OOSTENRIJKSE GRAVIN IN 1675 TOT BLOEMENHEKS VERKLAARD EN VERBRAND

Door Arie in ’t Veld

Nieuwsblad Jaargang 3 nummer 2, april 2004

In bloei trekken van bloembollen was in de zeventiende eeuw heel riskant.

 

Anno 2004 wordt om de haverklap geschreven en verteld over het in bloei trekken van bloembollen. Er zijn zelfs tentoonstellingen van bloembollen die in een vroeg stadium in bloei zijn getrokken. Op de Midwinterflora bijvoorbeeld zijn daarvan steevast knappe staaltjes te zien. Allemaal het resultaat van het bedotten van de natuur. Een soort tovenarij dus.

Reeds honderden jaren geleden werd het broeiresultaat beschouwd als iets bovennatuurlijks. Heksenwerk was het en daarover gaat de volgende geschiedenis. Het verhaal van een vrouw waarvan het geschilderde portret in de Riegersburg hangt. Een machtige burcht op een 480 meter hoge rots ergens in het oosten van Stiermarken. Het is het portret van een vrouw met een edel gevormd gezicht en eindeloos weemoedig starende ogen. Haar rechterhand rust op een weelderige bos tulpen en narcissen en in de linkerhand houdt ze een tuiltje alpenbloemen. Het is Katharina Faltauff, de bloemenheks. Ze leefde in de zeventiende eeuw, het tijdperk van de heksenprocessen. De winter van 1675 was streng en langdurig. Toen april in het land kwam, lagen de landerijen nog dik onder de sneeuw en waren de beken stijf bevroren. Maar in een der vertrekken van de Riegersburg begonnen de uit Holland geimporteerde tulpen en narcissen te bloeien. Katharina was een groot liefhebster van bloemen en planten en experimenteerde kennelijk ook met bolgewassen. Het lukte haar tulpen en narcissen in bloei te krijgen terwijl het buiten nog overduidelijk winterde. Kwamen nu de belangstellenden in lange rijen om dat wonder met eigen ogen te gaan zien? Geen sprake van! Het feit dat Katharina deze bolgewassen liet bloeien in een ongewone tijd was niet normaal. Dat kan alleen met behulp van de duivel. Iedereen was het er over eens: zij was een heks.

Heksengericht
Het Heksengericht kwam naar de Riegersburg. Natuurlijk werd Katharina in de kerker geworpen en kort daarop verhoord. De rechter vroeg haar eerlijk te bekennen dat zij dit bloemenwonder met behulp van demonen tot stand had gebracht. In de afgelopen zomer was het koren door een ongewoon hevige hagelstorm vernietigd. Was dat ook niet haar schuld? Durfde zij nog te ontkennen dat ze de zwarte kunst machtig was? Katharina ontkende, maar dat baatte niet. Zij werd op het rek gelegd, haar voeten werden geschroeid met gloeiende ijzers en de beulen bedachten nog veel allesbehalve zachtzinnige methoden om haar aan het praten te krijgen. Zij overleefde deze verschrikkelijke folteringen zonder te bekennen. Maar toen haar lichaam genezen was, bleek haar geestvermogen gestoord te zijn. Van de morgen tot de avond vervloekte ze haar geboortedag en het mensdom. Dat was voor Katharina’s rechter het beste bewijs dat ze door de duivel bezeten was. Op 23 september werd zij op het marktplein te Feldbach levend verbrand. En als we een schone ballade van de Weense dichter Johann Vögl mogen geloven, dan stierven op hetzelfde ogenblik alle bloemen op de Riegersburg. En sedertdien heeft daar nooit meer een bloem gebloeid!!

 

Voorgetrokken nieuwe tulpensoorten in de expositiehal van CNB, Lisse op 23 januari 2004 Model Sabrina Schuite van de afdeling Verkoop en Veiling wilde wel even poseren.

Nog in tact
In de Nieuwe Rotterdamse Courant heeft A. Burkij-Bartelink jaren geleden de geschiedenis van Katharina Paltauff uitvoering beschreven. De Riegersburg staat er nog altijd. Ondanks vele oorlogen en de Russische bezetting van 1945 tot 1955 is het kasteel vrijwel in tact gebleven. Nog immer troont het slot hoog en grimmig boven de liefelijke Stiermarkse omstreken, het land dat drie eeuwen geleden getuige is geweest van een heksenvervolging die haar weerga in de Europese geschiedenis niet heeft.De heksenjacht bereikte haar hoogtepunt in de jaren 1673 tot 1675. Het verbranden of verdrinken van mensen – meest vrouwen – die het odium droegen van een verbond met de duivel te hebben gesloten en daardoor over bijzondere hoedanigheden beschikten, is zeer oud. Het kwam in elk land voor. De normale, eenvoudige mens houdt niet van bovennatuurlijke machten, van toverij en van verschijnselen die in strijd zijn met de seizoenen, de zwaartekracht, de normale wetten van oorzaak en gevolg. Wie vermogens bezat die daarmee spotten, plaatste zichzelf buiten de samenleving en werd als een gevaar voor de gemeenschap verwijderd.

