Erepenning voor Bart en Stephanie Griekspoor van HEEREWEG 291:
De erepenning van de Vol in 2003 is voor de familie Griekspoor van Heereweg 291. De woning is uit 1860, gebouwd door W. Slegtkamp. Vroeger werden hier de paarden gewisseld voor de paardentram.
door: Ine Elzinga
Fotografie: Hans Smulders
Nieuwsblad jaargang 2 nummer 3, juli 2003
Bart en Stephanie Griekspoor hebben in 2003 de erepening van de Vereniging Oud Lisse ontvangen. Ze renoveerden de vrijwel vervallen woning aan de Heereweg 291 tot een respectabel woonhuis, authentiek met persoonlijke stijl: ‘We voelen een sterk persoonlijke band met dit huis en niet alleen omdat opa Griekspoor er een leven lang woonde.’
Rond 1860 bouwt bollenboer W. Slegtkamp een woonhuis op Heereweg 291. Achter de woning komen twee bollenschuren en een dienstwoning voor de knecht. Een flink stuk van het achterliggende land, waarop onder meer een boomgaard, behoort ook tot zijn domein. De huidige eigenaar Bart Griekspoor weet niet precies wanneer opa C. Griekspoor het pand kocht, waarschijnlijk in 1930. Opa zal er tot zijn overlijden op 94 jarige leeftijd in 1990 blijven wonen. Griekspoor: ‘Opa was aannemer en had een groot grondverzet bedrijf. Hij hield kantoor aan huis en gebruikte een schuur voor de opslag van klein materieel. De grote wagens stonden elders. Een van de schuren was omgebouwd tot paardenstal. In de tijd dat er in Lisse nog een paardentram reed, werden hier de paarden gewisseld en konden ze uitrusten. Het laantje naast het huis werd toen het laantje van Griekspoor genoemd, maar ik noem het gewoon onze poort.’ Na opa’s overlijden blijft het huis acht jaar leegstaan. Griekspoor: ‘Opa heeft de laatste twintig jaar van zijn leven weinig aandacht aan het huis besteed. En de leegstand deed ook geen goed. Niemand wist eigenlijk wat er met het pand moest gebeuren, en iedereen zag op tegen renovatie en onderhoud.’ In 1998 hakken kleinzoon Bart en zijn vrouw Stephanie de knoop door en besluiten het huis te kopen om het weer als woonhuis in ere te herstellen. Ze betrekken de dienstwoning en gaan aan de slag.
Rijp voor de sloop
Griekspoor: ‘In feite was het rijp voor de sloop. We zijn bovenaan begonnen, het huis waterdicht maken!’ Het dak eraf, de balken waren verrot, al het houtwerk trouwens. Alle houtwerk is vervangen en er kwamen nieuwe dakgoten. Vervolgens zijn de muren gestraald en opnieuw gevoegd en is het houtwerk meteen goed in de verf gezet. De glas-in-lood ramen hebben tochtig lood en missen stukken glas. Het groene glas is een heel zeldzaam groen kathedraal glas. Stephanie Griekspoor: ‘Het glas was gesigneerd door glazenier Bogtman uit Haarlem. Dat bedrijf bestaat nog steeds en was ook betrokken bij de glazenierwerkzaamheden voor de St. Agathakerk. Het bedrijf wordt nu geleid door de kleinzoon. Grootvader Bogtman had een archief had bijgehouden. Hij kende de ramen en had nog een reserve stuk glas staan!.’ De ramen worden hersteld en ter bescherming en ter isolatie laat Griekspoor er aan beide zijden vensterglas voor plaatsen, driedubbel glas in Huize Griekspoor. De buitenkant ziet er dan al aardig uit, maar binnen is het een puinhoop. De zolder krijgt een vloer die beloopbaar is. ‘Als kind mocht ik nooit op de zolder van opa komen, die stond deels vol met overtollige spullen en je kon door het achterste gedeelte heen zakken.’ Van de eerste verdieping worden de tussenmuren weggehaald: ‘Bij die sloop kwamen we erachter waar de oorspronkelijke muren en deuren waren geweest, er waren bijvoorbeeld aparte voorkamertjes. Stephanie en ik hebben besloten de originele indeling zoveel mogelijk terug te brengen.
CV op kolen!
