Opschriften door bollenarbeiders op Oud Zandvliet
Op een wand en op de zolder van de bollenschuur van boerderij Oud Zandvliet, Westelijke Randweg 2, zijn vele teksten van arbeiders gevonden. De foto’s geven een goede impressie.
Door R.J. Pex
Nieuwsblad Jaargang 14 nummer 4, oktober 2015
‘ Met hevigen storm en regenvlagen is de deur van het schijthuis weggeslagen’
Inleiding
Het gebeurde vroeger nog weleens: het aanbrengen van allerlei opschriften op wanden, balken etc. Soms betrof het een aardig rijmpje. Een andere keer voelde men de behoefte bepaalde gebeurtenissen te vermelden. Weer een andere categorie bestaat uit namen van timmerlui die net een verbouwing hadden uitgevoerd en dat op de een of andere manier wilden vastleggen. In Lisse zijn er van alle categorieën wel voorbeelden te vinden. In dit artikel wil ik u bekend maken met teksten die ik, samen met F.W. van de Veen, in 2007 aantrof op Oud Zandvliet, tegenwoordig Westelijke Omleidingsweg 2. De foto’s van de opschriften die in dit artikel staan weergegeven, zijn van laatstgenoemde, waarvoor mijn dank. Ik wil ook de vorige eigenaar van de woning Oud Zandvliet dank zeggen voor het verlenen van zijn toestemming voor het fotograferen en publiceren van de teksten
Locatie en geschiedenis
Oud Zandvliet bevindt zich aan de noordzijde van Lisse aan de Westelijke Omleidingsweg, niet ver verwijderd van de Bloemententoonstelling Keukenhof. Reeds in 1544 bevond zich hier een boerenwoning. Later werd hier een wat fraaier en ruimer huis tegenaan gebouwd, zodat de eigenaar van Zandvliet zich hier in de zomermaanden kon terugtrekken. In 1797 werd het buiten gesloopt, zoals dat met meer ‘hofsteden’ gebeurde in deze tijd (de Franse Tijd). Alleen de aloude boerderij bleef bestaan. Omstreeks het midden van de negentiende eeuw was deze in handen van Coenraad Jacob Temminck, die ook het nabijgelegen Wildlust bezat. Na zijn overlijden in 1858 erfde zijn zoon Marinus het bezit, waardoor vanaf die tijd de boerenwoning in de Lissese volksmond ook wel ‘Marinus’ werd genoemd. In 1869 werd ‘Marinus’ aangekocht door de eigenares van Keukenhof, mevrouw Van Pallandt-Steengracht. In de boerderij woonde toen al heel lang de familie Van Graven. In 1892 vertrokken ze naar boerderij Middelburg. Al het land rondom de boerderij werd nu bollenland. Op de voormalige boerderij kwamen nu de landbazen van de nabijgelegen firma Gebr. Driehuizen te wonen, zoals Belder, De Kooker en Hein Evers. In 1925 kwam Piet Wassenaar naar Zandvliet vanaf de Stationsweg. We komen zijn naam tegen op één van de houten wanden van de bollenschuur (zie verderop in dit artikel). De Wassenaars hebben tot 1953 op Zandvliet gewoond. Daarna treffen we hier de familie Beelen aan, die het recentelijk verkocht aan de Bloemententoonstelling Keukenhof.
Over een houten wand in een bollenschuur (en wat erop te zien is…)
Ook op Oud Zandvliet hebben diverse bollenarbeiders in de loop der jaren allerlei teksten achtergelaten op een houten wand en op de bollenstellingen op de zolder van de schuur. De houten wand is hierbij het meest in het oog springende element, vanwege de vele opschriften. Deze laten we hier dan ook eerst aan bod komen.
De meeste opschriften dateren uit de jaren twintig en dertig. Ze maken soms gewag van bepaalde gebeurtenissen in die tijd. Zo schrijft een onbekende op 7 januari 1926: ‘Regen en wind. Watersnoot in Holland’.
In 1939 hangt er oorlog in de lucht. Duitsland valt in dat jaar Polen binnen en Engeland en Frankrijk verklaren daarop de oorlog. We lezen:
‘Mobilisatie. Engeland en Frankrijk verklaren den oorlog aan Duitsland’.
Een veel recenter opschrift, gedateerd 2 juni 1982, luidt:
‘Thijs bestelt 20 staalmatten te veel’.
Op 22 juli 1986 is er iemand ‘op z’n smoel’ gegaan ‘bij blote bertus’. Ook daar lezen we over.
Een andere categorie opschriften betreft allerlei bedrijfsgebonden activiteiten. Zo schrijft een onbekende:
‘1 November 1922 waren den laatsten bollen den schuur uit’.
Daaronder staat een slecht leesbare handtekening. Hij gaat verder: Pride of Haarlem [en] Bismarck waren de laasten’.
Op 11 september 1925 is men ‘begonnen met bollen klaarmaken voor de Planterij’. Eronder lezen we onder meer de naam van G. v. Meijgaarden. Helaas hebben we niet kunnen achterhalen wie deze persoon was.
Op 28 november van hetzelfde jaar zijn ‘de laaste bollen uit de schuur’ gegaan.
De volgende twee opschriften dateren uit 1939. Tenminste, als we het juist interpreteren:
‘Donderdag 20 October: schoffelen’.
Daaronder opnieuw een onleesbare naam. De betreffende persoon is echter zo vriendelijk om te vermelden dat hij ‘17 jaar oud’ is en geboren is op ‘2 mei 1922 te Lisse’.
Soms staan er alleen namen vermeld, zonder dat deze worden gekoppeld aan bepaalde gebeurtenissen.
