GERRIT SEGERS: van tuinbaas tot bloembollenkweker

Gerrit Segers wordt in 1847 tuinbaas op Keukenhof. Later wordt hij bollenkweker. Zijn geschiedenis en zijn geloof worden besproken.

door Laura Bemelman

Nieuwsblad Jaargang 14 nummer 3, juli 2015

Gerrit Segers is in mei 1805 in Beverwijk gedoopt. Hij trouwde met de negentienjarige Maria Sophia Buurman uit Amsterdam. Uit dit huwelijk wordt in april 1838 een zoon geboren, genoemd naar zijn vader Gerrit, maar hij wordt vooral ‘Junior’ genoemd. Zijn moeder overlijdt helaas al in de zomer van 1839, ze is slechts 21 jaar oud geworden. Ongeveer een jaar later hertrouwt Gerrit Segers met Alida Bierman. Uit dit tweede huwelijk zijn acht kinderen geboren, de eerste vijf in Heemskerk, de laatste drie in Lisse. Hun zoontje Cornelis is in april 1846 op tweejarige leeftijd overleden. In september van dat jaar wordt opnieuw een jongetje geboren en zoals dat dikwijls gebeurde, krijgt ook hij de naam Cornelis. Als het gezin in Lisse komt wonen is deze jongste Cornelis volgens het Bevolkingsregister van Lisse al een jaar oud en als geboorteplaats staat Heemskerk genoteerd, maar de geboorteakte is daar (nog) niet gevonden. Gerrit Segers krijgt op de Keukenhof in Lisse van baron en barones van Pallandt in 1847 werk als tuinbaas. Het gezin Segers mag in het oude tuinmanshuis op het landgoed wonen. De vorige tuinman, Pieter Donker, is een half jaar eerder vertrokken en ook de inwonende jager Johannes Kouwenhoven is al naar het jagershuis wat verderop verhuisd. Het gezin Segers is op de verhuisdag per schip op de losplaats bij Keukenhof aangekomen. De baron heeft Hendrik van Voorst, bouwman op de Keukenhofboerderij, opdracht gegeven met paard en wagen het gezin en hun huisraad op te halen. De goede vriendschap tussen de beide mannen is toen waarschijnlijk al begonnen. De 42-jarige Gerrit trekt met zijn vrouw Alida en de vier kinderen Gerrit, Jan, Henriëtta en de peuter Cornelis in de leegstaande tuinmanswoning. Ze hebben hun dienstbode Gerritje Mulder meegenomen en vader Gerrit krijgt ondersteuning bij het werk van de jonge tuinknecht Cornelis Berkel uit Lisse. Buurman Hendrik van Voorst, geboren in De Bilt en pas sinds 1840 in Lisse, woont op de boerderij, vlak naast hen op het landgoed Keukenhof.

Koetshuis vervangt de oude tuinmanswoning ca. 1850

 

Zowel Hendrik van Voorst als Gerrit Segers zijn in Lisse lid geworden van de Hervormde Kerk, maar beiden misten in die kerk veel in de prediking van Ds. Kooy. Zij vonden dat wel in de kerk (Gereformeerde Kerk onder het Kruis) in Noordwijk. Van Voorst was al langer in Lisse en maakte ook de overstap naar die kerk eerder. Door hun vriendschap gaat Gerrit Segers al snel regelmatig mee naar Noordwijk.

Terug naar de dorpskerk of ontslagen worden!

Ds. Kooy is er niet bepaald tevreden mee dat de tuinbaas van Keukenhof niet meer in de dorpskerk van Lisse komt. Enkele bronnen vermelden dat de dominee contact heeft opgenomen met baron van Pallandt om zijn tuinbaas voor de keuze te stellen: ontslagen worden of toch weer naar de kerk in Lisse gaan. Het valt te begrijpen dat dit voor Gerrit Segers een heel moeilijke keuze moet zijn geweest. Het is dan bijna winter en hij heeft een groot gezin. Wat precies de reden geweest is voor het vertrek van Gerrit Segers zullen we nooit helemaal te weten komen. Er blijven vraagtekens over het geheel, maar Gerrit zou zich door God gesteund geweten hebben en heeft de Keukenhof verlaten. Na zoontje Rengert was ook de kleine Wouter in de zomer van 1850 nog in de tuinmanswoning op Keukenhof geboren. Daarna noteert de ambtenaar van de Gemeente Lisse dat tuinbaas G. Segers met zijn gezin verhuisd is naar  huis nr. 198(a). Voor hem in de plaats op Keukenhof komt op de eerste november 1850 tuinman Dirk Mengelder. Die woont echter niet meer in het oude tuinmanshuis want dat is nu vervangen door het nieuw gebouwde koetshuis.

