VERKLARING NAAMGEVING AKERVOORDERLAAN NOG NIET EENDUIDIG.
Akervoort wordt voor het eerst genoemd in de 13e eeuw en geschreven als Acghenvort en Agghenvort, waarbij agghen ontstaan is uit acghen. Vort betekende oorspronkelijk ‘doorgang’. De betekenis van Akervoorde kan ‘de doorgang door het water’, ‘de doorgang van de heer Acgh’ of ‘de doorgang door de beek Acghen’ zijn.
door Nico Groen
NIEUWSBLAD Jaargang 13 nummer 3, juli 2014
Wat betekent Akervoorderlaan? Om dat aan de weet te komen moet je de allereerste vermeldingen bekijken. Op welke manieren werd dit geschreven? Wat was de oude betekenis?
Na mijn artikel over de mogelijke betekenis als ‘vuur’ van de woorden ‘lisse’ en ‘vierkant’ in het nieuwsblad is nu de Akervoorderlaan bij de Engel in Lisse aan de beurt.
Zoals verderop in dit artikel zal blijken had ‘voorde’ de betekenis van ‘doorgang’. Meestal in relatie tot water, maar dat hoeft niet. Het kon ook ‘doorgang’ zonder water betekenen (bijvoorbeeld door de duinen). Akervoorderlaan werd in de 16e en 17e eeuw meestal geschreven als Akervoort.
Landschappelijke schets.
Vóór de mogelijke betekenissen van de woorden ‘aker’ en ‘voorde’ worden beschreven, moet eerst een schets worden gemaakt van het gebied bij de Akervoort. De Heereweg ligt aan de oostkant van de oude standwal van Lisse naar Sassenheim. Deze strandwal liep vanaf de Heereweg naar het westen tot ongeveer de eerste s-bocht in de huidige Akervoorderlaan bij huisnummer 6 (aannemer van der Hulst). Op deze plek was volgens de morgenboeken in 1544 al een boerderij. Mogelijk was de strandwal zo hoog, dat indertijd een doorgang gemaakt moest worden om bij deze boerderij te komen, Dat de strandwal ter plaatse hoog was blijkt uit het gegeven dat hier in 1561 het duin werd afgegraven. Dit staat in het boek ‘Wassergeest te Lisse’. Vanaf genoemde s-bocht in de Akervoort, zoals de laan vroeger heette, naar het westen tot de huidige Oude Heereweg/Achterweg lag een strandvlakte. In deze strandvlakte bedekte een laag veen het oorspronkelijke zand. Zo’n lage vlakte was vaak erg nat en moerassig. Ten westen van de Engel en ten noorden van de Akervoort was het toendertijd erg nat. Dit werd het Liesbroek genoemd. Ook ten zuiden van de Akervoort ter plaatse van de latere Beekpolder was het erg nat. Daarom werd volgens A. Hulkenberg mogelijk al in de 13e eeuw een sloot met de naam beek gegraven richting de Lisserpoel. Deze beek werd in de 14e eeuw gebruikt om stenen en ander materiaal aan te voeren voor de bouw of verbouw van slot Teylingen. Dit staat in het boek ‘Teylingen’ van A. Hulkenberg. Deze beek is nog te herkennen en loopt vlak langs de H.H. Engelbewaarderskerk. Het water van het Liesbroek kon niet naar het oosten, noorden en westen stromen. Het moest daarom via de Akervoort naar het zuiden stromen naar de latere Beekpolder. Mogelijk was de strandvlakte ter plaatse van de Akervoort wat hoger en ging het water hier in een beekje de weg over. Daar zou dan de voorde geweest kunnen zijn. De Akervoort kan ook in de Heereweg zelf gelegen hebben. Mogelijk was er nog geen brug over de beek bij de H.H. Engelbewaarderskerk. Ook stroomde er daar volgens A. Hulkenberg in zeer natte periodes water over de zandige, onverharde Heereweg richting de Poel. Tussen de huidige Achterweg/Oude Heereweg en de Loosterweg lag een tweede strandwal. Mogelijk moest in deze strandwal een doorgang gemaakt worden naar een meer naar het westen gelegen huis. Het oostelijk deel van deze strandwal tussen de huidige Torenlaan en de Oude Heereweg is volgens A. Hulkenberg in 1604 afgegraven. Ten westen van deze strandwal, dus ten westen van de Loosterweg, lag weer een strandvlakte. In deze strandvlakte, de Lage Venen genoemd, werd het water naar het zuiden afgevoerd via de Maandagse Wetering van Voorhout net ten oosten waar nu de Haarlemmertrekvaart ligt. Volgens de kaart van 1615 van F. Balthasar heeft de Akervoort hier doorgelopen naar het zuidwesten tot over het water, waar toen een huis stond. Hier kan dus ook een voorde hebben gelegen. Het huidige laantje naar hovenier Hoek, dat vanaf de Loosterweg naar het zuidwesten loopt, is volgens mij nog een restant van bovengenoemd gedeelte van de Akervoort.
