of – in het Duits – Jugendstil. Een stijl waarin bij voorkeur elementen uit de natuur werden verwerkt. Daardoor kwam uiteindelijk ook het voor de warenhuizen typische zonnetje in beeld. Dit werd al gauw overgenomen door andere winkels in manufacturen, omdat ‘De Zon’ inmiddels symbool stond voor de betere warenhuizen en daar wilde men natuurlijk graag mee vereenzelvigd worden! Waarschijnlijk is dit de reden waarom Egbert Tissing in 1911 besloot zijn nieuwe manufacturenwinkel zo te noemen, ondanks het gegeven dat aan het nieuwe gebouw geen enkel zonnetje te bespeuren viel!

In het eerste decennium van de twintigste eeuw verrezen er meerdere panden met de naam ‘Magazijn De Zon’. Een fraai pand is bijvoorbeeld De Brink 100 in Deventer. De gevel is in 1905 gebouwd in Jugendstil naar een ontwerp van F.M.J. Caron. Hij was samen met J. Kuyt één van de vaste ontwerpers van de warenhuisketen Vroom&Dreesmann. Het (gestyleerde) zonnetje, met daaronder de naam ‘Magazijn De Zon’ is te zien op de zwarte plaat die is aangebracht in het midden van het gebouw boven de toegang Een ander V&D-gebouw die dezelfde naam voerde, vindt men nog altijd in het centrum van Gouda. In 1904 had zich hier een tweetal ondernemers gevestigd met een winkel in manufacturen. Het werd al gauw een fi liaal van V&D, waarna er een nieuw Jugendstilpand verrees onder de architectuur van Piet Buskens. Het kenmerkende zonnetje bevond zich hier in het midden van het gebouw op het hoogste punt (boven de gootlijst): een plek die iets meer voor de hand ligt. Ook in Eindhoven was een fi liaal van V&D gevestigd dat de naam ‘Magazijn De Zon’ droeg. Niet iedereen was gediend van deze ‘nieuwe stijl’ (Art Nouveau). Zo merkte mr. Adriaan Loosjes in het weekblad ‘Buiten’ op over het kersverse gebouw van V&D in Gouda: ‘Is het niet treurig dat men straffeloos voor tientallen jaren een stad op dergelijke manier kan verontreinigen?’ Vanuit dit licht bezien, kan men zich goed voorstellen dat Tissing bij zijn keuze voor een nieuw winkelpand niet een gebouw voor ogen had zoals in de genoemde steden Deventer of Gouda. Dat is het dan ook uiteindelijk niet geworden. Al zijn er bepaalde elementen te herkennen die duidelijk zijn aangebracht met een knipoog naar deze stijl, zoals bijvoorbeeld de geglaasde of geglazuurde stenen ter weerszijden van de grote winkelramen. In vergelijking echter met de genoemde warenhuizen is het in het Lissese geval niet tot een heel uitgesproken Jugendstil gekomen.

1929 voert de winkel van Tissing niet langer meer de oude benaming (Magazijn De Zon), maar is het omgedoopt in Manufacturenhandel Nederland v/h E. Tissing. De reden was het toetreden van de zoon van Egbert, W.J.E. Tissing, in het bedrijf, waardoor het van een eenmanszaak een V.O.F. werd. Egbert Tissing mocht zich toen inmiddels (vanaf 1920) eigenaar noemen van zijn winkel. Daarvoor – van 1911 tot 1920 – heeft hij het dus gehuurd.

Magazijn De Zon in beeld, ca. 1911-1925

Op afb.1 is de Van der Veldstraat in beeld gebracht. De weg werd in 1905 aangelegd. Toen Egbert Tissing voor het eerst naar Lisse kwam, moest hij hier nog over hopen stenen en zand klauteren. Hij vestigde zich, op aanraden van zijn schoonvader, in het hoge pand aan de linkerzijde van de straat. Als deze foto wordt geschoten is dat inmiddels verleden tijd geworden, want het nieuwe pand van Tissing is dan – aan de rechterzijde van de foto – reeds gerealiseerd. We schrijven dan 1911 of iets later. In het achterste gedeelte was het winkeltje van Piet Slobbe gevestigd. De meeste mensen die hier op de foto poseren, kunnen we niet meer thuisbrengen. Alleen dan Egbert Tissing! Volgens Hulkenberg zou dat de vierde man van rechts zijn. Dit is niet juist, indien de man met de bolhoed op afb. 3 met hem te vereenzelvigen is, die op zijn beurt grote gelijkenis vertoont met de negende persoon van rechts (met de fi ets aan zijn hand) op foto afb. 1.

