De plaats Lisse en de duintop het Vierkant waren gelijk aan elkaar. Moet Vierkant eigenlijk Vuurkant zijn? Het Vuurkant kan gezien worden als verhoogd vuur of te wel vierbaak of vuurbaak. Ook brandstapel of nabij het vuur of de brand is een mogelijkheid.

Door: Nico Groen

Deel 1

Nieuwsblad Jaargang 11 nummer 3, juli 2012

1. Inleiding

Hoewel ik al 40 jaar in Lisse woon, heb ik mij nooit afgevraagd wat Lisse en het Vierkant (het oude centrum van Lisse) betekenen. Ik had natuurlijk wel iets gehoord over Lux en Liusna. Tot ik in 2010 de serie ‘1000 jaar Duin- en Bollenstreek’ las; met name deel 8 en 11, resp. ‘Visserij’ en ‘Water’ genaamd. Hierin stond onder andere dat de vuurtorens in Katwijk en Noordwijk vroeger werden geschreven als vierboet en vierschuur. Toen vroeg ik mij af of het Vierkant ook eigenlijk ‘vuurkant’ zou moeten heten, analoog aan de Vuursteeglaan. Temeer daar de het woord ‘lux’ mij intrigeerde. Ik wist namelijk dat het Latijnse ‘lux’ ook met licht te maken heeft.

2. Ligging Lisse en het Vierkant

2.1 Het Vierkant was een hoge duintop langs het Leidtsche Meer
Uitsnede kaart Jan Pietersz Dou 1624

Uitsnede kaart Jan Pietersz Dou 1624

Het Vierkant is het onofficiële oude centrum van Lisse. Op de meest oostelijke strandwal van Velsen tot Oegstgeest ligt aan de oostkant van deze standwal het Vierkant in Lisse op een hoge duintop. Deze meest oostelijke strandwal van de oude duinen ligt direct aan het Haarlemmermeer, vroeger Leydtsche Meer geheten.
Volgens Beenakker (1993, pag. 11) werden de oude duinen vanaf 7000 jaar geleden gevormd. Door een kustgericht zandtransport werden zandbanken afgezet, evenwijdig aan de kust. De aangroei en vorming van deze zandbanken ging door tot de Romeinse tijd. Door aanvoer van zand via de lucht werden in die tijd de strandwallen steeds hoger. De meest oostelijke strandwal lag gemiddeld zo’n 10 m. boven NAP met natuurlijke uitschieters naar boven.
Vanaf de Romeinse tijd werden de oude duintoppen niet hoger, integendeel; door erosie en verstuiving werden ze juist steeds lager. Aangenomen mag worden, dat het Vierkant aan het begin van onze jaartelling een stuk hoger lag dan nu.

2.2. De plaats Lisse en de duintop het Vierkant waren gelijk aan elkaar.

In de oudst bekende kaarten (Beenakker, 2001) is te zien, dat Lisse toen bestond uit een aantal huizen rondom het Vierkant en verder wat boerderijen langs de duinranden. De oudst bekende bewoningskern Lisse lag dus blijkbaar oorspronkelijk op dezelfde plaats als het Vierkant. Op de oude kaarten is dus geen verschil in de plaats Lisse en de duintop het Vierkant te zien.

2.3. Lisse langs doorgaande vaarroute

In vroegere tijden was het vervoer per wagen in het algemeen en over de duinwegen in het bijzonder, geen pretje. Rulle zandpaden langs de duintoppen en slingerende, vaak natte wegen door de strandwallen vergden veel van paard en wagen.
In Lisse is zo’n weg bijvoorbeeld nog te zien aan de noordkant van manege Puntenburg in het Keukenhofbosch. Dit rulle zandpad was vroeger een gedeelte van de Spekkelaan, die bij de begraafplaats rechtdoor liep tot de Oude Loosterweg in het Keukenhofbosch (Hulkenberg 1975, pag. 20).

Vanwege bovengenoemde moeilijkheden is het vervoer van materialen al bij de Romeinen over rivieren, binnenzeeën en beken gegaan. Ook later maakte men bij voorkeur gebruik van boten (Beenakker, 1993, pag. 75).

Het staat vast, dat in de 13e eeuw het tegenwoordige Haarlemmermeer bijna helemaal uit veen bestond met hier en daar wat meren en veenriviertjes. Vanaf die tijd is er veen verwijderd. Door stormen werden de meren steeds groter (Beenakker, 1993, pag. 14).
Naar mijn mening was er in het begin van onze jaartelling lang niet zo veen als in de 13e eeuw. Dit blijkt onder anderen uit archeologisch onderzoek bij Dever. Daar zijn onder een ongestoorde veenlaag van 1,50 m. vondsten gedaan uit een periode rond 200 jaar vóór onze jaartelling. Ook in de buurt van de van Speijkstraat/Kanaalstraat is een hele oude veenbrug gevonden onder een hele laag later gevormd veen. Na die tijd is er dus een grote hoeveelheid veen gevormd. Volgens Dijkstra (2011, pag 38) is het veen langs de duinen tussen de Maas en de Oude Rijn tussen de 3e en de 6e eeuw gevormd. Voor die tijd moet het dus water zijn geweest.Ik heb heb geen onderzoek gevonden over het tijdstip van veenvorming ten noorden van de Oude Rijn, bijvoorbeeld op de Kaag en omstreken. Naar mijn mening heeft dit in de tijd paralel gelopen met de ontwikkeling van het veengebied tussen de Oude Rijn en de Maas. Het veen moet vanuit het oosten zijn opgerukt in de loop van de tijd. Vanuit het westen zal langzaam een kleine strook veen gevormd zijn, zoals bijvoorbeeld bij de Lisserbroek.
De Romeinen hadden daarom naar mijn mening al een vaarroute langs Lisse tussen Roomburg bij Leiden en Velserbroek, hoewel de hoofdroute vanuit Utecht naar Velserbroek over de Vecht en het Oer-IJ naar Velserbroek zal zijn geweest.

