ODE AAN DE BODE

Het ontstaan van het ziekenfonds wordt beschreven. De eerste waren er rond 1847. Rond 1900 waren er 540 verschillende ziekenfondsen. In Lisse was Andries Cardol een bekende bode.

Door Deen Boogerd

Nieuwsblad Jaargang 15 nummer 1, januari 2016

Leidsche krant 09-07-1971

Er was een tijd dat de oude dokter van Dijk zijn visites nog samen reed met Elisabeth Bas. Er was ook een tijd dat een Lissese apotheker sigaren cadeau gaf. Natuurlijk, roken was ook toen al ongezond! Maar dat wisten we nog niet. Nu wel! We worden daar terecht al heel lang op gewezen door onze zorginstellingen.

Maar hoe is het heden ten dage gesteld met de gezondheid van de zorg? Helaas moeten we de diagnose stellen dat het niet goed gaat met de zorg. De zorg is ziek en dat is ongezond! Hoofdmanagers die kort en slecht functioneren bij zorginstellingen krijgen bij hun afscheid geen kist met fijne ruikertjes. Nee, zij krijgen een hele dikke bonus waar een onbehoorlijk luchtje aan zit. Waar de werkelijke zorg nodig is wordt op zorg gekort, uren moeten worden ingeleverd en er vallen zelfs ontslagen. Bij zorgverzekeraars vliegen de kosten de pan uit. Eigen risico’s worden steeds hoger, wat is er nu wel en wat niet verzekerd, wat wordt gedeeltelijk vergoed en wat helemaal, met welk ziekenhuis heeft de verzekering afspraken gemaakt en met welk niet? Welk zinnig mens kan hier nog wijs uit. Niemand toch? Als wij vandaag een ongelukje krijgen of plotseling ziek worden, dan zijn  we de sigaar! Vroeger was zeker niet alles beter, maar dat oude Ziekenfonds was in beginsel een goed geoliede machine. Een vrij simpel administratiesysteem, overzichtelijk, transparant en doelmatig. Toch beweerde men dat het beter moest. Geen onderscheid meer tussen Particulier Verzekeren en Ziekenfonds. Cultuur Historie is waar Vereniging Oud Lisse zich mee bezig moet houden. Dus toch maar eerst een stukje geschiedenis over het ontstaan van de ziekenfondsen.

Historie.
De oude ambachtsgilden hadden al een soort ziekenzorg-verzekering. De “gildebus” was een spaarkas waar een vastgestelde contributie in werd geïnd. Uit deze kas konden de gilden hun gildenbroeders financieel ondersteunen als zij voor medische onkosten kwamen te staan die ze zelf niet konden betalen. De eerste ziekenfondsen zijn al rond 1785 opgericht door grote bedrijven om hun arbeiders te verzekeren. Zij richtten zich vooral op mensen die door arbeidsongeschiktheid onder de armoedegrens kwamen en daardoor zelfs de minste zorg niet konden betalen. Op zich een goed streven maar veel artsen kwamen in opstand tegen het beleid van deze instellingen.

Muurplaatje bij de agentschappen.

Artsen komen meestal niet zo maar in opstand, zij zagen de misstanden binnen de besturen van deze instellingen. Ook toen al werd er onheus omgegaan met geld dat voor anderen bedoeld was. In 1847 verenigden deze artsen zich in een collectief, onder de naam Algemeen Ziekenfonds Amsterdam. De AZA  was toegankelijk tot een bepaalde loongrens. Het bestuur bleek nogal autoritair, hierdoor kwam er ook weer wrijving. Bouwlieden splitsten zich af van de AZA en begonnen hun eigen ziekenfondsen. Zo ontstonden er overal arbeidersfondsen. Ook werkgevers begonnen hun eigen ziekenzorg-verzekeringen. Rond 1900 waren er ruim 540 verschillende ziekenfondsen. Lidmaatschap was alleen voorbehouden aan de werkende klasse. Gehandicapten, bejaarden en chronisch zieken vielen buiten de boot. Enige regelgeving op het gebied van ziekenfondsen was er nauwelijks.

