Restauratie torens aan westzijde van Kasteel Keukenhof
De meest rechtse toren is nu gerestaureerd. De perikelen rondom de verbouwing worden besproken. Er werden vele namen op oude lijsten of hout gevonden van rond 1800.
NIEUWSBLAD Jaargang 6 nummer 3, juli 2007
Door Ignis Maes en Arie in ’t Veld
Het vernieuwen van de dakbedekking van drie torens van Kasteel Keukenhof aan de westzijde is een klus die je niet even snel op een achternamiddag doet. Integendeel. Het is een arbeidsintensieve klus en bovendien gaat er het nodige papierwerk aan vooraf, want er moet eerst heel wat worden gerekend en getekend en bovendien moeten diverse instanties worden aangeschreven en moet er op hun goedkeuring worden gewacht. De restauratie van het dak van de eerste toren is inmiddels afgerond en Ignus Maes, bouwkundige en bestuurslid van de Stichting Kasteel Keukenhof vertelt daarover.
Afgerond
“Vorig jaar hebben we in het kader van de BRIM (Besluit Rijkssubsidiëring Instandhouding Monumenten) een subsidieaanvraag gedaan t.b.v. de restauratie van de dakens van drie torens en die subsidieaanvraag is gehonoreerd. Dat betekent concreet dat we in de komende zes jaar de dakbedekking van de torens aan de westzijde van het kasteel gaan restaureren. En dat is bepaald geen overbodige luxe. Zo zijn twee torens van ruberoid singels als dakbedekking voorzien. Buiten het feit dat deze bedekking hier niet op z’ n plaats is, heeft het ruberoid ook negatieve invloeden op onder andere het zink en lood. Daar moet dus worden ingegrepen.”
Maes constateert verheugd dat inmiddels het dak van de eerste toren is aangepakt en het karwei goed is geklaard. “De kop is er af en achteraf is het een grotere klus geweest dan we dachten, want tijdens het werk zijn we
op diverse dingen gestuit waarmee in het bestek niet of nauwelijks rekening was gehouden: in de restauratie heet dat een verborgen gebrek en we hebben hiermee ook eigenlijk geen rekening kunnen houden. Zo waren
de muurplaten, houten goten en geprofileerde neuslijsten slechter dan we dachten. Aan de andere kant was het dakbeschot weer beter. Meevallers waren er dus ook en al met al kunnen we stellen dat de restauratie redelijk volgens het beschikbare budget is gerealiseerd en dat het dak er zeker weer vijftig jaar tegen kan, wat ook een restauratie eis is.” De toren is opgeknapt door aannemersbedrijf Du Prie uit Leiden die op het
gebied van het restaureren van monumentale gebouwen zijn sporen ruimschoots heeft verdiend. “De Stichting Kasteel Keukenhof mag zich verheugen in een groot aantal vrijwilligers die alle mogelijke klussen
aanpakken, maar dit soort werk besteden we uit aan vakmensen.
Bovendien worden door de Monumentenzorg wat dat betreft ook de nodige eisen gesteld.”
Traditioneel
Dat nu de steigers zijn verwijderd en wordt gewacht op het aanpakken van de volgende toren heeft zo zijn reden. Maes: “In de periode dat er volop evenementen en manifestaties zijn willen we niet dat het gebouw constant in de steigers staat. Wat dat betreft ging het dit keer overigens maar net goed, want de weersomstandigheden zaten niet helemaal mee en er moesten zelfs fikse stormen worden getrotseerd. ” Maes vertelt dat het dak traditioneel is hersteld, hetgeen wil zeggen dat de oorspronkelijke leien zijn aangebracht. “Deze leien komen uit
het Franse Angers en zijn aangebracht in een zogenoemde “Maasdekking”. Bovendien werden nieuwe, overeenkomstig de bestaande, 40 ponds loden goten aangebracht hetgeen noodzakelijk was omdat de oude dakbedekking met ruberoid singels een stof afscheidden die het lood aantastte. Die leien zijn in de zestiger jaren aangebracht en waren eigenlijk een lapmiddel. Oorspronkelijke leien waren toen hoogstwaarschijnlijk te kostbaar en het dak moest toch waterdicht.”
Maes vertelt ook dat tijdens de restauratie men op wetenswaardige zaken stuitte. “De toren waarvan het dak nu is gerestaureerd moest eerst van een ingang worden voorzien. Eeuwenlang is er niets of niemand bovenin de torenspits geweest, want j e kon er niet komen. De dakkapelletjes zijn dan in feite ook pure sier maar verder nutteloos, want je kunt er niet door naar binnen of naar buiten. Ze dienen dus puur ter verfraaiing van het gevelaanzicht en een onderbreking van de drie dakvlakken.