De betekenis van voorde was doorgang.
Een modern woordenboek heeft als betekenis van ‘voorde’ een doorwaadbare plaats door een rivier, een beek of een gegraven vaart. Een ander woord voor ‘voorde’ was ‘wedde’. Betekende ‘voorde’ in het geval van Akervoort ook een doorwaadbare plaats? In de grafelijke kanselarij (1284-1287) wordt, zover we nu weten, voor het eerst gesproken over Akervoort. Voorde wordt dan geschreven als ‘vort’. In 1326 wordt bij een schenking gesproken over ‘vorde’ en in 1444 over ‘voerdt’. De oudste vermeldingen hebben het dus ook steeds over een voorde hoewel steeds iets anders geschreven. Betekende ‘voorde’ toen ook al doorwaadbare plaats? Het Germaanse ‘vorde’ is ontstaan door klankverschuiving uit het Latijnse ‘portus’. Dit komt doordat de Latijnse P in het Germaans een V of een F werd. De Latijnse T werd door de klankverschuiving een D. Dus kon ‘portus’ in het Germaanse via ‘vort’ veranderen in ‘vorde’ en in het Engelse ‘ford’, wat ook doorwaadbare plaats betekent. Ook het Noorse ‘fjord’ past in dit rijtje. ‘Portus’ betekende van oudsher ‘doorgang’. De haven van Rome heette in de 1e eeuw na Christus Portus. Via deze ‘doorgang’ werden alle goederen van en naar Rome verscheept. ‘Vorde’ betekende in de 13e eeuw dus ook ‘doorgang’. Dit is hoogstwaarschijnlijk doorgang in relatie met water. Het zou toentertijd echter ook een doorgang zonder water hebben kunnen betekenen. Het aardige is, dat ons woord ‘poort’ ook een leenwoord is van het Latijnse ‘portus’. ‘Poort’ betekende dus ook ‘doorgang’. In eerste instantie was een ‘poort’ de toegang over de gracht en door de stadswal naar de stad. Later werd ‘poort’ gebruikt voor allerlei soorten toegang zonder water in de buurt. Interessant is, dat het Engelse ‘port’, dat nu haven betekent, vroeger de betekenis van ‘doorgang’ vanuit een rivier naar de zee had. De conclusie is, dat ‘voorde’ rond de 13e eeuw hoogstwaarschijnlijk doorgang door het water betekende. Vooral ook omdat er veel plaats-, veld- en straatnamen in Nederland met voorde zijn, die van oudsher in relatie staan tot een doorgang door het water (doorwaadbare plaats). In deze buurt, nabij de ‘s Gavendam in Noordwijkerhout werden in de 16e eeuw ook diverse wedden of voorden benoemd (zie hiervoor het kaartje van Van Merwen uit 1589). Hierop is te zien, dat er zelfs in de ’s Gravendam zelf een wedde lag.
Akervoort en Akersloot hebben niet dezelfde oorsprong.
Als je in een modern woordenboek kijkt wordt ‘aker’ omschreven als eikel, eikenboom, akker, emmer of een bepaalde landmaat (Engels acre). Oppervlakkig gezien zou je zeggen dat een van bovengenoemde betekenissen wel op de Akervoort zou slaan. Te meer daar er in het wapen van Akersloot 3 eikels staan. Als je echter naar de oudst geschreven vermeldingen van Akervoort kijkt, kan dit totaal niet kloppen. Als je in woordenboeken over middeleeuwse woorden kijkt, zie je dat de k bij bovengenoemde betekenissen voor ‘aker’ steeds met een k, kk of ck werd geschreven. Ook eindigen ze steeds op een r. Dat zie je bijvoorbeeld bij Akersloot. Dit werd geschreven als Ekkerslato (1083), Ekkerslot (1182) en Ackerslote (1175). Het kan daarom goed kloppen dat de betekenis van Akersloot iets met eikels te maken heeft. Dit is bij Akervoort echter totaal niet het geval. Bij de oudste benamingen werd de k van aker steeds geschreven met gg, ggh, gh of cgh. Ook zou men in de oudste vermeldingen een r op het einde verwachten. Dit is echter niet het geval, zoals we hieronder zullen zien.
Hoe werd Akervoort geschreven in de 13-15e eeuw?
