Van korenbloem tot zonnepit (Fam de Vroomen-Beelen)

Puck en Dick

De voorgeschiedenis van Puck de Vroomen-Beelen wordt beschreven.  Het verhaal begint bij haar opa, die molenaar was op de Korenmolen van Beelen aan de Grachtweg

Door Liesbeth Brouwer

Jaargang 15 nummer 2, april 2016

Wanneer je de jongste bent van 15 kinderen en je vader is ook nog eens de jongste uit zijn gezin, dan is het niet zo verwonderlijk dat je de opa van vaders kant nooit gekend hebt. Overigens heeft Puck de Vroomen-Beelen, hoofdpersoon van het kwartiertje in dit Nieuwsblad, de grootouders van beide kanten nooit gekend. Haar Lisser grootvader was een bekende dorpsgenoot. Hij was de molenaar op korenmolen de Korenbloem. De familiegeschiedenis van de familie Beelen en de molen is door Bert Kölker uitvoerig beschreven in het boek ‘Kroniek
van de Lisser timmerman en molenaar Cornelis van der Zaal 1762-1839’. Hier start ons verhaal met de opa van Puck, Pieter Beelen, die in 1865 de korenmolen koopt. Bij de koop van de molen is het huis aan de Grachtweg inbegrepen, maar daar kan hij niet meteen over beschikken. Pieter trouwt in 1867 een meisje uit een bekende Hillegomse familie, Geertruida van Dril. Samen krijgen ze 7 kinderen. De jongste is Mattheus, geboren in 1878. Thijs wordt in de molen geboren. Hij is 2 jaar wanneer de familie naar een gewoon huis aan de Grachtweg/hoek Molenstraat verhuist. Thijs is de vader van Puck. Oudste zoon Gerrit van het echtpaar Beelen-van Dril verhuist naar
Rijpwetering en begint daar een maalderij. Tweede zoon Jan begint in DeZilk een graanhandel. Zoons Piet en Frans volgen Pieter Beelen op in de korenmolen in Lisse. Jongste zoonThijs gaat een heel andere wegop. Hij gaat in de leer voor het bollenvak bij de familie Slegtkamp
aan de Heereweg 291.

Feselijkheden ter ere van de troonbestijging door Wilhelmina

In september 1898 zijn in heel Nederland, dus ook in Lisse, grootse feestelijkheden ter ere van de troonopvolging door koningin Wilhelmina. De molen is gepavoiseerd en Thijs doet te paard mee aan de historische optocht. Thijs is bevriend met Cor Langeveld van de kaashandel aan het Vierkant. Diens vrouw heeft familie in Schalkwijk, toen nog een boerengemeenschap, vallend onder de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude. Zo kan het gebeuren dat Thijs met de tilbury regelmatig naar Schalkwijk rijdt. Want via Cor en zijn vrouw leert Thijs een meisje kennen, Anna Horstman, en het klikt meteen. Anna Horstman woont in een boerderij aan het Spaarne. Het is een melkveehouderij. Werk in overvloed en ook Anna moet helpen. Met tegenzin, maar haar vader belooft haar dat ze een naaimachine krijgt wanneer ze tot haar 18e blijft helpen met melken. En daar doe je wat voor! Thijs koopt grond aan de Heereweg, aan het Oostend. Hij laat er een huis annex bollenschuur bouwen. Het adres is Heereweg 67/Nieuwstraat 2.

Trouwfoto van Thijs Beelen en Anna Horstman,

Thijs Beelen en Anna Horstman trouwen in 1906 en een jaar later wordt dochter Truce geboren. Het jaar 1908 is een bewogen jaar. Eerst sterft de vader van Anna, een paar maanden later komt de vader van Thijs te overlijden. Weer een maand later wordt dochter Agaath geboren. Opoe Horstman uit Schalkwijk komt, wanneer de boerderij langs het Spaarne overgenomen is door haar zoon, ook bij haar enige dochter in Lisse wonen. Zij is dolblij met de geboorte van Anny, dochter nr. 5. Daarvoor zagen dochter Nel en zoon Piet al het levenslicht. In de officiële aktes zijn 14 geboortes aangegeven, maar in de familie spreekt men van de geboorte van 15 kinderen. Met nog een aantal miskramen staat de periode van 21 jaar waarin de kinderen worden geboren, voortdurend in het teken van zwangerschap, geboorte en dood. Want een aantal kinderen sterft op zeer jonge leeftijd. Anna Beelen-Horstman draagt zeer regelmatig zwarte kleding vanwege de rouw.

