VEREDELING VAN BOLLEN EN BELLEN (2)

In het tweede deel van dit verhaal gaat Herman de Graaff voornamelijk in over veredeling van de bellen: de fuchsia.

door Liesbeth Brouwer

Nieuwsblad Jaargang 18 nummer 4, december 2019

Omslag van een zeer uitgebreid botanisch boek, waarin Leonhart Fuchs vele nieuw ontdekte soorten
beschrijft.

In het vorige Nieuwsblad bij dit verhaal over Herman de Graaff eindigden we bij “Een hobby wordt geboren”. Waar in het vorig nummer de nadruk lag op de voorgeschiedenis dus op de bollen, gaan we nu vooral in op de bellen. Herman laat ons weten waar de klepel hangt van deze prachtige klokvormige bloemen die een lust voor het oog zij De fuchsia Fuchsia’s komen van nature uit Zuid-Amerika. Van daaruit verspreidden ze zich naar Mexico in het noorden en naar het zuiden via Antarctica naar Nieuw-Zeeland. Zelfs in Australië zijn miljoenen jaren oude sporen van fuchsia’s gevonden. In de miljoenen jaren tijd dat deze verspreiding plaatsvond deden zich spontane mutaties voor zodat je nu heel andere soorten hebt in Mexico dan in Nieuw-Zeeland. In Nieuw-Zeeland komen zelfs kruipende vormen van enkele centimeters hoogte en een boomvorm die meer dan 10 m hoog wordt voor. Ook de bijzondere kleurschakeringen daar zijn een uitdaging voor de veredelaars. Het volgen van zo’n verspreiding is een feest voor een geneticus. Bij veroveringen in Zuid-Amerika werden meestal ook planten meegenomen naar Europa. In die tijd werd de fuchsia hier beschreven en kreeg de plant haar naam, ontleend aan de Duitse botanicus Leonhart Fuchs (1501-1566)

De fuchsiavereniging

Leonhart Fuchs was een Duits botanicus en arts. In 1533 kwam hij op verzoek van hertog Ulrich van Württemberg naar de Universiteit van Tübingen, waar hij vanaf 1535 hoogleraar in de geneeskunde was. In 1535 begon hij bij zijn huis een educatieve botanische tuin, een van de eerste van Europa.

Begin jaren 60 van de vorige eeuw waren er wat enthousiastelingen die hier een fuchsiavereniging op wilden richten. Het grote voorbeeld was Engeland. Daar waren prachtige landgoederen waar de tuinbazen voor heel gedifferentieerde collecties fuchsia’s hadden gezorgd. Er was een bloeiende
fuchsiavereniging. Nederland was er rijp voor. In de Hortus van Leiden kwam in 1966 de eerste
fuchsiatentoonstelling, gevolgd in 1968 door een prachtige tentoonstelling in Elswout, Bloemendaal. De opgerichte vereniging, de Nederlandse Kring van Fuchsiavrienden, telt dan al 750 leden. Al die variëteiten, waaronder een nieuwigheid als seringbloeiende fuchsia’s, zorgden voor veel belangstelling en werden voor velen de start van een nieuwe liefhebberij. Niet voor niks ontstond in deze periode het liedje van Annie M.G. Schmidt “Wil u een stekkie, een stekkie….”. Ook Loeky en Herman waren verkocht. Zij werden in 1972 lid van de vereniging en de fuchsia werd een passie voor het leven.

Veredelen
Met een achtergrond in de genetica was “een stekkie” voor Herman natuurlijk niet voldoende. Hij kende het fenomeen van veredelen van de narcissen, maar daar duurt het zo’n 7 jaar eer je kunt beoordelen of je een succesvolle variëteit te pakken hebt. Hoe anders is dat bij de fuchsia, daar kun je het zaaisel al het volgende seizoen beoordelen. In de natuur zorgen kolibries met hun lange snavel voor de bestuiving. Hier kun je bessen krijgen na bestuiving door bijen, hommels e.d. Maar de echte liefhebber wil gerichte bestuiving. Bij willekeurige bestuiving kun je zeggen dat het voor 1:100 zaailingen de moeite waard is om te laten keuren. En een echt succes levert 1:500 zaailingen op. Bij gerichte bestuiving is de succeskans veel groter. Er zijn inmiddels zo’n 20.000 cultivars met naam bekend. Er zijn er natuurlijk veel meer geweest. Nieuwe cultivars worden geregistreerd bij de American Fuchsia Society. Dit is een registratieautoriteit zoals op het gebied van bollen de Koninklijke Algemene Vereeniging voor Bloembollencultuur (KAVB) fungeert. Van een nieuwe cultivar worden diverse gegevens vastgelegd als uiterlijkheden, afstamming maar ook de veredelaar. Je zou dan nog verder kunnen gaan en het kwekersrecht (intellectueel eigendomsrecht) laten vaststellen, maar voor een plant als de fuchsia is dat zinloos. Het kost alleen maar geld en levert niks op.

