Het maken van geestgrond in de 18e eeuw

Sporen van vroeger (LisserNieuws)                       

6 juli 2021

door Nico Groen

 De Bollenstreek ligt op strandwallen en strandvlakten. De strandvlakten werden vroeger voornamelijk gebruikt als weiland. De strandwallen zijn voor een groot deel omgezet in geestgronden. Dat gebeurde in zuidelijk Lisse voor een deel al vóór de 17e eeuw. Wat is een geestgrond nu eigenlijk. Het zijn afgegraven en vlak gemaakte oude duinen. Maar hoe maakte men vroeger een geestgrond? Hieronder volgt een samenvatting van een artikel uit 1787 hoe een en ander in zijn werk ging met tussen aanhalingstekens de letterlijke tekst.

Wanneer men een bepaald duingebied voor afzanding wilde gebruiken, moest men allereerst bepalen, waar een behoorlijke doorvaart was voor allerlei soorten schepen om het zand te kunnen vervoeren.

“Dit gade geslagen hebbende, graaft men, naar een daartoe gemaakt plan, breede en goede sloten of liever vaarten, die gemeenlijk vol frisch water staan, mitsgaders deeze van eene geregelde breedte en diepte zijn. Ten dien einde worden ook, op dat de boorden van den oever bestendig zouden blijven, zo tegen de inwellingen van zand, als het bevare zelf, de kanten en hoofden met rijshout en takkebosschen vastgehouden. Als deze vaarten aanvankelijk gegraaven zijn, maakt men een begin van ’t afzanden; en verlengt die vaarten naar geraade men het afzanden bevordere”.

Methode van afzanden

Verscheiden arbeiders steeken met spaden de bovenkorst van het duin af; zo verre als zij eene zwarte zand-aarde behelst. Deze aard-zoden worden aan eene zijde bij elkander gebragt, op een hoop geworpen en aldaar bewaard, om er naderhand den afgezanden grond  op nieuw mede te bedekken. Het duin aldus bereid zijnde, begint men het zelve af te zanden, en elke schipper of boer die zand nodig heeft, vervoegt zich bij den zandbaas… Zodra de plaats aangeweezen en de tijd bepaald is, bestaat de geheele zaak in het zand in de kruiwagens te scheppen, en het zelve in de schepen te laaden”.

De zandbaas let voortdurend op de kwaliteit van het zand. Het zand kan wit of geel zijn. De waarde van het zand wordt mede hierdoor bepaald. Bovendien let hij er op of er veen-  of kleilagen tussen het zand zitten.

Wanneer men zulke aarde ontmoet, draagt men zorg  om die zorgvuldig af te steeken, op een hoop te brengen en ze afgezondert te bewaaren, om daarmee vervolgens een nieuwe bovengrond te maken. Aldus gaat men voort met afzanden, tot er ene genoegzaame streek lands vlak gemaakt zij; hierop worden de gemelde aard-zoden of veen-bonken en dergelijke gebroken en onder één vermengd: en als dit verricht is, verspreid men die stoffen over het land, dat voorts omgespit wordt. Door deeze bewerking verkrijgen die schraale afgezande gronden zeer spoedig een vrugtbare oppervlakkige aardbedde, dat meestentijds eerst met aardappelen en daarna met gerst of haver beteeld wordt.”.

De totale letterlijke tekst van deze beschrijving staat in het boek ‘Sporen van Six in Lisse’.

Dit boek is in 2020 uitgekomen en te verkrijgen via de website oudlisse.nl of bij Grimbergen.

Tekening van een afzanding van Six in Hillegom in 1746.