Pareltje: Handleiding van een Schoolplaat over de Bollenstreek

Begin twintigste eeuw werden aardrijkskundige schoolplaten geschilderd. Anton L. Koster schilderde een schoolplaat van de Bollenstreek. De handleiding van deze plaat uit 1916 is in het bezit van de VOL. R. Schuiling en Jac. P. Thijsse schreven deze handleiding van 28 pagina’s over de streek, die nog grotendeels uit duinen bestond.

Ria Grimbergen

Jaargang 20 nummer 4, 2021

De beste kunstschilders van Nederland ontvingen begin twintigste eeuw een uitnodiging van de Groningse uitgever Noordhoff mee te werken aan een serie aardrijkskundige wandplaten van Nederland. Haagse School-schilders als J. H. Wijsmuller en Bernard Blommers kregen een opdracht, evenals Anton L. Koster. Koster was zeer succesvol met zijn schilderijen van bloembollenvelden en hij schilderde de aquarel die voor de schoolplaat ‘De bloembollenvelden bij Lisse’ werd gebruikt.

De handleiding
Bij de schoolplaten werden handleidingen gemaakt, die door onderwijzers gebruikt konden worden bij hun aardrijkskundelessen. In de bibliotheek van de CHVOL bevindt zich de handleiding uit 1916 bij de schoolplaat van
Koster. Een mooi art-deco-ontwerp siert het omslag. Aardrijkskundeleraar en sociaalgeograaf R. Schuiling en de grote natuurbeschermer Jac. P. Thijsse schreven samen het boek. Op het omslag staat nog de naam van Thijsses vriend E. Heimans. Hij overleed in 1914,  waarna Thijsse de taak van hem overnam.  Thijsse was de grote man achter Verkadealbums als ‘Blonde duinen’, ‘Texel’ en ‘Het Naardermeer’, waarin hij in een meeslepende stijl de Nederlandse natuur beschreef. De handleiding telt 28 pagina’s en vermoedelijk is het Schuiling die de gedegen beschrijving geeft van de geschiedenis van de bollenteelt, het Rijnlandse waterbeheer, de bloembollenhandel en het landschap. Aardig zijn de details die hij geeft over de Lissese samenleving, die in 1916 6400 inwoners telt, waarvan 59% rooms-katholiek is. De meeste notabelen, onder wie de bollenkwekers, zijn hervormd en de laatsten zijn zeer welgesteld. De vele mannen, vrouwen en jongens die in de bollenschuren werken, verdienen naar de mening van de schrijver een goed loon. Middenklassers, mensen tussen arm en rijk, zijn er niet veel in Lisse. De uitgave begint met een kaartje waarop nog een stukje Noordzee, een hoekje Haarlemmermeer, en de plaatsen Noordwijkerhout, Lisse,
Hillegom en Bennebroek staan aangegeven. Daarnaast de duinen, de bollenvelden, het bosgebied, grasland en bouwland. Noordhoff bood de scholen de kaartjes los aan voor een klein prijsje van twee cent, of nog minder bij grotere afname. De leerlingen hadden dan elk een eigen exemplaar. Ook de foto’s uit het boekje verkocht de uitgever los om zo de ronde in de klas te laten doen. Mooie foto’s van Lisse zijn erbij, zoals een dwarsdoorsnede van een binnenduin met humus- en veenlagen, een afgraving van een binnenduin, een bollenkwekerij met bollenschuur, de bollensorteermachine De Vlinder van Van Stijn en de Rijkstuinbouwwinterschool.

Een wandeling door de Bollenstreek
Dan pakt Jac. P. Thijsse de pen op voor een beschrijving van een wandeling door de Bollenstreek. De tocht begint bij het buiten Vaart en Duin in Overveen, met links bollenveldjes. Dan wandelt hij via Kraantje Lek naar Elswout en vervolgens langs Leiduin en Woestduin naar Vogelenzang. Voorbij Vogelenzang liggen de bollenvelden aan weerszijden van de Leidsevaart. Hij wandelt westwaarts naar De Zilk, waar een kilometer brede strook binnenduin
is met een bijzondere plantengroei. Adelaarsvarens, struikhei en zeepijnen, een coniferensoort. Dan neemt hij de eerste dwarsweg links en wandelt door de weilanden van de Zilkerpolder naar Lisse, over de Leidsevaart en het spoor naar Keukenhof. ‘Een van de mooiste en meest beroemde buitens van den binnensten binnenduinstrook. Een
openbaar pad leidt midden door de plaats en verderop worden vreedzame wandelaars in ’t bosch geduld, zoodat we hier nog eens kunnen genieten van woud en water en van zandige hoogten, bedekt met dennen en eiken kreupelhout’, schrijft Thijsse. Het bos galmt van de vogelzang en door de kalkarme bodem groeien ‘nergens de adelaarsvarens zoo hoog en dicht als in het dennenbosch van de Keukenhof en ook de andere karakterplant, de Valsche Salie, geraakt hier tot hooge ontwikkeling’.

De zanderij bij Veenenburg. Links op de afgezande stukken werden direct percelen ingericht. Foto: Leendert Blok ca. 1920

Langs de Veenenburger ‘grindweg’ voert de tocht naar Hillegom, eerst nog langs de bossen en weiden van Keukenhof. Dan verandert het landschap. De afgravingen zijn in volle gang met een ingrijpende landschapsverandering als gevolg. ‘Duizenden hectaren schilderachtig woud maakten plaats voor vlakke, lage akkertjes’. Thijsse beschrijft de rietschelven, de haagjes rondom de veldjes, die schimmels en bacteriën weren en de wind tegenhouden. Het landschap blijft zo tot Bennebroek. Dit is de kern van het bollenland. De vroegere duinen, bossen en buitens zijn verdwenen. Noordelijk van Bennebroek is de situatie beter en zijn er nog de Hartenkamp en het Manpad en Groenendaal, dat voor afzanding is behoed door aankoop van de gemeente Heemstede. Na een tocht van vijfentwintig kilometer kan de vermoeide wandelaar de bollen-jan-plezier naar Haarlem nemen. Thijsse is lyrisch over het vogelleven en de plantengroei die hij waarneemt tijdens zijn wandeling van Overveen tot Keukenhof, maar minder over het bollenland van Lisse tot Bennebroek. Tussen de regels door proef je zijn ontstemdheid over de aantasting van het landschap door de zandafgravingen.

De schoolplaat
Lisse is niet herkenbaar op de schoolplaat. Dat was ook niet de opzet. De voorstelling op de wandplaat is kenmerkend voor landschappen in de hele Bollentreek, met een rechte sloot, belangrijk voor het vervoer en voor de waterstand. De vlet ligt klaar om de gekopte bloemen naar de porriehoop af te voeren. Op de voorgrond een boerderij, op de achtergrond de duinen, met daarvoor een bollenschuur met de villa van de bollenkweker. Wilt u Thijsses tocht met zijn vele natuurbeschrijvingen nawandelen en de veranderingen in het landschap en de flora
zien, vraag dan aan bibliothecaris Jos van Bourgondiën de handleiding ter inzage. ■