Gericht bestuiven
Dat is dus waar Herman zijn levenswerk van maakte. En met succes, er bestaan zelfs 170 geregistreerde fuchsia cultivars met zijn naam als veredelaar. Hij focuste op bepaalde lijnen, zoals heel kleinbloemige, of bijzondere kleuren. Van die kleinbloemigen is de cultivar “Minirose” van Herman nog steeds vaak te vinden, zelfs bij de supermarkten. Wat bijzondere kleuren betreft lagen de successen bij bloemen die (een zweem van) geel of aubergine lieten zien. Deze kleuren komen in de natuur voor bij de fuchsia’s in Nieuw-Zeeland. Het gericht bestuiven en zijn kennis van de genetica heeft Herman altijd uitgedragen in de veredelingsgroep van de Fuchsiavereniging. Maar ook in de tal van lezingen die hij voor de regionale verenigingen hield. En wat de resultaten van het veredelen betreft: hij zat vele jaren in de Vaste Keurings Commissie in Aalsmeer. Er was een tijd dat hij al zijn cultivars ook in zijn eigen tuin had. De pergola in de voortuin was zwaar beladen. Maar met het klimmen der jaren breekt je het vele werk op en is dat streven opgegeven.

Tentoonstelling

Fuchtiatentoonstelling

Om bekendheid te geven aan je planten, om liefhebbers te krijgen, om ervaringen uit te wisselen met veredelaars en kwekers, er zijn veel redenen om een tentoonstelling voor fuchsia’s op te zetten. We noemden al het succes van de tentoonstellingen in de Leidse Hortus en in Elswout. Maar Lisse liet zich ook niet onbetuigd. Met dank aan Herman de Graaff natuurlijk. Wie herinnert zich niet de fuchsiaweken bij Jaap Kooy. Prachtige tentoonstellingen waar wel een kleine 1000 variëteiten werden getoond. Bij Jaap Kooij had Herman trouwens een tijdje een veldje tot zijn beschikking voor zijn zaailingen. En dan de Zomerhof in 1999 in Keukenhof. Wat een succes! Uit het hele land kwamen kwekers en veredelaars met hun mooiste exemplaren aanzetten. Het was ook wel een lastige tentoonstelling. De tentoonstelling was van 19 augustus tot 19 september. Wanneer je dan bedenkt dat de meeste fuchsia’s langedag planten zijn en het bovendien in het park door het bladerdek donker is dan is duidelijk dat die bloeiende planten geen nieuwe bloei zullen laten zien. Maar gelukkig was het de tijd van vele leden en vrijwilligers dus is het toch gelukt om op deze laatste landelijke fuchsiatentoonstelling groots uit te pakken. Directeur Koster had de fuchsiavereniging graag ook het volgende jaar weer bij de Zomerhof betrokken, maar om zo’n grote inspanning weer te leveren zou onmogelijk zijn.

Naamgeving
Het is een hele kunst om een naam te bedenken voor een nieuwe cultivar. De naam mag natuurlijk niet eerder gebruikt zijn. Natuurlijk werd Herman’s vrouw vernoemd: Loeky, een cultivar die Herman terecht als een van zijn mooiste beschouwt. “Westergeest” dankt haar naam aan het tuincentrum van Jaap Kooy. “Belle de Lisse”, “Keukenhof”, “Summerdaffodil”, hier is toch een beetje een link gelegd naar de bollenwereld waar de familie De Graaff haar sporen in had verdiend. In dit rijtje past ook de cultivar “Golden Spade”, een verwijzing naar de Gouden Graaf van de firma H. de Graaff en zonen. De fuchsia “Herman de Graaff” bestaat ook maar is van een collega-veredelaar. Herman houdt van geurende bloemen en wat had hij graag een geurende fuchsia veredeld. Maar helaas, het zal niet lukken, fuchsia’s zijn geen geurende planten. Zou hij als een soort compensatie diverse van zijn cultivars een parfumnaam gegeven hebben?

Schrijven
De fuchsiavereniging geeft een prachtig blad uit: Fuchsiana. Sinds jaar en dag levert Herman bijdragen aan dit blad. Dit voorjaar werd hij voor al zijn werk tot erelid van de vereniging benoemd. Voor zijn veredelingswerk kreeg hij al eerder internationale erkenning, zoals bijvoorbeeld het Diplôme d’Honneur dat hem werd toegekend door de Société Nationale d’Horticulture de France. Nog iedere twee maanden schrijft hij zijn “Product of Holland”. Natuurlijk over fuchsia’s, maar met een knipoog naar de bollenteelt. Want Product of Holland stond op het bekende verpakkingsmateriaal voor bollen, de bruine zakken met de gaatjes. En zo is het kringetje weer rond: van de bellen naar de bollen. ■