Bij de dakkapel dat toegang geeft tot de torenzolder blijkt, dat hierbij het dakbeschot in het (korte) verleden ruw is verwijderd.
Men kan met redelijke zekerheid vaststellen, dat na de bouw van de toren in 1861/2 de torenzolder niet bereikbaar was en de drie dakkapellen puur voor verfraaiing zijn aangebracht. Het oog wil ook wat! In het boek “Keukenhof’ staan op bladzijde 163 twee foto’s uit 1913 met daarop de huidige entree. Aan de rechterzijde hiervan bevond zich aan de gevel ter hoogte van de eerste verdieping een opgehangen/geplaatste lantaarn met
glas in loodramen. Ook deze was ter verfraaiing van het geheel, want in het metselwerk erachter was géén opening aanwezig. De tekening met het wapen van de familie van Pallandt en van Lisse laat deze lantaarn op de eerste verdieping ook duidelijk zien. Waar staat die tekening in het boek Keukenhof?? Hulkenberg schrijft hierover; de bont beglaasde ‘ koekoek’ , die ‘ koud’ tegen de muur was aangebracht en geen enkele functie had, verdween toen. We weten dat het Huys Keukenhof in 1861/2 is verbouwd en zijn torens heeft gekregen om het uiterlijk tot Kasteel Keukenhof te laten worden en uitstralen. De (verdwenen) lantaarn en de dakkapellen
hebben daar destijds hun bijdrage toe geleverd.”
Namen
Maes vertelt dat bij het herstellen van de spanten, vloerbalken en blokkeels de ontdekking werd gedaan dat op vele spantbenen en korbeels met potlood namen staan geschreven. Maar ook data en zelfs de weersomstandigheid waaronder aan de toren is gebouwd. “Daar blijkt uit dat er door timmerlieden in 1864 aan deze kap met spanten is gewerkt en kun je concluderen dat er naast de al bekende startdatum van 1861/2 ook nog in 1864 aan deze toren is gebouwd. In latere jaren is er eveneens hersteld aan de toren, want er staan ook namen uit 1900 en 1918.” Maes vertelt verder dat men enkele bekende Lissese namen is tegengekomen en de gedachte gerechtvaardigd lijkt dat ook de plaatselijke aannemers met hun vaklieden aan het verfraaien van de van oorsprong rechthoekige buitenplaats naar kasteel hebben gewerkt. “De naam van Cornelis v.d. Zaal staat op z’n kop, dus hij heeft zijn naam geschreven toen het spant nog uit elkaar op de werkbank lag. Er hebben een Siem, Albert en Cornelis van de Zaal aan gewerkt. Van der Zaal had een aannemersbedrijf aan het Vierkant waar nu het museum de Zwarte Tulp is gevestigd. Ze bouwden en herstelden ook molens. (Bekend van het boek ‘In de schaduw der molenwieken’).
Sommige namen staan er twee keer op. Onder hen A. Molenaar. Wellicht is dat de Abraham Moolenaar (geb.19 december 1828) die op 35-jarige leeftijd aan de toren heeft gewerkt. Later (1870) begint hij een eigen aannemersbedrijf aan de Kanaalstraat. W.Dorrepaal schrijft in 1900 over koud, winderig weer. Op een strook voetlood bij de schoorsteen staan ook nog wat namen in het lood gekrast, waaronder D.Vink, J. Vink, Buckaert en Vermolen 7 april 1926.”
Vervolg
Du Prie heeft achter de dakkapellen het dakbeschot verwijderd om in de torenspits te kunnen en stuitte daarbij op een centimeters dikke laag dode vliegen en uitwerpselen van insecten. Ook bevind zich in het archief nog een leitje waaruit blijkt dat hier ooit de ‘Deutsche Leigesellen” hebben gewerkt. Eveneens in 1864. Kortom: het kasteel heeft nog altijd allerlei grote en kleine geheimen en het is natuurlijk altijd verrassend als zo’n geheim wordt ontsluierd.”
Komende vanaf de ingang van het terrein kan eenieder zien hoe fraai het dak van de meest rechtse toren (bij de Olifant’) is geworden. De leidekkers werkten van onderaf aan en hebben alle leien met behulp van zogenoemde leihaken keurig in het gelid vastgetimmerd. “Een keurig geheel in neogotische stijl, waarbij ook gedeeltelijk het lood van de pyronnen op de dakkapellen en nok is vernieuwd,” aldus Maes die blij is dat de restauratie is geslaagd, maar intussen ook al weer kijkt naar de volgende opdracht die voor de deur staat. Behalve het feit dat er nog twee torens gerestaureerd moeten worden, is ook de procedure in gang gezet om de schoorsteenkappen te vernieuwen.