We ontdekten ook dat opa zijn tijd vooruit was. In, ik schat 1940, had hij al centrale verwarming in het huis laten aanleggen, op kolen gestookt, alle leidingen en bedradingen zaten er nog, evenals een asbesthoudend schoorsteenkanaal. In de beginjaren zestig heeft hij de cv laten vervangen door gaskachels, logisch dat was makkelijker en goedkoper.’ Het behoeft geen betoog dat er heel wat te slopen is, voordat de bovenverdieping opnieuw kan worden ingericht. Alles wat bruikbaar is en het huis oorspronkelijk toebehoort krijgt weer een plek, zoals de oude wastafel. Tegelijk wordt het huis ingericht voor de eenentwintigste eeuw, het liftje in de badkamer bespaart bijvoorbeeld heel wat loopjes met volle wasmanden over de degelijk houten trap naar de wasmachine beneden. En ook Griekspoor junior heeft een vooruitziende blik: ‘Ik heb wel meteen kabels gelegd voor pc en tv later op elke kinderkamer.’
Plafondschilderingen
De houten trap naar beneden heeft mooi vormgegeven deels gedraaide houten spijlen. Er zijn er echter nog maar een paar intact. Het valt niet mee iemand te vinden die deze kan namaken, Griekspoor moet er de grens voor over. Hij laat er flink wat extra maken: ‘De houten ladder naar zolder willen we door een echte trap vervangen. Om één geheel te krijgen wordt die trap van dezelfde type spijlen voorzien als de trap naar beneden. In een later stadium overweeg ik dakkapellen op zolder. Ik heb van een deskundige begrepen dat er wel mogelijkheden zijn om bij deze woning passende kapellen aan te brengen.’ Bij de renovatie van de benedenverdieping wachten opnieuw ontdekkingen. Op het plafond is ooit een Jugendstilschildering aangebracht. Wanneer de muurbekleding is verwijderd, op dunne latjes (tengels) aangebrachte houtpanelen, wacht eveneens zo’n schildering. Griekspoor: ‘Die muurbekleding diende als isolatie, erachter is immers stilstaande lucht, en dat isoleert perfect.’ Stephanie vertelt dat ze vroeger nooit zo van Jugendstil hield: ‘Toen we die schilderingen tegenkwamen, ben ik mij in die stijl gaan verdiepen, ik vind het nu prachtig.’ Ze neemt zelfde kwast ter hand om ze allen over te schilderen. En misschien komt er op de bovenverdieping naast de trap ook wel zoiets op de muur. De houten vloer in de benedenkamers gescheiden door een forse schuifdeur is nog in tact, hoewel niet geheel waterpas meer. De prachtige schouwen zijn vernieuwd, maar wel in stijl. De serre is een ramp. Het dak lek, de houten vloer niet meer te redden. Opnieuw worden de mouwen opgestroopt.
Geheime kelder
Het echtpaar Griekspoor heeft inmiddels elke centimeter van hun huis is handen gehad. Al pratende, komen er steeds weer nieuwe verhalen boven. Over de riolering: ‘Toen we die wilden aanleggen, konden we niet onder het huis door naar de voorkant in verband met de fundering. De riolering is nu achter het huis langs om naar voren gelegd. Al gravende stuitten we op steen. Dat bleek het plafond van een grote gewelfde kelder, met verschillende ruimtes. Deze stond vol water en er is dagen gepompt om die leeg te krijgen. We hebben alles netjes dichtgemaakt. Misschien maak ik hem ooit nog wel eens open. Een buurman heeft ook zo’n kelder als wijnkelder in gebruik, best een goed idee.’
Bliksem in de soep
Stephanie: ‘Er kwamen ooit twee oude dames, die het huis uit opa’s tijd kenden, nieuwsgierig langs. Ze vertelden het verhaal van de bliksem die ooit was ingeslagen in de pan soep die achter het raam op de kookplaat op dit aanrecht stond.’ En dan is er de herontdekte vijver vlak achter het terras, die weer min of meer in gebruik is genomen. Stephanie en Bart wonen inmiddels met hun vier kinderen al weer geruime tijd in het huis. Maar nog lang niet alles is klaar wat het echtpaar in gedachten heeft. Griekspoor: ‘We gaan nu de dienstwoning verbouwen, ook die blijft zo authentiek mogelijk. De toegangsweg, de poort, is al geplaveid met waaltjes. Zulke stenen passen het beste bij dit type huis. Die waaltjes lagen ooit op de Vinkenlaan in Hillegom. Toen ze die weg gingen renoveren, heb ik de gehele straat opgekocht!’
‘We wonen hier heerlijk en hebben er geen spijt van dat we die klus ooit zijn begonnen. We voelen echt een band met dit huis.’