HET GLAZEN HUIS AAN DE HEEREWEG
Een interview met eigenaar Hans van Zanten van het glazenhuis of het containerhuis, Heereweg 276. Het gebouw is van architect Wiel Arts. Hij won vele prijzen. Zijn werk staat in het tijdschrift ‘de Architect’ van november 1995. Het kostte weinig moeite een bouwvergunning te krijgen. Rozenheim en schuren waren volgens van Zanten een bouwval.
door Ine Elzinga
Fotografie: Hans Smulders
Nieuwsblad Jaargang 1 nummer 1, januari 2002
Het huis waarover in Lisse het meest gesproken wordt, staat aan de Heereweg 276. Het wordt door de een bewonderend Het Glazen Huis genoemd en door de ander met afschuw Het Containerhuis. Onze verslaggeefster liet zich door eigenaar/bewoner Hans van Zanten uitgebreid informeren over het bijzondere pand en de architect.
Het is een doordeweekse avond. Ik parkeer mijn auto op de Heereweg en loop welgemoed en eigenlijk wel nieuwsgierig naar Het Glazen Huis. Dé nieuwste woning aan de Heereweg, waarvan niet iedere Lissenaar het een aanwinst vindt. Het straalt vriendelijk zachtgroen licht uit door het gematteerde glas. “Groen is de kleur van glas,” zal eigenaar bewoner Hans van Zanten mij later vertellen. Het is even zoeken naar de voordeur. Een onopvallend zwart plekje op schouderhoogte verraadt de aanwezigheid van een bel. Een van de glazen panelen zwaait hartelijk open en ik word enigszins overweldigd door de sobere ruimtelijkheid die ik binnentreed. Hans van Zanten gaat mij voor naar zijn werkkamer.
Op zoek
Twintig jaar lang woonde Hans van Zanten met zijn gezin in de Poelpolder: “Dat huis werd te klein met vier mannetjes, onze zonen.” Het idee om zelf een huis te bouwen groeit: “Ik heb een bouwkundige opleiding en vervul een functie als bouwkundig adviseur. Eerst heb ik zelf geprobeerd een woning te ontwerpen, maar dat werd niets, ik ben geen architect.” Van Zanten gaat op zoek naar een geschikte locatie: “We hebben heel wat kavelsbekeken. Maar de aangeboden kavels in deze streek z ijn vaak klein en er worden door de overheid veel eisen gesteld. Je moet afstand houden van de erfgrens, de auto moet in huis, oftewel een inpandige garage. De materialen van gevels en daken liggen vast, evenals de kleuren. Als je al die eisen uitte kent, heb je de contouren van het huis al gereed. Bovendien verdringen door die beperkte ruimte al die woningen elkaar. Er zijn best mooie huizen bij maar ze komen zo slecht tot hun recht.
Bouwval Rozenheim
Villa Rozenheim staat al jaren leeg en het is Van Zanten duidelijk dat dit pand ooit afgebroken zal worden: “Het was een bouwval, er was in geen jaren onderhoud aan verricht. De fundering was gebroken, het dak lekte op meerdere plaatsen, de wind gierde er doorheen en architectonisch bezien viel er niets aan dat pand te beleven, een pand zonder bestaansrecht. De erachter liggende bollenschuur mocht niet eens betreden worden, die stond letterlijk op instorten. Voor de woning ernaast, in handen van dezelfde eigenaar, gold hetzelfde. Het gehele perceel bestond uit vier delen en had een totaal oppervlak van 4500 vierkante meter. Het bleek onverkoopbaar, de vraagprijs was lastig. Het achterliggende gedeelte had de bestemming tuin, daar kun je dus niet veel mee. Men heeft nog overwogen er appartementen voor senioren te bouwen, maar dat idee is door de gemeente afgewezen. Dat gedeelte heeft overigens nu de bestemming maatschappelijke functie, hetgeen nog altijd weinig mogelijkheden biedt. Uiteindelijk heeft aannemersbedrijf Van der Hulst zich ermee bemoeid. Het terrein is herverkaveld en wij hebben een rechthoekig gedeelte gekocht voor de bouw van onze woning.”
Architect Arets
De plek is daarmee bekend, maar er moet een architect worden gezocht. Van Zanten kent door zijn werk veel architecten: “Zakelijk bezien vond ik het niet verstandig om op een van hen een beroep te doen. Mijn vrouw en ik hebben veel rondgereden en panden bekeken die ons aanspraken. De bouwstijl van architect Wiel Arets sprak ons beiden bijzonder aan en we hebben contact met hem gezocht.”
