Lisser overzee: Chris van Stijn
Cris van Stijn, geboren op 2 juli 1935 is met familie over uit Nieuw Zeeland. Zij waren in 1956 naar Nieuw Zeeland geëmigreerd. Zij woonden op de plek waar nu de flats van de Van Speijkstraat staan. Het adres hier was Broekweg 1-3. Zijn levensverhaal is opgetekend.
door Liesbeth Brouwer
NIEUWSBLAD Jaargang 8 nummer 1, januari 2009
Waar een toevallige ontmoeting toe leidt. Het is eind juni en er wordt gewerkt aan een foto expositie. Voorzitter Wim Bosch gaat daarvoor iets kopen en raakt in gesprek met iemand die duidelijk niet meer dagelijks Nederlands spreekt. Het is Chris van Stijn (geb. 2-7-’35). Samen met zijn kinderen en kleinkinderen is hij over vanuit Nieuw Zeeland. Wat hij wil doen is de vierdaagse lopen. En op vrijdag 18 juli kan hij trots het vierdaagse kruisje in ontvangst nemen. In de weken die hij daarna nog in Nederland verblijft is er tijd voor een interview met Oud Lisse.
Chris is in Lisse geboren op de Broekweg 1-3. Een dubbel nummer omdat er van twee huizen één huis is gemaakt. Dat stuk van de Broekweg bestaat niet meer. Het lag benoorden de Kanaalstraat. Het huis werd door de gemeente opgekocht omdat er een brug gepland was over de ringvaart. De verbinding met Lisserbroek en de Lisserweg zou daardoor verbeteren. Nooit door gegaan. In dit gedeelte van Lisse werden de eerste flats neergezet: de van Speijkstraatfl flats. En de familie van Stijn verhuisde naar de Prinsessestraat!
Terug naar de Broekweg 1-3. Het gezin van Stijn is een groot gezin. Tienkinderen en Chris is nummer zes. Hij zit
op de Josephschool, bij meester Strik. Wanneer je van school ging kreeg meester Strik een doos sigaren, maar daar doet Chris niet aan mee, was duidelijk niet zo gelukkig met meester Strik. In zo’n groot gezin ga je na de lagere school aan het werk. Er moeten centjes binnengebracht worden. Dus gaat Chris als 14 jarige naar de textielfabriek van Krantz.in Leiden. Bij mooi weer op de fi ets, anders met de bus of tram en dan wordt de fiets op het Vierkant gezet. Hij wordt bij Krantz getouwbaas. De periode na de 2e wereldoorlog is een opbouwperiode. Maar er is ook de oorlog in Indië. Er heerst onrust op de werkvloer, er wordt gezegd dat de mensen die uit Indië terugkomen de banen zullen krijgen. Toch een wat ongunstige tijd waardoor veel mensen denken dat er in Nederland geen goede toekomst voor hen zal zijn. Emigratie wordt vanuit het naoorlogse Nederland gepropageerd. Op 1 januari 1950, in zijn nieuwjaarstoespraak als minister president van Nederland, zegt Willem Drees dat ‘een deel van ons volk het moet aandurven zoals in vroeger eeuwen zijn toekomst te zoeken in grotere gebieden dan eigen land.’ Chris heeft een oudere zus Alie, die verkering heeft met Jaap de Vries uit Hillegom. Jaap keert terug uit Indië en vermoedt in Nieuw Zeeland meer kans te hebben op een goede toekomst. Nieuw Zeeland kan werkers gebruiken. In die tijd krijgen alleen vrijgezellen een emigratievergunning. Alie en Jaap gaan dus (in augustus 1951) als vrijgezellen naar Nieuw Zeeland.
Maar hun huwelijk wordt hier wel vast in de kerk afgekondigd. In Nieuw Zeeland trouwen ze in mei 1952. Ook Chris wil de gok wagen. Toevallig ziet hij in de krant een advertentie waarin werkers in de textiel worden opgeroepen om in Nieuw Zeeland te komen werken. En daar worden ook getouwbazen gevraagd. Chris gaat naar Den Haag om er over te praten. Het wordt heel mooi voorgespiegeld. Het salaris zou beduidend hoger zijn dan wat Chris bij Krantz verdient. Je kunt niet zo maar de gok wagen en emigreren. Nieuw-Zeeland eist dat je een baan en een huisadres hebt voordat je kunt afvaren. Maar gelukkig kan zus Alie inwoning regelen. Chris tekent een contract voor 2 jaar!
Op 23 april 1956 vertrekt Chris vanuit Rotterdam met de Waterman.