Zo een bordje hing bij elke bode bij de deur

 

Pas onder minister Talma kwam in 1913 een besluit tot stand waardoor het ziekengeld werd gescheiden van de ziekenzorg. Deze verandering gaf heel veel tumult in de tweede kamer, vergelijkbaar met de moeite om “ObamaCare”. Echte regulatie kwam gek genoeg pas in de 2e wereldoorlog tot stand. De Duitse bezetter kondigde op 1 november 1941 het zogenaamde “Ziekenfonds besluit” af. De arbeiders waren vanaf die datum verplicht verzekerd. Het aantal verzekerden groeide hierdoor snel, terwijl de wildgroei in het aantal fondsen in korte tijd zo goed als halveerde. Na de oorlog werd dat systeem tot 2006 gehandhaafd. Rond 1980 begon de kritiek op het systeem steeds luider te weerklinken in de samenleving. Die kritiek kwam voort uit het feit dat de staat jaarlijks de steeds hogere tekorten bij de verschillende fondsen moest bijlappen. Die zogenaamde “open eind regeling” kostte de staat vele miljoenen. Om de kosten te drukken fuseerden er heel wat fondsen en werd alles wat overzichtelijker. Centralisatie in de sector werd een feit. De roep om een “verplichte particuliere basisverzekering” klonk steeds luider. Onder minister Hans Hoogervorst kwam in 2006 deze verzekering tot stand. Dit betekende einde Zieken Fonds!

Nostalgie.

Beeld van een ZF Bode met solex

Dit prachtige beeld zag ik jaren geleden, “de Ziekenfondsman” van Frank Rosen 1999. Het beeld stond toen bij het voormalig Aegis kantoor. Aegis was ook ongezond en is niet meer, waar de bode met de Solex naar toe is gereden?… Hopelijk heeft het beeld een ander plekje gekregen, dat zoeken we nog uit! Bij het zien van dit beeld moest ik direct denken aan een oom van mij. Oom Andries Cardol, tas om de schouder, kniptang aan de heup en de kas in de tas. Dit beeld is me altijd bijgebleven en vormde ook de inspiratie voor dit artikel en mijn korte rijm, “Ode aan de Bode”. Veel later zag ik pas dat er bij dit beeld ook een gedicht hoort, “De Ziekenfondsbode” van Erik
Huizinga. Moet u maar eens opzoeken.

ODE

Zij deden hun werk van harte op een gazelle zo een zwarte fietsten ze van buur naar buur al was het buiten nog zo guur goed gepakt in winddicht leer trotseerden zij het ergste weer onder de neus gloeiende sigaar een warme bak bij tante Saar zij waren graag geziene gasten die als bijrol op de dorpers pasten ernstig maar altijd goed van zin een luisterend oor voor elk gezin de ZieFo-bode met zijn tas eraan de tang erin de hele kas zo open over straat het vele geld dat in de avonduren werd geteld geen cent teveel ook niet te min dan pas was het naar hun zin kloppen moest het keer op keer dat was hun taak en ook hun eer fatsoen en eerlijkheid staan borg voor een gezonde ziekenzorg!

De enige ZF-bode, Tinus Wassenaar werd genoemd, ene Hogervorst en een Akkerman. Wie kan ons vertellen over deze bodes en misschien nog anderen? Kom eens langs bij Vereniging Oud Lisse om uw verhaal te doen. Iederéén is daar van harte welkom. U zult begrijpen dat deze ode voor alle ZF-bodes is bedoeld.

Terug kijken.
Denk eens terug aan de tijd toen de ZF-bode nog langs de deuren kwam. Het systeem waar ze in meewerkten was heel overzichtelijk, simpel en doeltreffend. Deze bodes kenden iedereen van haver tot gort. Kon je echt niet betalen, dan kreeg je een noodbriefje voor vrijstelling. Het waren sociaal bewogen mensen. Huisartsen, gemeenten en bijstand lieten zich door hen adviseren als het er om ging hoe gezinnen te helpen. De lijnen waren nog kort en duidelijk, geen wachtende voor u aan de telefoon. Bij tandarts Hoek wel daar zat de hele wachtkamer vol met ZF patienten. Particulieren werden direct geholpen, “komt u alvast maar verder hoor”, klonk het dan uiterst vriendelijk. ZF-patienten zaten stijf van schrik als de knerpende toon door de wachtkamer klonk. Je zou er kiespijn van krijgen. Het zat wel in het pakket dus in de premie die wekelijks werd opgehaald. In 1952 was de premie 3,8% van het loon, helft werknemer, helft werkgever. Dus van een weekloon van ƒ 70,- kwam de ZF bode ƒ 1,33 ophalen. De bode knipte een gaatje in de kaart als teken dat de premie was voldaan. Na het innen moest ook nog geteld worden. Vrijdags werd het geld dat de hele week in huis lag naar de Boerenleenbank gebracht. Daar werd nogmaals geteld en getekend voor ontvangst. Maandelijks werd de boekhouding gecontroleerd en al was dat altijd goed gegaan, er was altijd de spanning…want het zal toch niet…..! Dat zegt wel wat over de instelling en de zorg van een Ziekenfondsbodes. Daar kunnen zorg-instellingen heden ten dage nog wat van leren.

bronnen:

Archief van familie Cardol met dank voor de medewerking.
Verschillende artikelen op wikipedia.
Archief van Cultuur Historische Vereniging Oud Lisse.

ZFbode Andries Cardol in vol ornaat