Woning van Gerrit Segers, Heereweg, ca. 1865

Het gezin van Gerrit Segers woont nu in het huisje aan het Oosteinde van Lisse, ongeveer het latere adres Heereweg 119. De baron geeft hen nog aardappelen mee voor de winter en hij heeft een vracht hout laten bezorgen. Hij zou zelfs tuingereedschap meegegeven hebben en een bedrag aan geld dat voor die tijd heel bijzonder moet zijn geweest. Als Elisabeth als jongste in 1856 in het nieuwe huis geboren wordt, telt het gezin acht kinderen. Gerrit heeft de Hervormde kerk van Lisse verlaten en gaat met Van Voorst en hun beider gezinnen elke zondag naar de kerk in Noordwijk. De oude mensen kunnen in de kapwagen rijden, de jongelui moeten het hele eind lopen.

Het kerkbezoek is een hele opgave en daarom beginnen ze met het houden van leesdiensten bij Gerrit Segers thuis, omdat hij een ‘grote’ kamer heeft. Maar de toeloop van belangstellenden is in korte tijd al veel te groot voor die huiskamer, waarop besloten wordt een eigen kerkje te bouwen. Dat komt op de Broekweg – nu Kanaalstraat – en is in mei 1865 in gebruik genomen. Dat waren de eerste stappen in een bijzondere kerkgeschiedenis van heel gelovige inwoners van ons dorp. Hendrik van Voorst en zijn vriend Gerrit Segers hebben hierin als pioniers en ‘immigranten’ een grote rol gespeeld.

Kerk Gereformeerde Gemeente Broekweg (nu Kanaalstraat)

Van tuinbaas tot bollenkweker

In de periode 1860-1870 vinden we het gezin Segers nog op hetzelfde adres aan de Heereweg. Vader Gerrit staat nu als akkerbouwer te boek. Volgens overleveringen uit de familie zou Gerrit voor zichzelf zijn gaan werken en is wel met de handkar door het dorp gegaan om groente te verkopen. Uiteindelijk is hij bloemenkweker geworden, zoals zovelen in die tijd in Lisse. Hij start een bollenbedrijf op grond waarvan hij eerder een deel verkocht heeft voor de bouw van de kerk. Waar de kerk heeft gestaan, is tegenwoordig een vestiging van C&A, op de plaats van de bollenschuur is nu het parkeerterrein van supermarkt Hoogvliet. Dochter Aagje wordt dienstbode aan de overkant van de Heereweg, bij de familie van wijninkoper Jullens, tot ze in september 1872 trouwt met bloemkweker en zaakwaarnemer Govert Cornelis Tromp. Ze gaan in huis nummer 4 vlak bij de Vuursteeglaan wonen. Zoon Gerrit Jr. is aanvankelijk winkelier in een pandje aan de Heereweg dicht bij de woning van zijn ouders aan de Heereweg. Kort daarna gaat hij als winkelier naar de Broekweg, vlak bij de kerk van de Gereformeerde Gemeente, waar zijn vader en diens vriend zich zo hard voor gemaakt hebben. In 1863 is Gerrit Jr. in Haarlem getrouwd met Martijntje van Heijningen. Hij gaat meewerken in de bollenbedrijf van zijn vader.

In 1876 overlijdt Alida Bierman, de vrouw van Gerrit Segers Sr., in 1882 overlijdt hij vervolgens zelf ook. Beiden woonden tot hun dood op het latere adres Heereweg 119. Nu is het aan de volgende generatie.
Gerrit Jr. volgt zijn overleden vader op in het bollenbedrijf aan de Broekweg, zijn halfzus Aagje is getrouwd, maar de andere broers en zussen wonen aanvankelijk allemaal nog thuis. Wouter wordt bloemkweker en trouwt in 1879 met de dochter van Abraham Moolenaar, de timmerman. Rengert trouwt in 1881 en wordt ook bloemkweker. In 1882 trouwt Cornelis, eveneens bloemkweker, met een dochter van bloemkweker en koopman Hendrik Nieuwenhuis. Iets ten zuiden van de Agathakerk verrijst in 1897 het bloembollenbedrijf van de gebroeders Segers, opgericht door Cornelis en Rengert Segers. Rond de eeuwwisseling van 1900 woont er een heel groepje broers en zussen Segers tussen ongeveer de Vuursteeglaan en de Agathakerk, op ‘steenworpafstand’ van het familiebollenbedrijf. Het bloembollenbedrijf is gevestigd in een imposant symmetrisch gebouw met puntdaken. De tekst op het gebouw laat niets aan onduidelijkheid over: ‘Wholesale Bulb Growers’. De zaken gaan zó goed dat het gebouw in 1909 met een verdieping verhoogd is. Dhr. Hulkenberg meldt in zijn boekje vol oude ansichten van Lisse, dat de klus voor f. 10.000,- door de Gebroeders Moolenaar is geklaard. Zij hebben de pannen stuk voor stuk van de schuren gehaald en de planken genummerd voor ze werden weggenomen. Na het verhogen van het bouwwerk is het dak weer op de eerdere wijze teruggeplaatst. De zaken gaan goed voor de Gebroeders Segers.