Rond 1285 wordt geschreven over Acghenvort en Agghenvort, gelegen in West Holland. Een en ander komt uit de grafelijke kanselarij (1284-1287). Volgens het Middel Nederlands Woordenboek komt ‘agghen’ waarschijnlijk van ‘acghen’ en is dit dus het eerst geschreven. In 1326 passeert een acte met de naam Magriete Ghysendr. van Aghenvorde, die een stuk land in Noordwijk aan abdij Leeuwenhorst had geschonken. In de 14e eeuw wordt gesproken over jonkvrouw van Aggenvoorde, die woont aan de Poel. Hiermee wordt de Lisserpoel bedoeld. Dit staat in het Repertorium op de lenen van de abdij van Egmond (1174-1650). In 1444 wordt over Aggenvoerdt gesproken in leenboek A van de ridderhofstad Dever te Lisse. Een perceel genaamd Vranckenhofstede wordt begrensd door een lytweg genaamd Aggevoerdt. Bovenstaande staat in het Leidse jaarboekje 1984 in het hoofdstuk ‘Akervoort’, geschreven door A. Hulkenberg. Samenvattend: in de 13-15e eeuw werd de k van aker geschreven als cgh, gg, ggh of gh en de r als n.
Wat betekent ‘aker’?
We hebben gezien dat ‘aker’ geen eikel, eikenboom, akker of landmaat kon betekenen. Maar wat dan? De stad Aken (Duits Aachen) is uit het Romeinse ’aquis’ onstaan. ’Aquis’ betekende ‘bij de wateren’. Er waren daar namelijk warmwaterbronnen, waar de Romeinen warmwaterbaden bouwden. Deze baden waren in de Romeinse tijd beroemd en er is toen veel over geschreven. Een Germaanse variant uit 1212 was onder anderen ‘ache’. De allereerste keer dat er over Akervoort werd geschreven was tussen de jaren 1284 en 1287. Het werd toen geschreven als ‘acghenvort’. Vanuit deze schrijfwijze moet dus worden uitgegaan. Gezien de schrijfwijzen van ‘ache’ en ‘acghenvort’ kan deze laatste schrijfwijze gemakkelijk uit de eerste ontstaan zijn. De betekenis van Akervoort zou dan zijn ‘de doorgang of de doorwaadbare plaats door het water’.
Het kan ook zijn, dat een van de 3 hierboven beschreven beken de Acghen heette. Analoog aan Amersfoort, dat in 1028 Amersfoirde heette; een doorwaadbare plaats door de Amer. De Eem die door Amersfoort loopt, heette vroeger de Amer. Er zijn echter geen schriftelijke bronnen die kunnen bevestigen, dat er een beek was, die de Acghen heette. Leuk gegeven in relatie tot een plaatsnaam is, dat in het Middel Nederlands Woordenboek gesproken wordt over Agghenvort, plaats in ZH. Locatie onbekend. Agghen komt van acghen. Deze plaatsnaam komt uit de Grafelijke kanserij (1284-1287). Er staat; ‘Jan naghel…. 1 morghen tusscen vloedorp ende agghenvort’ . (In het artikel van A. Hulkenberg in het Leidse jaarboekje 1984 over Akervoort staat ten onrechte ‘Jan naghel… 1 morghen tusscen vloedorp ende anghenvort’). De betekenis van Akervoort zou dan zijn ‘de doorwaadbare plaats door de Acghen’
Vroeger was het gebruikelijk bezittingen, velden en straten namen te geven, die naar een persoon verwijzen. Dat zou in het geval van de Akervoort ook zo geweest kunnen zijn. In het Middel Nederlands Woordenboek staat, dat Acghen vroeger een genitief (een bepaalde naamval) was van de persoonsnaam Acgh, later ook als Agge geschreven. Een genitief betekende ‘iets van iemand of iemand van iets’. Bijvoorbeeld Des Gravendam of Des Gravenhage was de dam of de hage van de Graaf. In dit geval dus de voorde van Acgh. Er zijn echter geen geschreven bronnen bekend, die naar een persoon met die naam in de Bollenstreek verwijzen. De betekenis van Akervoort zou zijn ‘de doorgang of voorde van Acgh’ .
Laan komt uit de 18e eeuw.
De toevoeging ‘laan’ aan Akervoort speelt geen rol in het bepalen van de oude betekenis van Akervoort. De toevoeging laan komt pas in 18e eeuw voor het eerst voor in de geschreven teksten voor, zover nu bekend is.
Conclusie.
Akervoort wordt voor het eerst genoemd in de 13e eeuw en geschreven als Acghenvort en Agghenvort, waarbij het woord ‘agghen’ ontstaan is uit ‘acghen’. Bij het verklaren van ‘aker’, moet dus worden uitgegaan van ‘acghen’. Acghen in de betekenis van water. Aker- • voort betekent dan ‘de doorgang door het water’ of ’de doorwaadbare plaats door het water’. Acghen in de betekenis van ‘iets van een • persoon’. Akervoort betekent dan ‘de voorde van Acgh’. Er zijn echter geen bronnen die hebben geschreven over de persoon Acgh of Agge in Lisse. Acghen als naam voor een beek: de voorde • door de Acghen. Ook over een beek Acghen zijn geen schriftelijke bronnen bekend. ‘Vort’ betekende hoogstwaarschijnlijk doorwaadbare plaats, omdat dit bij veel andere voorden in Nederland ook doorwaadbare plaats betekende. De plek van deze doorwaadbare plaats is onbekend.