Geteisterd
Oostelijk Stiermarken is door de eeuwen heen een geteisterd gebied geweest. De bodem is steenachtig en moeilijk te bewerken.Bovendien heeft de bevolking van de dertiende eeuw af te kampen gehad met invallende horden uit het oosten. De grootste ramp die het land ook trof was de Hongaarse overval van 1605. De dorpen Furstenfeld en Feldbach werden volledig verwoest.3500 mensen werden gedood of verbannen. De gehele oogst en de complete veestapel werden geroofd. Het duurde tientallen jaren eer de boerenbevolking deze slag te boven was. De armoede die er vrijwel de gehele zeventiende eeuw door het gevolg van is geweest, moet onbeschrijflijk geweest zijn. Toch was het niet de bevolking in haar geheel die onder deze druk leed. De welgestelde burchtheren in hun kastelen waren vaak de dans ontsprongen en de kloosters hadden ook hun grote bezittingen in de vorm van landerijen. En als de burchtheren tekort kwamen, dan voerden ze wel één of andere heffing in, op te brengen door arme sloebers die zelf nauwelijks te eten hadden. En deze ,,cleyne luyden” waren ook weer het kind van de rekening toen in 1664 de Turken rovend, moordend en vrouwen schendend het land binnenvielen. Weliswaar werden de Turkse horden bij Mogersdorf beslissend verslagen, maar opnieuw waren duizenden burgers gesneuveld.

Maat was vol
De maat was vol. Het volk nam het niet meer. De woede van de boeren richtte zich in de eerste plaats tegen de adel in hun kastelen en tegen de geestelijkheid in haar prachtige kloosters. Het eenvoudige volk beschikte niet over de wapens en de middelen om deze te vernietigen, maar het had een ander – en machtiger! – middel: het gefluisterde gerucht. In een nabij gehucht zou een vrouw een kind ter wereld hebben gebracht dat een varkenskop had. De jonge moeder was kort tevoren naar de Mis geweest en de priester zou haar daarbij doordringend hebben aangekeken. Was dat niet dezelfde priester die gezien was op de Schlieszelberg waar ’s nachts kloosterbroeders het hoofd getooid met een bos groene veren onder het uitschreeuwen van godslasteringen het heilige kruis bespotten? De brave man kon beweren wat hij wilde, maar hij belandde in de kerker. Hij was een handlanger van de duivel. De Heksengerechten werden opgericht en de zelden gebruikte pijnbanken tevoorschijn gehaald.In Feldbach verrees de brandstapel.

Bloed
Eeuwen lang waren het alleen vrouwen uit het volk geweest, die als heksen werden aangemerkt en vervolgens verbrand. Nu vroegen de boeren, gedreven door ergernis en wanhoop, naar belangrijker figuren. En toen het volk eenmaal het bloed van de folterkamer had geroken, was er geen houden meer aan. Binnen enkele maanden werden veertig geestelijken – bijna allen uit de hogere rangen – voor het gerecht gedaagd, gefolterd, veroordeeld en vervolgens verbrand.

Blonde geliefde
Over de jeugd van Katharina Paltauff, de bloemenheks, en haar eerste jaren als gade van de slotvoogd van Riegersburg is weinig bekend. Er bestaan in Stiermarken verscheidene lezingen van het optreden van deze sterk tot de verbeelding sprekende vrouwenfiguur. Het heet dat zij als jonge vrouw in gezelschap van een geliefde uit het hoge noorden naar Stiermarken kwam. Haar vaderland wordt in het proces beschreven als ,,een gebied aan het strand” en haar geliefde als een man ,,blank van huid en blond van haren”. Het is dus bepaald niet onmogelijk dat deze mensen Duitsers, Vlamingen of…..Hollanders waren. De met haar meegekomen jongeman leerde Katharina de bloemen te kweken, die in het eenzame, harde bergland van Stiermarken haar troost zouden worden. Hij was het die haar de Hollandse bloembollen en ook de hiervoor benodigde goede aarde verschafte. De jongeman overleed echter al spoedig en Katharina plantte haar zelf gekweekte bloemen op zijn graf. Kort daarop trouwde zij met de slotvoogd Simon Paltauff.

Eerste

Katharina was ongetwijfeld de eerste die in dit ruige bergland begon met het kweken van planten en bloemen in de kamers van het slot. Ze kreeg daarin op den duur veel ervaring en het werd in en rond de burcht – waar het merendeel van de mensen meende dat vrouwen binnenshuis, maar planten buiten behoorden – met stijgende verbazing geconstateerd. Intussen laaide in het naburige Feldbach de vlammen op van de brandstapels. Bij de geringste verdachtmaking greep het gerecht in. Als men gesignaleerd was in de nabijheid van een der heuveltoppen waar de zogenaamde heksensabbatten werden gehouden, was dat al voldoende om te worden gearresteerd. Het verhoor was kort, de foltering hevig, maar het ontkennen was even nutteloos als het toegeven van de feiten. Het volk wilde menselijke zoenoffers voor het doorstane leed.

Ontkennen
En zo kwam de lente van 1675, waarin men Katharina Paltauff voor het gerecht daagde. Zij ontkende. Dat deed zij ook toen men haar op de pijnbank legde, haar uitrekte en haar voetzolen met gloeiende ijzers verschroeide. De vlammen verteerden haar, terwijl het volk er grijnzend nar keek. Op de Riegersburg hangt nog altijd het door een tijdgenoot geschilderde portret van de bloemenheks. Haar rechterhand steunt op de bolbloemen, die haar op de brandstapel brachten…….
We willen natuurlijk niemand de daver op het lijf jagen en bewegen om in de wintermaanden geen bolbloemen meer aan te schaffen. Onze streek en ook Lisse leeft daarvan. Met respect voor de mensen die het voor elkaar krijgen om in de wintermaanden voorjaarsbloemen te produceren. Dat zijn geen heksen, maar vakmensen!

De bloemenheks werd verbrand vanwege het in bloei trekken van bollen in de winter.