Pareltje: Schat gravende schavuiten in Lisse

Op Kaageiland woonde de schrijver van deze avonturenreeks. In een paar van zijn boeken mag Lisse ook mee doen. Een zeer bijzonder mens die Willy van der Heide, of was het toch….. Afijn, lees maar wat Ria Grimbergen erover schrijft.

door Ria Grimbergen

Nieuwsblad 22 nummer 4  2023

ONDERGETEKENDE, Leontina Caroline Hissink, geboren te Lisse op 18 januari 1925, gehuwd met Johannes Grimbos, en wonende te Lisse, enige en wettige erfgename van Leonardus Carolus Hissink, gewoond hebbende Villa Serafina te Lisse, verklaart hiermede dat zij één vierde deel van alle op heden nog niet in haar bezit zijnde gedeelten der nalatenschap van haar vader (Leonardus Hissink) als opsporingsbeloning afstaat aan de drie navolgende personen: Arie Roos en Jan Prins, beiden wonende te Amsterdam en Robert Evers, wonende te Pittsburgh, U.S.A. Door deze onder elkaar te verdelen. Aldus te goeder trouw getekend, Leontina Grimbos-Hissink. Voorts door Arie Roos, Jan Prins, J.C. Grimbos, Bob Evers.

Met bovenstaand contract zijn we beland in het derde deel van wat bekend is geworden als de ‘Grimbos-trilogie’ in de Bob Evers-serie van Willy van der Heide, nom de plume van Willem van den Hout (1915-1985). Bas Romeyn deed eerder in het Nieuwsblad van de VOL verslag van zijn enthousiasme voor de serie, waarvan hij de delen kon lenen bij boekhandel De Volharding, die ook een leesbibliotheek exploiteerde. De Lisser jeugd zal blij geweest zijn met deze boekhandel in de Kapelstraat. De delen, die waren ingebonden en een stofomslag hadden, kostten vier gulden en vijftig cent, een bedrag dat in de jaren vijftig ver boven het budget van de gemiddelde Lisser scholier zal zijn gegaan. Het eerste deel verscheen in 1949 en nog 31 delen van de hand van Van der Heide zouden volgen. Jongens smulden van de avonturen van de twee hbs’ers Arie Roos en Jan Prins en hun Amerikaanse vriend Bob Evers. Ze zijn volwassenen te slim af, bedreigen boeven met al dan niet echte revolvers, slaan ze neer met zelfgemaakte wapenstokken en knevelen ze vervolgens professioneel. Bij vechtpartijen nemen ze heldhaftig mokerslagen in ontvangst en delen ze uit. De drie jongens rijden of in auto’s of in taxi’s, besturen motorboten en laten het geld rollen. Ze komen uit gegoede gezinnen en hebben met een eerder avontuur veel geld verdiend. De boeken zijn spannend en gekruid met humor. Zo schrijf je geen jongensboeken, was het commentaar van vier uitgevers op Van der Heides eerste typoscripten, totdat M. Stenvert en zoon uit Meppel het wel aandurfde en daarmee bestsellers in huis haalde. De uitgever verkocht meer dan vijf miljoen Bob Evers-boeken. Sommige openbare bibliotheken weerden de boeken, waarin de gangbare moraal ontbrak. ‘Niet aan te bevelen, op effect berekende nonsens’ vond het dagblad Het Vaderland over het eerste deel in de Grimbos-trilogie. Een hard oordeel komt uit sociaaldemocratische hoek. Het dagblad Het Vrije Volk geeft een deel uit de serie één kruisje, wat staat voor beter niet verschenen. Grove effecten met onwaarachtige helden en onbehouwen taal luidt de kritiek. De communistische recensent van De Waarheid ergert zich aan de ontaarde knokpartijen en vindt de boeken te Amerikaans en verwerpelijke lectuur. Positieve recensies staan in de regionale dagbladen de Winschoter Courant en het Twentsch dagblad Tubantia, die het fris geschreven en spannende avonturenverhalen vinden. ‘Een motorboot voor een drijvend flesje’ is het eerste deel in de trilogie en speelt zich onder andere af in Lisse, op Kaageiland en op de Kagerplassen. Het verhaal draait om een schat, die in de Tweede Wereldoorlog is verborgen in een landhuis met tuin en bos eromheen in Lisse. De familie Grimbos bewoont het vervallen domein. Arie Roos gaat met een privédetective in een mistige nacht op onderzoek uit. Op zoek naar het adres van de familie stopt hij in de Lissese hoofdstraat bij een telefooncel en zoekt in de telefoongids naar Grimbos. ‘Grimbos! P. S. H. …Publicist…’ ‘Een van die kerels zeker, die eens in de maand een stukje schrijven in het maandblad voor de Bloembollencultuur. Geen wonder dat zijn huis op inzakken staat’ is het smalende commentaar van Arie, die hier de spreekbuis is van Willy van der Heide. Een agent wijst het tweetal de weg naar het huis: ‘Rechtdoor. Derde straat links tot aan de brug. Dan over de brug rechts. Dat is hem’. Arie telt de straten links en zwaait af bij de derde. Hij slaat bij de brug rechtsaf en komt in een laan met aan weerszijden hoge kastanjebomen. Hieraan ligt op nummer 37 het vervallen landhuis dat bewoond wordt door het echtpaar Grimbos. Leontina Grimbos is de enige dochter van de welgestelde Frederik Hissink, die het huis 35 jaar daarvoor liet bouwen en het de naam Villa Serafina gaf. In de Tweede Wereldoorlog verkocht hij zijn bezittingen en kocht van de opbrengst bij zwarthandelaren goud en juwelen. De Duitsers vorderden Villa Serafina en Hissink trok in bij zijn tuinman. In maart 1945 verwoestte een bom het oostelijk gedeelte van de villa. Een andere bom kwam terecht op het tuinhuis en doodde Hissink en de tuinman. Zijn dochter erfde het huis. Het fortuin aan goud en juwelen dat Hissink in de kelder van Villa Serafina verborg, is verdwenen. In de Grimbos-trilogie gaan Arie en zijn vrienden op zoek naar de schat, waarbij ze de strijd aanbinden met schimmige onderwereldfiguren. Voor de oorlog werkte Willem van den Hout bij de persdienst van Philips. In 1939 werd hij opgeroepen voor militaire dienst. Het leger vond hij een lachertje. De Nederlandse moraal vermolmd. Hij sloot zich in 1941 aan bij Zwart Front van Arnold Meijer en werd propagandaleider van deze fascistische organisatie, maar hij hield dat na een half jaar voor gezien. Vervolgens werkte hij bij de Nederlandsche Omroep, de radio-omroep die geleid werd door
NSB’ers en Nazi’s. Een volgende werkkring vond Van den Hout bij het satirische blad De Gil, dat in de kiosken te koop was en in enorme oplagen verscheen. De Gil bespotte de NSB en de NSB’ers en leek een verzetsblad, maar in werkelijkheid stond het onder supervisie van de Duitse propaganda-afdeling van het Rijkscommissariaat. Het blad straalde een Amerikaanse geest uit en het was geen wonder dat van
de nummers 150.000 tot 200.000 exemplaren werden verkocht. De vlotte pen van Willem van den Hout droeg bij aan dit succes. Toen op 5 september 1944 het gerucht ging dat de geallieerden de grote rivieren waren overgestoken en NSB’ers massaal naar Duitsland vluchtten, hoonde Willem van den Hout in De Gil hun lafheid en met zijn oor voor goed in het gehoor liggende frases bestempelde hij de dag als Dolle Dinsdag, de term waaronder de dag nu in alle geschiedenisboeken voorkomt. Na het ter ziele gaan van het blad zette hij op last van de bezetter de Radio Gil Club op. Hier draaide hij tot het einde van de oorlog de verboden jazz- en dixielandplaten. Het was een door de Duitsers gefinancierde, schijnbaar illegale zender, waarin verhuld Duitse propaganda werd gemaakt. Na de bevrijding zat Van den Hout drie jaar in
voorarrest, maar een veroordeling bleef uit. Zijn detentie gebruikte hij om de eerste delen van de Bob Evers-serie te schrijven.

