Molens; Jan Pieter, molenaar van de Lageveense Molen (1)
Jan Pieter Molenaar was molenaar in de Lageveense Polder. Iedereen noemt hem JP. Hij is geboren op 3 maart 1931 in de Wategraafsmeer te Amsterdam. Vanaf 1995 was molenaar op de Lageveensepoldermolen.
door Andries Veloo
NIEUWSBLAD Jaargang 10 nummer 4, oktober 2011
Aan de Haarlemmertrekvaart staat in de gemeente Lisse de Lageveense molen. Met zijn rode bovenhuis is hij een echte blikvanger, ook voor de treinreizigers die hem vanaf korte afstand rijdend over de ‘oude lijn’, een van de eerste spoorwegen in Nederland passeren. Jan Pieter Molenaar heeft in het wereldje van de vrijwillige molenaars, en zeker in Rijnland, een bijzondere staat van dienst. ‘Iedereen’ kent hem.
Jan Pieter wordt door de Rijnlandse molenaars JP genoemd: vandaar dat we die naam in dit verslag ook maar aanhouden: JP dus. Hij is geboren op 3 maart 1931 in de Watergraafsmeer te Amsterdam. Zijn vader kwam uit Wormerveer en zijn moeder uit Benedenknijpe bij Heerenveen. Als kind zat JP op de Montessorischool en daarna volgde hij de H.B.S. Na de H.B.S. studeerde Jan Pieter medicijnen, daarna volgde de specialisatie chirurgie in het Weesperpleinziekenhuis te Amsterdam. De studie werd een tijd onderbroken, toen JP waarnam als huisarts te Vinkeveen voor een zieke collega. De specialisatie heeft JP alsnog afgemaakt; in 1964 te Dordrecht. Uiteindelijk werd JP chirurg in het Diaconessenziekenhuis te Leiden tot 1988. Jan Pieter heeft 3 zoons en een dochter en 10 kleinkinderen. Een zoon is verkeersvlieger bij de K.L.M., een andere zoon heeft eenadviesburo en de derde heeft ook medicijnen gestudeerd, zijn dochter is juriste in Leeuwarden.
Molens
Op molendag 1994 kwam JP kijken op De Hoop Doet Leven toen nog op de oude locatie te Rijnsburg bij Wim Waltman (ook bekend als Willem Bever). JP was altijd al geïnteresseerd in molens en toen Wim zei, dat er een opleiding tot vrijwillig molenaar bestond gaf JP zich direct op. Jan Pieter was een fanatiek (zee)zeiler, maar in 1980 kreeg hij rugproblemen. In 1972 was hij al aan een hernia geopereerd, in 1987 voor de tweede keer en in 1988 voor de derde keer. Na zijn laatste operatie heeft hij zijn boot verkocht, maar in 1990 kocht hij er samen met een oud-collega weer een tot 1994. Toen begon JP met de opleiding van het Gilde en wel bij Ruud Bax op de Hoogmadese Wip. In oktober 1995 slaagde JP op De Windhond te Woerden. Tijdens de opleiding maalde hij zelfstandig op de Oudenhofmolen te Oegstgeest en hij kwam ook vaak bij Philip Pijnnaken op molen De Put te Leiden. Als gediplomeerd molenaar kwam JP bij Piet Koger op korenmolen De Otter in Oterleek. Hij deed in 1996 de opleiding korenmolenaar. Daarna ging hij bijna een jaar naar Willem Roose op de Roode Leeuw te Gouda. Als fanatiek racefietser reed JP langs de Leidse aart bij Noordwijkerhout en zag over de vaart en het spoor de Lageveense molen staan, die toen in erg slechte staat verkeerde. Hij fietste een eind om en liep door de polder naar de molen en kreeg daarbij nog ruzie met een opzichter van Keukenhof, waartoe de polder behoort. JP informeerde bij Leen Vellekoop, toen nog de technische man van de Rijnlandse Molenstichting, om op de molen te mogen passen. Bart Kraan was eerder gevraagd om het erf wat bij te houden en de molen in de gaten te houden. JP kreeg de gevraagde toestemming. JP heeft de restauratie van de molen in 1995 helemaal meegemaakt. Later deed hij nog veel onderhoud aan de molen. Na het halen van het korenmolenaarsexamen ging hij bij Jan Lunenburg op korenmolen de Leeuw in Aalsmeer malen o.a met Ber Fort (nu molenaar op houtzaagmolen Bolwerksmolen te Deventer). In de plaats van Ber kwam Cees Hoogeveen naar De Leeuw. Samen met Cees is er heel wat gemalen, maar na een verschil van inzicht met het bestuur is JP vertrokken, niet lang daarna vertrok Cees Hoogeveen ook. In 2000 ging JP wonen op de Blauwe molen te Rijpwetering, een forse achtkante poldermolen; wel maalvaardig, maar helaas is de boezem afgedamd, omdat de kosten van onderhoud van de dijken te duur was.
Het peil in de voormalige boezem is nu ruim 20 cm lager dan Rijnlands boezem. Er is een overstort, maar met stevig malen komt het water te hoog en dat geeft dan problemen. Cees Hoogeveen ging naar de Lageveense en JP werd er tweede molenaar. In 2009 verhuisde JP naar Diemen en ging daar in een appartement wonen op 9 hoog, met uitzicht op het Usselmeer en het Amsterdam Rijnkanaal. Het appartemententcomplex heeft net als de Blauwe molen een blauwe kuip langs de dakrand.
Hoogeveen is nu al een paar jaar molenaar op de Hoop Doet Leven op de nieuwe locatie te Voorhout. Op de Lageveense molen is nu Rintje Jellema eerste molenaar en JP nog steeds tweede molenaar.
De polder
Frans Vena uit Aarlanderveen, molenmaker en molenaar van beroep heeft ontzettend veel kennis heeft van polders, molenaars en molens. Daar maak ik voor deze intervieuws dan ook dankbaar gebruik van. Hij heeft mij ook nu weer heel veel meegedeeld over de polder de molen en zijn molenaars. De Lageveense polder wordt begrensd ten NO door het Lisser Mallegat (de scheiding met polder Berg en Daal), de trekvaart (Leidse vaart) tot aan de Delfweg, inclusief de buitenplaats Keukenhof; aan de ZO-zijde begrensd door hoge gronden (binnenduinen), de Loosterweg en de Spekkenlaan, waarlangs de Duinsloot (boezemsloot) loopt. De polder heeft een oppervlakte van 200 ha. De inpoldering had plaats na een verzoek van eigenaars van landerijen tussen het Keukenduin, de trekvaart en het Mallegat in 1651. De molen maalde toen uit op de trekvaart. Toen er in 1842 een spoorlijn werd aangelegd door de Hollandsche Uzeren Spoorweg Maatschappij iets ten oosten van de trekvaart, precies over de plaats waar de molen stond, is de molen verplaatst. Er werd een bermsloot gegraven, waarop de molen uit ging malen en deze werd met een duiker onder het spoor door verbonden met de trekvaart. De bermsloot zou bij de Delfweg uitmonden in de trekvaart en in het Z-W in het Lisser Gat.
Wordt Vervolgd