Mijnenveger Lisse te water gelaten op 17 mei 1956
In 1956 is een schip te water gelaten met de naam ‘Lisse’.
Redactie
Nieuwsblad Jaargang 17 nummer 1 Winter 2018
Het is 17-05-1956. We staan op de kade bij de scheepswerf van E. J. Smit & Zn. te Westerbroek een plaatsje aan het Winschoterdiep in de provincie Groningen. Er staat een scheepscasco op stapel, zo ver klaar om in het water te glijden. Een feestelijke gebeurtenis en een drukte van belang. Tussen al die mensen zien we een deftige dame, dat is de vrouw van burgemeester De Graaf. Zij mag de bijl hanteren waarmee de naam van het schip wordt onthuld. Deze handeling zorgt er ook voor dat een fles champagne naar de boot slingert en met ferme smak openbarst tegen de houten scheepswand. Mevrouw De Graaf laat de woorden “Ik doop u met de naam Harer Majesteits Lisse” door de luidsprekers galmen. Tegelijk komt het gevaarte in beweging om niet te hard van stapel te lopen. Ruim 14 maanden eerder, op 10 maart 1955 werd ze daar op stapel gezet en na nog eens een kleine 9 maanden, op 22-02-1957 is ze helemaal afgebouwd en werd ze officieel in dienst gesteld.
Dat in dienst stellen gebeurde in de haven van Delfzijl. Dat wa ook weer een feestelijke gebeurtenis waarbij burgemeester De Graaf een kopie overhandigd kreeg van het onderdeelswapen. Waarna de mijnenveger met het naamsein M843 van de Wildervank-klasse kon gaan doen waar ze voor gemaakt is, gevaarlijke mijnen in de Noordzee onklaar maken om de scheepsroutes veilig te stellen. Bij zo’n tewaterlating kon je beter niet aan de tegenoverliggende kade staan. De kans dat je door de ontstane vloedgolf een behoorlijk eindje verderop werd neer gesmakt was niet klein. Het schip werd in 1963 omgebouwd tot hulpwerkschip bij duikwerkzaamheden. Dat was verloren geld want het schip heeft nooit voor dat doel dienst gedaan. In 1969 werd het schip uit de zeemacht genomen en verkocht. Met vier andere schepen uit die zelfde klasse ging het in één koop onder de slopershamer voor ƒ811.600,-. ■