2.4. Lisse goed en veilig bereikbaar

De Grevelingh was een verbinding tussen het Leydtsche Meer en de Lisserpoel, ongeveer in het verlengde van de Vuursteeglaan. Ook bij de 3e Poellaan kon men via het Hellegat de Lisserpoel bereiken. Op de oudste kaarten van de 17e eeuw is de naam Grevelingh al te vinden. Via de Lisserpoel kon men aan de zuidkant van Lisse een beek opvaren. Deze beek heet tegenwoordig Kerksloot en loopt vlak ten zuiden van de Agathakerk. Deze beek moet al eeuwen oud zijn om het water vanuit het Berkhouterduin en het Keukenhofbosch af te voeren naar de Lisserpoel. In zijn commentaar op dit artikel merkte van der Geest op, dat de Grevelingh mogelijk ook betrokken was bij de afvoer van dit duinwater.

3. Volksverhuizingen

Vanaf het begin van de jaartelling waren er vele volksverhuizingen en oorlogen.
De Cananefaten, de Germanen, de Romeinen, de Herulen, de Warnen, de Franken, de Friezen en de Noormannen hadden het achtereenvolgens in de Rijnstreek en omgeving voor het zeggen. Het is dus waarschijnlijk, dat in de loop van de eeuwen ook de Lissese bevolking steeds van verschillende herkomsten was. Zij hadden ieder natuurlijk hun eigen taal. Gebruiksvoorwerpen en bouwwerken zullen logischerwijs in hun eigen taal vertaald zijn. Zodoende konden voor dezelfde dingen verschillende namen worden gebruikt.

4. Wat betekende het woord ‘vierkant’ in het verleden?

Deze vraag stelde ik mij voor het eerst toen ik deel 11, ‘Water’ van de reeks ‘1000 jaar Duin- en Bollenstreek’ geschreven door wijlen Maaike Breure las. Zij schrijft op pagina 9 over de in het jaar 1605 al lang bestaande ‘vierboet’ in Katwijk. Deze ‘vierboet’ werd bedreigd door het zeewater. Maaike vermeldt dat de betekenis van ‘vierboet’ met name ‘vierbaak’, ‘vuurbaken’ of ‘vuurtoren’ is.

4.1. Literatuuronderzoek naar het Vierkant

In het literatuuronderzoek naar het Vierkant in Lisse heb ik verrassend weinig gegevens gevonden. Dit komt waarschijnlijk omdat het geen officiële naam is geweest. Er is in mijn beleving nooit onderzoek geweest naar de betekenis van het woord ‘vierkant’.

Volgens Dijkstra (1997, pag. 16-17) zijn er op het Vierkant in Lisse sporen van bewoning gevonden uit de periode 1175-1225. Het Vierkant bestaat als bewoningsplaats dus al heel lang.

Hulkenberg (1966, pag. 166) vermeldt letterlijk dat na een hevige storm in 1703 in ’t Viercant van ’t dorp Lisse, aan den Heereweg en tusschen ’t Viercant ende den Broeckweg (de huidige Kanaalstaat) een grote hoeveelheid dorpsboomen is omgewaaid. Dus in 1703 werd de duintop al ’t Viercant genoemd.

Op het Vierkant werd van oudsher rechtgesproken. Een betekenis van het Vierkant wordt aan deze rechtspraak ontleend. De rechtbank heette toen de ‘vierschaar‘ of ‘vierscarne‘, waarbij er aan 4 kanten banken waren, waarop de gezworenen zaten bij een rechtsgeding.

Gezegd wordt dat de naam komt omdat er op het Vierkant een viersprong van wegen was. Dit kan echter nauwelijks kloppen. De Grachtweg is volgens de oudste kaarten zeker niet langer dan 200 m tot de korenmolen. Naar het westen is er zeker geen weg geweest, naar het zuiden echter wel 2 wegen.
Overigens is het Vierkant niet vierhoekig, maar driehoekig. De naam kan dus ook niet liggen aan het feit dat het plein uit een vierkant zou bestaan.

4.2 ‘Vier’

In deel 8 (pag. 7) van de reeks ‘1000 jaar Duin- en Bollenstreek’ staat o.a. dat in Noordwijk in 1444 door de kerk een ‘vierboet’ van hout en steen is gebouwd op het hoogste duin van Noordwijk. Dit was een vuurbaak. Het licht kwam eeuwenlang van een houtvuur in een korf boven op het platte dak van waarschijnlijk een stenen gebouw op het hoogste duin (deel 8, pag 10).
Door de forse afslag tijdens de allerheiligenvloed in 1570 werd de toemalige ‘vierboet’ bedreigd door de zee. Deze is uiteindelijk door de zee verzwolgen./p>

Op de website van het Katwijks museum zijn bij ‘vierbaak’ zeer interessante feiten te lezen over de vroegere ‘vierboet’ van Katwijk.

Het Katwijkse en Noordwijkse ‘vierboet’ kan natuurlijk plaatselijk dialect zijn geweest. Mogelijk geldt deze naamgeving niet voor andere delen van Nederland. Het Vroegmiddelnederlands woordenboek, die een periode van 15 eeuwen Nederlands beschrijft, is echter duidelijk. Het tegenwoordige ‘vuur’ werd in de 13e eeuw en later op diverse manieren geschreven, o.a. ‘fier’, ‘vier’ en ‘vir’. De betekenis van deze woorden wordt omschreven als ‘vuur’, ‘brand(stapel)’ en ‘hartstocht’.

In diverse historische artikelen over Lisse wordt geschreven over een Viersteeg, een weggetje dat vanuit het westen uitkwam op de Heereweg. In 1881 wordt dit weggetje nog steeds Viersteeg genoemd. Diverse schrijvers vragen zich af, waar dan de 1e, 2e en 3e steeg gebleven zijn. Deze komen op geen enkele oude kaart voor. Naar analogie van hierboven moet de betekenis echter ‘vuursteeg’ zijn geweest en geen 4e Steeg.
Aan het einde van de 19e eeuw werden bijna alle worden met ‘vier’, ‘fier’en ‘vir’ in de betekenis van ‘vuur’ herschreven als ‘vuur’. Zo is ook de officiële straat Viersteeg vertaald naar Vuursteeg. Later, in 1951, is daar onterecht nog ‘laan’ aan toegevoegd. Omdat het Vierkant geen officiële naam was, werd dit niet vertaald. Het behield in de volksmond de naam het Vierkant.