Er moest een programma van eisen worden opgesteld: “Gedurende een halfjaar hebben we regelmatig met Arets gesproken. Die gesprekken dienden om elkaar te leren kennen en vragen te beantwoorden zoals: hoe is ons gezin georganiseerd, welke eisen stellen wij aan onze woning. De logistiek bijvoorbeeld, zoals hoe sta je op, ga je allemaal eerst douchen of juist niet, wat gebeurt er verder in huis en waar en wanneer. Die gesprekken gaven de architect een beeld van onze wooneisen. Dat we elkaar goed begrepen werd duidelijk toen Arets ons zijn eerste schets toonde, we waren enthousiast.”
Open verbindingen
Arets heeft de woning ingedeeld, uitgaande van een drietal rechthoekige blokken, zowel op de begane grond als op de eerste verdieping. Beneden betekent dat een ruime entree en links en rechts werkruimte voor zowel de vrouw als de heer des huizes. Er zijn open verbindingen met de erachter liggende leefruimte die iets lager ligt en uitzicht biedt op de tuin. De indeling getuigt van ruimtelijkheid en er is overzicht, duidelijkheid. De bewoners hebben te allen tijde de mogelijkheid zich terug te trekken of elkaar op te zoeken. Boven zijn er vier “mannen” kamers op rij met uitzicht op de kastanjebomen: “Aanvankelijk waren die aan de andere kant gepland, maar wij vonden het uitzicht op de blinde muur van de aan de zuidkant van ons huis gelegen woning niet erg inspirerend voor de jongens, daarom is het ontwerp toen gespiegeld.” Aan de straatkant is gebruik gemaakt van gematteerd glas, vooral in verband met de privacy: “Bovendien kunnen we ons uitzicht op de achtertuinen van de woningen van het Agathapark niet zo waarderen.” aldus Van Zanten. Het huis blijkt volledig aan de wensen van de bewoners aangepast.
Mengeling van bouwstijlen
Minstens zo belangrijk is het voor Van Zanten dat het huis in zijn omgeving past. Architect Wiel Arets woont in Zuid Limburg. Hij bezoekt Lisse diverse keren om de situatie ter plekke te bekijken, maar dat lijkt Van
Zanten niet voldoende. Hij maakt een fotocollage van beide zijden van de Heereweg, zodat de architect tijdens het ontwerpproces de locatie concreet voor ogen heeft: “De Heereweg heeft totaal geen homogene oude bebouwing zoals vaak wordt gezegd. Waarschijnlijk is dat alleen het beeld van mensen die er met een snelheid van vijftig kilometer per uur door rijden. Als je echt kijkt, zie je dat de bebouwing heel gedifferentieerd is.”
Hardop de straat doordenkend, merkt hij op: “Als je vanaf de Lindenlaan naar het zuiden loopt, kom je eerst het oude klooster tegen, vervolgens de moderne architectuur van appartementengebouw de Kloosterhof. Je passeert daarna een aantal niet erg hoge, gewone huizen. Je komt dat afschuwelijke hek tegen die de Rustoordlaan afsluit. Dan een aantal echte herenhuizen, met prachtige bomen ervoor. Het oude politiebureau vind ik persoonlijk niet erg interessant. Daarnaast staat het moderne gebouw van het Arbeidsbureau en dan tot ieders verbazing een boerderij met een weide ervoor. Dat ligt dus ook aan de ‘oude’ Heereweg. Teruglopend aan de overzijde passeer je een aantal moderne villa’s, oudere woningen en ons uitzicht bestaat uit de achtertuinen van de woningen van het Agathapark. Verbijsterend. En de bandenzaak daarnaast past ook niet bepaald in het beeld van een homogene historische Heereweg.”
Kwetsbaar materiaal
Het ontwerp van de architect voldoet volledig aan de wooneisen van de familie en past uitstekend in de omgeving, meent Van Zanten: “De eerste schets van de architect was meteen raak. Er zijn maar kleine wijzigingen aangebracht zoals genoemde spiegeling waardoor het uitzicht van de ‘mannen’ verbeterde. Wij wilden een sober gebouw met gebruik van zo weinig mogelijk verschillende materialen en kleuren. De architect wilde spanning aanbrengen door het gebruik van ogenschijnlijk kwetsbaar en fragiel materiaal zoals glas in combinatie met een ‘zwaardere’ bovenkant. Dat resulteerde in beneden glazen panelen, aan de voorzijde gematteerd, aan de achterzijde transparant, gecombineerd met een blok van gepatineerde zink op de eerste verdieping.”
