Wanneer wordt een gebouw gemeentelijk- en/of rijksmonument?

NIEUWSBLAD Jaargang 1 nummer 3, juli 2002

Redactie

Wanneer komt een pand in aanmerking om op de lijst van Rijks- dan wel gemeentelijke monumenten geplaatst te worden met alle daaraan verbonden voor- en nadelen? Een korte schets.

De kwaliteit van panden en gebouwen wordt in vijf klassen gerangschikt en wel als volgt:

  1. De Rijksmonumenten. Deze zijn opgenomen in het register ingevolge artikel 6 van de Monumentenwet 1988.
  2. De gemeentelijke monumenten. Zij dienen te voldoen aan de volgende criteria: a. hoge architectonische kwaliteit, hetzij vanwege een markant

voorbeeld van een bepaalde stijl, school of periode, hetzij vanwege

de hoogwaardige ambachtelijke kwaliteit, vrijwel uitsluitend

van vóór 1920; b. de geaardheid van het gebouw, waarbij ook de historische

waarde betrokken dient te worden.

  1. De karakteristieke gebouwen. Of een gebouw karakteristiek is wordt bepaald door de goede architectonische kwaliteit met dezelfde aan­tekeningen als gemaakt bij de gemeentelijke monumenten.
  2. De beeldbepalende gebouwen. Een gebouw is beeldbepalend als a. de architectonische kwaliteit redelijk is
  3. de situering markant is, hetzij in het straat of dorpsbeeld, hetzij in het landschap.
  4. De beeldondersteunende gebouwen. Dit zijn gebouwen die door hun hoofdvorm en architectonische structuur het straat- of dorpsbeeld ver­sterken in samenhang met de monumenten, de karakteristieke en beeld­bepalende panden.

Veelal wordt de kwaliteit bekrachtigd door het hoogwaardig bomenbestand, vooral langs de oudste wegen van Lisse, zoals de Heereweg Zuid en de Heereweg Noord, de Achterweg en de Loosterweg Zuid en Noord., en de nog originele hekwerken en bestratingen.