Namen van wegen hadden vroeger een doel. Vaak werden zij vernoemd naar iets of een plaats. Zo was de Kerkweg in veel plaatsen de weg naar de kerk. Ook was bijvoorbeeld de Haarlemmerweg de weg naar Haarlem toe (op weg naar Haarlem). De Viersteeg had dus als betekenis de weg naar het vuur: het Vierkant. Maar waar vandaan? Dit moet wel vanuit de bossen op de duinen zijn: het huidige sportterrein en het Keukenhofbosch. Voor een vuur is namelijk hout nodig, dat moest worden aangevoerd vanuit de bossen. De Viersteeg ging niet rechtstreeks naar het Vierkant, maar via de Heereweg ten zuiden van het Vierkant. Dit kwam waarschijnlijk door de onbegaanbaarheid van het Berkhouterduin en/of door de diepte van de beek (de huidige Kerksloot), die het water afvoerde vanuit het Berkhouterduin naar de Lisserpoel. Mogelijk was er ter plaatse van de Heereweg (bij de Agathakerk) toen al een brug of in ieder geval een doorwaadbare plaats.

Van het woord ‘vier‘ van het Vierkant heb ik naar mijn mening bewezen, dat dit vertaald moet worden naar ‘vuur’ (dus het Vuurkant), analoog aan ‘vierbaak’ (vuurbaak) en Viersteeg, dat op het einde van de 19e eeuw vertaald is naar Vuursteeg(laan), evenals vele andere woorden met de betekenis van ‘vuur’.

4.3. ‘Kant’

Nu was de vraag, wat het woord ‘kant’ van ‘vierkant’ zou kunnen betekenen. Het Middelnederlands woordenboek geeft voor het huidige ‘kant’ meestal ‘cant’ aan. Het woord ‘cant’ had vele betekenissen.
‘Cant’ werd onder andere gebruikt in de betekenis van ‘verhoogde rand’, zoals ‘waterkant’ en ‘boord’. Het betekende bijvoorbeeld ook ‘dakrand’. Ook ‘kanteel’ is van ‘cant’ afkomstig.
Een van de betekenissen van ‘cant’was ‘stapel’ Ook dit is relevant in dit verband.
En ook een van de betekenissen van ‘cant’ was ‘nabij’ of ‘in de buurt van’. Denk daarbij aan ‘De Zwartelaan ligt de kant van Hillegom op’.

4.4. Conclusie Vierkant

Het Vierkant zou eigenlijk tegenwoordig Vuurkant moeten heten, analoog aan de Vuursteeg(laan).
Het Vierkant kan gezien worden als ‘verhoogd vuur‘, of te wel ‘vuurbaak‘.
Naast ‘vuurbaak’ is ook ‘brand(stapel)‘ of ‘nabij het vuur/de brand‘ een mogelijke verklaring voor het woord ‘vierkant’.

Deel 2

Het Latijnse lux, het Deense lys, het Zweedse ljus en het oud-Zweedse lusne hebben alle vier een overeenkomst met onze plaatsnaam Lys. Het heeft in alle gevallen met licht of vuur te maken. Gezien de hiervoor geschetste betekenis van ’t Vierkant als verhoogd vuur en de vroegere fysieke overeenkomst tussen Lisse en ’t Verkant is het waarschijnlijker dat Lisse vuur betekent in plaats van licht, helder of blank.

Nieuwsblad Jaargang 11 nummer 4, oktober 2012

5. Wat betekende het woord Lisse vroeger?

5.1 Literatuur

In de buurt van Lisse zijn ook oude bewoningssporen gevonden. Zo zegt Dijkstra (1999, pag. 76-77) dat er bij Dever diverse potscherven, genaamd inheems Romeins aardewerk, zijn gevonden. Deze zijn gemaakt door inheemse volkeren, daterend uit de 1e en 2e eeuw na Chr. Ook is er gedraaid aardewerk gevonden uit de 7e en 8e eeuw na Chr. Uit de late IJzertijd (250-0 voor Chr.) werd ook bewijs van bewoning gevonden.

De plaats Lis wordt voor het eerst genoemd in 1198, betreffende een oorkonde, die in Lis werd ondertekend. Vanwege die ondertekening door respectabele edelen moet Lisse toen al een goed onderkomen hebben gehad en dus een vrij belangrijke plaats zijn geweest. Het moet in ieder geval goed bereikbaar zijn geweest, ook via de waterwegen voor vervoer van materialen.
Mogelijk hadden de graven van Holland hier toen al een soort slot tot hun beschikking.

Het meeste onderzoek is toponymisch, dat wil zeggen onderzoek naar de oorsprong van plaats- en veldnamen in de loop van de eeuwen. Hiermee wordt echter niet de betekenis van deze woorden verklaard.

Prehistorisch gereedschap van hertegewei gevonden bij Veenenburg

De onderzoekers hebben over het algemeen moeite met de verbastering of transformatie van Lux en Liusna naar Lisse en komen daarom niet tot eenduidige of duidelijke conclusies.
Rentenaar acht een identificatie van Lux als Lisse acceptabel (van der Geest, 1991). Waarom ben ik niet achter gekomen.
In een briefwisseling tussen van der Geest (1991) en Gysseling acht laatstgenoemde indentificatie van Lisse met Liusna niet onmogelijk, maar heeft als bezwaar dat in Lisse de eindvokaal ‘na’ van Liusna al in 1198 zou zijn weggevallen. Dit is in de meeste gevallen later in de tijd.

Van der Geest (1998, pag. 1) meldt dat er stemmen opgaan om op grond van de naam ons dorp terug te voeren tot de Romeinse tijd. (P.A. Hendrikkx, pag. 126-128).

Volgens J.A. Henderikx (pag. 128) is Lisse op grond van Germaanse vergelijkingen niet te etymologiseren als een plaatsnaam van Germaanse herkomst. Lisse zou dan uit een andere taal afkomstig moeten zijn.

In de 13e eeuw werd Lisse geschreven als ‘Lis’,’Lisse’, ‘Lys’en ‘Lysse’. Zie hiervoor de website van het Instituut voor Lexicologie bij ‘lisse’.
Volgens de literatuur kan Lisse afkomstig zijn van Liusna, Lux, gele lis, toernooi of Liso.

Naar bovengenoemde woorden heb ik onderzoek uitgevoerd.

