door Arie in ’t Veld
Uit De Lisser van woensdag 6 augustus 2008
Toen en nu: van Lisserpolder tot woonwijk
LISSE – De naam Geestwater zoals die aan een nieuw te ontwikkelen woonwijk in Lisse is gegeven, is niet van deze tijd. En dat dan in de meest letterlijke zin. Een en ander blijkt uit hetgeen Mattheus Brouerius van Nidik, R.G. en Isaac le Long in het “Kabinet van Nederlandsche en Kleefsche Oudheden” (tweede druk 1792) optekenden.
Daarin wordt onder andere vastgesteld dat Lis in 1725 geheel werd bestraat. Voor wat het waard was tan natuurlijk, want Lis was niet groot en het aantal straten derhalve magertjes. De scribenten schreven: ‘Onder deszelfs straten loopt er een met een kromme bogt naar eene haven, welke de Gragt genoemd wordt, en zijne uitwatering heeft door de Ringsloot van de Lisserpoel, tot in het Haarlemmermeer, alwaar dit water de naam van de Greveling aanneemt. Ten Zuid-Oosten van het dorp vindt men het Lisserbroek, benevens den bedijkten Lisserpolder; weleer het Geestwater’. Dus wat is er nieuw onder de zon? De schrijvers vervolgen: ‘Men is van gevoelen, dat in dezen polder, ook veeltijds de Lisserpolder genaamd, het huis te Dever een oud Ridderlijk stamhuis der edelen van dien naam, gelegen heeft, doordien men bij de bedijking van dezen poel, onder het uitgraven van de ringsloot, diep in den grond, de fundamenten van eene agtkanten toren, van zeer grote en zware moppen aangelegd gevonden heeft’.
Hoe het precies in elkaar stak en waar de scribenten op doelden, is nog niet achterhaald, doch het lijkt onwaarschijnlijk dat bij het inpolderen zomaar ineens de enorme omvang van Dever (ook qua hoogte en meer dus dan alleen de fundamenten) tevoorschijn kwam… Overigens is het ook zo dat veel Lissers de Ringsloot stijf en strak de ‘Rijnsloot’ noemen. Uit voornoemd Kabinet, maar ook uit de stukken van Rijnland (archief te raadplegen via de website) blijkt het welzeker ‘Ringsloot’ te zijn.
Paus Pius II
Uit hetgeen voornoemde scribenten te boek stelden, blijkt ook dat vele geschriften en boeken over het Lisse van toen zijn gebaseerd op wat dit tweetal aan het papier heeft toevertrouwd. Zoals de geschiedenis over de kapel van Lisse. Zij schrijven: ‘Lis had tot het jaar 1460 niet meer dan eene kapel, welke door Willem, Roomsche Koning, Graaf van Holland, gebouwd was, en onder de parochie-kerk van Sassem behoorde. Zij werd door eene bulle van Paus Pius II, gegeven te Rome, den 8 November van het voorgemelde jaar, daarvan afgescheiden en tot eene parochie-kerk aan de Heilige Agatha toegeweid, verhoogd, daardoor heeft zij hare doopvaten, kerkhof en verdere vertrekken’. De Agathakerk dus en de parochie is dus meer dan 500 jaar oud! ‘Daardoor verkreeg zij ook de eereteekenen van eene parochiekerk, ingevolge de uitdrukkingen der bulle zelve, door den beschrijver der Rhijnlandsche oudheden woordelijk opgegeven; waarbij gevoegd is, de bevestigingsbrief van Wouter van der Goude, proost en aartsdiaken der St. Pieterskerk te Utrecht, als aangestelde apostolische rechter, commissaris en gemachtigde tot deze zaak, gedagteekend te Utrecht in het jaar 1461, in de negende indictie, des Maandags den 27 der maand April. Weleer werd het ambt van pastoor en aarstdiaken van Utrecht, gelijk mede dat van Koster, door de Graven van. Holland begeven; en de inkomsten der pastory bedroegen veertig Rhijnsche guldens’, zo vermeldt de geschiedenis ten slotte nog.
Copyright © 2008 Vereniging Oud Lisse