Familie geschiedenis van Van der Tang (20): een korte zijsprong in het familieverhaal

Jan Hovink heeft een negentiende-eeuwse portretfoto. Mensen op de foto’s worden beschreven.

Door Aad van der Tang

Nieuwsblad Jaargang 14 nummer 3, juli 2015

Deze foto is van J Höving

Jan J. Hoving (1923), een achterkleinzoon van Aart van der Boon en Gouda van der Tang, bezit een groot aantal negentiende-eeuwse portretfoto’s. De namen van de afgebeelde personen zijn in veel gevallen niet bekend. Eén van deze “naamloze” foto’s is waarschijnlijk wel thuis te brengen. Geheel links staat een meisje, ongetwijfeld het oudste van de vier geportretteerde kinderen. Haar linkerarm rust op een stoel waarop een veel jonger meisje zit. De jongen en het meisje ter rechterzijde van de kleuter zijn ongeveer even oud.
Op de achterkant van het fotootje (formaat visitekaart) staan de naam van de fotograaf en zijn adres: “C.C. Roskam, Utrechtschestraat tusschen de Keizersgracht en Kerkstraat Z 60 Amsterdam.” Het als adres vermelden van een buurt (in dit geval buurt Z) gevolgd door een huisnummer wijst erop dat de foto vermoedelijk vóór 1875 is gemaakt. (In dat jaar werd in Amsterdam de nog steeds gangbare huisnummering ingevoerd.) In Steven Wachlins tweedelige uitgave Photographers in the Netherland (Den Haag 2011) lezen we dat de fotograaf Coenraad Cornelis Roskam (1829-1892) sedert 1870 op genoemd adres gevestigd was. Gouda van der Tang overleed op 26 februari 1874 te Lisse, 38 jaar oud. “Uit een hoogst gelukkig huwelijk van bijna vijftien jaren laat zij mij vier kinderen na, nog te jong om hun verlies te beseffen”, schreef Aart van der Boon in haar overlijdensadvertentie. De grootmoeder van moederszijde van Jan Hoving was Hendrieka (“Riek”) van der Boon (1870-1946), de jongste dochter van Aart en Gouda. Aangenomen dat zij het meisje op de stoel is dan zou de foto op grond van haar leeftijd rond 1874 kunnen worden gedateerd. Haar oudste zus Alida Gezina (“Alida” of “Aad”) was toen elf jaar en haar broer Dirk Jan (“Jan”) en haar zus Jacoba Magdalena (“Coba) respectievelijk tien en acht jaar Alida van der Boon trouwde in 1889 te Amsterdam met de weduwnaar Hermanus Bernardus Willemsen, eigenaar van een toen zeer vermaard café-restaurant aan de Heiligeweg waar veel bekende schrijvers (de zogenaamde Tachtigers) over de vloer kwamen.

Deze foto is van J. Höving

 

(Ook de arts en letterkundige Dr. Arnold Aletrino, een schoonzoon van de Lissese notaris Mr. Dirk Johannes van Stockum, behoorde tot deze literaire beweging.) Het kleine café dat Willemsen in 1899 in de Begijnensteeg opende heet tegenwoordig “De Engelse
Reet”. Jan van der Boon trouwde in 1894 in het Belgische Etterbeek met een Française en emigreerde in 1917 met zijn gezin naar de Verenigde Staten. Hij stierf in 1944 in New York. Coba trouwde in 1907 met de gepensioneerde
spoorwegambtenaar Hendrik Johannes Walle, die nogal “deftig” sprak. Zij overleed in 1943, haar oudste zus Aad twee jaar later. Wat Riek van der Boon betreft: zij trouwde in 1894 met Johannes George van Driel, die bij zijn zwager Willemsen in dienst trad en na diens dood in 1920 eigenaar van het café in de Begijnensteeg werd. Aan haar jeugd in Lisse bewaarde Riek goede herinneringen: de boerderij van haar vader, zijn landerijen “zover als je kon kijken” en natuurlijk die boerenknecht, die alsmaar scheten liet…..