5.2. Lux en Liusna

Uit het literatuuronderzoek naar Lux en Liusna komt het volgende naar voren. In de goederenlijst uit de 8e en 9e eeuw van de Sint Maartenskerk in Utrecht worden Lux en Liusna genoemd. Diverse onderzoekers menen, dat Lux en/of Liusna als Lisse of in de buurt van Lisse gezien moet worden. Dit naar aanleiding van de volgorde, waarop de lijst is samengesteld. Op het eerste gezicht lijkt het onlogisch, dat er 2 namen op Lisse zouden slaan. Niet vergeten moet worden dat de lijst meerdere eeuwen besloeg. Dit in een woelige tijd van veroveren en herveroveren tussen vele volksstammen. Het kan gemakkelijk dat een volksstam de naam vertaalde in zijn eigen taal. Dan hield het natuurlijk wel dezelfde betekenis.

Naar de betekenis van de woorden ‘lisse’, ‘lux’ en ‘liusna’ heb ik niet veel onderzoek gevonden.
Alleen van der Geest probeert verklaringen voor Lisse, Lux en Liusna te vinden. (1991 en 1998). Vooral het artikel van 1991 is zeer interessant in dit verband. De woorden ‘licht’ en ‘helder’ komen veelvuldig voor in dit artikel over zijn verklaring van ‘lux’ en ‘liusna’.
Hij vermeldt dat ‘lux’ uit het Latijn vertaald ‘het licht’ betekent. Over ‘liusna’ vermeldt van der Geest het volgende. Letterlijk vertaald moet ‘liusna’ iets betekend hebben als ‘ in de buurt van (na=nabij)’ of gelokaliseerd bij iets dat met licht te maken heeft (een waterloop of een kale duintop oftewel een blinkerd). Verder vermeldt van der Geest ook nog, dat de plaats Ljusne in Zuid-Zweden, gelegen is aan de rivier de Lusn, wat ‘licht’, ‘helder’ en ‘glans’ betekent. Ljusne betekent dan ‘bij het heldere water’. Opmerkelijk is dat in de 16e eeuw de Zweedse plaats Ljusne geschreven wordt als Luxne.
Concluderend kan men stellen dat in het artikel van van der Geest (1991) alle woorden ‘licht’, ‘helder’ en ‘blank’ ook gelezen kunnen worden als ‘vuur’.

5.3. Vertalingen

De vertaling van het Latijnse woord ‘lux’ in diverse moderne talen volgens www.woordtrainer.nl:

  • Latijn: Lux
  • Nederlands: Kunstlicht
  • Deens: Lys
  • Zweeds: Ljus
  • Fries: Liocht
  • Italiaans: Luce

Als we het Latijnse woord ‘lux’ vertalen naar het Nederlands, dan blijkt ‘lux’ in het Nederlands ‘kunstlicht’ te betekenen. Dit kan vroeger niets anders geweest zijn als ‘vuur’, ‘kaarslicht’, ‘brand’ en ‘toorts’.
Als we het Latijnse woord ‘lux’ vertalen naar een groot aantal talen, dan blijkt ‘lux’ in het Deens ‘Lys’ te zijn. Volgens een Deens woordenboek betekent ‘lyse’ ‘verlichten’ of ‘lichtgeven’, wat beide toch erg veel op Lisse lijkt. Temeer, omdat Lisse vroeger ook als Lys of Lysse geschreven werd.
Volgens het Deense woordenboek betekent ‘lys’ ook ‘kaars’.
Het Oud-Deense woord voor ‘licht’ is volgens J. Jong uit Naestved in Denemarken in de 16e eeuw ‘lius’. In 1836 wordt het echter geschreven als ‘lys’ (Meidinger, pag. 325-326).
Opvallend is, dat het Latijnse ‘lux’ in het woordenboek van Meidinger vertaald wordt in ‘licht’ en ‘vlammen’.

Wat verder opvalt in de tabel, is de vertaling van ‘lux’ in het Zweeds naar ‘ljus’. Dit lijkt natuurlijk erg veel op het eerste gedeelte van Liusna. Het tweede gedeelte van Liusna, het woord ‘na’ betekende in de vroege middeleeuwen ‘nabij’.
Volgend een Zweeds woordenboek betekent ‘ljus’ naast ‘licht’ ook ‘kaars’. Het Zweedse woord ‘lyse’ betekent ‘verlichting’, dat dus met kunstlicht te maken heeft. ‘Lysa’ betekent ‘belichten’
Het oud-Zweedse woord voor licht is volgens van der Geest (1991) ‘lusn’.

Al met al kan de conclusie worden getrokken dat, het Latijnse ‘lux’, het Oud Deens ‘ljus’, het Oud Zweeds ‘lusn’ en het Deense en Zweedse woord ‘lyse’ in de betekenis van ‘kunstlicht’, ‘belichting’ of ‘vuur’ hoogst waarschijnlijk met de plaatsnaam Lisse te maken hebben. Evenals Liusna en Lux , uit de bekende goederenlijst.

5.4. Andere verklaringen

Van der Geest (1998) geeft als mogelijke verklaring voor Lisse ‘toernooi‘ aan. Dit omdat er in de analen van de abdij van Egmond in 1182 gesproken wordt over een prachtig toernooi, naar aanleiding van een huwelijk. Zie voor een uitgebreide uitleg over ‘toernooi’ als betekenis van ‘lisse’ het artikel van der Geest (1998) in verband met Lisse 800.

In datzelfde artikel geeft van der Geest (1998) aan, dat ‘lisse’ mogelijk via ‘lius’ afkomstig kan zijn van het Keltische ‘lios’. ‘Lios’ betekende heuvelfort of Chieftains courthouse. In zo’n Chieftains courthouse werd o.a. recht gesproken. Als dit klopt, dan is Liusna natuurlijk ouder dan de Romeinse tijd. ‘Lios’ werd in het oud-Iers uitgesproken als loos. De i werd namelijk niet uitgesproken, maar geeft aan dat de o halflang is (Website van Sister Fidelma).

Liso is een Keltische krijgsheer (Museum de Zwarte Tulp). ‘Lis’ zou ‘woonplaats van Liso’ moeten betekenen. Ik heb naar gegevens hiervan gezocht, maar ik heb niets kunnen vinden wat bovenstaand bevestigt, behalve de oud-Ierse uitspraak van ‘liso’. Dit werd uitgesproken als lissu, met de i van kip en de u van nul (Website van Sister Fidelma). Oud-Iers is erg verwant aan de Keltische taal.

In het literatuuronderzoek wordt gele lis genoemd als betekenis voor Lisse.

