LISSE TOEN: BLOEMISTKNECHTS STAKEN VOOR 16 GULDEN LOON PER WEEK
Besproken wordt het resultaat van diverse stakingen in 1913 en 1914. Uiteindelijk werden de partijen het eens over een loon van 16 euro. De staking duurde 14 dagen.
Arie in ’t Veld
NIEUWSBLAD Jaargang 2 nummer 1, januari 2003
De arbeiders in de bloembollen-sector (de bloemistknechts) hebben vele jaren op de barricades vertoefd om betere arbeidsvoorwaarden te bereiken. Dat ging lang niet altijd zonder slag of stoot en ook hadden die inspanningen niet altijd succes, maar de arbeiders hadden een machtig wapen ontdekt en wierpen dat in de strijd. Er werd gestaakt! En voor dat fenomeen hadden de werkgevers begin 1900 respect. En na de staking in 1913 en de bijna-staking in 1914 klauterden de arbeiders opnieuw op de barricaden. Eerste Wereldoorlog is uitgebroken. Nederland staat daar buiten, maar aan de omhoog schietende prijzen zou je dat niet zeggen. De lonen zullen dus ook moeten stijgen.
Eis: 17,75 gulden per week
In 1917 componeren de drie landarbeidersbonden een voorstel dat opnieuw een loonsverhoging beoogt. Men wilde een loon van ƒ 17,75 per week. De werkgevers menen dat vijftien gulden genoeg is, maar zijn later bereid tot ƒ 15,50 te gaan. De arbeiders zakken naar ƒ 17,- en als de ondernemers dan verklaren dat ze niet verder wensen te gaan dan ƒ 16,- barst de bom. Op 10 april 1918 is de staking een feit. De werkgevers laten weten dat de staking vóór de 15e april opgeheven dient te zijn, want anders zal men voor het
gehele gewest de ‘uitsluiting’ afkondigen. Het helpt niet veel. De werkgevers vormen geen eenheid. De ene firma doet wel mee aan de uitsluiting van arbeiders die gestaakt hadden en de ander niet. Bij de staking zijn ongeveer 1100 arbeiders betrokken.
Twee weken
Uiteindelijk werden de partijen het eens over een loon van ƒ 16,-. Het conflict dat in totaal veertien dagen duurde, behoorde hiermee tot het verleden.
Klik hier voor het volgende deel