Puck

Het jongste kind is Maria Anna Theresia, die aanvankelijk Ria wordt genoemd, maar al gauw Puck heet. Op school bij de nonnen blijf het Ria. Puck, dat is geen naam. Vader Thijs is een rustige maar ook strenge vader. Hij is ook sportief. Kan goed fietsen en leert dat zijn kinderen ook. Voor de oorlog wordt belasting betaald voor de fiets. Dat doe je door een rijwielplaatje te kopen. Van het eerst verdiende geld met bollenpellen kopen de kinderen Beelen een fietsplaatje. Puck reed toen op een kinderfietsje met houten banden. Moeder Anna Beelen heeft nooit gefietst. Dat wordt niet echt gemist want er is al in de jaren ’30 een auto. Die auto wordt gebruikt om naar de tuin te gaan. Er wordt geteeld in Hillegom bij de Hyacintenlaan, bij de Bavo in Noordwijkerhout en in de“kouwe hoek”, bij het Reigersbos.

De auto in 1930

Bij de boerderij in Schalkwijk. Puck Beelen is het kleinste meisje. Verder haar jongste broer en
Schalkwijkse familie.

Bij die tuin kom je via een lang zandpad vanaf de Loosterweg. De auto loopt er nogal eens vast en dan is het duwengeblazen. Natuurlijk wordt de auto ook gebruikt voor familiebezoek bij de Horstmannen aan het Spaarne. Op maandag gaat vader Beelen naar de beurs in Haarlem. Moeder Beelen
gaat graag mee om dan te winkelen. Ook wanneer Thijs Beelen naar de kwekerij in ’t Zand (bij Breezand) gaat laat moeder Beelen zich graag met haar dochters in Alkmaar afzetten. Winkelen en dan in de lunchroom van V&D wachten op vader. De tunnel onder het Noordzeekanaal is er nog niet vandaar dat de Velser pont een belevenis is. Als je bij de Gracht woont, zoals vader Beelen, dan leer je wel goed zwemmen en schaatsen. Hij leert de kinderen ook schaatsen. Via de sloot van Blokhuis (nu is daar de Keukenhofdreef) wordt geschaatst naar de vijver in Keukenhof. Bij goed ijs wordt vaak een tochtje naar de Rip (Rijpwetering) gemaakt. Koek en zopie bij oom Gerrit Beelen en dan weer terug. Dat schaatsen zal nog een grote rol spelen in het leven van Puck.

De bus naar Lourdes

In 1938 trouwen de beide oudste dochters en al snel worden er kleinkinderen geboren. De familie Beelen hoort wel bij de gegoede families. Er wordt bijvoorbeeld getennist, toch wel een beetje elitair in die tijd. Ook de dochters volgen gedegen onderwijs. In 1939 maken 2 dochters met een groep vrienden een busreisje naar Lourdes. Heen via de lichtstad Parijs. Op de terugweg is Parijs totaal verduisterd vanwege de mobilisatie. Op 3 september ’39 verklaart Frankrijk aan Duitsland de oorlog. Maar dat weten ze in de bus dan nog niet. De oorlogstijd is angstig, vooral omdat de oudste zoons de leeftijd hebben om tewerkgesteld te worden in Duitsland. Er zijn afspraken voor als er een razzia komt. De jongens moeten dan achter luiken op zolder kruipen en de meisjes moeten in de bedden van de jongens gaan slapen.
Tijdens de oorlog wordt de auto op een geheime plaats ingegraven en komt er een oude fiets op zolder te staan. Alles moet verduisterd. Gelukkig heeft het huis blinden. Om toch nog wat licht in huis te hebben moeten de kinderen om beurten fietsen om de accu op te laden.
Zus Nel blijkt in die tijd MS te hebben. Door een verkeerde rug-punctie raakt ze bovendien totaal verlamd en dus geheel afhankelijk. Door de
broers wordt ze, tot haar overlijden, iedere ochtend naar beneden getild en in haar vaste stoel gezet waar ze kan handwerken. ’s Avonds hetzelfde ritueel weer naar boven. Nel wordt maar 42 jaar. Op 4 mei, op de verjaardag van zus Anny, horen ze dat de oorlog voorbij is. Later wordt het een traditie om met de hele familie naar de dodenherdenking op de Oranjelaan te gaan en daarna toch de verjaardag van Anny te vieren. Nog steeds wordt er door de nazaten van Thijs en Anna Beelen regelmatig een “tante Anny dag” gevierd. De laatste keer, in 2013 toen het 100 jaar geleden was dat Anny geboren werd, waren er maar liefst 130 nazaten aanwezig. Zo langzamerhand trouwen de meeste kinderen Beelen en vormen zelf een gezin. Vader en moeder blijven op de Heereweg wonen met Anny.

