IN HET BLOEMBOLLENLAND: Anna van Gogh-Kaulbach (deel 1)

Anna (1869-1960) woonde in Lisse tot 1903 in het pand Heereweg 296. Zij schreef in 1904 een boek met de titel ‘In het bloembollenland’. Het speelt in de Bollenstreek en beschrijft op een eenvoudige manier de bollenteelt.

Ria Grimbergen

Nieuwsblad Jaargang 17 nummer 3 Zomer 2018

Pareltjes van boeken bevinden zich in de kasten van de bibliotheek van de Vereniging “Oud Lisse”. Veelal zijn het schenkingen van leden van de VOL. Ze zijn het waard onder de aandacht te worden gebracht. Eén van die titeltjes is “In het bloembollenland” van Anna van Gogh-Kaulbach, uitgegeven in 1904.

De schrijfster zelf was geen vreemde in het bloembollenland. Zij trouwde in 1899 met bollenkweker Willem J. van Gogh, een neef van Vincent. Willem was politiek actief als lid van de SDAP en ook Anna was een overtuigd socialiste. Het paar bewoonde tot 1903 het pand Heereweg 296 in Lisse.

Tekening uit het boek In het bloembollenland  van W.K. de Bruin

In het boekje geeft zij in verhaalvorm een realistisch beeld van de gang van zaken in het bollenvak. Alle facetten van de bollenteelt komen voorbij in een voor kinderen begrijpelijke taal. De dertienjarige weesjongen Dirk uit Amsterdam, bleek, met grote blauwe ogen, komt in huis bij zijn oom Niezand, meesterknecht op kwekerij “Bloemlust” bij bollenkweker Van Erk. Dirk heeft nooit een bol gezien, maar de goedige oom neemt zich voor de jongen het vak te leren en op te leiden tot een flink werkman. Zijn aanvangsloon is drie gulden vijftig in de week met de afspraak dat dat op kan lopen tot vijf gulden vijftig. In het vorige nummer van het Nieuwsblad vermeldde Arie in ’t Veld het gemiddelde loon van een bollenarbeider in 1903: acht gulden vijftig per week. Voor een dertienjarige lijkt Dirks loon naar verhouding niet slecht. Dirk betaalt zijn oom kostgeld en heeft een dubbeltje zakgeld in de week. Wil hij het boekje In het bloembollenland kopen, dan zal hij vijftien weken moeten sparen. Dirk is een leergierige jongen. De vele vragen die hij zijn oom stelt, beantwoordt deze uitgebreid. Via Dirk krijgt de lezer informatie over dwaallingen, bollenziekten, rattenplagen.

Anna huwde de Lissese bollenkweker Willem van Gogh en zij woonden op Heereweg 296.

Vangt Dirk voor de patroon een rat, dan wordt hij beloond met twintig cent. Voor het Amsterdammertje, gewend te leven in een zonloze, donkere steeg, is het voorjaar met zijn bloemenpracht een feest van kleur en geur. Staan de bollen in bloei, dan komen de andere bloemisten kijken. Ze lopen tussen de bloembedden “als groote donkere torren op een kleurig kleed”. Druk is het in deze tijd op de straatweg met een uitpuilende stoomtram en overvolle wegen met fietsen, rijtuigen, wandelaars en automobielen. In het vroege voorjaar laat Van Erk zijn mensen werken van zes tot zes, bij andere kwekers werkt men door tot het donker is. De bollenrooitijd is zeer vermoeiend en zwaar: “Ze werkten ’s morgens en ’s avonds òver en lagen den heelen dag in het heete zand, met de zon brandend op hun rug, terwijl de heggen elk windzuchtje afweerden. Ze kregen eelt op hunne knieën, en door het voortdurend wroeten in het zand, werden hunne vingers vreemd-wit, waarbij scherp de gebruinde handen afstaken”. Dirk werkt dapper mee, maar “in zijne beenen kwam soms zoo’n vreemde tinteling alsof ze zijn lichaam niet meer konden dragen”. De jonge jongen verliest zijn eetlust, maar smacht de hele dag naar drinken. In tegenstelling tot andere kwekers, die hun personeel nu tweemaal per dag een borrel schenken, geeft Dirks baas de arbeiders koffie en bessensap met water. Sterke drank werkt verwoestend in de uitgeputte lichamen, vindt hij.Na het rooien volgt het hollen, pellen en planten en als het vriest het dekken. Maar juist strenge vorst zorgt even voor een adempauze in dit harde bestaan. Dan kan op het veld niet gewerkt worden en geeft Van Erk zijn arbeiders ’s middags vrij. Of er wordt doorbetaald, lezen we niet. In het bloembollenland is na meer dan honderd jaar nog zeer leesbaar. Hoe het ontvangen werd door tijdgenoten, daarover een volgende keer. ►

 

Geboren te Velzen op 31 december 1869, overleden te Haarlem op 28 januari 1960