Voorwoord van de voorzitter: Behoud van het dorpse karakter

De  voorzitter schrijft in het voorwoord dat de VOL na de verkiezingen de constante factor in het uitvoerend gemeentelijk beleid is. We zijn onder andere betrokken bij de gemeentelijke monumentenlijst en de Centrumvisie.

NIEUWSBLAD Jaargang 1 nummer 2, april 2002

Ton Rouwhorst

De verkiezingen zijn gelukkig weer achter de rug en we kijken er vol verwachting naar uit om met de nieuwe gemeenteraad en het col­lege van Burgemeester en Wethouders te gaan samenwerken.

Je ziet in deze tijd maar weer eens wat het belang is van onze Verening. De samenstelling van de raad of het college kan zo maar veranderen en de Vereniging Oud Lisse blijkt dan toch de constante factor te zijn in het uitvoerend gemeentelijk beleid. Het bijsturen van het monumentenbeleid en het behoud van het dorpse karakter blijven voor ons de komende raadsperiode weer de speerpunten.

De afgelopen jaren zijn we als Vereniging nauw betrokken geweest bij de bescherming van de nodige panden en deze panden op de gemeentelijke monumentenlijst te krijgen. Tevens zijn we in een vroeg stadium betrokken geweest bij het ontwikkelen van een Centrumvisie en ook daarbij is onze inbreng voor ingewijden duide­lijk herkenbaar. Betreffende de uitvoering van deze Centrum- plan­nen zullen we zeker onze rol blijven opeisen.

Ik denk dat ‘herkenbaar voor ingewijden’ een beetje in kaart brengt wat ons de komende jaren als Vereniging Oud Lisse te doen staat. De resultaten van onze inbreng in het gemeentelijk beleid zijn goed te noemen, maar meestal slechts bekend bij een kleine groep.

We zullen ons dan ook de komende periode duidelijker moeten profileren en ook zal het ledental van onze vereniging drastisch moe­ten toenemen. Een andere mogelijkheid is om de samenwerking met het Museum de Zwarte Tulp en de Stichting Dever te verwezenlijken om daardoor onze positie te verstevigen.

Deze en andere onderwerpen komen aan de orde op onze komende jaarvergadering. Ik hoop veel leden op onze jaarvergadering te mogen begroeten om gezamenlijk over deze onderwerpen te kunnen discussiëren.