Grote kerk: de preekstoel

In de Grote Kerk staat een grote verbouwing gepland zodat er naast kerkdiensten ook culturele activiteiten kunnen plaatsvinden. De Grote Kerk is de oudste kerk van Lisse. Ingegaan wordt op de verbouwing van 1817 en 1906 ten aanzien van de preekstoel.

Liesbeth Brouwer

Nieuwsblad jaargang 21 nummer 1, 2022

In de Grote Kerk staat een grote verbouwing gepland zodat er naast kerkdiensten ook culturele activiteiten kunnen plaatsvinden. De Grote Kerk is de oudste kerk van Lisse. Die ouderdom vind je in het interieur terug. De redactie wil de komende periode aandacht besteden aan elementen uit dat interieur.

De preekstoel
Een preekstoel is kenmerkend voor kerken. Voor deze, gedateerd 1668,cgeldt dat zeker. De kerk was verwoest in de Tachtigjarige Oorlog en vervolgens weer opgebouwd. De preekstoel is vrij snel na de wederopbouw geplaatst. Er zijn na die wederopbouw diverse verbouwingen en restauraties geweest. Om verschillende redenen: meer ruimte, indeling anders, herstelwerkzaamheden. Dat had soms gevolgen voor de preekstoel. Timmerbedrijf Van der Zaal op het Vierkant was betrokken bij meerdere verbouwingen. Cornelis van der Zaal hield een dagboek bij waar de “Kroniek van de Lisser Timmerman en molenmaker Cornelis van der Zaal 1762-1839” op gebaseerd is. De kroniek, die nog bij Oud Lisse te koop is, bevat het volledige, door Bert Kölker getranscribeerde dagboek, voorzien van uitgebreid aanvullend commentaar. Uit het dagboek, waarop kleinzoon Albertus nog een aantekening zette, halen we enkele uitspraken aan.

Verbouwing 1817
Cornelis van der Zaal schrijft: …den 10de februari ben ik begonnen de Gereformeerde kerk te veranderen. …..heb ik een 3/4 dm dicht schot gemaakt en daar de preekstoel tegen gezet, die op de zuidzijde tussen het 2de en 3de glasvak stond, zoals het misschien 200 jaar was geweest, maar zeer ongemakkelijk om te spreken en daarom het meeste veranderd. Hij somt meer veranderingen op en schrijft: Vervolgens heb ik met 3 knechten in de vierde week de preekstoel en alle banken verzet en in de 5de week verder de boel opgeknapt en in orde gebracht. Daarna een trap voor de preekstoel gemaakt, waar ik en mijn zoon Arie, die toen thuis was gekomen, (red. uit leger Napoleon), 14 dagen werk aan hadden, maar er niet behoorlijk in gemaakt kon worden, want wij werkten van de morgen tot de avond zo veel als we maar konden en toen deze geplaatst, zodat alles goed uitkwam. Iedereen tevreden, behalve: een Cornelis de Graaf die er sterk tegen was, zo zelfs, dat hij niet meer naar de kerk wilde komen. Van der Zaal vermeldt nog: Achter de preekstoel aan de noordzijde ligt een perkamenten brief, geschreven uit naam van dominee Greun en kerkmeesters Gijsbert van Parijs en Daniel Guldemond en Govert Tromp door de koster Jan Cors geschreven ter gedachtenis.

Verbouwing 1906
Albertus van der Zaal, kleinzoon van Cornelis, schrijft: In 1906 is door mij, Albertus van der Zaal en H. Marseille en J. van Hemert de kerk weder veranderd, omdat er te weinig plaatsen waren. Toen is de preekstoel weder naar zijn vorige plaats verplaatst tussen het 2de en 3de raam, de perkamenten brief hiervoor genoemd, is toen gevonden en was nog zeer goed bewaard gebleven. Verder schrijft hij: De banken in de kerk zijn gedeeltelijk vernieuwd en omgedraaid, zoodat de menschen naar de preekstoel kunnen zien, de scheiding tusschen de kerk en het koor is 6,50 meter achteruit gezet en daarboven een galerij gemaakt en zijn door die verandering zoveel plaatsen gewonnen, dat er …menschen meer een gehuurde plaats konden krijgen.” Zou die brief nog bestaan?

Als u goed kijkt zijn er best wel wat elementen van de oude kansel in de vernieuwde preekstoel gebruikt. Ook toen al deed men aan hergebruik.