Op de tennisbaan bij Bloemoord. Puck staat tweede van rechts

Op de tennisbaan bij LTC Lisse

Puck verlooft zich met Dick de Vroomen. Ze kennen elkaar al veel langer maar het wordt pas echt wat op de tennisbaan. Ze tennissen op een baan achter Bloemoord. De baan is van Veldhuijzen van Zanten. Puck tennist dan al vanaf haar 12e jaar. Ze is wel fanatiek en mag dikwijls een trofee mee naar huis nemen. Als ze 84 jaar is vindt ze het welletjes en doet alleen nog aan tennis op de TV. Dick’s vader heeft een bollenbedrijf. Dat wordt later door Dick en zijn 2 broers overgenomen. Voor het bedrijf is Dick veel in het buitenland, vooral in de Vereinigde Staten en Scandinavië. Daar maakt Dick kennis met 2 activiteiten die een rode draad gaan vormen in het leven van Puck en Dick. Vanuit Scandinavië is dat het schaatsen (1951), wat ook al de interesse heeft van de Beelens. Tijdens de reizen trekt Dick er graag op uit en gaat in Noorwegen naar het schaatsen kijken. Zelf is hij geen schaatser, maar er is daar wel een plaatsgenoot, nl. Egbert van ’t Oever. Dick spreekt Zweeds en het is dus erg handig voor de schaatsers om Dick te vragen wanneer er iets georganiseerd moet worden. Want Dick is een echte regelaar. Hij assisteert dan Klaas Schenk, de vader van Ard. In 1955 trouwt Puck met Dick de Vroomen. Ze laten een huis bouwen aan de Laan van Rijckevorsel, die net aangelegd is. Ze kopen daar samen met Corrie en Harry Zwetsloot een kavel waar een dubbel woonhuis gebouwd gaat worden. Maar wie gaat nu links wonen en wie rechts. Dat wordt heel simpel opgelost. Met het trekken van een luciferhoutje. Puck mag trekken en trekt aan het langste end. Het wordt daarop het zuidelijke huis, aan de zonkant dus. De familie mag meedoen om een originele naam voor het huis te verzinnen en zo komt ‘De Zonnepit’ naar voren. De naam komt op een bordje boven de deur te hangen en alle keren dat de familie verhuist wordt het naambord meeverhuisd. Trouwens zonnebloemen zijn wel een beetjede  passie van Puck.
Een dag voor Thijs en Anna Beelen hun gouden bruiloft (29-5-1956) vieren wordt hun 40e kleinkind geboren. Dat is Ank, de oudste dochter van Puck en Dick. In totaal krijgen Thijs en Anna Beelen 53 kleinkinderen.

Na het overlijden van vader en moeder Beelen blijft dochter Anny in het ouderlijk huis op de Heereweg wonen. Tot ze in 1964 van woning ruilt met broer Theo en zijn gezin. Tot 1988 blijft Heereweg 67 (het huis staat er nog steeds) dus een Beelenhuis. De bollenschuur is al voor 1988 gesloopt. Het huis van opa en oma aan de Heereweg is iedere zondag de plaats waar de hele familie naartoe trekt. De mannen spreken dan over bollen, want ook de zoons en de schoonzoons zitten in de bollen. Voor de kleinkinderen is het een spannend huis. Een grote zolder om onveilig te maken ( eigenlijk verboden terrein) en beneden een grote speelgoedkast. In de keuken is nog een pomp met koperen kranen. Al lang niet meer gebruikt. Er is buiten nog een waterput bij de garage. Achter het huis een moestuin en er is nog een klein bollenveldje. Ook zijn er een kippenren en een kas. De Heereweg is niet geschikt voor kinderen om te spelen. Veel te druk, zeker in de tijd voordat de Oranjelaan aangelegd is. Wat de kleinkinderen wel doen, vooral nadat Keukenhof is geopend, is op de stoep kentekens van auto’s tellen. Of van de provincies, want die hebben dan nog hun eigen kenteken. (H voor Zuid-Hollande). En natuurlijk slingers rijgen voor de verkoop aan al die toeristen. Aan de overkant is Van der Putten en het is natuurlijk feest wanneer de paardenkoetsen uitrijden. Voor de diverse huwelijksfeesten van familie Beelen worden de paarden ook van stal gehaald. En steevast volgt een feest in de Nachtegaal. Wanneer de koetsen zo langzamerhand vervangen worden door auto’s is het erf van Beelen aan de overkant tijdelijk in gebruik als koetsenstalling.
Ondertussen is het gezin van Puck en Dick de Vroomen groter geworden. 5 kinderen krijgen ze. Het huis aan de Laan van Rijckevorsel wordt in 1977 verruild voor een huis aan de Achterweg. Gebouwd door architect Aad Paardekooper en ook weer ‘De Zonnepit’ genoemd.