Dat is een niet zo groot schip van de liberty class. Deze boten werden eerder gebruikt voor het vervoer van Amerikaan setroepen. De Waterman werd in 1944 gebouwd als troepentransportschip en heette in die tijd ‘La Grande Victory’. Bij het aan boord gaan moest je door een badje met iets desinfecterends lopen. Nieuw- Zeelanders zijn bang dat er schadelijke beesten meegebracht
worden. Bij aankomst in Nieuw-Zeeland zijn de schoenen wit uitgeslagen! Maar zover zijn we nog niet, eerst wordt de familie uitgezwaaid. Terwijl Chris naar de familie zwaait ziet hij ineens een andereLissenaar. Het is Bert van Dongen. Bert woont aan de ringvaart bij het watergemaal. Er blijkt nog een derde Lissenaar aan boord te zijn, nl. Kees Kortekaas. Het afscheid van Nederland gaat erg plechtig. Eerst 1 fluit uitstoot, even rust dan 2 fluit uitstoten en als laatste groet 3 fl uit uitsignalen. Het is dan ongeveer 3 uur in de middag. Een uur later hebben ze al sloepenrol! Ze hebben een slechte overtocht. Erg slecht weer. Gelukkig had Chris de raad gekregen droge koekjes mee te nemen. Dat helpt tegen zeeziekte! Om toch iets te doen te hebben vragen ze of ze mogen hardlopen. Dat mag ’s morgens vroeg. Maar ter hoogte van Portugal wordt dat al weer verboden. Mensen werden er wakker van! Ruim 5 weken op zo’n boot is lang en kaartspelletjes vervelen ook! Op 1 mei zijn ze in Port Said. De tocht gaat door het Suezkanaal waar gewapende Engelsen aan de kant staan. Op 5 mei zijn ze in Aden. Dan wordt eerst Australië aangedaan (Perth, Sidney, Freemantle, Melbourne) waar steeds mensen van boord gaan om aan hun nieuwe toekomst te beginnen. Maar Chris moet mee tot Wellington, Nieuw Zeeland. Daar komen ze op 29 mei aan. Je kunt niet zo maar van boord gaan. Eerst wordt je gekeurd en alles moet gecontroleerd. Is alles in orde dan ga je van boord en krijg je een 5 pounds stuk mee. Het is niet toegestaan om geld mee te nemen naar Nieuw Zeeland! Maar Wellington is niet de eindbestemming van Chris. Hij is op weg naar Dunedin. Dus volgt een boottocht van het Noordereiland naar het Zuidereiland met het schip de Maori. (Dit schip is zelfs groter dan de Waterman!
Ze komen aan in Lyttelton (30 mei) en moeten per trein naar Christchurch en Dunedin. Chris wil dolgraag iets te eten of te drinken kopen maar stoot overal zijn hoofd. Probleem is het 5 pounds stuk: men heeft geen wisselgeld.
Gelukkig komt zijn zwager hem met de vroegste trein (the milktrain) tegemoet, maar dan heeft Chris al 1 ½ dag moeten doorworstelen zonder eten of drinken te kunnen bemachtigen! Meteen na aankomst in Dunedin moet Chris zich melden op het politiebureau. Er worden vingerafdrukken en foto’s gemaakt en je krijgt een registratiepas (aliens act, volgens de vreemdelingenwet). Die pas moet je altijd bij je dragen. Nee, de Nieuw-Zeelanders zijn niet zo aardig voor de nieuwkomers. Chris is meerdere keren beetgepakt en moet zijn aliensbook laten zien. En op het werk is het
ook wel “you bluddy dutchman”. De Nederlanders werken te hard! Het gaat op het werk ook niet zoals verwacht. In Nederland werd gezegd dat de verdienste 18 pound zou zijn, maar dat blijkt 9 pound. Maar je zit wel aan een 2 jarig contract vast. Na een paar weken gaat het loon zelfs omlaag waarop het personeel besluit te gaan staken. Omdat de meesten werkers staken doet Chris ook mee. Vier dagen staken leveren niet het gehoopte resultaat op. Maar je bent jong en je neemt alle kansen waar om wat extra’s bij te verdienen en zo lonkt toch een goede toekomst. In 1958 komt een Engels meisje bij de fabriek van Chris werken. Zij komt uit Yorkshire en is ook met een 2-jarig contract geronseld. In Yorkshire heeft ze haar vak geleerd. Zij kan onzichtbaar stof herstellen. Een specialistisch vak wat dan ook beter betaald wordt dan dat van getouwbaas. Ze wordt Chris vrouw en ze krijgen 3 kinderen. Chris heeft ruim 25 jaar in de textielfabriek gewerkt. Daarna werd de fabriek overgeplaatst naar Indonesië. Overigens ontmoet hij op het Zuidereiland nog een andere Lissenaar: Joop Smit van de kistenfabriek. Hij woont in Invercargill en zit in de vleesindustrie. Uit het gezin van Stijn vertrekt nog een broer naar Nieuw Zeeland. Dokter Duymar van Twist speelt daar nog een rol in. Hij heeft telefoon en kan dus Chris bellen opdat Chris dit keer garant kan staan voor baan en huisvesting van zijn broer. Deze broer trouwt in Nieuw Zeeland met een Australische. Nieuw Zeeland werft in die tijd zelfs ook mensen uit Australië met een 2-jarig contract. Overigens woont deze broer nu in Australië want zijn vrouw kreeg last van heimwee. Ook Alie de Vries keerde naar Lisse terug. In de 50er jaren emigreren zeer vele Nederlanders. Chris verblijft in 1971, dit keer gekomen per KLM, met zijn gezin twaalf weken in Lisse . De reden is een droevige: zijn moeder is ernstig ziek en zou komen te overlijden. Later zijn daar meer bezoeken op gevolgd. In 2006 is hij ook in Nederland, nog met zijn vrouw, met de bedoeling om de vierdaagse te lopen. Maar helaas, vanwege de hitte wordt de wandeltocht afgelast. Zijn vrouw is inmiddels overleden, maar hij maakt toch zijn belofte waar en loopt in 2008 de vierdaagse uit. En met de hele familie gaan ze ook naar Yorkshire om de roots van zijn vrouw te bezoeken. Lisse en de familie trekt wel, Chris heeft nog steeds zijn Nederlandse paspoort. Dat had ook te maken met het feit dat zijn vrouw de Engelse nationaliteit bezat en die niet wilde kwijtraken. Kinderen en kleinkinderen zijn Nieuw-Zeelands en dus is Nieuw Zeeland Chris’ thuis. Maar een volgende vierdaagse lopen, dat zit er hopelijk wel in.