De woordovereenkomst is natuurlijk overduidelijk. Maar Lisse bestond vroeger praktisch alleen uit het Vierkant, dat erg hoog lag. Om Lisse naar gele lis te vernoemen is erg onwaarschijnlijk vanwege de groeiplaats van gele lis. Dit zijn waterplanten, die juist in moerasgebieden, broeken of waterkanten groeien.
De kleur van gele lis lijkt met een beetje fantasie op de kleur van vuur. Het is dus waarschijnlijk dat gele lis vernoemd is naar ‘vuur’. De gele lis behoort tot de irisachtige soorten. Zoals iedereen weet heeft een oogiris ook alles met licht te maken. Dit is dus een versterking van bovenstaande bewering over vuur.

Ook de plant lisdodde wordt genoemd in verband met Lisse. Het zaad van de lisdodde lijkt op een sigaar. Als het zaad rijp is ontstaat er een wollige dot, die met veel moeite aangestoken kan worden. Ook lisdodde kan met vuur te maken hebben, omdat de sigaren als toorts (een brandende dot) gebruikt zouden kunnen zijn.
Lisse is dus niet vernoemd naar deze planten, maar zowel de betekenis van de planten als Lisse is waarschijnlijk ‘vuur’.

5.5. Conclusie over Lisse

Het Latijnse ‘lux’, het Deense ‘lys’ en het Zweedse ‘ljus’, het oud-Zweeedse ‘lusn’ hebben alle vier een overkomst met onze plaatsnaam Lis, Lys, Lysse, oftewel Lisse.
Het heeft in alle genoemde woorden met ‘licht’ of ‘vuur’ te maken.
Gezien het hierboven geschetste betekenis van het Vierkant als ‘verhoogd vuur’ en de vroeger fysieke overeenkomst tussen Lisse en het Vierkant is het waarschijnlijker dat Lisse ‘vuur’ betekent dan ‘licht’, ‘helder’ of ‘blank’.
Hoe een en ander vroeger werd uitgesproken heb ik geen idee van.

6. Discussie

Een en ander maakt duidelijk dat er hoge mate van waarschijnlijkheid is, dat zowel het Vierkant, als Lisse, Lux en Liusna ‘vuur’ betekent.

Het Vierkant ligt op een hoge duintop op de meest oostelijke strandwal in de Bollenstreek aan het tegenwoordige Haarlemmermeer. Dit meer was van belang voor transport van Zuid naar Noord van de Oude Rijn richting het Oer-IJ. Daarom kan Het Vierkant worden gezien als ‘verhoogd vuur‘, oftewel ‘vuurbaak‘. Het kan echter ook een ‘land vuurbaak‘ geweest zijn, bijvoorbeeld om berichten over te seinen.
Naast ‘vuurbaak’ is ook ‘brand(stapel)‘ of ‘nabij het vuur/de brand‘ een mogelijke verklaring voor het woord ‘vierkant’. Het zou dan vroeger een offerplaats geweest moeten zijn. Ook een plek waar mensen werden gecremeerd, is een mogelijkheid. Het zou ook kunnen dat er misdadigers of heksen werden verbrand.
Beenakker gaf in zijn commentaar op dit artikel een ander mogelijkheid aan. Het zou een grote brand geweest kunnen zijn, bijvoorbeeld bij het drogen en verwerken van vlas, dat in de buurt van de Kapelstraat werd gedroogd. Dit was in de 16e eeuw een grote bron van inkomsten, maar wel erg brandgevaarlijk (Beenakker, 1993, pag. 103).

‘Lux’ is een Latijns woord. Dit impliceert dat de plaats Lisse zijn naam mogelijk te danken heeft aan de Romeinen, die Latijn spraken. Dit kan niet anders dan ‘vuurbaak’ of ‘landvuurbaak’ betekend moeten hebben, halverwege de reis tussen Valkenenburg of Roomburg bij Leiden en de 2 forten bij Velserbroek. Een landvuurbaak kan gebruikt zijn om berichten over te seinen of om de goede richting aan te geven bij het reizen over land. De afstand tussen Valkenburg en Lisse bedraagt 12 km. De afstand tussen Lisse en Velserbroek is 24 km. Dit impliceert dat, als er een landvuurbaak is geweest, er in de buurt van het oude centrum van Heemstede nog zo’n landbaak moet zijn geweest.
De vuurbaak kan dienst hebben gedaan bij het schuilen bij noodweer of als overnachtingplaats in de beek, die aan de zuidkant van Lisse vanuit het Berkhouterduin in de Lisserpoel stroomde of als overnachtingplaats in de Hot- of Hoppoell (in de buurt van de Crocussenstraat).
Volgens Hulkenberg (1966, pag. 76) moet het tegenwoordige Haarlemmermeer tot zeker in de 16e eeuw brak zijn geweest. Er werd namelijk bot, een brakwatervis, gevangen. Het zoete duinwater kan dus ook een reden zijn geweest om in Lisse aan te leggen. Helaas wordt bovenstaande bewering (nog) niet gestaafd door Romeinse vondsten in Lisse.
Het zou natuurlijk het ultieme bewijs zijn, als er in de reisverhalen van de Romeinen gesproken wordt van een lux tussen de Rijn en en Velserbroek.

In de laat Romeinse tijd werden de Cananefaten, die hier woonden, volgens Boone verdreven door de Herulen. Dit volk kwam uit Zuid-Zweden. Zij kunnen dus de naam Lux vertaald hebben in Liusna. Het kunnen natuurlijk ook andere volkeren geweest zijn, die de naam vertaald hebben. Zoals bijvoorbeeld de Warnen. Zij waren volgens de expositiegids van het Museum de Zwarte Tulp afkomstig van de Oostzee-kusten, o.a. in de buurt van Zweden.

Volgens Hulkenberg (1966, pag. 19) is heer Reinier van Dever, die Dever heeft gebouwd, mogelijk afkomstig van de Noormannen. Volgens hem vertoont het wapen van de Devers de Hollandse kleuren (een rode halve leeuw op een gouden veld). Dit zou verwantschap aan kunnen tonen met het Hollandse gravenhuis. De Hollandse graven zouden nazaten zijn van de Noormannen en hier zijn blijven wonen.
Volgens Kleyntjes hadden de Noormannen in heel het westen van Nederland winterverblijven en woonplaatsen. Het is dus heel goed mogelijk dat de voorouders van Reinier Dever hier zijn blijven wonen. Omdat de Noormannen uit Denemarken kwamen, hebben de voorvaderen van Reinier Dever mogelijk Liusna vertaald in Lis, Lys of Lysse.