Willem van den Hout woonde op Kaageiland in het houten huisje links. Rechts café De Bontekoe.

Van den Hout kreeg na de oorlog een publicatieverbod van tien jaar opgelegd. Willem van den Hout was een van de kleurrijkste figuren die in het naoorlogse Nederland rondliepen. De Bollenstreek kende hij goed. In de jaren vijftig woonde hij op Kaageiland in een houten huisje naast de uitspanning De Bonte Koe. Hier schreef hij enkele van de Bob Evers-boeken. In 1967 dreef geldgebrek hem tot een onverstandige zet. Hij verkocht de rechten op de Bob Evers-serie voor een ton en had geen inkomsten meer uit royalty’s. Onder het pseudoniem Silvia Sillevis schreef hij meisjesromans, aan het seksblad Candy leverde hij bijdragen als Joke Raviera. Hij schreef onder de namen Willem W. Waterman,
Victor Valstar en Zsa Zsa Ferguson. In 1979 verscheen onder de naam Willy van der Heide het boek (‘Toen ik een Nieuw Leven ging beginnen, en andere waargebeurde verhalen uit de jaren vijftig’), een bundel met veel vaart geschreven autobiografische verhalen, die deels op Kaageiland spelen en amusant zijn, maar waarvan het waarheidsgehalte zeer dubieus is. Over de aartsprovocateur en practical joker met zijn martiale snor is veel geschreven. Er is een goed Wikipedia-lemma en op de website van het Bob Evers-genootschap www.bobevers.nl is veel informatie te vinden.

 

Grimbos-trilogie als Eekhoorn-pockets met tekeningen van J. H. Moriën.  Ze verschenen in de jaren zeventig in hoge oplagen.