OUDEJAARSNACHT STILLE NACHT
In het jaar 1757 deden schout en schepenen van Lisse een verordening uitgaan betreffende het vieren van Oudjaar. Want er was de laatste keer met geweren en pistolen geschoten. De aanbrenger kreeg een derde van de boete.
door R. J. Pex
NIEUWSBLAD Jaargang 1 nummer 1, januari 2002
In het jaar 1757 deden schout en schepenen van Lisse een verordening uitgaan betreffende het vieren van Oudjaar. Want er was de laatste keer met geweren en pistolen geschoten.
“Schout ende Burgemeesteren van Lisse, interdiceeren, ende verbieden bij deezen het schieten op Nieuwejaars Avond offNagt, met Roers, Pistolen, off ander Schietgeweer en alle misbruijk van boskruijt, hoe genaamt, in den dorpe van Lisse, van het Huijs van Adam Vreeburg aff, tot het huijs van Barend van der Bron toe, op een boete van 42 Stuijvers, ten behoeve van den Schout van Lisse, daar van den Aanbrenger zal genieten een derde Part, onvermindert het Regt van den Heer Houtvester van Holland, ende van den Heer Bailluw. Zullende de ouders voor haare kinderen, ende de voogden voor haare weezen moeten instaan, ende betaalen. Aldus gedaan, bij den Schout, ende alle de burgemeesteren op den 29e December 1757, ende ten zelven daage na voorgaande Klokkegeslag ter Poeje (pui, voorgevel) van het Regthuijs (de Witte Zwaan) voor den volke gepubliceert ende Geaffigeert.“
Zo luidde de dreigende “keure” van de schout en Schepenen van Lisse gedateerd 29 december 1757.
Het huis van Adam Vreeburg stond mogelijk daar waar tot 1913 de boerderij van Vreeburg stond recht tegenover de sigarenzaak van John de Bruijn. Adam was een zoon van Warbout Juriaanse Vreeburg. Hij was zowel timmerman als veeboer en overleed in 1766.
Het huis van Barend van der Bron wordt ook vermeld. Waar dit huis zich bevond valt helaas wat moeilijker aan te geven. Mogelijk stond het aan de andere kant van het dorp, in het Oosteinde waar ook tot 1962 de buitenplaats Rosendaal stond. Barend van der Bron was geen onbekende figuur in zijn dagen. We komen zijn naam in de archieven regelmatig tegen. Hij is onder meer nog schepen geweest.
Opvallend is dat de “Aanbrenger”, de verklikker dus, ook nog een deel van de boete mag opstrijken, namelijk een derde.