In aansluiting op bovenstaande opmerkingen over vertalen, moet een volk de naam vertaald hebben in ’t Viercant. Ik denk dat Liusna vertaald is in ’t Viercant door de Friezen, die hier al woonden voordat de Noormannen kwamen.

7. Verder onderzoek

Archeologisch onderzoek op de juiste plaatsen zou aanvullende bewijzen kunnen opleveren, bijvoorbeeld onder de dorpskerk. Zoeken op het Vierkant zelf heeft niet zo veel nut, omdat er in de loop der tijd veel zand afgegraven is. De Grachtweg, waar een deel van dit zand terecht is gekomen, zou mogelijk informatie op kunnen leveren, evenals op de plek waar de Hot- of Hoppoell lag; in de buurt van de Crocussenstraat. Ook waar de beek liep (globaal de huidige Kerksloot langs de Agathakerk) zou onderzoek gedaan kunnen worden. Ook bedding van de toenmalige Grevelingh is een mogelijkheid. De Grevelingh lag toen in de tegenwoordige Haarlemmermeer ruwweg in het verlengde van de Eerste Poellaan vanaf de Ringvaart tot het Turfspoor in de Lisserbroek. De zuidelijke toegang van de huidige Lisser haven was het einde van de Grevelingh.

8. Samenvatting

Het onderzoek naar de betekenis van Lisse en het Vierkant, het oude centrum van Lisse, heeft de volgende resultaten opgeleverd. Op de oudste kaarten van Lisse staan er vooral huizen op het Vierkant. Lisse en Het Vierkant waren dus oorspronkelijk identiek aan elkaar. Van de ‘vier’ van het Vierkant is bewezen, dat dit eigenlijk het Vuurkant zou moeten zijn. Alle officiële woorden met ‘vier’ in de betekenis van ‘vuur’, zijn, voor zover men dit wist, aan het einde van de 19e eeuw herschreven als ‘vuur’. Toen is ook de Viersteeg veranderd in Vuursteeg(laan). Omdat het Vierkant geen officiële status had, is dit toen niet veranderd.
Het woord ‘kant’ van het Vierkant had vele betekenissen, onder anderen ‘verhoogd’ of ‘nabij’. Het Vierkant betekent dus waarschijnlijk ‘verhoogd vuur’, ‘vuurbaak’, ‘brandstapel’ of ‘nabij het vuur’.
Het Latijnse woord ‘lux’ betekent ‘kunstlicht’, wat in vroegere eeuwen niets anders dan ‘vuur’ of ‘brand’ geweest kan zijn. Wordt ‘lux’ vertaald in het Zweeds, dan is dit ‘ljus’. In het oud-Zweeds Lusn’. Dit lijkt toch erg veel op het eerste gedeelte van Liusna. Het achtervoegsel ‘na’ had vroeger de betekenis van ‘nabij’. ‘Liusna’ betekent dus ‘nabij het vuur’. Ook diverse auteurs menen dat Liusna met ‘licht’, ‘helder’ of blank’ te maken zou kunnen hebben.’Vuur’ past dus goed in dit rijtje.
Wordt ‘lux’ vertaald in het Deens, dan is dit ‘lys’. Vroeger werd Lisse o.a. geschreven als Lys. Lisse kan dus ook heel goed ‘vuur’ betekenen.

9. Dank

De volgende personen wil ik bedanken voor hun bijdrage in de vorm van opbouwende kritiek en aanvullingen: Aad van der Geest, Gijs Overvliet, Jan Beenakker en Maarten van Bourgondiën.
Dat wil niet zeggen, dat zij het nu met al mijn beweringen eens zijn.
Heereweg (Vierkant), gezien vanaf de kerktoren. (1e helft 20 e eeuw).

Klik hier voor het volgende deel

10. Literatuur

Ann. (2008).
Van Wildernisse tot Bollenstreek.
Ontwikkeling van landschappen en dorpen door de eeuwen heen.
Museum de Zwarte Tulp. Ter gelegenheid van een expositie 15 nov. 2008.

Baalbergen, W. 8(2009).
Ach Lieve Tijd. 1000 jaar Duin- en Bollenstreek. Deel 8, Visserij.
Uitgave Waanders uitgevers.

Beenakker, Dr. J.J.J.M. (1993).
Lisse op de grens van droog en nat. De bewoningsgeschiedenis en landschapsontwikkeling van een geestdorp tot omstreeks 1900. UvA en Gemeente Lisse.
Vis offset. Alphen aan de Rijn.

Beenakker, Dr. J.J.J.M. e.a. ( 2001).
De Duin- en Bollenstreek in ‘caert’ gebracht.
Cultureel Historisch Genootschap Duin- en Bollenstreek.

Boone, W.J. de. (1954)
De Franken van hun eerste optreden tot de dood van Childerik.
Amsterdam

Breure, M. 11(2009).
Ach Lieve Tijd. 1000 jaar Duin- en Bollenstreek. Deel 11, Water.
Uitgave Waanders uitgevers.

Dijkstra, M.F.P. (1997).
Archeologische bewoningssporen aan ’t Vierkant te Lisse, deel I: de Middeleeuwen.
Dever Bulletin 8 (1997) 9-19.

Dijkstra, M.F.P. 10 (1999) 76-81.
Vondsten van vóór Dever.
Dever belicht. Dever.

Geest, A.J.M. van der. 2(1991) 16-24.
Lisse: Lux of Liusna.
Deverbulletin 2. Dever.

Geest, A.J.M. van der. (1998).
De oorsprong en historie van de plaatsnaam ‘Lisse’.
Ter gelegenheid van Lisse 800.
Gepubliceerde serie in weekblad de Lisser; 13 mei (1), 20 mei (2), 27 mei (3), 10 juni (4) ,17 juni (5)

Henderikx, J.A. 22(1991).
Plaats- en waternamen: hun betekenis voor de bestudering van de geschiedenis van het landschap.
Studiereeks ‘bouwen aan een levend landschap ‘.
Min. Van Landbouw, Dir. Bos- en landschapsbouw. Utrecht.

Hendrikx, P.A. 19(1987).
De benedendelta van Rijn en Maas: landschap en bewoning van de Romeinse tijd tot ca. 1000.
Hollandse studiën 19.
Uitgave Verloren. Hilversum.