Op de foto van afb. 3 hebben we aan de linkerkant zicht op Magazijn De Zon. De winkelramen zijn fraai vormgegeven in – waarschijnlijk – gietijzer. De stijlen links en rechts daarvan zijn vervaardigd van geglaasde of geglazuurde stenen. De hoofdingang is bescheiden vormgegeven, met daarboven een balkon. Nog hoger bevindt zich de eerste verdieping en daarboven het bekende ‘torentje van Tissing’, maar dat valt in dit geval buiten beeld. Rechts van de winkel bevindt zich een pand dat qua vormgeving iets weg heeft van de arbeiderswoning die zich voorheen bevond ter plaatse van de winkel van Tissing. Het was gebouwd in 1883 door Martinus of Maarten Romijn. In 1926 wordt de manufacturenwinkel van Tissing uitgebreid, zo lezen we in de Kadastrale leggers met betrekking tot dit perceel. Onduidelijk is echter of deze uitbreiding plaatsvond richting het daarnaast gelegen huis van Romijn. Dit pand wordt namelijk pas in 1938 daadwerkelijk gesloopt. In de plaats daarvan verrees het nieuwe winkelpand van Tissing. Iets meer richting de Kapelstraat zien we links het in 1895 gebouwde huis van mandenmaker Aangeenbrug. Ter plaatse van het tuintje is later – in 1926 – de huidige kaaswinkel van Romijn gebouwd. De foto van afb. 4 is genomen vóór 1926, aangezien de kaaswinkel van Romijn nog niet bestaat. Wél zien we nog – achter de kapokbalen – de woning uit 1883. De kapok kwam helemaal uit Nederlands-Indië en werd gebruikt voor het vervaardigen van matrassen. De fraaie gietijzeren winkelramen zijn hier goed zichtbaar, met ter weerszijden de al genoemde stijlen/pilasters. De ansicht van afb. 6 brengt het hele gebouw in beeld. Het heet dan nog Magazijn De Zon’. De kaart heeft waarschijnlijk gediend als reclame, al moet opgemerkt worden dat de oplage bijzonder gering moet zijn geweest, gezien de grote zeldzaamheid van deze kaart. Tenslotte brengt afb. 7 het interieur in beeld. Iets wat waarschijnlijk zelden is gebeurd in de (vroegere) geschiedenis van Tissing. We kijken naar de hoofdingang. Rechts bevinden zich, keurig opgerold en opgeborgen in vakken, allerlei katoenen/linnen stoffen, waarvan kleding kon worden gemaakt. Pas vanaf de jaren dertig is men er ook toe overgegaan confectiekleding te koop aan te bieden. Een bijzondere foto!

Conclusie

We eindigen dit deel in het voor de winkel van Tissing belangrijke jaar 1938. Dan zal het pand van 1911 plaats moeten maken voor een moderner gebouw. Inmiddels had Tissing goede zaken gedaan, hoogstwaarschijnlijk in samenwerking met zijn echtgenote, die ook wel wat handelsbloed door haar lichaam had stromen. Begon hij zijn zaak in een woning aan de Van der Veldstraat, al gauw kon hij een ruimer pand betrekken op de hoek Kanaalstraat/Van der Veldstraat. En daarmee legde hij de basis voor een winkelketen van redelijke omvang die uiteindelijk vijf winkels telde in West-Nederland. In het volgende deel richten we onze aandacht op de periode 1938-heden.

Bronnen

Coll. E. Tissing te Lisse, aangevuld met herinneringen en anekdotes. A.M. Hulkenberg, Lisse in oude ansichten II (Lisse, derde druk 1987). E. Vergunst, Geschiedenis van Lisse in oude ansichten en plattegronden (Schoonhoven, 2007).

Reactie

Reactie op DE WINKEL VAN TISSING EN ZIJN VOORGANGERS Jan Wiebes schrijft: “Wat mij opviel was de beschrijving over de gelijkenis tussen de Heer Egbert Tissing – de vermoedelijke bolhoed persoon – en de negende persoon met fiets, (zie detail foto hierboven). De grote man met fiets is de heer Johannes (Jan) Petrus van der Hulst, geb. 08-04-1880 te Lisse.

Zijn zoon Petrus (Piet) Johannes van der Hulst, geb.04-04-1901 te Lisse, heeft in 1925 het pand gekocht op de hoek Kapelstraat-Grachtweg, en is daar een schoenwinkel begonnen en heeft de werkplaats (het kapel) gebouwd. In 1942 heeft hij de boel van de hand gedaan, en is hij de bekende dierenzaak begonnen in de Van der Veldstraat 15. Zijn jongere zoon Piet van der Hulst geb. 17-06- 1938 te Lisse is onze huidige buurman.

Klik hier voor het volgende deel