Dick de Vroomen raakt steeds meer betrokken bij de schaatsploeg. De eerste Olympische spelen die hij meemaakt zijn die van 1972 in Sapporo, Japan. Nog niet als chef d’équipe, dat is pas later. Hij gaat mee, zogenaamd als kok, terwijl hij nauwelijks een kopje koffie kan zetten. In die tijd zijn de rollen nog zo dat mannen zich nauwelijks met het huishouden bemoeien, dus in huis zwaait Puck de scepter. Vanaf ‘61 is hij officieel in functie bij de KNSB. vdaarvoor waren zijn diensten vrijwillig en geheel eigen initiatief. Wanneer de kinderen ouder zijn kan Puck ook mee naar belangrijke wedstrijden. Zo is ze bij de winterspelen in Alma Ata. In die tijd een beroemde open baan waar onder goede omstandigheden veel records sneuvelen. Het is een belevenis, maar wel met een negatieve kant. De Russische overheersing van Kazachstan is voelbaar en alles loopt verkeerd. Het is er overdag wel 20 graden, dus heel slechte omstandigheden om te presteren. In Calgary, in 1988, helpt Dick om Willem Alexander, toen nog de kroonprins, de baan op te smokkelen. Met voormalig kampioen Eric
Heiden in het complot. Met generaties kernploegleden bouwen Dick en Puck blijvende, goede contacten op. Vanuit de VS zijn het de Appaloosa paarden waar Puck en Dick een passie voor krijgen. Zo komt ook het contact tot stand met Indianen in Idaho, die deze paarden houden. De paarden danken hun naam aan de Palouse River, die loopt in het gebied waar de indianen deze paarden fokten. Er worden paarden naar Lisse geïmporteerd en Dick fokt met dit ras verder. Het zijn vrij rustige paarden met goede eigenschappen. Vanaf 1973 wordt van manege Puntenburg gebruik gemaakt door Stichting Sport en Recreatie Gehandicapten Bollenstreek. Stichting Puntenburg wordt opgericht om  het fokken en trainen van paarden te bevorderen, speciaal er op gericht om met gehandicapten te kunnen rijden.

Er zijn door Puck en Dick de Vroomen vele ontroerende wensen van zieke en gehandicapte kinderen vervuld, geïnitieerd door organisaties als ‘Stichting Opkikker’ en ’Stichting Doe een Wens’. Vaak is het alleen de organisatie rond de manege, maar soms is het de met naast het bezoek aan de manege nog andere evenementen. Afgelopen februari is Stichting Puntenburg nog een bijdrage toegekend door de ‘Stichting Specsavers Steunt’ voor het goede doel.

Het huis aan de Achterweg wordt zo langzamerhand leeg omdat de kinderen allemaal het huis uit gaan. Wanneer zus Anny in 1989 ziek wordt komt ze in ‘De Zonnepit’ bij Puck en Dick wonen tot haar overlijden in 1992. In 1999 wordt er verhuisd van de Achterweg naar de Spekkelaan. Op een pracht plek naast de manege. Het bordje met ‘De Zonnepit’ verhuist mee. Dick de Vroomen komt helaas al in 2002 te overlijden. Puck woont er gelukkig nog steeds en heeft uitzicht op het perceel waar haar vader vroeger de tuin had in de “kouwe hoek”, waar je via het Reigersbos naar toe ging.

Voor de jaarwisseling werd altijd een speciale kerstkaart ontworpen. De verzameling
weerspiegelt heel mooi hun leven, waarvan we hier een paar voorbeelden laten zien.