Hulkenberg, A.M. (1991).
’t Roemwaard Lisse.
Uitgave Repro-Holland.

Hulkenberg, A.M. (1966).
Het huis te Dever.
Uitgave Europese bibliotheek. Zaltbommel.

Jong, J.
Naestved, Denemarken.
Persoonlijke mededelingen over oud-Deense en Deense woorden.

Kleijntjens, J en H.F.M. Hijgers.
De lage landen bij de zee.
Beknopt leerboek van de Nederlandse geschiedenis.
Uitgave H.J. Dieben. Wassenaar.

Rentenaar, R. 5(1977) 361-376.
De Nederlandse duinen in de middeleeuwse bronnen tot omstreeks 1300.
Geolografisch tijdschrift XI.

Woordenboeken.
Nederland-Zweeds, Zweeds-Nederlands, Nederlands-Deens, Deens-Nederlands.

11. Geraadpleegde websites

Bosman, A.V.A.J. (1999).
Het culturele vondstmateriaal van de Vroeg-Romeinse versterking Velsen 1 en Velserbroek B6.
Pproefschrift Universiteit van Amsterdam.
http://dare.uva.nl/record/24073.

Dijkstra, M.F.P. (2011).
Rondom de mondingen van Rijn & Maas.
Proefschrift Universiteit van Amsterdam.
http://www.sidestone.com/library/rondom-de-mondingen-van-rijn-en-maas.

Instituut voor Nederlandse Lexicologie (Inl).
Vroegmiddelnederlands woordenboek,Middelnederlands woordenboek, Oudnederlands woordenboek, Etymologisch woordenboek, Woordenboek der Nederlandse Taal (1500-1976).
http://www.inl.nl.

Katwijks Museum.
http://www.katwijksmuseum.nl/oude-vuurbaak.

Londen van H. (UvA), Tim de Ridder (gemeente Vlaardingen), Arjen Bosman (Past2present & Universiteit Gent), Jos Bazelmans (RACM).
Nationale Onderzoeksagenda Archeologie.
HET WEST-NEDERLANDSE KUSTGEBIED IN DE ROMEINSE TIJD.
http://www.naoo.nl
en in detail http://www.noaa.nl/content/Documenten/15_rom-west-nl.pdf

Tremayne, P.
http://www.sisterfidelma.com/pronounce.html
Ierse uitspraak in de 7e eeuw van letters en woorden.

www.woordentrainer.nl
Vertaling van het woord LUX in een groot aantal talen.

Meidinger, H. (1836).
Dictionnaire étymologique et comparatif des langues teuto-gothiques.
Vertaling van licht in diverse talen.

Gerard Schrama
genealogie-stamboom-schrama-gravenmade-bollenstreek.nl

Reacties op dit artikel

Nogmaals: de overeenkomst tussen Lisse en het Vierkant is vuur.

Naar aanleiding van de vorige artikelen over Lisse en ’t Vierkant stelden diverse mensen, dat ’t Vierkant met de Vierschaar of rechtbank te maken zou kunnen hebben. Ook wordt genoemd dat ’t Vierkant palissade of verschansing zou kunnen betekenen. Lisse zou ook vernoemd kunnen zijn naar een toernooi in 1182.

Nieuwsblad Jaargang 12 nummer 1, januari 2013

A

Zegel van een koopakte van een huis

Zegel van een koopakte van een huis “in ’t Viercant van het dorp Lisse” – Foto Dirk Floorijp

Het Vierkant in 1642

In het artikel in de vorige nieuwsbladen van Oud Lisse is als eerste vermelding van het Vierkant 1703 genoemd.
In 1666 wordt echter volgens inventarisnummer 497 van het oude archief van de gemeente Lisse het Vierkant al genoemd. Er is dan volgens de koopakte een huis “in ’t Viercant van het dorp Lisse” via een openbare inschrijving verkocht.
Hulkenberg schrijft in ’t Roemwaard Lisse op pag. 45 ( en oude archief inv. nr. 247) dat in 1642 het Vierkant genoemd wordt. Er wordt door Jan Dircks op 29 december 1642 een eikenboom “in ’t Viercant” omgehakt en weggevoerd. Hij krijgt daarmee moeilijkheden met Schout en Schepenen.

Reacties over het Vierkant

Meerdere mensen reageerden met de mening dat ‘vierkant’ en ‘vierschaar’ met elkaar te maken zouden hebben. Vierschaar werd ook wel vierschare, vierscarne, vierschair of vierbank genoemd.
in de vierschaar werd recht gesproken. Op het Vierkant was dit eerst de lagere rechtspraak. Rond 1750 verhuisde de hogere rechtspraak van Noordwijkerhout naar Lisse.
De bevolking zou in de loop der tijd het woord ‘vierschaar’ verbasterd hebben naar ‘vierkant’.
Het klopt, dat de vierschaar op het Vierkant werd gehouden of bij slecht weer in de Witte Zwaan. Taalkundig lijkt me deze verbastering echter bijna onmogelijk. Dit zou bovendien dan al ruim vóór 1642 gebeurd moeten zijn.
Volgens Maarten van Bourgondiën was het echter geen verbastering. Volgens hem kan het verwijzen naar de vierkante opstelling van de 4 banken van de vierschaar. Deze verklaring is plausibeler, maar moet dan ook al vóór 1642 gerealiseerd zijn.
Er is volgens mij nergens anders in Nederland of Vlaanderen een straat of plein met de naam Vierkant vernoemd naar een vierschaar, terwijl er duizenden vierscharen in Nederland waren.

Verschansing

Onderstaande tekst kreeg ik van Brigitte Rink zonder bronvermelding.
“Volgens naamkundigen betekent Lisse: ‘palissade of verschansing’. De naam van het dorpsplein ’t Vierkant verwijst naar een palissade of een verschansing. Dat moet te maken hebben met een Keltisch Oppida, dit is een vierkantig schans. De Kelten bouwden hun Oppida op hoog liggende plateaus of langs waterwegen. Ze dienden als opslag- en handelsplaatsen en voor het beschermen van vee. Op de plateaus waar de Oppida’s werden gebouwd, werden 2 m hoge smalle boomstammetjes met punten geplaatst en met dunne reepjes boombast aan elkaar vastgebonden”.
Dit klopt met de mening van Hans Verschoor, die zegt, dat “lisse” op het oud Ierse woord ‘liss’ lijkt. Dit komt in veel plaatsnamen in Ierland voor. De betekenis hiervan is ‘heuvelford’.
Ter gelegenheid van Lisse 800 in 1998 heeft Aad van der Geest hier ook al aandacht aan gegeven.
Aad mailde, dat volgens hem Lis in 1182 vernoemd kan zijn naar een toen gehouden toernooi naar aanleiding van een bruiloft.

