Oud Nieuws: Made in Lisse
De vergaderingen van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, opgericht in 1766, werden tot 1844 gehouden in de Witte Zwaan in Lisse. De wetenswaardigheden van de maatschappij worden beschreven.
door Arie de Koning
Nieuwsblad Jaargang 16 nummer 3 zomer 2017
De Maatschappij der Nederlandse Letterkunde is een in 1766 opgericht letterkundig historisch genootschap en is als zodanig een van de oudste verenigingen van Nederland. Zij werd gesticht in Leiden en is daar nog steeds gevestigd. Haar beschermheer is koning Willem Alexander. De Maatschappij stelt zich statutair tot doel: de beoefening van de schone letteren en de studie van de Nederlandse taal- en letterkunde, geschied- en oudheidkunde in hun onderlinge samenhang te bevorderen. Nou dat klinkt goed, maar de Maatschappij diende ook een breder, socialer doel. Vooral het gezelligheidsaspect was voor de leden belangrijk. De jaarvergaderingen werden doorgaans druk bezocht waarbij de drank rijkelijk vloeide. Er waren nooit minder dan vijftig, meestal meer dan zeventig en een enkele keer zelfs meer dan negentig aanwezigen. Thorbecke, die in 1831 op de jaarvergadering in Lisse aanwezig was, schreef aan Van Assen dat hij het plezierig vond dat men bij zulke samenkomsten een hoop kennissen ontmoette: ‘Er was bij die aanzienlijke samenkomst minder orde en tucht, dan bij eene ontgroenpartij’. “Zingende en lollende zijn de leden naar onderscheiden kanten afgedropen”. We weten nu ook gelijk waar de inspiratie van de meeste heren schrijvers en dichters vandaan kwam: ‘Made in Lisse’ zou bij de meeste gedichten en sonnetten bijgeschreven kunnen worden.
Deze jaarvergaderingen vonden plaats in Logement De Witte Zwaan gelegen aan het Vierkant te Lisse. Hier vierde menig kersverse doctor zijn promotiepartij. Beets beschreef zo’n feest, waarbij hij als Aesculaap, de halfgod van de geneeskunde, optrad, met in zijn handen een ‘rotting waarom zich een levende paling kronkelde’, waarbij de doctor gekroond werd met bloemen, peterseliebladen en wortelloof. Klikspaan, het pseudoniem van Johannes Kneppelhout welke hij gebruikte als hij over zijn medestudenten schreef, herdacht De Zwaan in zijn Studentenleven (1844).”Hoe vaak had hij er niet gemijmerd, gedronken en genoten?” Lisse was weleer zeer in de mode geweest, maar het dorpje was volgens Klikspaan ‘verloopen’: “En nu! Bakhuizen, waar blijven uwe Studentjes? Burgemeester, waar blijven uwe Dissertaties? Ach! de Zwaan is eene gemeene herberg geworden, elke andere gelijk, niemand houdt er meer voor stil dan de Heeren van Letterkunde en de Conducteur van dezen of genen postwagen.”
In de landelijke rustgevende omgeving van Lisse kwamen de leden tussen 1825 en 1843 jaarlijks bijeen en de feesten trokken veel illustere personen naar De Witte Zwaan waar Cornelis Antonius Bakhuizen als kastelein samen met zijn vrouw Frederica Hoekveld de scepter zwaaide. Blijkbaar kwam de klad erin als we Klikspaan moeten geloven die zich al afvraagt waar de studenten bleven die vanuit Leiden Lisse en de Zwaan bijna dagelijks bezochten en met feesten de zaak luister gaven. En de Lisser Burgemeester Ernst Joseph van den Bergh, lid van de vereniging vertrok op 2 januari 1844 uit Lisse en werd opgevolgd door Burgemeester van Rosse, geen lid, daarom geen dissertaties meer van zijn kant. En wat te denken van de beroemde Lisser Baarsschotel. Nergens werd een baars zo voortreffelijk bereid als in De Zwaan in Lisse. Ja Lisse was in de mode geweest, vele beroemdheden hadden zich opgehoudenv in De Zwaan: Willem Bilderdijk, Nicolaas Beets, Johan Rudolf Thorbecke, de lijst zou te lang worden voor dit korte stukje. In 1844 werd de jaarvergadering voor het eerst niet in Lisse gehouden maar in Huis Den Deijl in Wassenaar en ook de studentenfeesten verhuisden van Lisse naar Wassenaar. Het was vergoed gedaan met de jaarlijkse vergadering in De Witte Zwaan. Literair Lisse dutte langzaam in slaap, de energie was er even uit.