Rijksdienst wijst verzoek van VOL af: Bollenlaboratorium gereed voor de sloop

De VOL heeft verzocht het hoofdgebouw van het Laboratorium voor Bloembollenonderzoek niet te slopen. Het verzoek is afgewezen.  Niets staat de sloop meer in de weg.

Nieuwblad

NIEUWSBLAD Jaargang 3 nummer 4, oktober 2004

In een op 25 augustus 2004 gedateerde brief aan de Vereniging Oud Lisse deelt de Rijksdienst voor de Monumentenzorg haar oordeel mee over het verzoek van de Vereniging Oud Lisse om het Laboratorium voor Bloembollenonderzoek de status te verlenen van Rijksmonument.

De belangrijkste passages uit deze brief:

Verzoeker

‘Het pand is volgens verzoekster architec­tuurhistorisch van betekenis als representa­tief voorbeeld van een dienstgebouw van de rijksoverheid volgens de expressionistische architectuuropvatting van de Amsterdamse School (…) en als goed bewaard gebleven voorbeeld van rijksbouwmeester CJ. Blaauw als een van de belangrijkste vertegenwoor­digers van de Amsterdamse School. Cultuurhistorisch is het laboratorium van betekenis als element uit de geschiedenis van de wetenschappelijke bolgewas­bescherming.’

Advies gemeenteraad

‘De raad van de gemeente Lisse heeft bij besluit van 28 april 2004 geadviseerd negatief te beslissen inzake het verzoek tot bescherming als rijksmonument. Een in de arm genomen onafhankelijk deskundi­ge doet de aanbeveling onderzoek te doen naar de mogelijkheden tot behoud van (delen van) het laboratorium. De raad volgt deze raad op: de waardevolle delen worden om niet ter beschikking gesteld in het laboratorium ‘Plantenfysiologie’te Wageningen.’

Advies Raad voor Cultuur

‘De raad voor Cultuur heeft per brief van 25 mei 2004 de Rijksdienst geadviseerd positief te beslissen over het verzoek tot bescherming als Rijksmonument.’

Omschrijving/waardering.

‘(•••) Er zijn nog diverse authentieke interieurelementen bewaard, zoals deuren, een kweekkast en een betegeld trappenhuis. Een deel van de ramen is oorspronkelijk.

Desondanks blijft de architectuur ver achter bij hetgeen Blaauw in Wageningen tot stand bracht. Hier zijn reeds drie hoogwaardige laboratoria van Blaauw beschermd en daarmee is zijn oeuvre op die gebied goed vertegenwoordigd. De bekendheid met de naam van de architect wijzigt dan ook niet de indruk die de architectuur geeft en die niet voldoet voor een bescherming op rijksniveau.’

Onmiskenbare waarde voor Bollenstreek

‘De cultuurhistorische waarde van het pand is voor de Bollenstreek onmiskenbaar. Het onderzoek in het laboratorium is immers direct verbonden met de bloembollenteelt in Lisse en de wijde omtrek. Het pand is dan ook terecht op de gemeentelijke monumentenlijst geplaatst.’

”Conclusie. Aan de overwegingen van de Monumentenwet 1988 ligt onder meer ten grondslag het meer betrekken van lagere overheden bij het behoud van monumenten. (…) Hoewel op rijksniveau over het al dan niet beschermen wordt beslist, komt aan de adviezen van de lagere overheden een invloedrijke plaats toe. Slechts op zwaarwe­gende gronden zal de minister van die adviezen kunnen afwijken. In dit geval bestaata daartoe geen aanleiding.’

Conclusie

‘Geconcludeerd kan worden dat de onder de omschrijving/waarde­ring aangegeven waarden bescherming op grond van de Monumentenwet 1988 NIET rechtvaardigen’

‘Wel was de bescherming op gemeentelijk niveau gerechtvaardigd en de gemeente Lisse dient haar verantwoordelijkheid hierin te dra­gen. Behoud van het laboratorium en herplaatsing op de gemeente­lijke monumentenlijst wordt dan ook nadrukkelijk geadviseerd.’

Bollenlaboratorium (1)

Het Cuypergenootschap, de Vereniging tot behoud van negentiende – en twintigste-eeuws cultuurgoed in Nederland, heeft zich geschaard in de rij instanties die het Bollenlaboratorium willen behoeden voor sloop. Het genootschap heeft op 16 augustus bij het College van burgemeester en wethouders van Lisse bezwaar aange­tekend tegen het verlenen van een sloopvergunning. Het voert de (sterke) argumenten aan die de Raad voor Cultuur eerder al bij de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft neer­gelegd.

Bollenlaboratorium (2)

De Raad voor Cultuur heeft in een brief aan de staatssecretaris van OCW geadviseerd positief te reageren op de aanvraag van de Vereniging Oud Lisse om het Bollenlaboratorium de status te geven van Rijksmonument. Sinds de afronding, zo luidt het advies, van het MIP/MSP zijn nieuwe feiten of veranderde omstandigheden met betrekking tot dit object bekend geworden, die een nieuwe beoorde­ling noodzakelijk maken. Het betreft gegevens over de architect en over de bredere sociaaleconomische betekenis. Ten tijde van de inventarisatie in het kader van het MIP was niet bekend dat het gebouw is ontworpen door rijksbouwmeester Blaauw. Het is gebouwd als “onderdeel op afstand” van de Landbouw Hogeschool Wageningen, waar ook de belangrijkste werken van Blaauw te vinden zijn. Dit maakt het gebouw van cultuurhistorische waarde. Het betreft een typologisch bijzonder gebouw met een architectonische vormgeving die zeldzaam is voor de regio en die een duidelijke ver­wijzing vormt naar de Landbouw Hogeschool en de ontwikkelingen in de regio. Ondanks dat het interieur voor de raad onbekend is, is hij van mening dat deze cultuurhistorische en typologische waarde voldoende is om een rijksmonumentenstatus te kunnen rechtvaar­digen.

Het Laboratorium voor Bloembollen-onderzoek. De sloop van de bijgebouwen maakte het gebouw weer zichtbaar. Voor heel even…