Op ‘St. Franciskus’, dus 4 oktober, hebben de volgende personen hun namen vastgelegd voor het nageslacht:
‘A. Groen A. Grimbergen D. Evers G. Spaargaren’.
A. Grimbergen is mogelijk identiek aan Adrianus Grimbergen, die tussen 1910 en 1920 aan de Meer en Houtstraat woonde. Hij was geboren in 1888 en huwde in 1913 met Joanna van Opzeeland. Was D. Evers familie van Hein, die als landbaas op Zandvliet woonde in dienst van Gebr. Driehuizen (zie hiervoor)? En is G. Spaargaren identiek met een Gijsbertus Spaargaren die tussen 1900 en 1910 woonachtig was in ’t Hofje aan de Kanaalstraat?
Andere namen die we tegenkomen zijn onder meer een zekere J. Veldhoven en H. van Drunen. Met betrekking tot hen hebben we geen nadere gegevens kunnen vinden.
Wanneer de navolgende persoon nu precies geboren is, wordt uit de tekst niet geheel duidelijk: ‘L. v.d. Berg Lisserweg (huisnr. onleesbaar) oud 13 jaar geb. te Leiden 4 Juli 1934’.Heeft de betreffende persoon ondertekend met de op dat moment geldende datum (4 juli 1934) of is hij toen geboren?
Met het opschrift ‘P. Wassenaar’ lijkt de in de inleiding genoemde Piet Wassenaar, die zich op Zandvliet vestigde in 1925, te worden bedoeld. Vooral ook omdat er een (slecht leesbaar weliswaar) adres bij vermeld staat: Heereweg 26. Dit moet Zandvliet zijn geweest, daar nummer 28 de nabijgelegen villa Somalo betrof.
Het laatste opschrift op de houten wand dat we hier vermelden is een rijmpje, dat de landbaas van de firma Gebr. Driehuizen waarschijnlijk niet mocht zien:
‘Met hevigen storm en regenvlagen is de deur van het schijthuis weggeslagen. Nu sta ik voor het open front te roepen aan mijn blote kondt’. Maakte de houten wand waarop dit gedichtje staat, oorspronkelijk deel uit van een toilet voor de arbeiders op Oud Zandvliet? Het heeft er alle schijn van…
Over houten planken op een zolder (en wat ze ons te vertellen hebben…)
De activiteiten van het bollenbedrijf op Zandvliet strekten zich uit tot op de zolder van de bollenschuur. Ook daar hebben de harde werkers van zich doen spreken in de vorm van allerlei namen op de houten stellingen waarin de bloembollen bewaard werden. Ze zijn iets vroeger gedateerd dan de opschriften op de houten wand. Zo heeft een zekere ‘P. Maat’ (of is het ‘Maas’?) op 3 januari 1917 zijn naam geplaatst op één van de stellingen. Als het ‘Maat’ betreft (dus met een ‘t’) dan gaat het mogelijk om Piet Maat die omstreeks 1897 werd geboren. Zijn naam komt voor op een ansicht uit omstreeks 1900-1905. Ook ontmoeten we hem op een klassenfoto uit ca. 1905/06, genomen bij de ‘School van Meester Kingma’, oftewel de Openbare School tegenover de Grote Kerk. Tenslotte ontmoeten we hem ook nog op een foto van het personeel van Gebr. Driehuizen uit 1929, wat weer heel goed kan kloppen met de aanwezigheid van zijn naam op de zolder van Oud Zandvliet, daar veel personeel van Driehuizen daar werkte (zoals we reeds vermeldden). Ook hier op de zolder van de bollenschuur komen we weer oude bekenden tegen, zoals G. van Meijgaarden. Hij heeft samen met W. v. Blitterswijk op 25 oktober 1924 zijn naam aangebracht op één van de bloembollenstellingen.
Een aantal arbeiders zijn ook bezig geweest met ‘snotzoeken’2, zoals een zekere M. Kuyper (augustus 1919) en E.H. v.d. Snoek (6 augustus 1926).
Helaas geen leuke rijmpjes hier, zoals we op de begane grond van de bollenschuur aantroffen…
Besluit
Allemaal namen uit het verleden. Allemaal hebben ze iets van henzelf achtergelaten; zeker op het vermeende toilet op de begane grond van de schuur… (Excuses voor de wat dubbele lading van deze uitspraak). Doorheen al die opschriften krijgen we toch een beeld van wat zo’n bollenarbeider nu zoal bezighield. Het zou wat dat betreft een interessant idee zijn indien met name de houten wand op de één of andere wijze voor het nageslacht behouden kan blijven. Kan er wellicht een plekje voor worden vrijgemaakt in Museum De Zwarte Tulp?
We hebben niet van alle arbeiders gegevens beschikbaar, zoals overduidelijk blijkt uit dit stuk. Misschien dat er bij de lezer van dit artikel nog iets te binnen schiet. Indien dat zo is, kunt u reageren via de redactie van dit nieuwsblad. Alvast hartelijk dank!
2 Snot is een bacterie die de bol aantast. Met behulp van een metalen koker werd de zieke bol verwijderd.
Naschrift.
De foto’s van de plankjes werden in 2007 gemaakt door F.W. van de Veen
In het Nieuwsblad van juli 2015 vertelde Laura Bemelman over de vondst van “Een plankje van honderd jaar geleden”. Ook al met ontboezemingen van personen gemaakt op hun werk. Het vermoeden bestaat dat er wel vaker door timmerlieden of, zoals in bovenstaand artikel, door bollenwerkers of anderen mededelingen werden vastgelegd. Hebt u daar een voorbeeld van, laat het ons weten!