De nokhoogte van de woning vormt een overgang van de hogere woningen aan de zuidkant naar de lagere aan de noordzijde gelegen huizen. Een aantal details verwijzen naar de hier voorheen gelegen villa Rozenheim: “Het pand heeft aan de straatzijde boven een kleine nis die verwijst naar het balkonnetje van villa Rozenheim. Onze woning is op hetzelfde niveau gebouwd als zijn voorganger. De bebouwing was een villa met bollenschuur en is nu een huis met flinke garage, waarmee het geheel weer in balans is gebracht.”
Behoedzame gemeente
Het kostte niet veel moeite een bouwvergunning te krijgen voor dit opmerkelijke pand: “We hebben gedurende de gehele ontwikkeling van het plan voeling gehouden met de gemeente. Meteen de eerste tekeningen kreeg de toenmalige wethouder van ondermeer ruimtelijke ordening en volkshuisvesting D. Stapel onder ogen. Het ontwerp was erg nieuw voor Lisse en de gemeente heeft behoedzaam en zorgvuldig gereageerd. Lisse heeft als kleinere gemeente geen eigen welstandscommissie, maar laat zich adviseren door “Stad en Land”. Een gedelegeerde komt regelmatig langs om een blik te werpen op nieuwe plannen. Dit ontwerp is meegenomen naar de zogeheten kleine commissie en vervolgens ook in de grote commissie van “Stad en Land” besproken. Men was unaniem erg enthousiast, een perfect plan. Ook het stedenbouwkundig advies was uiterst positief. Omwonenden hadden geen bezwaren. Er zijn alleen wat problemen geweest bij de bouw van de garage, waarin we ook de bijkeuken hebben. Volgens een nooit eerder opgemerkt artikel in het bestemmingsplan, waarmee de gemeente pas tijdens de beoordeling van de bouwaanvraag op de proppen kwam, mocht deze niet groter zijn dan vijftig vierkante meter. De timing was ongelukkig en heeft veel tijd gekost.”
Over de drempel
Voor Van Zanten is Wiel Arets een hedendaags architect, die kans heeft gezien de millennium overstap te maken: “Ik vind dat de huidige vormgeving te vaak terugverwijst naar lang vervlogen tijden. Veel ontwerpers hebben er moeite mee over de millennium drempel te stappen, vooruit te kijken. Natuurlijk zie je altijd een zekere vorm van herhaling. Wanneer in een periode “vierkant” het beeld bepaalt, volgt onherroepelijk daarna de ronde vorm als belangrijk item. Er lijkt nu echter ook sprake te zijn van een reïncarnatie. Ik zie architecten in hun vormgeving een stap terug doen in plaats van vooruit. Historisch lijkende huizen gebouwd anno 2000 kunnen naar mijn mening echt niet. Architectuur die een gebouw uit vroeger tijden suggereert, is volgens mij niet echt. Arets is voor mij een hedendaags architect die vooruitkijkt. In zijn ontwerpen vind je geen verwijzing naar het verleden.”
Heftige reacties
De omgeving reageert in eerste instantie tamelijk heftig, maar nu ook de tuin voorlopig is aangelegd, lijkt de rust te zijn weergekeerd. Paula van Zanten: “Wanneer een huis afwijkt van het gemiddelde zijn de reacties vaak extremer, of heel positief, of juist negatief, vooral in het begin. Daarbij zijn de mensen nogal snel met hun conclusies. Men spreekt zijn afkeuring uit zonder zorgvuldig te hebben gekeken. Wanneer mensen de moeite nemen het huis beter te bekijken, zijn de reacties overwegend positief. Enkele dames van Rustoord, die vanuit hun seniorenwoning de bouw van onze woning hebben gevolgd, waren nieuwsgierig en hebben gevraagd of ze eens mochten komen kijken. Ik heb hen op de thee uitgenodigd en ze reageerden heel verrast. Wat een prachtige ruimte, zo licht en zo ruim, ja ook door gematteerd glas schijnt de zon de woning in. Voor mij is ook belangrijk dat het huis heel overzichtelijk is. Voor iedereen is er ruimte om zich terug te trekken, maar ook om elkaar tegen te komen.” Wanneer de gemeente de vergunningverlening rond heeft, zal de tuin definitief worden aangelegd naar een ontwerp van Adriaan van Geuze van West 8, een ontwerp wat in samenspraak met Wiel Arets tot stand is gekomen.