Bollenkwekerij Segers Heereweg

Een familiegeschiedenis in bloembollen

Aan de overkant van de Heereweg woont zus Aagje Tromp-Segers, daar vlakbij woont broer Cornelis en iets verderop Wouter. Rengert woont naast het bollenbedrijf, met zijn tweede vrouw. Broer Jan is nooit getrouwd, heeft enige tijd buiten Lisse gewoond en trekt daarna in bij zijn broer en diens gezin bij de kwekerij. Ook de zussen Henriëtta en Elisabeth trouwen niet. Ze wonen enige tijd op zichzelf aan de Heereweg en trekken dan bij hun broer Cornelis in. In tegenstelling tot zijn halfbroers en zussen woont Gerrit Jr. niet op de Heereweg rond Agathakerk en Vuursteeglaan. Hoewel hij start als winkelier en arbeider in het bollenbedrijf van zijn vader, ontwikkelt ook hij zich tot bloemist. Hij woont met zijn vrouw op verschillende adressen op de Kanaalstraat, maar steeds rondom de daar gekoesterde kerk en het bollenbedrijf. Hij en zijn vrouw krijgen vier kinderen, maar twee ervan overlijden op jonge leeftijd. Zoon Gerrit is nauwelijks twee jaar oud geworden en zijn jongere broertje Arie overlijdt al binnen het eerste levensjaar. Dan blijven over Gerrit van 1866 en zijn twee jaar jongere zus Cornelia Maria. In hun directe omgeving woont jarenlang ook Gerrit Mijnders, metselaar en leeftijdgenoot van Gerrit Segers Jr. Beiden zijn heel actief voor de kerk waar ze zo dicht bij wonen. Over Gerrit Mijnders en zijn geschiedenis heb ik eerder uitgebreid geschreven, in ons Nieuwsblad van januari 2014. Hierin schreef ik ook dat Gerrit Mijnders de kerk bouwde op grond die Gerrit Segers daarvoor verkocht heeft.1 Dat de dochter van Gerrit Mijnders en Josina Beijer uiteindelijk in 1893 met de zoon van Gerrit Segers en Martijntje van Heijningen trouwt, kan nauwelijks toeval geweest zijn. Hoe is dat al vaker gezegd? Het oog van de liefde ziet dikwijls niet ver? Josina Mijnders en Gerrit Segers wonen na hun huwelijk tussen de beide ouderparen in. Er worden tussen 1894 en 1902 in Lisse zes kinderen geboren. Twee ervan zijn als heel jonge kinderen overleden, de rest groeit op rond de kerk in de Kanaalstraat. Zij zijn uiteindelijk allemaal op hogere leeftijd overleden en begraven in Lisse.

Ook de volgende generatie in de bloembollen

Gerrit Segers Jr. (geb. 1838), is uiteindelijk in de Kanaalstraat (tot kort daarvoor nog Broekweg) overleden in 1910 en zijn vrouw overlijdt daar drie jaar later. Gerrit Mijnders overlijdt in 1919 twee huizen verderop, waarna zijn weduwe Josina Beijer naar de Haarlemmermeer vertrekt. De jongste Gerrit Segers (geb. 1866) zet het bollenbedrijf van zijn vader voort. Pieter Johannes Segers is de kwartierdrager van dit Lisses Kwartiertje. Hij is in oktober 1898 geboren als zoon van Gerrit Segers en Josina Mijnders. Hij trouwt in 1926 in Gouda met Alida Clazina Valk. Ook dit gezin woont in Lisse in de Kanaalstraat vlak bij de ouders van Pieter Johannes. Het spreekt wel bijna vanzelf dat ook deze Segers bloemist wordt: hij zet op zijn beurt het bedrijf van zijn vader voort, het bollenbedrijf blijft de naam Gerrit Segers dragen. De bollenschuur staat op het binnenterrein achter de Kanaalstraat en direct achter de kerk. Die kerk in de Kanaalstraat wordt na talloze verbouwingen om met de toename van het aantal gelovigen mee te kunnen groeien, verlaten voor een nieuwe kerk aan de Tulpenstraat. Die wordt in 1936 in gebruik genomen en de oude kerk is verkocht aan Dirk Schouten en nu zit het kledingfiliaal van C&A al tientallen jaren op deze plek. Pieter Johannes Segers werd 84 jaar oud en zijn vrouw 73 jaar.
Beiden zijn begraven op begraafplaats ‘Duinhof’.

1. Volgens ‘Uw trouw is groot’ van C.J. Segers, zou dit echter de bouw van de tweede kerk betreffen: ‘Door de uitbreiding van het ledental (…) besloot de kerkeraad tot de bouw van een tweede kerk. Deze kerk werd gebouwd direct grenzend aan het eerste kerkje aan de Kanaalstraat (…) Op 25 mei 1866 werd dit kerkgebouw in gebruik genomen (…)’

Bronnen:

Genealogie en gegevens uit ProGen VOL; Bevolkingsregisters Lisse; Keukenhof – A.M. Hulkenberg; Uw trouw is groot – C.J. Segers; informatie van familieleden Segers.