Conclusie

Het is natuurlijk niet onmogelijk, dat bovenstaande beweringen kloppen, maar in geval van het Vierkant, heb ik grote twijfels om redenen, zoals boven vermeld. Ik blijf er dus bij, dat ‘vierkant’ volgens mij ‘verhoogd vuur’ betekent: vuurbaak, landvuurbaak of brandstapel. Zeker in relatie tot de Vuursteeg, die vroegen, vóór de aanleg van de Heereweg, met een bocht naar het Vierkant kan hebben gelopen. Daar zijn echter natuurlijk geen kaarten van.
Omdat Lisse en Vierkant vroegen fysiek hetzelfde waren, ben ik van mening dat ‘lisse’ net als ‘vierkant’ met ‘vuur’ te maken heeft.
Het is goed, dat er een discussie gevoerd wordt over de mogelijke betekenis van ‘lisse’ en ‘vierkant’. Geef gerust uw gefundeerde mening door via een mail aan Oud Lisse.
Weet iemand of er vóór 1642 al ergens geschreven wordt over het Vierkant?

Nico Groen

B

De naam van ‘Lis’ en ’t Vierkant

Lys, Lis, Lisse
Als bijdrage aan de discussie over het ontstaan van de namen Lis en ’t Vierkant beschrijf ik bij deze mijn idee hier over. Op de eerste plaats ik ben geen taalkundige, maar de discussie over dit soort onderwerpen vind ik erg interessant. Mij is gebleken dat de naam van ‘Lis’ afkomstig is uit het Deens misschien zelfs uit de tijd dat de Noormannen/Vikingen onze kuststreken onveilig maakten en hier en daar vaste voet aan wal zette. ‘Lys’ betekent in het Deens o.a. stralende, heldere, klaare, schijnende, glimmende en schitterende, allen synoniem aan licht. Nog wat namen die de zelfde betekenis hebben zijn onze welbekende ‘de Blinkerd’ daar was vroeger ook zo’n kaal duin.

Ook bij het Vlaamse Koksijde ‘de Hoge Blekker’ en het kustplaatsje ‘Blankenberg’, al die namen zijn terug te voeren naar een blanke top der duinen. Om een plaats een naam te geven werd vaak gekeken naar de aard van dat stukje aarde. Ons stukje was een kale duintop wat stralend lag te schitteren in de zon. Een zeer opvallende landmark die niet veel onder doet voor een vuurbaak. Naar mijn idee komen we zo aan de stralende naam Lys, Lis en later Lisse. Lux en Liusna zijn in betekenis het zelfde. Waren het de Noormannen/Vikingen die hier misschien een plek hadden gesticht om te legeren? Of waren het de Friezen die in de achtste eeuw de kustgebieden bevolkten van af de Zeeuwse kust tot aan halverwege Jutland?

Het Fries en het Deens hebben veel met elkaar gemeen en als volkeren ergens langere tijd vertoeven blijven er altijd sporen in het taalgebruik achter, zo zou de naam Lys een spoor kunnen zijn uit die tijd. De tekening van de Gele Lis laat de zon zien, dan noem ze toch ook “de stralende”. Lisse heeft nog steeds een uitstraling van wereldfaam en maakt haar stralende naam nog steeds waar!

’t Vierkant

Nog iets eigenaardigs is het raadsel van het niet vierkante vierkant. Volgens mij ligt de oplossing ook in het Deens. Het woord ‘firkantet’ wat naast vierkant ook plein betekent. Ons vierkant is dus simpelweg een dorpsplein een firkantet een square. In Engeland hebben die Denen ook behoorlijk huis gehouden en daar noemen ze bijna elk plein vierkant denk maar aan Trafalgar-square, Leicestersquare en heel vaak zijn die squares helemaal niet vierkant er zitten zelfs ronde bij. Voor een vierboet zou ’t Vierkant veel te ver van de oever zijn. In een atlas uit 1625 zie je van Monster tot en met Egmont een zestal duinen met vuur en zwarte rookpluim, altijd op veilige afstand van het dorp (vuur en houten huisjes met rieten daken is vragen om narigheid).

Vierboet bij Schevingen

Vierboet bij Schevingen

Bij de monding van onze Grevelinge bij Lisserbroek stond ook al een tonne, haspel of kruisbaak. Bij goed weer kon je Lisse al van ver waarnemen vanwege haar hoge ligging, later nog extra door de kerktoren. Nu nog is het verschil in hoogte tussen Turfspoor en ’t Vierkant ongeveer 6 meter. Eeuwen geleden zal dat behoorlijk meer zijn geweest. Het gedeelte van het kaartje van Jan Pietersz Dou 1624 laat zien hoe de gracht in de Lisser Noorder Poel stroomt en niet in het Leidsche Meer. Een behoorlijk eind verder was in die tijd de Greveling die de Noorder Poel verbond met het Lange Rack pas als je de tonnebaek van Gansoort (Lisserbrouck) voorbij was zat je op het oude Leidsche Meer, alles bij elkaar geteld bijna twee kilometer van ’t Vierkant.

Toen de naam ‘Lys’ werd bedacht zou het water nog wel eens veel verder weg zijn geweest. De subtitel, “Het Vierkant was een hoge duintop langs het Leidtsche Meer”, komt mij daarom best vreemd over.

Vuursteeg suggesties

Grote vuren maken in de bebouwde kom vonden ze vroeger al niet slim. Zou het niet kunnen dat bij de Vuursteeg een soort vuilverbranding was, op net zo’n veilige afstand als een vierboet bij de kustdorpen.
Zou het misschien een vervorming van ‘vierstee’ kunnen zijn, vier haard steden? Dubbelhoven telt al voor twee.
Lisse, Lys, Lis is een schitterend duindorp met op de top het ‘firkantet’, zo dachten de Denen. Deze Deen vindt dat wel een goede gedachte!

Deen Boogerd.