Open en sober
Na het ontwerp en de daaropvolgende bouw is het aan de familie de woning in te richten. De woonsfeer die is opgeroepen in het gesprek is tastbaar aanwezig in de leefruimtes. Ik zit hier aan de glazen tafel in de werkruimte, met achter mij een grote boekenwand, met boeken dus, zonder prullaria ter versiering. Als ik tijdens het gesprek even voor mij uitkijk, zie ik de kinderen door de glazen wand in het leefgedeelte bezig. Mevrouw laat mij even later de benedenverdieping zien. Open en overzichtelijk, sober ingericht. De schaarse stijlvolle meubelstukken komen daardoor volledig tot hun recht. Midden in de ruimte staat een hoge felgekleurde toren van lego-stenen. Aan de losse stukjes die over de grond verspreid liggen, is te zien dat het bouwwerk nog niet klaar is. De “mannen” hebben hun plek gevonden. Ik krijg mijn jas aangereikt. De deur gaat open en nog even sta ik met Hans van Zanten voor het huis. Hij heeft gelijk, het uitzicht op achtertuinen aan de overzijde met de recht geschoren hagen is niet echt geweldig.
WIE IS ACRCHITECT WIEL ARETS?
Wiel Arets werd in 1955 in Heerlen geboren. Reeds een jaar na het behalen van het einddiploma aan de Technische Universiteit in Eindhoven, richt hij een eigen architectenbureau “ir Wiel Arets Architect & Associates” op. Zijn werk is niet onopgemerkt gebleven, getuige het grote aantal prijzen dat hij won. Zijn werk staat in het tijdschrift ‘de Architect’ van november 1995 omschreven als: “Veelal zijn de gebouwen omhuld met abstracte, zwijgende gevels, monumenten van stilte in de overvloed aan beelden die het hedendaagse stadslandschap aanbiedt. Arets probeert hardnekkig aan een betekenisloze vormwillekeur te ontkomen door het aangaan van intensieve dialogen. Zijn ontwerpen zijn momentopnames in deze dialoog, ze geven geen antwoorden, maar roepen in hun roerloze aanblik vooral vragen op. De gebouwen communiceren stilzwijgend met de gebruikers en met hun omgeving.” Goede voorbeelden van de stijl van Wiel Arets zijn de 100 appartementen en de toren op KMNS-eiland in Amsterdam, het Hoofdkwartier van het AZL Pensioenfonds in Heerlen, het kantoorgebouw Céramique in Maastricht, het Politiekantoor in Vaals en Apotheek ‘De Waag’ in Breda.
De sloop van Villa Rozenheim
14 juli 1995 Door het provinciale selectieteam is Villa Rozenheim, een pand uit circa 1880, op de concept-Indicatieve Lijst van potentiële Rijksmonumenten geplaatst.
juni 1996 De gemeente Lisse plaatst Villa Rozenheim op de concept-Indicatieve Lijst van potentiële Rijksmonumenten.
20 november 1996 De gemeente Lisse verleent een sloopvergunning voor Villa Rozenheim.
11 december 1996 De gemeente Lisse meldt de sloopvergunning in haar berichten in de plaatselijke pers.
16 december 1996 De Vereniging Oud Lisse tekent bij de gemeente Lisse bezwaar aan tegen het verlenen van de sloopvergunning.
19 december 1996 De Vereniging Oud Lisse verzoekt de Rijksdienst voor de Monumentenzorg Villa Rozenheim voorlopig op de Monumentenlijst te plaatsen.
dinsdag 7 januari 1997 Sloopmachines rond de Villa Rozenheim. De gemeente poogt informatie te krijgen van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg.
woensdag 8 januari 1997 14.30 uur De gemeente ontvangt een fax van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg: de sloop mag niet doorgaan.
woensdag 8 januari 1997 14.30 uur De Villa Rozenheim is voor meer dan de helft gesloopt. De sloop stopzetten heeft geen zin.
14 januari 1997 De Rijksdienst voor de Monumentenzorg bericht de Vereniging Oud Lisse per aangetekend schrijven dat haar verzoek om de Villa Rozenheim aan te wijzen als beschermdmonument is ontvangen. (Dit betekent dat het pand vanaf 14 januari 1997 formeel bescherming geniet tegen sloop.)