Laboratorium voor Bloembollenonderzoek geen provinciaal monument

Gedeputeerde staten van ZH hebben het verzoek van VOL om het Laboratorium voor Bloembollenonderzoek aan te wijzen als Provinciaal monument, afgewezen. Het bezwaarschrift van de VOL tegen de sloop is ook afgewezen. Ook Het bezwaar van het Cuypersgenootschap is afgewezen.

NIEUWSFLITSEN

NIEUWSBLAD Jaargang 4 nummer 1, januari 2005

Bollenlab geen provinciaal monument

Per brief van 23 september 2004 heeft Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland via secretaris G. Maas Geesteranus aan de Vereniging Oud Lisselaten weten, dat het verzoek om het gebouw van het voormaligeLab oratorium voor Bloembollenonderzoek aan de Vennestraat in Lisse aan te wijzen als provinciaal monument is afgewezen.
GS schrijven dat ze het verzoek hebben voorgelegd aan de Provinciale Monumenten Commissie en die adviseerde negatief.Tevens hebben ze de zienswijzen opgevraagd van de eigenaar van hetp and, Wageningen UR, en  van de gemeente Lisse. Wageningen UR rea­geerde niet. De gemeente Lisse liet weten het pand wel van lokaal, maar niet van regionaal belang te achten en pleitte voor sloop ‘omdat de ; bedrijfs- en streekbelangen zo zwaarwegend in het geding zijn.’
GS voegen hieraan toe dat haar beschermingsbeleid beperkt is tot deinstandhouding van de huidige provinciale monumenten en dat het beleid gericht is op monumenten van provinciaal belang. Men acht het pand  niet van belang als onderdeel van een historisch-ruimtelijk waardevol samen­ hangend stedebouwkundig en/of landschappelijk gebied. Het architectuur­ historische belang voor de regio is sterk verminderd door niet-oorspronkelijke aanbouw. Wel achten GS het pand van cultuurhistorische waardevoor de regio als herinnering aan het wetenschappelijk bloembollenonderzoek.

De slotconclusie:

Het pand kan bij gebrek aan voldoende waarden niet beschouwd worden als van regionaal/provinciaal belang.

Gemeente wijst bezwaarschrift af

De Gemeente Lisse heeft uw Vereniging Oud Lisse schriftelijk (brief van 14 oktober 2004) laten weten dat het Bezwaarschift dat de VOL had inge­diend tegen het verlenen van een vergunning tot sloop van het Laboratorium voor Bloembollenonderzoek is afgewezen. De VOL had onder meer aangevoerd dat naar het oordeel van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg bescherming van het pand op gemeentelijk niveau gerechtvaardigd was en dat de gemeente Lisse haar verantwoordelijkheid diende te nemen door het pand te behouden en weer op de gemeentelijke monumentenlijst te plaatsen. De gemeente stelt in de brief onder meer dat de Rijksdienst voor de Monumentenzorg geen aanleiding zag het gebouw de status te geven van rijksmonument en dat de provincie geen reden zag het gebouw de status te geven van provinciaal monument. Bescherming op rijks- noch op provinciaal niveau is gerechtvaardigd gebleken en slechts in dat kader is de aan de orde zijnde monumentensloopvergunning beno­digd. (…) De discussie op gemeentelijk niveau is gevoerd en ten einde. De VOL heeft nog wel bezwaar gemaakt tegen het besluit om het laborato­rium van de gemeentelijke monumentenlijst af te voeren, maar dat bezwaar is ongegrond verklaard. De gemeente wijst er tenslotte op dat ze haar belofte om waardevolle onderdelen ter beschikking te stellen aan de Universiteit van Wageningen, gestand zal doen.

Cuypersgenootschap wil lab behouden

Het Cuypersgenootschap, een vereniging tot behoud van negentiende en twintigste-eeuws cultuurgoed in Nederland en gevestigd in Boskoop, heeft bezwaar aangetekend tegen het besluit van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg om het Laboratorium voor Bloembollenonderzoek niet de status te geven van rijksmonument.

Het bestuur van het Cuypersgenootschap is van mening dat onzorgvuldig tot een afwijzend besluit is gekomen. Met name is niet ingegaan op het positieve advies van de Raad voor Cultuur en is niet aangegeven waarom is afgeweken van het positieve advies van de Raad. Verder is niet ingegaan op de cultuurhistorische en typologische waarde van het pand op nationaal niveau waarbij is gebouwd als “onderdeel op afstand” van de Landbouw Hogeschool te Wageningen ten behoeve van onderzoek naar plantenvirussen voor het herstel van de bloembollenhandel met de Verenigde Staten. De bloembollenhandel van Nederland was destijds georiënteerd in de Bollenstreek. De oude bollenschuren en het bollenlaboratorium vormen een onderdeel van de oude bloembollencultuur welke niveau zich verder uitstrekt van lokaal naar nationaal niveau. Het Cuypersgenootschap is van mening dat het complex bescherming op rijksniveau verdient en verzoekt het besluit   inzake de afwijzing van de aanvraag tot aanwijzing van beschermd monument te herzien.

Het oude pand van het Bloembollenlaboratorium werd in 1922-1928 gebouwd door Rijksbouwmeester J.C.Blauw in de bouwstijl van de Amsterdamse School.